6. ONDERHOUD
BATTERIJVERVANGING
Als de rookmelder vergrendeling is gebruikt, raadpleegt u afbeelding 9 in hoofdstuk
3 voor instructies voor de verwijdering van de melder
Om de batterij te vervangen, verwijdert u de melder van de bevestigingsplaat door de
melder in de richting van de pijl OFF (UIT) op de behuizing te draaien (zie hoofdstuk 3,
afbeelding 4).
De rookmelder wordt gevoed door een 9 V alkaline batterij (ook koolstofzink- en lithi-
umbatterijen mogen worden gebruikt). Een nieuwe batterij moet het onder normale
condities een jaar functioneren. Deze melder heeft een monitorcircuit dat bewaakt
wanneer de batterij bijna leeg is. Het alarm zal ongeveer om de 30-40 seconden mini-
maal dertig (30) dagen lang gaan piepen als de batterij leeg raakt.Vervang de batterij
als deze situatie zich voordoet.
GEBRUIK UITSLUITEND DE VOLGENDE 9 VOLTBATTERIJEN VOOR VERVANGING IN
DE ROOKMELDER:
Koolstof-zinktype: EVEREADY 1222;
GOLD PEAK 1604P of 1604S
Alkalinetype: ENERGIZER 522, DURACELL MN1604, MX1604;
GOLD PEAK 1604A; PANASONIC 6AM6, 6AM-6,
6AM-6PI, 6AM6X EN6LR61 (GA)
Lithiumtype: ULTRALIFE U9VL-J,U9VL-J-P
OPMERKING: WEKELIJKS TESTEN IS NOODZAKELIJK.
TEST DE ROOKMELDER WEKELIJKS EN ZEKER NA EEN LANGE PERIODE VAN
AFWEZIGHEID (O.A. VAKANTIE) OP EEN GOEDE WERKING.
WAARSCHUWING! GEBRUIK UITSLUITEND DE GESPECIFICEERDE BATTERIJEN.
GEBRUIK VAN ANDERE BATTERIJEN KAN EEN ZEER NADELIGE INVLOED OP DE
ROOKMELDER UITOEFENEN.
BATTERIJEN NIET WEGGOOIEN MAAR INLEVEREN ALS KCA.
DE MELDER REINIGEN
DE MELDER MOET TEN MINSTE 1 KEER PER JAAR WORDEN GEREINIGD
Om de melder te reinigen, verwijdert u de melder van de bodemplaat zoals
omschreven is in het begin van dit hoofdstuk.U kunt de binnenkant van de melder
(registratiekamer) reinigen door deze met behulp van een stofzuigerslang via de
openingen langs de rand van de melder te stofzuigen. De buitenkant van de melder
kan met een vochtige doek worden afgeveegd.Na reiniging monteert u de melder
opnieuw.Test de melder met behulp van de testknop.
7. BEPERKINGEN VAN ROOKMELDERS
WAARSCHUWING: LEES DIT ZORGVULDIG EN GRONDIG DOOR
• De beveiliging van lijf en leden tegen brand in woonverblijven is primair gebaseerd op
de vroege melding aan de bewoners dat ze moeten ontsnappen, gevolgd door de
juiste acties van deze bewoners om het gebouw te verlaten. Hoewel het bezit van een
werkende rookmelder uw kans om een mogelijk fatale brand te overleven verdubbelt,
bevinden slachtoffers zich vaak te dicht bij het vuur, zijn te oud of te jong of fysiek of
mentaal niet in staat om te ontsnappen, zelfs als zij vroeg genoeg gewaarschuwd wer-
den, zodat ontsnappen mogelijk was. Voor deze mensen zijn andere strategien, zoals
bescherming ter plaatse of hulp bij het ontvluchten of een redding noodzakelijk.
• Branden in huis ontwikkelen zich op verschillende manieren en zijn vaak onvoorspel-
baar, en een gegeven alarm geeft niet altijd een waarschuwing voor een brand. Om