A. Lichtnetcontrolelampje (groen)
B. Aanwijzing voor snelvriezen (geel)
C. Waarschuwingslampje (rood)
D. Snelvriesschakelaar
E. Temperatuurregelaar en schakelaar AAN/UIT
De bedienings- en kontrole-inrichting omvat:
Temperatuurregelaar (E) die tevens dient om het apparaat in- en uit te
schakelen.
Het groene kontrolelampje (A) brandt als het apparaat aan netspanning
aangesloten en ingeschakeld is. In deze schakelstand is het koelakkgregaat
automatisch in bedrijf.
Met de temperatuurregelaar (E) kan de energiezuinigste bewaartempera-
tuur traploos worden ingesteld.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat
de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling
van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er voor zorgen dat
de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “3”
tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het ont-
dooien weer automatisch.