42
STUURWIEL -
VERSTELLING
Het stuurwiel is in hoogte- en in lengte-
richting verstelbaar.
Trek de hendel (A-fig. 21) naar het
stuur (stand 1), stel het stuurwiel af,
druk de hendel naar voren (stand 2) en
controleer of de stuurkolom geblokkeerd
is.
SPIEGELS INSTELLEN
ACHTERUITKIJKSPIEGEL
De spiegel is voorzien van een beveili-
gingsmechanisme, waardoor de spiegel
bij een krachtige botsing losschiet.
Met het hendeltje (A-fig. 22) kunt u
de spiegel in twee verschillende standen
zetten: normale stand of anti-verblin-
dingsstand.
BUITENSPIEGELS
U kunt de spiegel afstellen m.b.v. keu-
zeschakelaar (A-fig. 23) en knop (B-
fig. 23) op de tunnelconsole.
– Kies met keuzeschakelaar (A-fig.
23) de gewenste spiegel (rechts of
links).
–Plaats knop (B-fig. 23) in één van
de vier richtingen, waardoor de hiervoor
gekozen spiegel wordt versteld.
De afstelling mag uit-
sluitend bij een stil-
staande auto plaatsvin-
den.
P4Z00017
fig. 21
P4Z00040
fig. 22
P4Z00201
fig. 23