DU-3
7. Hitte - Dit product moet uit de buurt van
warmtebronnen als radiatoren, warmteregisters,
fornuizen of andere apparatuur die warmte genereert
(versterkers inbegrepen) worden geplaatst.
8. Stroombr onnen - Dit product mag uitsluitend
worden gebruikt met het type stroombron dat op het
informatieplaatje is vermeld. Indien u twijfelt over
het stroomtype van uw huishoudelijke netvoeding
moet u uw plaatselijke verdeler of
elektriciteitsmaatschappij raadplegen. Verwijs naar de
gebruiksaanwijzingen anneer u het product op
batterijenstroom of andere stroombronnen wenst te
gebruiken.
9. Bescherming van het netsnoer - Het netsnoer moet
zo worden geleid dat niemand erover kan vallen en
het niet door voorwerpen kan worden platgedrukt.
Hierbij moet men bijzondere aandacht besteden
aan het snoer bij de stekker en het punt waar het
snoer het product verlaat.
10. Stroomkabels - Een buitenhuis antennesysteem
mag niet worden geplaatst in de nabijheid van hoog
aangebrachte stroomkabels of andere elektrische licht-
of stroomcircuits., of waar het op dergelijke
stroomkabels of elektrische licht - of stroomcircuits zou
kunnen vallen. Bij het installeren van een buitenhuis
antennesysteem moet men uiterst voorzichtig zijn
dergelijke stroomlijnen of -circuits niet aan te
raken, daar contact ermee fataal zou kunnen zijn.
Installeren van een openluchtantenne kan gevaarlijk
zijn en zou aan een professionele antenne
installateur moeten worden verlaten.
11. Het schoonmaken - Verwijder de stekker van dit
product uit het stopcontact voordat u het gaat
schoonmaken. Gebruik alleen een vochtige doek
voor het schoonmaken en gebruik nooit vloeibare
schoonmaakproducten of sprays.
12. Bliksem - Voor extra bescherming van dit product
tegen bliksemstormen of wanneer het onbewaakt
achtergelaten en lange tijd niet gebruikt wordt,
verwijdert men de stekker uit het stopcontact en
ontkoppelt men de antenne of het kabelsysteem.
Dit voorkomt schade aan het product door
blikseminslag en stroomschommelingen.
13. Het binnendringen van voorwerpen en vloeist offen
- Stop nooit voorwerpen doorheen de openingen van dit
product, daar zij gevaarlijke voltagepunten zouden
kunnen raken en kortsluiting veroorzaken, wat op zijn
beurt kan leiden tot brand of elektrische shocks. Mors
geen enkel soort van vloeistoffen op het product.
14. Herstelling - Probeer dit product niet zelf te
herstellen, daar het verwijderen of openmaken
van de behuizing u aan gevaarlijke voltages of
andere risicos kan blootstellen. Raadpleeg
voor alle herstelwerken gekwalificeerd
dienstpersoneel.
15. Overbelasting - overbelast stopcontacten en
verlengsystemen niet, daar dit tot gevaar voor brand
of elektrische shocks kan leiden.
16. Schade die moet hersteld worden - Verwijder in
de volgende gevallen de stekker van dit product uit
het stopcontact en raadpleeg een gekwalificeerde
hersteldienst voor herstelling:
a) Wanneer het netsnoer of de stekker is
beschadigd.
b) Indien een vloeistof op het product werd
gemorst of een voorwerp in de behuizing is
gevallen.
c) Indien het product werd blootgesteld aan regen
of water.
d) Indien het product abnormaal functioneert bij
het opvolgen van de gebruiksaanwijzingen.
Maak uitsluitend instellingen zoals in de
gebruiksaanwijzingen beschreven staat.
Ongeoorloofde instellingen van andere
bedieningsknoppen kan leiden tot schade
en vergt achteraf vaak heel wat extra werk
van een gekwalificeerde technicus om het
product terug tot normale werking te
herstellen.
e) Wanneer het product een opmerkelijke
verandering in de werking vertoont - dit geeft de
nood voor een onderhoudsbeurt aan.
17. Vervangingsonder delen - Wanneer onderdelen
moeten worden vervangen, moet men de
hersteldienst vragen vervangingsonderdelen te
gebruiken die dezelfde veiligheidskenmerken
hebben als de oorspronkelijke onderdelen.
Het gebruik van vervangingsonderdelen met de
technische gegevens van de fabrikant kan
brand, elektrische shocks en andere risicos
voorkomen.
18. Veiligheidstest - Na elke herstel- of
onderhoudsbeurt van dit product moet men de
hersteldienst vragen de door de fabrikant
aanbevolen veiligheidstest uit te voeren, om te
bepalen of het product in een veilige staat van
werking is.