725556
3
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/36
Pagina verder
Aan/Uit
Wandmodel airconditioners WAW
Aan/uit wandmodellen voor toepassing met
watergekoelde condensingunits
Gebruikers- en Installatiehandleiding
Modellen
Binnenunit
WAW09
WAW12
WAW18
Hartelijk dank voor uw keuze voor een Airview Split Airconditioner. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig voorafgaand aan het gebruik van de apparatuur en
bewaar deze gebruiksaanwijzing voor toekomstig gebruik.
Airview Luchtbehandeling behoudt zich het recht toe zonder voorafgaande kennisgeving
wijzigingen door te voeren in deze handleiding.
Inhoud
Algemene opmerkingen
Voorzorgsmaatregelen...................................................................................
Onderdelen ....................................................................................................
Werking
Toetsen op de Afstandsbediening...................................................................
De iconen op het Display................................................................................
De toetsen op de Afstandsbediening..............................................................
Speciale funcites op de Afstandsbediening ....................................................
Basis Werking... ..............................................................................................
Vervanging van batterijen.................................................................................
Noodbediening.................................................................................................
Onderhoud
Reiniging en Onderhoud ................................................................................
Storingen
Storingsanalyse ...... .......................................................................................
Installatie
Installatie voorschriften ...................................................................................
Installatie benodigheden .................................................................................
Selectie installatielocatie binnendeel en buitendeel ........................................
Voorschriften voor elektrische aansluiting ......................................................
Installatie van de binnenunit ...........................................................................
Installatie controle ...........................................................................................
Installatietest ...................................................................................................
Leidinglengte en koudemiddelvulling................................................................
Ontmantel nooit zelf het systeem. Dit dient gedaan te worden door gekwalificeerd
personeel in overeenstemming met de geldende voorschriften en regelgeving. Aan het
einde van de technische levensduur dient het product ontmanteld en afgevoerd te worden
volgens de Europese verordening 2002/96/EC. Door het product op de juiste wijze af te
voeren draagt u bij aan het voorkomen van mogelijk negatieve gevolgen voortkomend uit
het vrijkomen van eventueel schadelijke materialen in het milieu.
R410A(R32/125: 50/50):
6
7
1
7
8
12
12
13
14
14
17
21
22
22
23
24
29
29
32
2087.5
1
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
Werking & Onderhoud
Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen van 8
jaar en ouder. Daarnaast kan het ook worden gebruikt
door personen met lichamelijke beperkingen of gebrek
aan ervaring en kennis, indien dit onder toezicht
geschiedt of indien zij instructie hebben ontvangen over
het gebruik van de apparatuur en de mogelijke gevaren.
Het gebruik van het apparaat als speelgoed is niet
toegestaan.
Reiniging van de apparatuur dient te geschieden door
gekwalificeerde personen.
Sluit de airconditioner onder geen beding aan op een
stekkerdoos om kortsluiting en brand te voorkomen.
Bij reiniging van de apparatuur dient u de voeding af te
sluiten om elektriciteitsletsel te voorkomen.
Indien de elektrische bekabeling beschadigd is, dient u
dit te laten repareren door gekwalificeerde installateurs.
Gebruik bij de reiniging van de apparatuur geen water
om elektriciteitsletsel te voorkomen.
Spray geen water op de apparatuur om
beschadigingen te voorkomen.
Raak de verdamper van de binnenunit niet aan bij
reiniging van de filters om verwonding te voorkomen.
Gebruik geen vuur of föhn om de filters te drogen en
om vervorming van de filters of brand te voorkomen.
2
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de luchtuitblaas van de airconditioner
vrij blijft om schade aan de apparatuur te voorkomen.
Elektriciteitskabel oververhit of beschadigd.
Abnormaal geluid tijdens de werking.
Zekering springt er met regelmaat uit.
Er komt een brandlucht uit de airconditioner.
Waterlekkage uit de binnenunit.
Zorg ervoor dat er geen water op de afstandsbe-
diening terechtkomt om schade te voorkomen.
In onderstaande situaties dient u de apparatuur uit te
schakelen en dient u contact op te nemen met uw
installateur:
Voor het uitzetten van de apparatuur in dergelijke situaties
dient u gebruik te maken van een geïsoleerd voorwerp.
Het gebruiken van metalen objecten is niet toegestaan.
Steek geen vingers of voorwerpen in de luchtuitblaas
van de airconditioner.
In deze situaties kan schade aan de airconditioner
ontstaan en kan elektricteitsletsel of brand onstaan.
Repareer de apparatuur niet zelf. Het modificeren van
de
apparatuur
kan
leiden
tot
elektriciteitsletsel.
Neem
contact op met uw installateur voor reparaties.
Ga niet op de buitenunit staan en plaats er geen
zware objecten op. Dit kan schade
aan de
apparatuur
of persoonlijk letsel
veroorzaken
.
Onderhoud van de apparatuur dient te geschieden
door gekwalificeerde installateurs. Voorkom fysiek
letsel of schade aan de apparatuur!
3
Voorzorgsmaatregelen
Bij installatie met een vaste elektrische aansluiting dient
ten allen tijde een werkschakelaar gebruikt te worden,
waarmee de apparatuur elektrisch zekergesteld kan
worden.
Zorg voor correcte elektrische bekabeling en
afzekering van de apparatuur volgens de lokaal
geldende voorschriften.
Zorg ervoor dat de gebruikte voeding overeenkomt met
de eisen zoals weergegeven op de kenplaat van de
airconditioner. Een fluctuerende voeding of incorrecte
bekabeling kan leiden tot schade aan de apparatuur.
Controleer de bekabeling alvorens u de apparatuur
inschakelt. Sluit de fase, nul en aarde op de
voorgeschreven wijze aan.
U dient rekening te houden met de lokaal geldende elek-
tricteitsvoorschriften bij installatie van de apparatuur.
Alvorens werkzaamheden uit te voeren dient u de
elektriciteit uit te schakelen. Plaats pas spanning op de
apparatuur na het afronden van de werkzaamheden.
De apparatuur dient afgezekerd te worden volgens de
instructies in de installatiehandleiding om kortsluiting
en overbelasting te voorkomen.
De airconditioner dient op de correcte wijze geaard te
worden om elektriciteitsletsel te voorkomen.
Installatie dient uitgevoerd te worden door gekwa-
lificeerde medewerkers om schade of persoonlijk letsel
te voorkomen.
WAARSCHUWING
4
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
Indien de voedingskabel beschadigd is, dient
deze vervangen te worden door een
gekwalificeerde installateur.
Deze airconditioner is een hoogwaardig elektronisch
apparaat. De apparatuur dient op correcte wijze geaard
te worden door een gekwalificeerde medewerker van een
installatiebedrijf. Het niet op correcte wijze aarden kan
leiden tot elektriciteitsletsel.
De apparatuur dient zodanig opgesteld te worden, dat
de stekker ten allen tijde toegankelijk is.
Indien de lengte van de voedingskabel onvoldoende is,
contacteer uw installateur voor een nieuwe voedingskabel.
Het zelfstandig verlengen van de kabel is niet toegestaan.
De bedrading tussen de binnen- en buitenunit dient door
een gekwalificeerde installateur uitgevoerd te worden.
De apparatuur dient ten allen tijde geïnstalleerd te
worden volgens de lokaal geldende voorschriften.
De installatie dient te geschieden door een F-gassen
gecertificeerd installatiebedrijf.
De geel/groene kabel in de airconditioner is de
aardingsdraad. Deze kan voor geen enkele andere
toepassing gebruikt worden.
De afzekerweerstand dient te voldoen aan de lokaal
geldende veiligheidsvoorschriften.
De temperatuur van het koudemiddelcircuit kan hoog
oplopen. Zorg ervoor dat de elektrische bedrading
niet in de buurt komt van de koperen leidingen.
5
Voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
De binnenunit is ontworpen voor montage aan de wand.
De installatie- en gebruikersinstructies zijn
opvraagbaar bij de fabrikant.
Het verplaatsen van de apparatuur mag alleen door
gekwalificeerde medewerkers uitgevoerd worden. Dit om
schade aan de apparatuur te voorkomen.
Voor airconditioners geïnstalleerd met vaste bedrading
dient een werkschakelaar gemonteerd te worden.
Plaats de apparatuur op een locatie ontoegankelijk
voor kinderen of dieren en uit de nabijheid van planten.
Indien dit niet mogelijk is dient de apparatuur
afgeschermd te worden.
Voor airconditioners geïnstalleerd met stekker,
dient de stekker ten allen tijde bereikbaar te blijven.
6
Onderdelen
Binnenunit
Afstandsbediening
Luchttoevoer
Voorpaneel
Horizontale lamel
Luchtuitblaas
Verwarmings-
symbool
Temp.
weergave
Koelings-
symbool
Aan/uit
indicator
Infrarood
ontvanger
Ontvochtingings-
symbool
Display
Opmerkingen:
De producten kunnen afhankelijk van het model afwijken van
afbeeldingen die zijn weergeven in deze handleiding.
(De weergave of locatie van het display kan afhankelijk
van het model afwijken van bovenstaande afbeelding)
Additionele
aan/uit-toets op
binnenunit
Filter
7
Toetsen op de Afstandsbediening
De Iconen op het display
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
ON/OFF toets
MODE toets
- toets
+ toets
FAN toets
TIMER ON toets
X-FAN toets
TEMP toets
TIMER OFF toets
TURBO toets
13
SLEEP toets
14
LIGHT toets
CLOCK toets
toets
Turbo modus
Zend signaal
Ingestelde temperatuur
Ingestelde tijd
TIMER aan/uit
Vergrendeling
Verlichting
Omhoog & omlaag swing
Ventilatiesnelheid
Slaapfunctie
Klok
1
3
5
7
9
12
2
4
6
8
11
10
14
13
X-fan modus
Modi
Auto modus
Koelingsmodus
Ontvochtigingsmodus
Ventilatiemodus
Verwarmingsmodus
Temp. Scherm type
:Ingestelde temperatuur
:Binnen temperatuur
:Buiten temperatuur
8
De toetsen op de Afstandsbediening
Opmerking:
Zodra er s
panning op
de airconditioning wordt gezet, geeft deze
een geluid weer en zal het symbool
rood gaan branden. U kunt nu de airconditioning in werking stellen d.m.v. de afstandsbediening.
Als de unit aan is, zal er na iedere keer dat er op een toets wordt gedrukt op de
afstandsbediening, het icoon verschijnen. Tijdens het drukken maakt de airconditioning ook
een geluid, wat betekent dat het signaal van de afstandsbediening is verzonden.
Als de unit uit staat, zal de ingestelde temperatuur worden weergegeven op de
afstandsbediening. Als de
unit aan wordt gezet, zal de airconditioning ingesteld worden op basis
van de afgebeelde iconen op de afstandsbediening.
ON/OFF toets
MODE toets
1
2
Door op deze toets te drukken, kan de modus worden ingesteld volgens de onderstaande cyclus:
AUTO COOL DRY FAN HEAT
Nadat de Automodus is geselecteerd, zal de airconditioner automatisch toewerken naar de
vooraf ingestelde temperatuur (fabrieksinstelling). De ingestelde temperatuur is en wordt niet
getoond op de afstandsbediening. Het enige wat kan worden aangepast is de ventilatorsnelheid
(met de FAN toets) en de swing met de toets.
Nadat de Koelingsmodus is geselecteerd, zal de airconditioner in deze modus gaan werken. Op
het binnendeel wordt nu afgebeeld. Druk op de + of - toetsen om de gewenste temperatuur in
te stellen. Druk op de FAN toets om de ventilatorsnelheid aan te passen, en op de toets om de
uitblaasrichting aan te passen.
Nadat de Ontvochtigingsmodus is geselecteerd, zal de airconditioner in deze modus in een lage
ventilatiestand gaan werken. Op het binnendeel wordt nu afgebeeld. De ventilator-
snelheid kan in deze modus niet worden aangepast. Om de uitblaasrichting aan te passen druk
op de toets.
Nadat
de Ventilatiemodus is geselecteerd, zal de airconditioner alleen ventileren. Andere
iconen op de binnenunit zijn uit. Druk op de FAN toets om de ventilatorsnelheid aan te passen,
en op de toets om de uitblaasrichting aan te passen.
Nadat de Verwarmingsmodus is geselecteerd, zal de airconditioner in deze modus gaan
werken. Op het binnendeel wordt nu afgebeeld. Druk op de + of - toetsen om de gewenste
temperatuur in te stellen. Druk op de FAN toets om de ventilatorsnelheid aan te passen, en op
de toets om de uitblaasrichting aan te passen.
Door op deze toets te drukken wordt de unit aan-/uitgeschakeld. Zodra de unit aangezet wordt zal het
symbool van rood naar groen verkleuren en zal er een geluid te horen zijn. (De kleur kan per
model en type verschillen).
9
De toetsen op de Afstandsbediening
4
SWING toets
Opmerking:
Om een koude uitblaas temperatuur te voorkomen tijdens het verwarmen, zal de ventilator met een
vertraging van 1-5 minuten starten. (De startduur is afhankelijk van de binnentemperatuur).
De
temperatuur
kan
op
de
afstandsbediening
worden
ingesteld
tussen
de
16
en
30. De
ventilatorsnelheid kan worden ingesteld op: Auto, laag, midden, hoge snelheid.
3
FAN toets
Auto
Door middel van deze toets, kan de ventilatorsnelheid als volgt worden ingesteld: auto (Auto), laag
( ), midden ( ), hoog ( ).
Opmerking:
Tijdens de Auto ventilatorsnelheid, zal de snelheid van de ventilator automatisch worden
bepaald aan de hand van de omgevingstemperatuur.
De ventilatorsnelheid in de Ontvochtigingsmodus is de lage snelheid.
geen display
(lamel stopt op huidige
positie)
Met deze toets kan de omhoog & omlaag swingfunctie worden gestart/gestopt. De
afstandsbediening is standaard ingesteld op de automatische swing.
Druk op de + toets en de toets tegelijk als de unit is uitgeschakeld, om te kiezen tussen de
automatische swing en de statische swing. zal voor 2 seconden knipperen.
Als er in de statische swingfunctie op de toets wordt gedrukt, dan zullen de de lamellen in
de volgende cyclus ingesteld kunnen worden:
Als de unit wordt uitgeschakeld en de lamellen staan op automatische swing, dan
zullen de lamellen op de huidige positie blijven staan.
Opmerking:
Wanneer de toets wordt geselecteerd met de afstandsbediening, dan zullen de lamellen op
automatische swing gaan. Dit betekent dat de horizontale lamellen van de airconditioner, zowel
omhoog als omlaag bewegen in de maximaal haalbare hoek. In het display worden de volgende
symbolen weergegeven: Wanneer vervolgens de toets wordt ingedrukt,
zullen de lamellen deze positie aannemen.
10
TEMP toets
8
De toetsen op de Afstandsbediening
7
SLEEP toets
Wanneer de Sleep-toets wordt gebruikt tijdens de Koelingsmodus of de Verwarmingsmodus, zal de
airconditioner direct in de slaapfunctie worden gezet. Dit icoon zal worden afgebeeld in het scherm
van de afstandsbediening. Als er nogmaals op de Sleeptoets wordt gedrukt zal de slaapfunctie weer
worden uitgezet.
Wanneer deze toets wordt ingedrukt, kunnenn de ingestelde, de ruimte en de buitentemperatuur
worden weergegeven. De temperatuur wordt in de volgende volgorde weergegeven:
no display
TURBO button
5
Wanneer de Turbo-toets wordt ingedrukt tijdens de Koelingsmodus of de Verwarmingsmodus, zal de
airconditioner direct naar snelkoelen of -verwarmen gaan. Het Turbo-symbool zal nu in het scherm van
de afstandsbediening te zien zijn. Als er nog een keer op de Turbo-toets wordt gedrukt zal deze functie
weer uitgaan en zal het Turbo-symbool weer verdwijnen uit het scherm.
6
Omhoog en omlaag toetsen
Na het indrukken van één van deze toetsen zal de temperatuur veranderen met 1℃. Als de toetsen
langer dan 2 seconden worden vastgehouden zal dit sneller gaan. De temperatuur op het
binnendeel zal eveneens mee veranderen. (In de Automodus kan de temperatuur niet worden
veranderd).
Deze toetsen kunnen ook worden gebruikt om verandering aan te brengen tijdens het instellen
van de timer of van de klok. (Voor meer informatie zie timer-toets).
Wanneer of ''no display'' wordt geselecteerd, zal de ingestelde temperatuur worden
weergegeven op de afstandsbediening.
Wanneer wordt geselecteerd, zal de huidige binnentemperatuur worden weergegeven op de
afstandsbediening.
Wanneer wordt geselecteerd, zal de huidige buitentemperatuur worden weergegeven op de
afstandsbediening.
Opmerking:
Bij sommige modellen is het niet mogelijk om de buitentemperatuur te meten, als dan wordt
geselecteerd, wordt de ingestelde temperatuur weergegeven.
Dit is alleen bij de binnenunits, welke een "dubbel 8-display" hebben.
11
Standaard wordt de ingestelde temperatuur weergegeven als de unit wordt aan gezet.
Als doormiddel van de TEMP-toets wordt gevraagd om de buitentemperatuur weer te
geven, wordt de buitentemperatuur weergegeven waarna dit na circa 5 seconden wederom
zal verdwijnen.
10
CLOCK toets
9
LIGHT toets
11
TIMER
AAN
/
TIMER
UIT
toets
De toetsen op de Afstandsbediening
Wanneer de LIGHT-toets wordt ingedrukt, zal het display op de binnenunit uitgaan. Als er nog een
keer op de toets wordt gedrukt, zal het display weer aan gaan. Het volgende symbool zal dan
afgebeeld zijn op de afstandsbediening.
Met deze toets kan de klok worden ingesteld. Vervolgens gaat de klok knipperen en kan met de
+ of - toets de waarde worden aangepast. Als deze toetsen langer dan 2 seconden worden
vastgehouden, zal de waarde per 1 uur toe of -afnemen per ingedrukte halve seconde. Om af te
sluiten, druk wederom op . Nadat de unit onder spanning wordt gezet, is de standaard waarde:
12:00 met weergegeven. Als dit symbool wordt weergegeven geeft het de tijd aan, anders geeft
het de timer aan.
TIMER ON instellen
Druk op de TIMER toets, op het display is HOUR en ON knipperend te zien. Druk binnen 5 sec.
op de “+ ” of “-” toets om de tijd in te stellen. Door eenmaal te drukken verandert de tijd in stappen
van 30 minuten. Door deze knop langer vast te houden zal dit sneller gaan. Als de tijd is ingesteld
druk dan op de TIMER toets. De tijd is
nu ingesteld. Controleer voor het instellen van de timer of
de actuele tijd goed staat ingesteld.
TIMER OFF instellen
Om de timer weer uit te zetten, moet er simpelweg op de toets: TIMER OFF worden gedrukt.
Vervolgens zal dit icoon gaan knipperen. De setting werkt verder precies hetzelfde als bij het
instellen van de timer.
12
Door deze toets te gebruiken in de koelings- of ontvochtigingsmodus zal het symbool van de X-
FAN verschijnen op het display van de afstandsbediening. De unit zal 10 minuten lang door
ventileren nadat de unit is uitgeschakeld. De X-FAN functie is standaard uitgeschakeld en indien
gewenst moet deze dus eerst worden ingeschakeld.
X-FAN toets
12
Speciale functies op de Afstandsbediening
De X-FAN functie
Deze functie voorkomt dat er vocht achterblijft in de verdamper van de binnenunit.
1.
Als de X-FAN functie aan is: Dan zal de unit nog ongeveer 10 minuten door
ventileren, nadat de unit is uitgeschakeld. Dit kan uit worden gezet door
nogamals op de X-FAN toets te drukken.
2.
Als de X-FAN functie uit is: Gaat de unit direct uit als de ON/OFF toets wordt
ingedrukt.
Basis werking
2.
3.
4.
5.
Nadat er spanning op de airconditioner is gezet, kan de binnenunit worden ingeschakeld
doormiddel van de toets.
ON/OFF
Om de gewenste modus te selecteren, gebruik de Mode toets om te kiezen tussen: Auto, Cool,
Dry, Fan en Heat.
Om te gewenste temperatuur in te stellen, druk op de toetsen + en - . (In de Automodus kan
de temperatuur niet worden aangepast).
1.
Om de gewenste ventilatorsnelheid in te stellen, druk op de
FAN
toets en er kan
worden gekozen tussen: automatische, lage, middelhoge en hoge ventilatorsnelheid.
Druk op de toets om de gewenste uitblaasrichting in te stellen.
13
Optionele Werking
1.
Druk op de SLEEP toets, om de slaapfunctie aan
te zetten.
2.
Druk op de TIMER ON en TIMER OFF toets, om
de instellingen van de timerfunctie te wijzigen.
3.
Druk op de LIGHT toets, om de verlichting op de
binnenunit zelf aan of uit te zetten. (De
beschikbaarheid kan afhankelijk zijn van de unit).
4.
Druk op de TURBO toets, om de Turbo-functie
aan of uit te zetten.
Vervanging van de batterijen
1.
2.
3.
Infrarood zender batterijen
batterijdeksel
schuiven
Druk de achterkant van de afstandsbediening op dit punt
in en schuif vervolgens in de richting zoals hiernaast
aangegeven.
Vervang 2, AAA 1.5 V batterijen. Controleer de polariteit
van de batterijen.
Schuif vervolgens het deksel weer dicht.
Opmerking
Voor een goede ontvangst tussen de afstandsbediening en de airconditioner moet er goed
worden gericht op de ontvanger van de airconditioner.
Om deze verbinding goed te houden, mag er niet meer dan 8 meter afstand tussen de
afstandsbediening en de airconditioner zitten. Ook mogen er geen obstakels tussen zitten.
Het signaal kan door meerdere factoren worden beïnvloed, hierdoor wordt de afstand
automatisch kleiner.
Gebruik geen gebruikte of onderling verschillende batterijen.
Verwijder de batterijen als de afstandsbediening langdurig niet wordt gebruikt.
Als de afstandsbediening slecht of niet reageert, vervang dan de batterijen.
14
Noodbediening
aan/uit toets
Voorpaneel
Indien de afstandsbediening kwijt of beschadigd is, kan de additionele
aan/uit toets op de binnenunit gebruikt worden voor in- en uitschakeling
van de apparatuur. Na het inschakelen van de unit zal deze in de
automatische modus beginnen te werken.
LET OP:
Gebruik een geïsoleerd voorwerp om deze toets in te drukken.
Reiniging en Onderhoud
Schakel de airconditioner uit en sluit de elektrische voeding af,
voorafgaand aan het reiniging van de airconditioner om elektriciteitsletsel te
voorkomen.
Reinig de airconditioner niet met water, dit kan elektriciteitsletsel veroorzaken.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
Reiniging buitenzijde binnenunit
Indien de buitenzijde van de binnenunit vuil is, kunt u de apparatuur reinigen met
een zachte droge of licht vochtige doek.
LET OP:
Verwijder het voorpaneel niet tijdens het reiniging van de buitenzijde van de
binnenunit.
LET OP:
15
Reiniging en Onderhoud
Reinig Filter
1
2
3
4
Open het voorpaneel
Trek het paneel naar voren
zoals hieronder weergegeven.
Gebruik een stofzuiger of reinig
met water.
LET OP!
Verwijder het filter
Trek het filter omlaag
zoals hieronder
Als het filter erg vervuild is,
gebruik dan lauwwarm water
(lager dan 45°C) en laat het
filter goed drogen.
Herplaats het filter
Plaats het filter terug en sluit
het voorpaneel.
Het filter dient minimaal iedere 3 maanden gereinigd te worden. In een
vervuilde of stoffige omgeving, kan frequentere reiniging noodzakelijk zijn.
Raak tijdens het reinigen van het filter de verdamper niet aan om
snijwonden te voorkomen.
Gebruik geen vuur of föhn om het filter versneld te drogen. Dit kan leiden
tot vervorming van het filter of tot het onstaan van brand.
Reinig Filter
16
Reiniging en Onderhoud
1.
Controleer of de luchttoevoer en luchtuitblaas niet geblokkeerd zijn.
2.
Controleer de werkschakelaar, stekkers en wandcontactdoos.
4.
Controleer en reinig de condenswaterafvoer.
1.
Sluit de voeding af.
Recycling en demontage
1.
Het verpakkingsmateriaal van de apparatuur bevat herbruikbaar materiaal.
Zorg voor een correcte scheiding van afvalstromen!
2.
Neem voor het demonteren en ontmantelen contact op met uw installateur.
Werkzaamheden aan de apparatuur mogen alleen uitgevoerd worden door
een F-gassen gecertificeerd installateur.
LET OP: Controle voor gebruiksseizoen
/(723: Controle na gebruiksseizoen
3. Controleer en reinig de filters.
2. Reinig de filters en de buitenzijde van de airconditioner.
Storingsanalyse
Algemene storingsanalyse
Controleer eerst via onderstaande storingslijst of u uw probleem zelf op kunt
lossen. Bij twijfel of indien u geen antwoord kunt vinden, contacteer uw installateur.
Probleem Inspectiepunten Oplossing
Binnendeel
reageert
niet op het
signaal
van de
afstands-
bediening
of de
afstands-
bediening
werkt niet
goed
Wordt het signaal verstoord
door statische elektriciteit of
fluctuatie van de voeding?
Bevind de binnenunit zich
binnen het zendbereik van de
afstandsbediening?
Zijn er obstakels?
Wordt de afstandsbediening op
de infraroodontvanger gericht?
Is het signaal van de afstands-
bediening te zwak, het display
zwak of uit?
Is er niets op het
display zichtbaar?
Is er een fluorescerende lamp
in de ruimte aanwezig?
Trek de stekker eruit. Plaats
na 3 minuten terug en start de
unit opnieuw op.
Het zendbereik bedraagt 8m.
Verwijder de obstakels.
Selecteer de juiste hoek en
richt op de infraroodontvanger.
Controleer de batterijen en
vervang deze indien
noodzakelijk.
● Gebruik de afstandsbe-
diening dichter bij de unit.
Schakel de fluorescerende
lamp uit en probeer opnieuw.
Controleer of de afstandsbe-
diening kapot is en vervang
deze indien noodzakelijk.
Geen
luchtstroom
uit het
binnendeel
Luchttoevoer of luchtuitblaas
geblokkeerd?
Verwijder de obstakels.
Wordt in de verwarmingsmodus
de ruimtetemperatuur bereikt?
Nadat de ruimtetemperatuur
is bereikt zal de ventilator
stoppen.
● Is de verwarmingsmodus nog
maar net ingeschakeld?
Dit is normaal. Om te
voorkomen dat er koude lucht
ingeblazen wordt zal de
binnenunit pas na enkele
minuten beginnen te werken.
17
18
Storingsanalyse
Geen voeding?
Stekker uit het stopcontact?
Zekering gesprongen of
aardlekschakkelaar uit?
Bedradingsfout?
● Automatische herstart na het
uitschakelen van de unit?
Is de gekozen modus
correct?
Kies de juiste modus.
Wacht gedurende 3 minuten
en schakel vervolgens
opnieuw in.
Contacteer uw installateur.
Plaats nieuw zekering of
schakel aardlekschakelaar in.
Steek de stekker erin.
Schakel de voeding in.
De aircon-
ditioner
werkt niet
Er komt
waterdamp
uit de
binnenunit
Is de ruimtetemperatuur hoog
in combinatie met een hoge
luchtvochtigheid?
Dit komt door de snelle af-
koeling van de lucht. Zodra
de temperatuur en lucht-
vochtigheid dalen, zal het
probleem zich oplossen.
Probleem Inspectiepunten Oplossing
De
ingestelde
temperatuur
wordt niet
bereikt
● Functioneert de unit in de
automatische modus?
De temperatuur kan niet
worden gewijzigd in deze
modus. Wijzig de modus
indien u de temperatuur wilt
wijzigen.
Valt de ingestelde temp-
eratuur buiten het
temperatuurbereik?
Temperatuurbereik:
16~30 .
Koeling/
verwarmings-
effect is
niet goed
Te lage voedingsspanning?
Controleer de voeding.
Vervuild filter?
Reinig het filter.
Valt de ingestelde temp-
eratuur binnen het bereik?
Stel de temperatuur correct
in.
Zijn er ramen of deuren
geopend?
Sluit ramen en deuren.
19
Storingsanalyse
Probleem Inspectiepunten Oplossing
Vreemde
lucht uit de
unit
Is er een bron welke deze
lucht veroorzaakt? Sigaretten-
rook o.i.d.?
Verwijder de vervuilingsbron.
Reinig het filter.
Plotseling
uitschakelen
van unit
Is hier een oorzaak van te
herleiden? Onweer,
draadloze signalen o.i.d.?
Schakel de voeding uit,
schakel terug in en herstart
de unit.
“Water
geruis”
Is de airconditioner net in- of
uitgeschakeld?
Dit is normaal. Het geluid
wordt veroorzaakt door
het koudemiddel in het
systeem.
Krakend
geluid
Is de airconditioner net in- of
uitgeschakeld?
Dit geluid komt voort uit het
uittrekken of samentrekken
van de binnenunit als gevolg
van de temperatuur-
verandering.
20
Storingsanalyse
Foutmeldingscodes
Binnen
unit
Display
foutmeldingscode
Dit voorbeeld is slechts
illustratief. De positie en
symbolen kunnen per
model verschillen.
Code
H1
C5
F1
F2
H6
U8
E5
Aanbevolen oplossing
Dit is de ontdooistatus. Dit is een normale verschijning.
Neem contact op met uw installateur
Neem contact op met uw installateur
Neem contact op met uw installateur
Bij problemen in het functioneren van de unit zullen er foutmeldingscodes op het
display van de binnenunit weergegeven worden. In onderstaand overzicht vindt u
enkele van deze codes.
Dit kan worden opgelost door de unit opnieuw in te
schakelen. Zo niet, neem contact op met uw installateur
Dit kan worden opgelost door de unit opnieuw in te
schakelen. Zo niet, neem contact op met uw installateur
Dit kan worden opgelost door de unit opnieuw in te
schakelen. Zo niet, neem contact op met uw installateur
Opmerking: indien er andere storingscodes verschijnen, contacteer uw installateur!
Indien onderstaande situaties zich voordoen, dient u de airconditioner direct
uit te zetten en de voeding uit te schakelen. Contacteer vervolgens uw
installateur:
Elektriciteitskabel oververhit of beschadigd.
Abnormaal geluid tijdens de werking.
Zekering springt er regelmatig uit.
Er komt een brandlucht uit de airconditioner.
Waterlekkage uit de binnenunit.
Indien de apparatuur functioneert tijdens deze omstandigheden, kan dit
leiden tot storingen, kortsluiting, elektriciteitsletsel of brand.
LET OP!
Repareer de apparatuur nooit zelf, schakel een gecertificeerde installateur in.
21
Installatievoorschriften
minimaal
d tot obs
300 cm
Afstan takels
Afstand tot de muur
minimaal 15 cm
Afstand tot de vloer
minimaal 250cm
minimaal15 cm
Afstand tot de muur
minimaal 15 cm
Afstand tot plafond
22
Selectie installatielocatie binnendeel en buitendeel
Algemene voorschriften
Installatie van de apparatuur op de
volgende locaties kan leiden tot
storingen en incorrect functioneren.
Vraag advies aan uw installateur.
1.
De luchttoevoer en luchtuitblaas dienen
ten allen tijde vrij gehouden te worden.
2.
Kies een locatie waar het condenswater
eenvoudig naar buiten afgevoerd kan
worden.
3.
Selecteer een locatie waarbij de aan-
sluiting op de buitenunit eenvoudig te
realiseren is.
4.
Plaats het binnendeel op een locatie
buiten bereik van kinderen.
5.
De installatielocatie dient geschikt te zijn
om het gewicht van de binnenunit te
dragen en tevens geen hinderlijk geluid
over te dragen.
6.
Houd rekening met de minimaal vereiste
vrije ruimte, zoals weergegeven in
deze handleiding.
7.
Installeer de binnenunit niet in een
vochtige omgeving.
Locatie binnendeel
1.
Locaties met warmtebronnen,
dampen, ontvlambare, explosieve
of vluchtige stoffen.
2.
Locaties met hoog frequente
elektromagnetische golven zoals
las- en medische apparatuur.
3.
Locaties vlakbij de kust.
4.
Locaties met oliedamp in de lucht.
5.
Locaties met zwaveldamp in de
lucht.
6.
Andere locaties met speciale
omstandigheden.
Installatiebenodigdheden
1 Waterpas
4 Borenset
7 Steeksleutel
10 Vacuümpomp
2 Schroevendraaier
5 Buigtang
8 Buizensnijder
11 Drukmeter
3 Boormachine
6 Verstelbare moersleutel
9 Lekdetector
12 Meterset
13 Inbussleutelset 14 Meetlint
Let op
Installatie van deze apparatuur dient uitgevoerd te worden door
een F-gassen gecertificeerd installatiebedrijf.
Gebruik voedingskabel welke voldoet aan de wettelijke eisen.
23
Voorschriften voor elektrische aansluiting
Model
Afzekerwaarde
WAW 09
WAW 12
WAW 18
16A
16A
16A
Veiligheidsvoorschriften
1.
De apparatuur dient geïnstalleerd te worden volgens de geldende voorschriften.
3.
De voeding dient overeen te komen met de voorschriften op de kenplaat van de
airconditioner. Een fluctuerende voeding of incorrecte elektrische bekabeling
kan leiden tot storingen en schade aan de apparatuur.
4.
Sluit de fase, nul en aarde op de voorgeschreven wijze aan.
5.
Alvorens werkzaamheden uit te voeren dient u de elektriciteit uit te schakelen.
7.
Indien de voedingskabel beschadigd is, dient deze vervangen te worden door
een gekwalificeerde installateur.
8.
De temperatuur van het koudemiddelcircuit kan hoog oplopen. Zorg ervoor dat
de elektrische bedrading niet in de buurt komt van de koperen leidingen.
9.
De apparatuur dient geïnstalleerd te worden volgens de lokaal geldende
voorschriften.
10.
De installatie dient te geschieden door een F-gassen gecertificeerd
installatiebedrijf.
2.
U dient rekening te houden met de lokaal geldende elektriciteitsvoorschriften bij
de installatie en afzekering van de apparatuur.
6. Plaats pas spanning op de apparatuur na het afronden van de werkzaamheden.
Aardingsvoorschriften
2.
De geel/groene kabel in de airconditioner is de aardingsdraad. Deze kan voor
geen enkele andere toepassing gebruikt worden.
3.
De afzekerweerstand dient te voldoen aan de lokaal geldende voorschriften.
4. De stekker dient ten allen tijde toegankelijk te zijn.
5.
Voor airconditioners geïnstalleerd met vaste bedrading dient een
werkschakelaar gemonteerd te worden.
6.
De apparatuur dient afgezekerd te worden volgens de instructies in de
installatiehandleiding om kortsluiting en overbelasting te voorkomen.
1.
Deze airconditioner is een hoogwaardig elektronisch apparaat. De apparatuur
dient op correcte wijze geaard te worden door een gekwalificeerd installatiebedrijf.
Het op niet correcte wijze aarden kan leiden tot elektriciteitsletsel.
24
Installatie van de binnenunit
1.
Selecteer de locatie van de koudemiddelleiding volgens de instructies in
onderstaande afbeelding. Houdt rekening met enige afloop naar beneden om
het condenswater goed te kunnen afvoeren.
Links
Muur
Φ55mm
Rechts
Waterpas
Muur
Ruimte
tot de
muur
150mm
150mm
Φ55mm
Doorvoer achterzijde
WAW 09
WAW 12
WAW 18 WAW 18
Links
Muur
Φ55mm
Right
Waterpas
Muur
150mm
150mm
Φ55mm
Links
Muur
Φ55
Rechts
Waterpas
Muurl
150mm
150mm
Φ55
Links
Muur
Φ55mm
Rechts
Waterpas
Muur
150mm
150mm
Φ55mm
Stap 1: Selecteer de installatielocatie
Selecteer de locatie voor de binnenunit volgens de intructies in deze handleiding
en bespreek dit met de klant.
Stap 2: Installeer de grondplaat
1.
Monteer de grondplaat aan de muur; meet de positie uit met de waterpas en
teken de locatie van de schroeven af.
3.
Bevestig de grondplaat aan de muur met de meegeleverde schroeven.
Controleer of de grondplaat goed stevig bevestigd is, om het gewicht van de
binnenunit te kunnen dragen.
2.
Boor de bevestigingsgaten in de muur en houdt hierbij rekening met de
diameter van de pluggen.
2.
Boor het gat van de koudemiddelleiding met een diameter van 55 mm
(afhankelijk van model). Zorg voor een hoek naar buiten van ongeveer 5 tot
10° om een correcte afvoer van het condenswater te realiseren.
Stap 3: Boor het gat voor de koudemiddelleiding
Doorvoer achterzijde
Ruimte
tot de
muur
Ruimte
tot de
muur
Ruimte
tot de
muur
Doorvoer achterzijde
Ruimte
tot de
muur
Ruimte
tot de
muur
Doorvoer achterzijde Doorvoer achterzijde
Doorvoer achterzijde
Doorvoer achterzijde
Ruimte
tot de
muur
Ruimte
tot de
muur
25
Installatie van de binnenunit
Let op:
Zorg ervoor dat er geen stof of
boorresten in de opening achter-
blijven
Neem voldoende veiligheidsmaat-
regelen en zorg ervoor dat er geen
buizen of elektrische bedrading
geraakt wordt tijdens het boren.
Binnen
5-10
Buiten
Ø55
2.
Bij doorvoer via de linker- of
rechterzijkant dient het betreffende
breekplaatje van de binnenunit
verwijderd te worden.
Verwijderen
Links Rechts
1.
De doorvoer van de koudemiddel-
leiding kan naar wens via de achter-
zijde (links of rechts) of de zijkant
(links of rechts).
Links
Achter-
zijde links
Rechts
Achterzijde
rechts
Stap 4: Positionering van de koudemiddelleiding
1.
Sluit de koelleiding op de juiste wijze
aan.
2.
Draai de moer in eerste instantie met de hand aan.
3.
Gebruik de steeksleutel en de verstelbare moersleutel om de moer vast te
draaien. Houdt hierbij rekening met het voorgeschreven aanhaalmoment,
zoals weergegeven in onderstaand schema.
Koppeling Moer
Leiding
Stap 5: Aansluiten van de koelleidingen
De hieronder weergegeven aansluitinstructies behoort tot één van de mogelijkheden.
De aanbevolen koeltechnische aansluiting dient ten allen tijde te voldoen aan de
geldende lokale normering en de f-gassenverordening.
26
Installatie van de binnenunit
isolatiemateriaal
4.
Omwikkel de koppelingen met
isolatiemateriaal en tape dit vast.
Steeksleutel
Verstelbare
moersleutel
Leiding binnendeel
Leiding
Moer
Diameter leiding Aanhaalmomenten (N
.
m)
¼
½
¾
15~20
30~40
45~55
60~65
70~75
1.
Condens
afvoer
Condenswater-
afvoerslang
Isolatietape
Condenswaterafvoerslang
Condensafvoer
Condensafvoer
Isolatiemateriaal
Stap 6: Installatie van de condenswaterafvoer
Sluit de condensafvoerslang aan op de
condensafvoer van de binnenunit.
2.
Maak de condenswater-
afvoerslang vast met
isolatietape
Opmerking:
Zorg voor een goede isolatie van
de condenswaterafvoer én van de
koelleiding om condensvorming in
de binnenunit te voorkomen.
1.
afschermkap bedradingspaneel
voorpaneel
schroef
Stap 7: Elektrische aansluiting van de binnenunit
Open het voorpaneel, draai de
schroef van de afschermkap
van het bedradingspaneel los
en verwijder vervolgens de
afschermkap.
27
3.
Schroef de trekontlasting los en verwijder deze, sluit de elektrische bedrading
aan op de klemmenstrook, via onderstaande schema, en draai de schroeven
goed vast. Plaats de trekontlasting terug en schroef deze vast.
WAW 09,12,18 Verwarmingsmodus type:
violet
zwart
oranjeblauw
Geel-Groen
WAW 09,12,18 Koelingsmodus type:
buitenunit connectie
buitenunit connectie
Afschermkap
Installatie van de binnenunit
Aansluitkabel
Invoer-
opening
2.
Duw de aansluitkabel via de achterzijde
van de binnenunit, door de invoeropening,
naar het bedradingspaneel. Trek de kabel
vervolgens door.
blauw
zwart
Geel-Groen
4.
Plaats de afschermkap terug op het bedradingspaneel en schroef deze vast.
5.
Sluit het voorpaneel.
Opmerkingen:
Alle elektrische bedrading dient aangesloten te worden door gekwalificeerde
medewerkers.
Indien de lengte van de voedingskabel onvoldoende is, dient deze vervangen te
worden door een nieuwe kabel. Het verlengen van de voedingskabel is niet
toegestaan.
Voor airconditioners voorzien van stekker dient deze stekker ten allen tijde
bereikbaar te blijven.
Voor airconditioners geïnstalleerd met vaste bedrading dient een werkschakelaar
gemonteerd te worden.
28
Installatie van de binnenunit
Stap 8: Het inpakken van de leidingset
1.
Pak de koelleiding, elektrische beka-
beling en condensslang in met tape.
Binnenunit
zuiggas-
leiding
Elektrische
bekabeling
condens-
slang
tape
2. Zorg voor voldoende beschikbare
lengte voor zowel de elektrische
bekabeling als voor de condens-
slang, splits beide na doorvoer naar
binnen wederom af voor een
eenvoudige installatie.
3. Zorg voor een evenredige verdeling
van de tape.
4.
De zuiggas-en de vloeistofleiding
dienen aan het eind gescheiden te
worden voor eenvoudige installatie.
Opmerking:
Let er bij de doorvoer naar buiten
op dat de condensslang zich aan
de onderzijde bevindt.
condens
slang tape
koelleiding
voedingskabel binnendeel
vloeistof-
leiding
Stap 9: Plaats het binnendeel
1.
Voer de ingepakte leidingset voorzichtig door de muur.
2.
Hang het binnendeel aan de grondplaat.
3.
Kit de doorvoeropening af.
4.
Controleer of het binnendeel goed bevestigd is en goed tegen de muur hangt.
Opmerking:
Zorg ervoor dat de condenswaterafvoerslang niet teveel gebogen wordt
om verstopping te voorkomen.
Bovenste
bevestigingshaak
Onderste
bevestigingshaak
29
Installatiecontrole
Controleer na het afronden van de installatie volgens de voorschriften van de F-
gassenverordening het volgende:
Inspectiepunten Mogelijke problemen
Is de unit correct gemonteerd? De unit kan trillen of lawaai maken.
Onvoldoende koudemiddel kan leiden
tot onvoldoende capaciteit.
Is de condenswaterafvoer correct
geïnstalleerd ?
Condensvorming of waterlekkage.
Is elektrische spanning in overeen-
stemming met instructies op kenplaat?
Storingen of schade aan de
apparatuur.
Is elektrische bedrading
correct geïnstalleerd
Storingen of schade aan de
apparatuur.
Is apparatuur correct geaard? Spanninglek en elektriciteitsletsel.
Is de elektrische bedrading correct?
Storingen of schade aan de
apparatuur.
Zijn de luchtuitblaas en luchttoe
voer
vrij van obstakels?
Onvoldoende capaciteit of
storingen.
Zijn stof en andere
installatiematerialen verwijderd?
Storingen of schade aan de
apparatuur.
Zijn de zuiggas- en de vloeistofleiding in
overeenstemming met de maximale
lengte?
Onvoldoende capaciteit, vul het koude-
middel bij volgens de voorschriften.
Is de lektest uitgevoerd?
Is de leidingset goed geïsoleerd
Condensvorming of waterlekkage.
Installatietest
1. Voorbereiding
Voer de installatiecontrole uit.
Schakel de voeding in en zet de apparatuur aan.
2. Voer de installatietest uit
Zet de unit in koelingsmodus en stel de temperatuur in op 16°C; laat de
apparatuur in deze modus gedurende enkele minuten werken tot de ruimte
voldoende afgekoeld is.
Zet de unit in de verwarmingsmodus en stel de temperatuur in op 27°C; laat de
apparatuur in deze modus gedurende enkele minuten werken tot de
ruimte voldoende opgewarmd is.
30
1.
Standaard leidinglengte is: 5 meter. De watergekoelde condensingunits zijn
voorgevuld met koudemiddel voor een leidinglengte tot 5 meter.
3.
2.
Max. leidinglengte en max. hoogte verschil.
Leidinglengte en koudemiddelvulling
Koelvermogen
WAW 09
(2637W)
WAW 12
(3516W)
WAW 18
(5374W)
Maximaal
hoogteverschil
Maximale leidinglengte
15 10
15 15
15 15
Indien de benodigde leidinglengte langer is dan 5 meter is het
noodzakelijk additioneel koudemiddel toe te voegen. Let op! Voor
leidinglengtes korter dan 5 meter dient koudemiddel uit de unit gehaald te
worden.
Voor de WAW 09 en WAW 12 dient per extra meter leidinglengte 15
gram koudemiddel toegevoegd te worden. Voor iedere meter kortere
leidinglengte dient 15 gram koudemiddel verwijderd te worden.
Voor de WAW 18 dient per extra meter leidinglengte 20 gram
koudemiddel toegevoegd te worden.Voor iedere meter kortere
leidinglengte dient 20 gram koudemiddel verwijderd te worden.
Airview Luchtbehandeling BV
Noordeinde 114 - 3341 LW Hendrik-Ido-Ambacht
www.airview.nl - info@airview.nl
078-6521800
66129918851
3

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Airview-WAW09

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Airview WAW09 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Airview WAW09 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2,41 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info