16
ONDERHOUD
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
De wasmiddelhouder
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon onder de
stromende kraan. U kunt daartoe de houder geheel uit
de machine nemen door op de pal, links achterin, in te
drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken,
verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddelhouder kan
zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude tandenborstel schoon.
Plaats de houder terug in z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
Voorzorgsmaatregelen bij
vriestemperaturen
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
n Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
n Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in een
bak.
n Stel het programma “afpompen” in en laat de
machine draaien totdat de programmakeuzeknop
de “stop” positie bereikt.
n Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig
op de kraan en breng ook de afvoerslang weer op
zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven, wordt
op deze manier afgevoerd en hiermee wordt
voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de machine
kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.