76
Opschakelen:
Een faciliteit waarmee u een gesprek tussen twee andere bellers kunt onderbreken (waar-
van minstens één interne beller).
Parkeren:
Mogelijkheid om een gesprekspartner in wacht te zetten om het gesprek later te hervat-
ten vanaf een "bevoegd" toestel binnen de installatie.
Password:
Deze code werkt als wachtwoord ter bescherming van de programmering- en vergren-
delingsfuncties van het toestel (standaard password: 0000).
Pick-up groepen:
Met deze faciliteit kan een oproep, die bestemd is voor een ander toestel, worden beant-
woord. De pick-up is alleen mogelijk binnen dezelfde pick-up groep.
Ruggespraak:
Met deze faciliteit kan een gebruiker tijdens een gesprek een tweede gesprekspartner bel-
len zonder de verbinding met de eerste gesprekspartner te verbreken.
Sub-adres:
Het is mogelijk dat u een viercijferig "sub-adres" achter het nummer van uw gespreks-
partner moet invoeren om hem te faxen, te bellen of om toegang te krijgen tot zijn PC.
Toestelgroepen:
Meerdere toestellen die allemaal onder een zelfde nummer van de telefoongids vallen. Een
oproep naar dit nummer komt terecht bij één van de beschikbare lijnen van de toestellen
van de groep.
Toonkiezen (TDK):
Men dient soms tijdens een gesprek tooncodes te sturen (TDK codes). Dit wordt gebruikt
bij bepaalde diensten in het openbare telefoonnet, of om bijvoorbeeld op afstand een ant-
woordapparaat te bedienen.
Wachtstand:
Een faciliteit om een beller in de wacht te zetten, zodat u een andere handeling kunt ver-
richten, en hem later op hetzelfde toestel terug kunt nemen.
Wisselgesprek:
Mogelijkheid om tussen twee verschillende gesprekspartners te wisselen.