7.6.2 Hoe worden uw berichten in het geheugen opgeslagen?
Door het kiezen van de optie “Geh” in het menu “Zendparameters” kunt u uw berichten op drie
manieren opslaan (zie pag. 39):
1- Verzonden
- Berichten worden op uw SIM-kaart opgeslagen (alleen SMS-berichten),
- Berichten worden in het toestelgeheugen opgeslagen (SMS en MMS),
- Berichten worden verzonden zonder dat ze worden bewaard. U kunt ze dan later niet meer lezen (SMS,
MMS,“Spraak/Spr. MMS”).
2- Bericht ontv.
- SMS-berichten worden altijd op de SIM-kaart bewaard,
- Multimediaberichten worden altijd in het toestelgeheugen opgeslagen,
-U kunt uw berichten (SMS/MMS) opslaan in de map “Archief” van uw postvak IN; gearchiveerde
berichten (SMS of MMS) worden altijd in het toestelgeheugen opgeslagen.
7.6.3 Een groep aanmaken
Kies “Groep toev.”, bevestig met en voer dan de naam van de groep in. U kunt nu de telefoonnummers
invoeren van de contactpersonen die deel uitmaken van de nieuwe groep.
7.6.4 Berichten wissen
Om alle berichten op de SIM-kaart of in het Archief te wissen, gaat u naar het menu “Zendparameters”
en kiest u de volgende opties:
-“Wis bericht SIM”: alle ontvangen en verzonden berichten op de SIM-kaart wissen.
-“Wis bericht toestel”: alle ontvangen en verzonden berichten in het toestelgeheugen wissen.
De geheugenruimte op een SIM-kaart verschilt per provider. Het symbool verschijnt wanneer
de kaart vol is. Wis in dat geval een aantal berichten, waarna u weer nieuwe SMS-berichten kunt
ontvangen.
40
1-Tekst/SMS
• SC
(1)
: het nummer van de SMS-dienst van uw provider (dit nummer is mogelijk al ingesteld).
• EC
(1)
: inbelnummer voor het verzenden van e-mail (dit nummer is mogelijk al ingesteld).
• OB:verzoek om ontvangstbevestiging voor elk verzonden bericht.
• Gld:tijd gedurende welke het netwerk het bericht opnieuw moet verzenden als een eerste poging mislukt.
• Ty p : het formaat waarin het bericht moet worden aangeboden aan de geadresseerde (SMS, fax, enz.).
• Geh: in toestel of op SIM-kaart (zie pag. 40).
2-Multimedia/MMS
• MMS-profiel
(1)
:U kiest het MMS-verbindingsprofiel op dezelfde manier als de WAP-parameters (zie pag.
65).
• Modus: met deze optie kunt u kiezen tussen onmiddellijke ontvangst of ontvangst op een later tijdstip
voor nationale en internationale dekking (zie pag. 30).
• OB:verzoek om ontvangstbevestiging voor elk verzonden bericht.
• Gld:tijd gedurende welke het netwerk het bericht opnieuw moet verzenden als een eerste poging mislukt.
• Geh: om verzonden berichten altijd automatisch op te slaan of te wissen.
• Timer: hiermee stelt u in hoe snel pagina’s door het beeldscherm lopen: de ontvanger ziet het bericht
met deze snelheid).
39
(1)
Neem contact op met uw provider voor informatie over het invullen van deze velden.