9
4.2.6.2 Installatie
U kunt een pijp aan een permanente structuur bevestigen en daar vervolgens
het sensorpakket aan bevestigen (zie Figuur 8). De U-bouten zijn geschikt
voor een pijpdiameter van 2,5 - 5 cm (pijp niet inbegrepen).
Figuur 8: Installatieschema van sensorpakket
Plaats het sensorpakket uiteindelijk bovenop de voorbereide installatiepijp. De
U-bouten zouden hiervoor los genoeg moeten zitten, draai de moeren anders
wat losser.
Eenmaal op zijn plek, draait u alle vier de moeren gelijkmatig handvast.
Het gehele pakket dient nu in de juiste richting te worden afgesteld door het
bovenop de installatiepijp te draaien. Zoek naar de pijl gemarkeerd “WEST”
bovenop het sensorpakket, direct naast de lichtsensor. Het gehele sensorpakket
moet worden gedraaid totdat deze pijl naar het Westen wijst. Het is handig om
een kompas te gebruiken voor een optimale afstelling (veel mobiele telefoons
hebben een kompasapplicatie).
Eenmaal in de juiste richting gedraaid, zorgt u ervoor dat het pakket niet meer
kan draaien door de bouten wat strakker aan te draaien (met een sleutel).
Opmerking: Gebruik de waterpas naast de regensensor om te controleren of
de sensorinrichting volledig waterpas zit. De regenmeter zal geen
nauwkeurige metingen verstrekken als de sensor niet waterpas zit.
4.2.7 Resettoets en zender-led
Reset de sensorinrichting in het geval dat deze geen gegevens zendt.
Gebruik een open gebogen paperclip om de RESETTOETS drie seconden
ingedrukt te houden en opnieuw te synchroniseren met de console door de
console uit en weer in te schakelen. Houd de console ongeveer 3 meter van de
sensorinrichting vandaan.