Gebruiksaanwijzing
32
Onderhoud
Reinig de buitenkant van het apparaat en het bedieningspaneel met
een vochtig doekje. In geen geval agressieve reinigingsmiddelen of
schuurmiddelen gebruiken.
Gebruik ook nooit oplosmiddelen (aceton, tri, enz.).
Maak de deurafdichting, het afwasmiddelbakje en het
glansmiddelreservoir regelmatig schoon met een vochtige doek.
Laat de machine elke drie maanden een 65°C-programma afwerken,
zonder servies, met afwasmiddel.
Schoonmaken van de zeven
De zeven moeten regelmatig worden gecontroleerd en schoongemaakt.
Verontreinigde zeven hebben een nadelige invloed op het
afwasresultaat.
Belangrijk! Zorg ervoor dat de machine uitgeschakeld is voordat
de filters worden schoongemaakt.
1. Deur openen, onderste korf uit de machine nemen.
2. Het zeefsysteem van de afwasautomaat bestaat uit een groffe
zeef (A), een microfilter (B) en een vlakke zeef (C).
3. Greep ongeveer een kwart slag linksom draaien en uitnemen.