Voor alarm-opslag
Embedded-recorders hebben in tegenstelling tot
flexibele pc-systemen en voor het gebruiksdoel
aangepaste hardwareconfiguratie. Dat heeft in het
speciale geval van vooralarm-opnames tot gevolg dat
niet altijd de gewenste opnametijd worden bereikt.
Bepalende parameter voor de vooralarm-opnametijd is
het beschikbare werkgeheugen. Embedded-recorders
beschikken afhankelijk van het model over een
werkgeheugen tussen 512 MB-2 GB om alle
achtergrondprocessen voor alle camera's te beheren.
Voor een vooralarm-opname moet voor iedere camera
individueel, afhankelijk van de resolutie, instelling van
bit-stream en vooralarmtijd, de informatie permanent in
het geheugen worden gehouden. Reeds bij het gebruik
van 1080p-camera's is een vooralarmgeheugen van
enkele seconden moeilijk te bereiken. Hoe hoger de
resolutie van de camera en hoe meer camera's op de
recorder zijn aangesloten, hoe geringer de
waarschijnlijkheid is dat er voldoende geheugen voor
alle camera's beschikbaar is. Omdat de vele
verschillende modellen, de configuratie-instellingen en
de beoordeling van actuele beeldscènes zeer complex
is, kunnen we geen betrouwbare waarden voor de
vooralarmopslag aangeven. Gebruik daarom bij
kritieke camera's een continue opname en gebruik het
Smart-zoeken om gebeurtenissen eenvoudig uit te
kunnen filteren.
Verlies videosignaal
U dient er rekening mee te houden dat uw recorder
doorlopend naar videosignalen zoekt en daarom voor
ieder kanaal het onderstaande van toepassing is.
Als er geen camera aangesloten is verschijnt de
volgende indicatie op de monitor:
Deze indicatie wijst niet op een technisch defect of een
storing van uw recorder zolang op het kanaal geen
camera is aangesloten.
Bovendien treedt de storing "Verlies videosignaal" op
die in het venster "Alarm / uitzondering-informatie"
wordt weergegeven.
Deze vindt u onder het volgende symbool:
U kunt de indicatie voor het verlies van het
videosignaal handmatig deactiveren onder "Alarm /
uitzondering-informatie> Instellen-> keuzevakje Verlies
videosignaal".