11
2. Para desligar o alarme sonoro, premer a tecla DESLIGA ALARME.
3. Regular a temperatura desejada para o frigorífico (ver capítulo "Regu-
lação da temperatura").
Uma vez que o frigorífico alcança rapidamente a temperatura desejada,
poderá guardar géneros alimentícios logo após a ligação.
Regulação da temperatura
Com o respectivo regulador da temperatura, é possível regular separada-
mente a temperatura desejada para o frigorífico.
0 1. Prima uma dos teclas „+“ (MAIS QUENTE) ou „-“ (MAIS FRIO).
A indicação da temperatura comuta e indica de forma intermitente a tem-
peratura TEÓRICA actualmente regulada.
2. Para regular uma temperatura mais elevada, prima a tecla „+“ (MAIS
QUENTE). Para regular uma temperatura mais baixa, prima a tecla „-“ (MAIS
FRIO). O indicador da temperatura mostra imediatamente a temperatura
alterada.
De cada vez que a tecla é premida, a temperatura avança mais em 1 °C.
Nota: Do ponto de vista científico, é suficiente uma temperatura de +5 °C
para a câmara frigorífica e -18 °C para o armazenamento de produtos con-
gelados.
Se as teclas não voltarem a ser premidas, depois de concluída a regu-lação
da temperatura, o indicador da temperatura comuta após um breve perío-
do de tempo (aprox. 5 seg.) e mostra novamente a temperatura REAL,
actualmente existente no frigorífico.
O compressor é ligado, funcionando automaticamente.
Nota: Ao modificar-se o ajuste, o compressor não entra imediatamente em
funcionamento, caso o descongelamento automático esteja em execução.
Importante! Verifique se a temperatura de armazenamento é mantida,
controlando regularmente o indicador de alarme vermelho e o indicador
da temperatura.
38
Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na korte
tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE temperatuur terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de diepvriezer moet heersen. De GEWENSTE tempe-
ratuur wordt met knipperende cijfers aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die op dat moment
werkelijk in de diepvriezer heerst. De WERKELIJKE temperatuur wordt met
brandende cijfers aangegeven.
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten informatie aangeven.
• Bij normaal gebruik wordt de temperatuur aangegeven die op dat moment
in de diepvriezer heerst (WERKELIJKE temperatuur).
• Tijdens de temperatuurinstelling wordt knipperend de op dat moment inge-
stelde diepvriezer temperatuur aangegeven (GEWENSTE temperatuur).
In gebruik nemen - temperatuur instellen
1. Stekker in stopcontact steken.
2. Toets Vriezer ON/OFF indrukken. Het groene lichtnetlampje gaat branden.
Het alarmcontrolelampje (O) knippert zodra de ingestelde temperatuur
bereikt worden. Het geluidsalarm wordt ingeschakeld.
3. Druk op de toest “P” om het geluidsalarm uit te schakelen.
4. Druk op de toetsen „J“ of „L“ .De temperatuurindicatie schakelt om en geeft
knipperend de op dat moment ingestelde GEWENSTE temperatuur aan.
5. Gewenste temperatuur door indrukken van de toetsen „J“ en „L“ instellen
(zie hoofdstuk "Toetsen voor temperatuurinstelling"). De temperatuurindi-
catie geeft direct de gewijzigde instelling aan. Met elke druk op de toets
wordt de temperatuur 1 °C hoger ingesteld.
Uit voedingswetenschappelijk standpunt is -18 °C voor de diepvriezer koud
genoeg als bewaartemperatuur.
6. Het alarmcontrolelampje wordt uitgeschakeld zodra de ingestelde tempera-
tuur bereikt worden. Druk op de alarmtoers om het geluidsalarm uit te
schakelen.