CENTRALE PORTIER-
VERGRENDELING MET
AFSTANDSBEDIENING
Het systeem bestaat uit een in de sleutel
ingebouwde zender (afstandsbediening)
(B-fig. 11), en een ontvanger in het pla-
fondlampje (A-fig. 10).
Voor het ver-/ontgrendelen van de sloten
moet u de zender op de auto richten en te-
gelijkertijd knopje (C-fig.11) indrukken en
loslaten.
Bij elke zender wordt een sticker gele-
verd, waarop het codenummer van de zen-
der staat. Deze sticker moet (bij afleve-
ring) in het betreffende vakje op de ach-
terzijde van de CODE-card worden geplakt.
START-/CONTACTSLOT
CONTACTSLOT
De sleutel kan in een van de volgende
vier standen worden gezet (fig. 12):
– STOP: motor uit, startblokkering en
stuurslot ingeschakeld, alle verbruikers
met voeding via het contactslot uitgescha-
keld behalve enkele (bijv. ontgrendeling
kofferdeksel en tankluikje), sleutel uit-
neembaar.
– MAR: contact aan. Startblokkering uit-
geschakeld en alle elektrische verbruikers
zijn inschakelbaar met uitzondering van
enkele om veiligheidsredenen (bijv. ont-
grendeling kofferdeksel en tankluikje).
– AVV: motor starten.
– PARK: motor uit, startblokkering en
stuurslot ingeschakeld, parkeerverlichting
automatisch ingeschakeld, sleutel uit-
neembaar.
BELANGRIJK Om de contactsleutel in
stand PARK te zetten, moet knop (A-fig.
13) op het contactslot worden ingedrukt.
16
P4Z00004
fig. 10
P4Z00005
fig. 11
P4Z00010
fig. 13
P4Z00009
fig. 12