WARMTEPOMP
LUCHT / WATER
MET REGULERING
ACOND® THERM
BEDIENINGSHANDLEIDING
v. sw. 160.XX
IN HET KORT:
als u de warmtepomp wilt inschakelen/uitschakelen:
• Als het symbool op het display staat, is de warmtepomp uitgeschakeld.
Als u de warmtepomp wilt inschakelen, drukt u op ✓.
• Er verschijnt een bevestigingsvenster. Ga naar JA en bevestig met de knop ✓. De
warmtepomp start in de automatische modus.
• Als u de warmtepomp wilt uitschakelen, gebruikt u de pijlen om het deelvenster
Instellingen te selecteren. U gaat er via de pijl > in, u bladert naar de knop
Warmtepomp uitschakelen (UIT) , bevestigt dat met de pijl > of met de knop ✓. Er
verschijnt een bevestigingsvenster. Ga naar JA en bevestig met de knop ✓. De
warmtepomp wordt uitgeschakeld. In uitgeschakelde toestand wordt de
watertemperatuur gecontroleerd tegen bevriezing.
Als u de kamertemperatuur wilt instellen:
• Als u de verlangde kamertemperatuur wilt instellen, houdt u de knop x ingedrukt om
naar de taakbalk te gaan. Druk op de >, +/– of ✓. Het display toont de huidige
waarde van de verlangde kamertemperatuur
• Door op de +/– knop te drukken, stijgt of daalt de verlangde temperatuur met 0,1°C.
• Druk, nadat de verlangde kamertemperatuur is bereikt, op de knop ✓.
• Zie voor meer informatie hfdst. 3.1.7 op pagina 19.
Als u de buitentemperatuur wilt vaststellen:
• Houd de X-knop ingedrukt om naar de taakbalk te gaan. Naast het symbool
staat de buitentemperatuur.
Om de temperatuur van warm gebruikswater (SWW) te bepalen:
• Als de SWW-installatie daarmee is uitgerust, gebruikt u de pijl omhoog of omlaag
op de taakbalk om naar het deelvenster Temperatuur SWW te gaan, waar de
actuele temperatuur en de verlangde temperatuur getoond worden.