6
Voor installatie van de AGPO AQUAFORTE AF boilers
dient rekening te worden gehouden met de volgende
voorschriften:
a. Het bouwbesluit 680 waarin naar de volgende normen
wordt verwezen:
b. NEN 1006: Algemene voorschriften voor drinkwater
installaties AVWI met bijbehorende werkbladen;
c. NEN 3215 de norm voor binnenriolering in
woningen en woongebouwen;
d. Brandweervoorschriften.
• Voor alle voorschriften geldt dat aanvullingen op
normen of voorschriften of latere voorschriften op het
moment van installeren van toepassing zijn.
• De installatie van het toestel mag alleen geschieden
door daartoe erkende personen. Erkenningen worden
afgegeven door de energiebedrijven, elektriciteit en
waterdistributieorganisaties.
• Uitdrukkelijk wordt gesteld dat deze technische
montagehandleiding als aanvulling op de bovenge-
noemde voorschriften moet worden gezien en dat
de voorschriften prevaleren boven de informatie in
deze handleiding.
Het toestel is ontworpen om als hangend toestel tegen
vrijwel elke wand te worden bevestigd, of om staand op
een vlakke trillingsvrije vloer geplaatst te worden. Het is
daarbij belangrijk een aantal mogelijkheden, met de
bijbehorende aspecten, vooraf te bekijken.
• Geluidsproductie van een werkend installatie.
Indien de boiler wordt verwarmd zal het aangesloten
verwarmingstoestel geluid produceren.
Houd met de keuze van de opstelling rekening met
deze geluidsproductie. Het is bijv. af te raden om het
toestel in een vrije opstelling in een slaapkamer te
plaatsen.
• Hangende opstelling.
Bij het ophangen van het toestel moet u met het totale
gevulde gewicht rekening houden. Voor het gewicht zie
hoofdstuk 10.
• Staande opstelling.
Indien voor een staande opstelling wordt gekozen
dient de vloer waarop de boiler wordt opgesteld
horizontaal-waterpas, vlak en trillingsvrij te zijn. Tevens
moet de opstellingsvloer in staat zijn het totale gevulde
gewicht van de boiler kunnen dragen. Voor het gewicht
zie hoofdstuk 10.
• Inlaat combinatie.
In de koudwateraanvoerleiding van het toestel dient
een inlaatcombinatie (8 bar) te worden opgenomen.
De inlaat combinatie moet zich binnen twee meter van
het toestel bevinden.
• Opstellingsruimte.
De ruimte waarin de boiler is opgesteld dient vorstvrij
te zijn.
• Rioolaansluiting.
Een normaal werkende boiler zal tijdens opwarmen en
na ieder tapping een geringe hoeveelheid water lozen
via de inlaatcombinatie.
Verhinder het afvoeren van water uit de inlaat-
combinatie nooit, dit kan ernstige schade aan het
toestel of tapwater installatie veroorzaken. Sluit de
inlaatcombinatie aan op een correct uitgevoerde
rioolafvoer.
6. VOORSCHRIFTEN 7. AANDACHTSPUNTEN
VÓÓR MONTAGE
7.1 Leveringsomvang
Bij aflevering is het toestel voorzien van de volgende
toebehoren;
Item Aantal
1 Ophangbeugel 1
2 Sluitring 2
3 Positioneer-ring 2
4 Stelschroef 1
5 Handleiding 1