37
¥ Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor
schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
¥ Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
¥ Etherische oli‘n en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
Ð Sap van citroenÐ of sinaasappelschillen;
Ðboterzuur;
Ð schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderde-
len.
¥ Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. KoelÐ en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meer-
dere lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leg-
gen.
2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk ÒOnt-
dooienÓ).
3. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoon-
maken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal
per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een
zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6. Het dooiwater-afvoergat aan
de achterwand van de koel-
ruimte controleren. Een ver-
stopt dooiwater-afvoergat met
behulp van het groene stopje
dat met het toestel is meegele-
verd schoonmaken.
7. Als alles droog is, de levens-
middelen er weer in doen en
het apparaat weer in bedrijf
nemen.