34
DIEFSTALALARM
(indien aanwezig)
BESCHRIJVING
Het systeem is goedgekeurd volgens de
EU-normen 95/56 en bestaat uit: zender,
ontvanger, regeleenheid met sirene en be-
wegingssensoren. Het diefstalalarm wordt
bediend door de in het instrumentenpaneel
opgenomen ontvanger en wordt in- en uit-
geschakeld met de zender in de sleutel. De
zender verzendt een versleutelde variabele
code. Het diefstalalarm controleert: het on-
bevoegd openen van de portieren, het
kofferdeksel en de motorkap (omtrekbevei-
liging), de bediening van het start-/con-
tactslot, het onderbreken van de accuka-
bels, het doorknippen van de kabels van de
sleutelschakelaar, de aanwezigheid van be-
wegende objecten in het interieur (volume-
trische beveiliging). Het systeem bedient
ook de centrale portiervergrendeling. Bo-
vendien kan de volumetrische beveiliging
en/of de sirene worden uitgeschakeld.
BELANGRIJK De startblokkering
wordt uitgevoerd door de Alfa Romeo
CODE en wordt automatisch ingeschakeld
als de contactsleutel uit het start-/con-
tactslot wordt genomen.
Extra afstandsbedieningen
bestellen
De ontvanger kan in totaal 5 afstandsbe-
dieningen herkennen. Als u om welke re-
den dan ook een nieuwe sleutel met af-
standsbediening nodig hebt, moet u zich
wenden tot de Alfa Romeo-dealer. Hierbij
moeten alle in u bezit zijnde sleutels, de
CODE-card, een identiteitsbewijs en het
kentekenbewijs worden meegenomen.
ALARM INSCHAKELEN
Richt bij gesloten portieren, kofferdeksel
en motorkap en het contactslot in stand
STOP of PARK (uitgenomen sleutel) de
sleutel met afstandsbediening in de richting
van de auto. Druk op het knopje en laat het
knopje los.
Bij de meeste uitvoeringen geeft het sys-
teem een akoestisch signaal (“BIEP”),
gaan de richtingaanwijzers ongeveer 3 se-
conden branden en worden de portier-
sloten vergrendeld.
Het inschakelen van het alarm wordt
voorafgegaan door een zelfdiagnose waar-
in lampje (A-fig. 9) met verschillende
frequenties knippert. Als het systeem een
storing vindt, dan klinkt nogmaals een
akoestisch waarschuwingssignaal.
P4U00417
fig. 8
AFSTANDSBEDIENING (
fig. 8
)
De in de contactsleutel ingebouwde af-
standsbediening is uitgerust met een knop-
je (A) en een lampje (B); met het knopje
schakelt u de afstandbediening in en het
lampje knippert als de zender een code
stuurt naar de ontvanger. Deze code (rol-
ling code) wijzigt telkens als de zender
wordt gebruikt.
BELANGRIJK Als u knopje A indrukt
en lampje B knippert slechts één keer
kort, dan moet de batterij worden vervan-
gen, zoals hiervoor is beschreven.