755897
415
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/436
Pagina verder
SECVEST
Installateurshandleiding
ABUS | Security-Center
abus.com
V3.01.17
1
4
7
*
2
5
8
0
3
6
9
#
1
4
7
*
2
5
8
0
3
6
9
#
Inhoud
2
Deutsch
Nederlands
Diese Bedienungsanleitung enthält wichtige Hinweise zur
Inbetriebnahme und Handhabung.
Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an
Dritte weitergeben.
Eine Auflistung der Inhalte finden Sie im
Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden
Seitenzahlen.
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product.
Er staan belagrijke aanwijzingen in betreffende de
ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft
aan derden.
U vindt een opsomming van de inhoud in de
inhoudsopgave met aanduiding van de paginanummers.
English
Dansk
These user manual contains important information for in-
stallation and operation.
This should be also noted when this product is passed on
to a third party.
A list of contents with the corresponding page number can
be found in the index.
Denne manual hører sammen med dette produkt.
Den indeholder vigtig information som skal bruges under
opsætning og efterfølgende ved service.
Indholdet kan ses med sideanvisninger kan findes i
indekset .
Français
Italiano
Ce mode d’emploi appartient à de produit.
Il contient des recommandations en ce qui concerne sa
mise en service et sa manutention.
Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu
á la table des matières avec mention de la page corres-
pondante.
Queste istruzioni contengono avvertenze importanti per la
messa in funzione e l’utilizzo. La preghiamo pertanto di
conservare le presenti istruzioni per eventuali consulta-
zioni future. Le presenti istruzioni sono parte integrante
del prodotto, pertanto vanno osservate anche in caso di
cessione del prodotto a terzi.
Aansprakelijkheidsbeperking
Wij hebben al het mogelijke gedaan om ervoor te zorgen dat de inhoud van deze handleiding correct is. De opsteller
en/of ABUS Security-Center GmbH & Co. KG aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor verlies of schade, die
door onjuiste installatie en bediening, oneigenlijk gebruik of door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies
en waarschuwingen werd veroorzaakt. Voor gevolgschade zijn wij niet aansprakelijk. Het totale product mag niet
worden gewijzigd of omgebouwd. Als u zich niet aan deze instructies houdt, vervalt uw aanspraak op garantie.
Externe links in de tekst leiden niet tot een verantwoordelijkheid voor de inhoud van ABUS Security-Center GmbH &
Co. KG, maar vallen onder de uitsluitende verantwoordelijkheid van de desbetreffende dienstverlener. ABUS Security-
Center GmbH & Co. KG heeft de gelinkte externe pagina's op het moment van publicatie zorgvuldig gecontroleerd;
mogelijke wetsovertredingen waren op het moment van linken niet herkenbaar. Er is geen invloed op latere
veranderingen. Elke aansprakelijkheid van ABUS Security-Center GmbH & Co. KG is daarom uitgesloten.
Technische wijzigingen voorbehouden.
© ABUS Security-Center GmbH & Co. KG, 01/2020
Aanwijzing
Software 3.01.17
Deze handleiding geldt voor de softwareversie 3.01.17 en alle voorafgaand gepubliceerde softwareversies.
Alle vernieuwingen die pas vanaf een bepaalde softwareversie geldig zijn, zijn als zodanig gemarkeerd met
bijvoorbeeld >=2.00.00. Alles wat tot een bepaalde softwareversie geldig is, is eveneens als zodanig
gemarkeerd met bijvoorbeeld <2.00.00.
Inhoud
3
Conformiteitsverklaring
Hiermee verklaart ABUS Security-Center, dat het type radioapparatuur FUAA50xxx voldoet aan de RED-richtlijn
2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op het volgende
internetadres:
www.abus.com Artikelen zoeken FUAA50xxxx/Downloads
De conformiteitsverklaring kunt u ook aanvragen via het onderstaande adres:
ABUS Security-Center GmbH & Co. KG
Linker Kreuthweg 5
86444 Affing
DUITSLAND
Garantie
Aanwijzing
ABUS-producten zijn met de grootst mogelijk zorgvuldigheid ontworpen, geproduceerd en op
basis van de geldende voorschriften getest.
De garantie heeft uitsluitend betrekking op gebreken die op materiaal- of fabrieksfouten duiden
op het moment van verkoop. Bij bewijs van een materiaal- of fabrieksfout wordt de centrale naar
keuze van de garantiegever gerepareerd of vervangen.
De garantie eindigt in dit geval met het aflopen van de oorspronkelijke garantieperiode van 2
jaar. Verdergaande aanspraken zijn uitdrukkelijk uitgesloten.
ABUS is niet aansprakelijk voor gebreken en schade die zijn veroorzaakt door inwerkingen van
buitenaf (bijvoorbeeld door transport, inwerking van geweld, onjuiste bediening), onjuist gebruik,
normale slijtage of het niet in acht nemen van deze handleiding.
Bij het indienen van een garantieclaim moet bij het product het originele aankoopbewijs met
datum van de aankoop en een korte schriftelijke beschrijving van het gebrek worden gevoegd.
Als u gebreken aan de centrale vaststelt, die bij de aankoop reeds aanwezig waren, wendt u
zich binnen de eerste twee jaar direct aan uw verkoper.
Inhoud
4
Inhoud
Aansprakelijkheidsbeperking ......................................................................................................................................... 2
Conformiteitsverklaring .................................................................................................................................................. 3
Garantie ............................................................................................................................................................................. 3
Inhoud ............................................................................................................................................................................... 4
Handleiding....................................................................................................................................................................... 8
Voor wie is deze beknopte installateurshandleiding bedoeld? ........................................................................................ 8
Installatie Secvest ............................................................................................................................................................ 8
Programmering/configureren Secvest ............................................................................................................................. 8
Functietest Secvest .......................................................................................................................................................... 8
Veiligheidsinstructies ...................................................................................................................................................... 9
Verklaring van symbolen.................................................................................................................................................. 9
Beoogd gebruik ................................................................................................................................................................ 9
Algemeen ....................................................................................................................................................................... 10
Voeding .......................................................................................................................................................................... 11
Accu-waarschuwingen .............................................................................................................................................. 13
Aansluitingen ................................................................................................................................................................. 15
Draadloze werking ......................................................................................................................................................... 15
Montagelocatie van de centrale ..................................................................................................................................... 15
Behandelingsprioriteit .................................................................................................................................................... 16
Verpakking ..................................................................................................................................................................... 16
Inhoud van de levering .................................................................................................................................................. 16
Apparaatoverzicht .......................................................................................................................................................... 17
Voorpaneel van het apparaat ........................................................................................................................................ 17
Internationale toetsindeling ............................................................................................................................................ 18
Achterzijde van het apparaat (montageplaat) ................................................................................................................ 19
Inleiding .......................................................................................................................................................................... 21
Begrippen, definities ...................................................................................................................................................... 21
Fout- en sabotagebewaking centrale ............................................................................................................................. 37
Tijdscondities ................................................................................................................................................................. 37
Monteren/installeren ...................................................................................................................................................... 38
Aansluitingsoverzicht, contactstrip ................................................................................................................................. 38
Montageplaat aan de wand bevestigen ......................................................................................................................... 40
Positie van het draadloze alarmsysteem (centrale) ................................................................................................. 40
Montageplaat bevestigen.......................................................................................................................................... 40
Componenten aansluiten ............................................................................................................................................... 41
Optionele mobiele module inbouwen ....................................................................................................................... 41
MicroSD-kaart inbouwen .......................................................................................................................................... 42
Afsluitende maatregelen ........................................................................................................................................... 42
Vervangen van het bovenste deel, touchfront, toetsenfront ..................................................................................... 42
In bedrijf nemen ............................................................................................................................................................. 43
Eerste inbedrijfstelling/fabrieksreset .............................................................................................................................. 43
Bij reeds geïnstalleerde installatie ................................................................................................................................. 44
Inloggen op het draadloze alarmsysteem ...................................................................................................................... 44
Afmelden van het draadloze alarmsysteem ................................................................................................................... 45
Programmeren/configureren ........................................................................................................................................ 46
Aanwijzingen .................................................................................................................................................................. 46
Bedieningselementen van de menu's ............................................................................................................................ 47
Inlogbeeldscherm ........................................................................................................................................................... 48
Inhoud
5
Hoofdmenu .................................................................................................................................................................... 49
Info ................................................................................................................................................................................. 52
Centrale .................................................................................................................................................................... 52
Communicatie ........................................................................................................................................................... 56
PSTN ..................................................................................................................................................................... 57
Ethernet................................................................................................................................................................. 58
Mobiel.................................................................................................................................................................... 59
Hybride modules ....................................................................................................................................................... 61
Customisation ........................................................................................................................................................... 62
Status ............................................................................................................................................................................. 63
Componenten ................................................................................................................................................................ 64
Programmeren op de webinterface .......................................................................................................................... 64
Melder ....................................................................................................................................................................... 68
IP-zones ................................................................................................................................................................ 68
Draadloze zones ................................................................................................................................................... 81
Bedrade zones ...................................................................................................................................................... 83
HyMo-zones .......................................................................................................................................................... 84
Draadloos bedieningspaneel .................................................................................................................................... 87
Draadloos bedieningspaneel toevoegen .............................................................................................................. 87
Buitensirenes ............................................................................................................................................................ 89
Draadloze sirenes ................................................................................................................................................. 89
Bedrade sirenes .................................................................................................................................................... 90
Binnen-signaalgever ................................................................................................................................................. 91
Infomodule/binnensirene .......................................................................................................................................... 94
UVM (universele module) ......................................................................................................................................... 96
Deursloten ................................................................................................................................................................ 98
RF Repeater ........................................................................................................................................................... 100
Hybride modules ..................................................................................................................................................... 104
Uitgangen..................................................................................................................................................................... 108
Draadloze uitgangen .............................................................................................................................................. 109
Draadloze uitgangen configureren ...................................................................................................................... 109
Bedr. uitgangen ...................................................................................................................................................... 119
Bedrade uitgangen configureren ........................................................................................................................ 119
HyMo-uitgangen ..................................................................................................................................................... 121
HyMo-uitgangen configureren ............................................................................................................................ 122
Combi uitgangen .................................................................................................................................................... 124
Deelgebieden ............................................................................................................................................................... 127
Deelgebieden configureren.......................................................................................................................................... 128
Alles actief .............................................................................................................................................................. 128
Deelgebieden configureren.......................................................................................................................................... 137
Intern actief ............................................................................................................................................................. 137
Deelgebieden configureren.......................................................................................................................................... 146
Inactief .................................................................................................................................................................... 146
Deelgebieden configureren.......................................................................................................................................... 150
Overval reactie ....................................................................................................................................................... 150
Systeem ....................................................................................................................................................................... 152
Algemeen................................................................................................................................................................ 153
Installateurgegevens .............................................................................................................................................. 163
Gebruikerstoegang ................................................................................................................................................. 165
Gebruiker resetten .................................................................................................................................................. 169
Bevestiging ............................................................................................................................................................. 170
Hardware ................................................................................................................................................................ 173
Veiligheid instellingen ............................................................................................................................................. 176
Upgrade centrale .................................................................................................................................................... 193
Op upgrade controleren?........................................................................................................................................ 196
Back-up/herstellen .................................................................................................................................................. 198
Inhoud
6
Bericht ..................................................................................................................................................................... 201
Communicatie .............................................................................................................................................................. 204
Netwerk ................................................................................................................................................................... 204
Netwerkconfiguratie ............................................................................................................................................ 205
IP-mobiel setup ................................................................................................................................................... 208
E-Mail instellingen ............................................................................................................................................... 214
Installeren VoIP-kiezer ........................................................................................................................................ 215
Meldkamer reporting ............................................................................................................................................... 217
Meldkamer reporting, telefoonboek .................................................................................................................... 220
Meldkamer reporting, klant-ID ............................................................................................................................. 222
Meldkamer reporting, FF-kanalen (alleen bij protocol "Fast Format") ................................................................ 223
Meldkamer reporting, CID/SIA gebeurtenissen (bij alle protocollen BEHALVE "Fast Format") ......................... 224
Codering .............................................................................................................................................................. 226
Meldkamer reporting, meer ................................................................................................................................. 232
Zorgmelding ............................................................................................................................................................ 236
Zorgnoodoproep, telefoonboek ........................................................................................................................... 238
Zorgnoodoproep reporting, klant-ID .................................................................................................................... 239
Spraakkiezer ........................................................................................................................................................... 240
Spraakkiezer, gebeurtenis .................................................................................................................................. 243
Spraakkiezer, bestemmingen ............................................................................................................................. 244
Spraakkiezer, testoproep .................................................................................................................................... 245
Sms ......................................................................................................................................................................... 247
SMS, gebeurtenis ................................................................................................................................................ 249
SMS, bestemmingen ........................................................................................................................................... 251
Sms, doelen, melding X ...................................................................................................................................... 253
Sms, bestemmingen, doorsturen ........................................................................................................................ 254
SMS, bestemmingen, bericht, telefoon ontvanger .............................................................................................. 255
SMS, berichten .................................................................................................................................................... 256
SMS, PSTN SMS ................................................................................................................................................ 257
Sms, testoproep .................................................................................................................................................. 259
E-mail ...................................................................................................................................................................... 261
E-mail, gebeurtenis ............................................................................................................................................. 263
E-mail, bestemmingen ........................................................................................................................................ 265
E-mail, berichten ................................................................................................................................................. 266
E-mail, testoproep ............................................................................................................................................... 267
communicatie-opties ............................................................................................................................................... 269
Contacten ............................................................................................................................................................... 274
Zorgmelding ................................................................................................................................................................. 280
Test .............................................................................................................................................................................. 281
Logboek ....................................................................................................................................................................... 302
Virtueel bedieningspaneel............................................................................................................................................ 305
Bijlage ........................................................................................................................................................................... 306
Technische gegevens .................................................................................................................................................. 306
Compatibele uitrusting ................................................................................................................................................. 321
Standaardwaarden / fabrieksinstellingen HW .............................................................................................................. 329
Standaardwaarden / fabrieksinstellingen SW .............................................................................................................. 330
Installateursmodus .................................................................................................................................................. 330
Gebruikersmenu ..................................................................................................................................................... 347
Startwizard .............................................................................................................................................................. 351
Signaaltonen, akoestisch ............................................................................................................................................. 352
Onderhoud ................................................................................................................................................................... 354
Onderhoud en service door installateur .................................................................................................................. 354
Onderhoud en reiniging door gebruiker .................................................................................................................. 354
Software-upgrade ........................................................................................................................................................ 355
Set softwarebetanden voor V3.01.17 ..................................................................................................................... 357
Software-upgrade met nieuwe bestanden van SD-kaart ........................................................................................ 358
Inhoud
7
Software-upgrade met nieuwe bestanden de pc .................................................................................................... 359
Software-upgrade met nieuwe bestanden FTP-server .......................................................................................... 367
Software-upgrade met de Secvest Update Utility .................................................................................................. 369
Alarmontvanger/meldkamer reporting ......................................................................................................................... 370
Alarmontvanger/meldkamer reporting protocolformaten ........................................................................................ 370
CID / SIA gebeurtenissen ....................................................................................................................................... 374
E-mail, foutmeldingen .................................................................................................................................................. 386
TCP/IP-foutmeldingen ................................................................................................................................................. 387
Een overzicht van de SSL-relevante meldingen.......................................................................................................... 387
VOIP foutmeldingen ..................................................................................................................................................... 389
GSM CME/CMS foutmeldingen ................................................................................................................................... 390
CME Error Codes ................................................................................................................................................... 390
CMS Error Codes ................................................................................................................................................... 392
Logboek ....................................................................................................................................................................... 394
Logboekitems ......................................................................................................................................................... 394
Gebruikersnummers ............................................................................................................................................... 407
Storingen oplossen en fouten opsporen ...................................................................................................................... 409
Handmatige nieuwe start (uitschakelen en opnieuw inschakelen)......................................................................... 409
GSM/mobiel testoproep handmatig uitvoeren, prepaid .......................................................................................... 414
Diagnose-LED's op het moederbord en GSM-/mobiele module ............................................................................ 415
Trace, opname van communicatieprocessen ......................................................................................................... 417
Router, IAD, Firewall .............................................................................................................................................. 420
Tijdzones...................................................................................................................................................................... 421
Berichtencenter in het vaste net .................................................................................................................................. 422
Berichtencenter in het GSM-netwerk ........................................................................................................................... 423
SMS-berichten ........................................................................................................................................................ 423
E-mail berichten / e-mail instellingen ........................................................................................................................... 424
IP-mobiel setup / communicatie mobiele gegevens .................................................................................................... 427
Klantenservice en support ........................................................................................................................................... 428
Buitenbedrijfname van de centrale .............................................................................................................................. 429
Gegevensbescherming ........................................................................................................................................... 429
Afdanken ...................................................................................................................................................................... 430
Index .............................................................................................................................................................................. 431
Handleiding
8
Handleiding
Voor wie is deze beknopte
installateurshandleiding bedoeld?
De installateurshandleiding ondersteunt u bij het
navigeren door de individuele menu's van de
programmeerinterface.
De handleiding is bedoeld voor gekwalificeerde technici
die in het kader van een training van de firma ABUS
Security-Center GmbH & Co. KG de volgende
noodzakelijke basiskennis verworven hebben:
Installatie van het draadloze alarmsysteem
Installatie van randapparatuur voor het draadloze
alarmsysteem (bijv. melders, alarmgevers,
GSM/GPRS-modules, bewakingscamera's)
Configuratie van randapparatuur voor het draadloze
alarmsysteem
De installateurshandleiding verschaft een overzicht van
de instelmogelijkheden in de individuele menu's.
Installatie Secvest
De installatie van het draadloze alarmsysteem Secvest
wordt beschreven in het hoofdstuk Monteren/Installeren.
Aanvullende informatie vindt u in het meegeleverde
document "Quick Guide FUAA50000".
De installatie-/gebruikershandleiding kunt u ook als PDF-
document downloaden.
Link voor het downloaden van het document:
www.abus.com/ger/products/FUAA50000
Programmering/configureren Secvest
De programmeering/configuratie van het draadloze
alarmsysteem wordt daar beschreven.
Functietest Secvest
Voer na de installatie en de programmering een volledige
functietest uit voor alle systemen en componenten.
Maak de gebruiker wegwijs in de basisbediening:
In-/uitloggen
Activeren/deactiveren
Bedienen van de Secvest, afstandsbediening
Stel een overdrachtsprotocol op
Aanwijzing
Neem de algemene instructies voor de
gebruikersinstructie in acht.
Geef in ieder geval de gebruikershandleiding en
de Quick Guide en, indien nodig, deze
installateurshandleiding door aan de gebruiker.
Veiligheidsinstructies
9
Veiligheidsinstructies
Verklaring van symbolen
De volgende symbolen worden in de handleiding of op
het apparaat gebruikt:
De volgende markeringen worden in de tekst gebruikt:
1.
2.
Beoogd gebruik
Gebruik het apparaat uitsluitend voor het doel waarvoor
het werd gebouwd en ontworpen! Iedere ander gebruik
geldt als niet beoogd!
Dit apparaat mag alleen gebruikt worden voor het/de
volgende doel(en):
Gevarenalarmsysteem, alarminstallatie.
Dit product voldoet aan de eisen in de geldende
Europese en nationale richtlijnen.
De conformiteit is aangetoond en de overeenkomstige
verklaringen en documenten zijn bij de fabrikant
gedeponeerd.
Om deze toestand te behouden en een veilig gebruik te
garanderen, dient u als gebruiker deze handleiding in
acht te nemen! Als u vragen heeft, wendt u zich tot uw
speciaalzaak. Algemene aanwijzingen en informatie over
de productsupport vindt u op www.abus.com op de
algemene pagina of voor de vakhandel en installateurs
op het partnerportaal.
Gevaar
Schakel voordat u met installatie- en
onderhoudswerkzaamheden begint de centrale in
de installateursmodus. In de installateursmodus
wordt voorkomen, dat alarmen afgaan als het
deksel van de centrale of andere componenten
wordt geopend.
Symboo
l
Signaalwo
ord
Betekenis
Gevaar
Waarschuwing voor gevaar voor
letsel of gevaar voor uw
gezondheid.
Gevaar
Waarschuwing voor gevaar voor
letsel of gevaar voor uw
gezondheid door elektrische
spanning.
Belangrijk
Veiligheidsinstructie over
mogelijke schade aan
apparaat/toebehoren.
Aanwijzing
Aanwijzing met belangrijke
informatie.
De Europese WEEE-richtlijn
2012/19/EU regelt het op de
juiste wijze terugnemen,
behandelen en verwerken met
het oog op hergebruik van
afgedankte elektronische
apparatuur. Dit symbool
betekent dat in het belang van
de milieubescherming het
apparaat aan het einde van zijn
levensduur conform de
geldende wettelijke
voorschriften en gescheiden van
het huishoudelijk afval of het
bedrijfsafval moet worden
afgevoerd. Het af te danken
apparaat kan via de officiële
inzamelpunten in uw land
worden afgevoerd. Volg de
lokale voorschriften bij de afvoer
van materialen. Gedetailleerde
informatie over het terugnemen
krijgt u bij de lokale autoriteiten
(ook in landen, die niet zijn
aangesloten bij de Europese
Unie). Door het gescheiden
inzamelen en recyclen worden
de natuurlijke hulpbronnen
ontzien en wordt ervoor gezorgd
dat bij de recycling van het
product alle bepalingen voor de
bescherming van gezondheid
en milieu in acht genomen
worden.
Veiligheidsinstructies
10
Algemeen
Lees voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt
nauwkeurig de volgende instructies en let op alle
waarschuwingen, zelfs als u vertrouwd bent in de
omgang met elektronische apparaten.
Gevaar
Bij schade die is veroorzaakt door het niet volgen
van deze instructies vervalt de aanspraak op
garantie.
We kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor
gevolgschade!
Gevaar
Voor letsel en/of materiële schade die is
veroorzaakt onjuiste omgang of het niet volgen
van veiligheidsinstructies aanvaarden wij geen
aansprakelijkheid.
In deze gevallen vervalt iedere aanspraak op
garantie!
Bewaar deze handleiding zorgvuldig als naslagwerk in de
toekomst.
Als u het apparaat verkoopt of doorgeeft, overhandig dan
ook deze handleiding.
Dit apparaat is vervaardigd met inachtneming van
internationale veiligheidsnormen.
Aanwijzing
Software >=1.01.02
Bij de eerste installatie van de centrale is geen
standaard-installateurscode en geen standaard-
administratorcode gedefinieerd. Deze moeten in het
kader van de installatiewizard individueel worden
toegewezen.
Wijzig na de eerste inbedrijfstelling de automatisch
toegewezen installateursnaam (code=naam) en de
automatisch toegewezen administratornaam
(code=naam) in veilige gebruikersnamen. Let bij het
toevoegen van gebruikers op de omgang met de
toegangsgegevens.
Omgang met toegangsgegevens voor de aanmelding
op veiligheidssystemen
Veiligheidsinstructies
11
Grondbeginselen:
Gebruikersnamen en codes voor de aanmelding op
veiligheidssystemen mogen uitsluitend bekend zijn
aan de rechtmatige eigenaren en nooit aan
onbevoegden worden doorgegeven.
Als gebruikersnaam en code schriftelijk moeten
worden doorgegeven, mogen deze niet in één mail
worden verstuurd.
Gebruikersnamen en codes moeten regelmatig
worden gewijzigd.
Standaards
Een gebruikersnaam moet minimaal acht tekens
hebben.
De ideale naam bestaat uit tekens uit minimaal drie
van de onderstaande categorieën: hoofdletters, kleine
letters, speciale tekens en cijfers.
Gebruikersnamen moeten vooral niet bestaan uit de
eigen naam, namen van gezinsleden, huisdieren, de
beste vriend, de favoriete artiest, de hobby's of
geboortedata.
Vermijd gebruikersnamen en codes die u voor andere
websites gebruikt of die gemakkelijk door anderen
kunnen worden geraden.
De gebruikersnaam mag niet in woordenboeken
voorkomen en ook geen productnaam zijn.
De naam zou niet mogen bestaan uit gangbare
herhalings- of toetsenbordpatronen mogen bestaan
zoals asdfgh of 1234abcd etc.
Het zou vermeden moeten worden om alleen aan het
einde van de gebruikersnaam cijfers, of een van de
gangbare speciaal teken zoals! ? # aan het begin of
het einde van een voor het overige gemakkelijke
gebruikersnaam toe te voegen.
Gebruikersnamen en codes moeten uiterlijk na 180
dagen worden gewijzigd.
Nieuwe gebruikersnamen en codes zouden niet gelijk
mogen zijn aan de drie laatste namen of codes.
Nieuwe gebruikersnamen en codes zouden in
minimaal twee tekens moeten verschillen van de
bestaande namen of codes.
Voor het invoeren van gebruikersnamen en codes
zouden geen macro's of scripts moeten worden
gebruikt.
Over inbraakalarmcentrales in het algemeen
Onoordeelkundige of slordige
installatiewerkzaamheden kunnen leiden tot
verkeerde interpretaties van signalen en
dientengevolge tot ongewenste alarmen.
De kosten van de mogelijke inzet van
hulpdiensten zoals brandweer of politie, komen
voor rekening van de gebruiker van de installatie.
Lees daarom deze gebruiksaanwijzing nauwgezet
door en let bij de installatie van het systeem op
een nauwkeurige aanduiding van de toegepaste
leidingen en componenten.
Voeding
Om brandgevaar en het gevaar van elektrische
schokken te voorkomen, dient u zowel de centrale als
de componenten te beschermen tegen regen en
ander vocht.
Neem het apparaat niet in gebruik in de nabijheid van
badkuipen, zwembaden of rondspattend water.
Het is verboden veranderingen aan te brengen aan
het apparaat.
Beschadigde apparaten resp. beschadigde
accessoires mogen niet meer gebruikt worden
Een ander gebruik van het apparaat dan hiervoor
beschreven, kan leiden tot beschadiging van dit
product. Bovendien leidt dit tot gevaren zoals
kortsluiting, brand, elektrische schokken, enz.
Aanwijzing
De aansluiting aan het openbare stroomnet is in
ieder land onderworpen aan specifieke
voorschriften.
Stel u daarover van tevoren op de hoogte.
Als u het apparaat van een koude naar een warme
omgeving brengt, kan binnenin het apparaat vocht
neerslaan. Wacht in zulke gevallen ongeveer een uur
voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Koppel het apparaat los van de netvoeding, voordat u
onderhouds- of installatiewerkzaamheden uitvoert.
Gevaar
Uitbreidingen van of aanpassingen aan het
apparaat leiden tot het vervallen van de garantie.
Gevaar
De centrale wordt van spanning voorzien via een
ingebouwde voeding.
De voeding wordt via een afzonderlijk gezekerde
leiding verbonden met het 230VAC-
elektriciteitsnet.
De aansluitwerkzaamheden aan het
elektriciteitsnet zijn onderworpen aan
landspecifieke bepalingen.
De noodstroomvoeding wordt gewaarborgd door
een interne accu.
Vervang zekeringen altijd door zekeringen van
hetzelfde type, in geen geval zwaardere.
Aanwijzing
Ontstoringsfilter
Veiligheidsinstructies
12
Wij raden aan om een ferrietelement aan te
brengen op de 230V-voedingskabel.
Bijv. Ferriet Würth 742 711 32S of 742 715 3
Dit voorkomt een mogelijke storing van de
centrale als binnen het toelaatbare bereik van
EMC-richtlijn toch een zeer sterke
elektromagnetische interferentie optreedt.
Gevaar
Bevestig het apparaat veilig op een droge plaats
in het huis.
Zorg voor voldoende ventilatie van de centrale.
Stel de centrale niet bloot aan temperaturen onder
0 °C resp. boven 50 °C.
De centrale is alleen voor binnengebruik
ontworpen.
De maximale luchtvochtigheid mag niet hoger zijn
dan 90% (niet condenserend).
Verzeker u ervan dat er geen metalen voorwerpen
van buitenaf in de centrale gestoken kunnen
worden.
Voer alle werkzaamheden aan de centrale uit als
deze in spanningsloze toestand verkeert.
Veiligheidsinstructies
13
Accu-waarschuwingen
!!! Lees de volgende informatie aandachtig door!
Neem het onderstaande strikt in acht! ABUS Security-
Center GmbH & Co. KG is niet aansprakelijk voor
ongelukken die zijn ontstaan door gebruik buiten deze
voorzorgsmaatregelen om.
Lees voor het gebruik van de accu de
gebruikershandleiding en de veiligheidsinstructies voor
de omgang met de accu zorgvuldig door.
Onjuiste omgang met oplaadbare lithium-ioncellen kan
leiden tot lekkage, hitte, rook, explosie of brand,
bovendien daalt de capaciteit.
Gevaar Gevaar Belangrijk
Ten strengste verboden is:
De accu te verwarmen of in het vuur te
gooien.
De accu in vloeistoffen te gooien zoals water,
benzine of dranken en te bevochtigen.
De accu laten vallen.
Het gebruik van accu's in de buurt van een
vuur of in een auto waar de temperatuur
hoger kan zijn dan 60°C. Laad of ontlaad de
accu niet, ook niet onder dergelijke
omstandigheden.
De accu's samen met metalen voorwerpen
zoals kettingen, haarspelden, munten of
schroeven in kledingtassen of -zakken te
plaatsen
Bewaar of transporteer de accu's niet samen
met dergelijke voorwerpen.
Het kortsluiten van de (+) - en (-) -
aansluitingen met andere metalen.
Het doorprikken van accu's met een scherp
voorwerp zoals een naald.
Het demonteren of modificeren van de accu.
Direct lassen of solderen op de accu.
Het plaatsen van de accu in een magnetron,
droger of hogedrukcontainer.
Het gebruik van accu's samen met droge
batterijen of andere primaire batterijen.
Het gezamenlijk gebruik van nieuwe en oude
accu's, accu's van verschillende partijen,
accu's van een ander type of merk.
Opladen met omgekeerde polariteit.
Houd accu's buiten het bereik van kinderen, zodat ze niet
per ongeluk kunnen worden ingeslikt.
Als jongere kinderen de accu gebruiken, moeten hun
verzorgers het juiste gebruik van de accu uitleggen.
Laad de accu alleen op met een speciale lader volgens
de productspecificatie. Laad de accu alleen op met de
CC/CV-methode.
Stop het laden van de accu als het laden niet binnen de
opgegeven tijd is voltooid.
Stop met het gebruik van de cel als abnormale hitte,
geur, verkleuring, vervorming of abnormale toestand
wordt vastgesteld tijdens het gebruik, het laden of de
opslag.
Plaats de accu niet in een apparaat met (+) en (-)
ondersteboven.
Als de accu's verkeerd is aangesloten, wordt de accu niet
opgeladen. Tegelijkertijd worden de laad- en
ontlaadkarakteristieken en de veiligheidskarakteristieken
gereduceerd. Dit leidt tot opwarming van het product en
lekkage.
Gebruik geen accu met aanzienlijke hobbels of
vervormingen.
Plaats de accu onmiddellijk uit de buurt van vuur als er
lekkage of een vieze geur wordt vastgesteld.
Als er vloeistof op uw huid of kleding terechtkomt, spoelt
u deze onmiddellijk af met vers water.
Als er vloeistof uit de accu in uw ogen lekt, wrijf dan niet
in uw ogen. Spoel ze grondig uit met schone spijsolie en
raadpleeg onmiddellijk een arts.
Accu's hebben een levenscyclus. Als de tijd waarin de
accu apparaten voedt veel korter wordt dan normaal, is
de levensduur van de accu verstreken. Vervang de accu
door een nieuwe accu van hetzelfde type.
Als de accu gedurende lange tijd niet wordt gebruikt,
verwijder deze dan uit het apparaat en bewaar hem op
een plaats met een lage vochtigheidsgraad en
temperatuur.
Houd de accu uit de buurt van voorwerpen of materialen
met statische elektriciteit terwijl deze wordt opgeladen,
gebruikt of opgeslagen.
Als de accupolen vuil zijn, veegt u ze af met een droge
doek voordat u de accu gebruikt.
Sla de cellen op volgens de specificaties in het
opslagtemperatuurbereik. Na volledige ontlading raden
wij aan om de accu te laden tot 7,4 tot 8,0 V zonder deze
gedurende een langere periode te gebruiken.
Veiligheidsinstructies
14
Overschrijd de volgende temperatuurbereiken niet:
van
tot
Oplaadtemperatuurbereik
0°C
45°C
Ontladingstemperatuurbereik
-20°C
60°C
Opslag korter dan 1 maand
-20°C
60°C
Opslag korter dan 3
maanden
-20°C
45°C
Opslag korter dan 1 jaar
-20°C
25°C
Houd de accu bij langere opslag in een laadtoestand van
50%.
Wij raden aan de accu elke 3 maanden na ontvangst op
te laden tot 50% van de totale capaciteit en de spanning
tussen 7,4 en 8,0 V te houden. Bewaar de accu op een
koele en droge plaats.
Veiligheidsinstructies
15
Aansluitingen
Aanwijzing
Dit apparaat werkt met veiligheidsspanningen
(Safety Extra Low Voltage - SELV). In dit
spanningsbereik werken ook de stroomkringen van
de zones, de stroomkringen van de
schakeluitgangen en de 12 V voedingsspanning
van de ABUS-alarmcentrales.
SELV is een lage elektrische spanning die door de
geringe hoogte en de isolatie in vergelijking met
stroomkringen met hogere spanning een
bijzondere bescherming tegen een elektrische
schok biedt.
De PSTN-module bevat een combinatie van
aansluitingen, die gerelateerd zijn aan
alarmsystemen, en telecommunicatie-
aansluitingen. De typische aansluitingen voor
alarmsystemen zijn voor gebruik met
veiligheidslaagspanning (Safety Extra Low
Voltage, SELV) gemaakt. De telecommunicatie-
aansluitingen zijn voor spanningen van het
telecommunicatienet (Telecommunications
Network Voltage, TNV) gemaakt.
Belangrijk
Het is buitengewoon belangrijk, dat de beide
soorten aansluitingen met hun verbindingen
gescheiden worden gehouden. Gebruik altijd een
afzonderlijke kabel. Verbind de desbetreffende
aansluitingen alleen met geschikte externe
aansluitingen (bijvoorbeeld aansluitingen van een
alarmsysteem) of met geschikte
telefoonaansluitingen. TNV-stroomkringen dienen
alleen door een vakman en in overeenstemming
met de plaatselijke voorschriften te worden
aangesloten.
Draadloze werking
Aanwijzing
Voor de Secvest en de componenten is geen
radiovergunning vereist.
De zend- en ontvangsteigenschappen zouden
door andere signalen (bijv. DECT-telefoons etc.)
beïnvloed kunnen worden.
De draadloze apparaten in dit systeem zijn door
een onafhankelijk, gecertificeerd laboratorium
m.b.t. de RED-richtlijn 2014/53/EU resp. m.b.t.
R&TTE-conformiteit voor draadloze apparaten
getest.
Montagelocatie van de centrale
Aanwijzing
De centrale moet uit het zicht van mogelijke
inbrekers gepositioneerd worden, op een veilige
plaats die voor de gebruiker gemakkelijk
toegankelijk is.
De centrale dient op een vlakke ondergrond
bevestigd te worden, waardoor verzekerd is dat
de sabotagebescherming aan de achterzijde
gesloten is als de centrale gemonteerd is.
De centrale moet op een comfortabele hoogte
(tussen 1,5 en 2 m) aangebracht worden.
Inhoud van de levering
16
Aanwijzing
Bij aanwezigheid van kleine kinderen dient de
centrale buiten hun reikwijdte gemonteerd te
worden.
Aanwijzing
Positioneer de centrale zo, dat signaaltonen ook
buiten het bewaakte object hoorbaar zijn.
Positioneer de centrale binnen een bewaakte
zone zo, dat een onbevoegde persoon de centrale
niet kan bereiken zonder een bewaakte ruimte te
passeren als het systeem is geactiveerd is.
De centrale moet in de omgeving van een
stopcontact resp. voeding gemonteerd worden.
Als er een telefoonkiezer wordt gebruikt, moet de
centrale met een telefoonaansluiting worden
verbonden.
De centrale moet een afstand van minimaal 1
meter bewaren ten opzichte van metalen
voorwerpen (bijv. spiegels, radiatoren).
Behandelingsprioriteit
Aanwijzing
Als meerdere melders tegelijk worden geactiveerd,
verwerkt de centrale altijd eerst zones van het type
overval (overvalmelder) en normaal alarm
(inbraakmelder) , dan volgen zones van het type
brand (rookmelder) en dan volgen alle andere
zonetypes (alarmtypes)
De centrale verwerkt altijd alarmen voor
waarschuwingen (foutmeldingen).
Verpakking
Gevaar
Houd het verpakkingsmateriaal buiten bereik van
kinderen verstikkingsgevaar!
Verwijder eerst het verpakkingsmateriaal voordat u
het apparaat in gebruik neemt.
Inhoud van de levering
1x draadloze alarmcentrale Secvest
1x accu
Quick Guide en veiligheidsinstructies
Montagemateriaal
Apparaatoverzicht
17
Apparaatoverzicht
Voorpaneel van het apparaat
Nr.
Omschrijving/functie
Nr.
Omschrijving/functie
1
Display met statusindicatie
Display voor het weergeven van status, menu's en
meer informatie
5
Inschakeltoets
De bewaking van alle beschikbare ruimtes wordt
geactiveerd (geactiveerd).
2
Bevestigingstoetsen
Voor de navigatie naar een hoger/lager
menuniveau, het selecteren van opties of het
verlaten van een menu
6
Deactiveringstoets
De bewaking wordt gedeactiveerd (uitschakelen).
3
Navigatietoetsen
Navigatie omhoog/omlaag
7
Proximitylezer
Leesvlak voor proximitysleutel. Houd de sleutel
vóór het ABUS-logo.
4
Interne inschakeltoets
Bewaking van buitenkant wordt geactiveerd
(intern inschakelen).
Apparaatoverzicht
18
Internationale toetsindeling
Apparaatoverzicht
19
Achterzijde van het apparaat (montageplaat)
Nr.
Omschrijving/functie
Nr.
Omschrijving/functie
1
Bevestigingsopening voor schroeven
8
Aansluiting voor LAN-kabel
2
Sabotageschakelaar voor behuizing
9
Aansluiting netspanning 110V/230V AC
50/60Hz
3
Code Reset Pins (stiften) , zie aanwijzing
onderaan
10
MicroSD-kaarthouder
4
Aansluiting voor optionele mobiele module
11
Zekeringhouder netzekering
5
Aansluiting van vlakbandkabel
12
Gaten voor kunststofhouder voor optionele
mobiele module
6
Aansluitingen voor accupack
13
USB Mini-B
7
Analoge telefoonaansluiting
Aanwijzing
Code Reset Pins
Als codes van gebruiker 1 en/of installateur niet meer bekend zijn, dan kunnen alle gebruikersinstellingen worden
gewist.
Alle gebruikers, alle Prox Tags, alle afstandsbedieningen en alle noodoproepzenders worden gewist. Na de reset
wordt u verzocht om een nieuwe installateurcode en een nieuwe administratorcode toe te kennen.
Apparaatoverzicht
20
1. Ga indien mogelijk naar de installateursmodus.
Aanwijzing:
Als u niet naar de installateurmodus kunt gaan, dan start de centrale een sabotagealarm bij het openen van
de behuizing.
2. Open de behuizing. Koppel de complete voeding (netspanning en accu's) los.
Aanwijzing:
Deze procedure functioneert niet als de sabotageschakelaar van het deksel gesloten is.
3. Identificeer de Reset Codes Pins (stiften) op de moederbord (zie afbeelding boven).
4. Sluit de beide Reset Codes Pins (stiften) kort. Gebruik hiervoor een schroevendraaier of jumper. Laat de kortsluiting
tot stap 6 bestaan.
5. Zorg opnieuw voor netspanning. Na een korte pauze start het systeem. De centrale wist nu alle
gebruikersinformatie en start dan met het opnieuw toekennen van uw nieuwe installateurcode en administratorcode
(zoals bij de startwizard).
6. Verwijder de kortsluiting aan de Reset Codes Pins (stiften).
7. Accu weer aansluiten.
8. Sluit het deksel van de centrale en hiermee de sabotageschakelaar.
Inleiding
21
Inleiding
Begrippen, definities
2G
Tweede generatiestandaard voor mobiele communicatie
zie GSM
3G
Derde generatie standaard voor mobiele communicatie
zie UMTS
4G
Vierde generatie standaard voor mobiele communicatie
zie LTE
Alarmontvanger
Alarmontvanger, voor details zie EN 50518-1/2/3, EN
50136 en VdS 2471, zie ook Meldkamer
Actieve inbraakbeveiliging
Reeds een poging om in te breken wordt gemeld. Dit is
mogelijk door alarmcomponenten die niet alleen de
modernste draadloze technologie combineren met
effectieve mechanische inbraakbeveiliging
(mechatronische melders) maar tegelijk ook het
openbreken van een deur of venster bewaken door
middel van innovatieve magneetveldsensors.
Activeren, deactiveren
"Activeren" van de alarmcentrale hij geeft dan bij in
werking stellen van de inbraakmelder (bijv. deur openen)
alarm; "Deactiveren" van de alarmcentrale hij geeft dan
bij in werking stellen van de inbraakmelder geen alarm;
gevarenmelders worden anders geprogrammeerd: als
bijv. rook wordt gedetecteerd, dan moet hij ook bij
inactieve centrale alarm slaan.
Alarmsysteem
Gebruikelijke aanduiding voor inbraakalarmsysteem dan
wel gevarenalarmsysteem.
Alarmsoort
De volgende alarmsoorten zijn mogelijk bij een
alarmsysteem: intern alarm, lokaal alarm, extern alarm,
stil alarm.
Alarmgever
Apparaat dat een alarmmelding akoestisch (sirene) of
visueel (flitslicht) overbrengt. Ook telefoonkiezers zijn
alarmgevers.
Alarmmelder
Apparaat dat bij een bepaalde gebeurtenis (bijv.
beweging, glasbreuk, trillingen) een bericht naar de
alarmcentrale stuurt.
Alarmcentrale, centrale
De schakelcentrale van het complete alarmsysteem, dat
alle informatie verwerkt, op een passende manier
doorstuurt en erop reageert.
Alarmzone
In elke zone wordt een melder (bij draadloos) dan wel
een groep melders (bij kabel) bewaakt en deze kan apart
geprogrammeerd worden.
APN
Access Point Name
Inleiding
22
ook "toegangspunt" is de naam van de gateway
tussen een backbone van een mobiel netwerk (bijv.
GPRS,3G of 4G) en een extern pakket-gebaseerd
datanetwerk, vaak het openbare internet.
ATS
Alarmtransmissiesysteem
Uitwendige bewaking
Hier worden alle toegangen tot het object bewaakt;
hieronder vallen huisdeuren, terrasdeuren, kelderdeuren,
luiken en alle vensters; hier worden gewoonlijk
openingsmelders, glasbreukmelders en de draadloze
venster-/deurbeveiliging toegepast een verblijf in het
gebouw is bij geactiveerd alarmsysteem te allen tijde
mogelijk.
Buitensirene
Signaalgever voor buiten, gewoonlijk uitgevoerd als
combisignaalgever (sirene + flitslicht).
APL
Afsluitpunt Lijntechniek, eindpunt toegangsnetwerk van
het telefoonnet
Het afsluitpunt lijntechniek (APL) of "huisverdeler voor de
telefoonlijnen" is het einde van de vertakkingskabel van
de deelnemeraansluitleiding binnen het telefoonnet.
Gebruiker
Aan verschillende gebruikers van het alarmsysteem (bijv.
eigenaar, huurder) kunnen afzonderlijke rechten en
gebruikerscodes worden toegewezen.
Gebruikersnavigatie
Elektronisch bestuurde hulpfunctie voor de bediening van
de alarmcentrale.
Bewegingsmelder
Melder die personen herkent aan de hand van zich
voortbewegende warmte (PIR), ultrageluid (US) of
microgolf/"radar" (MW).
Bidirectioneel 2-weg draadloos (2WAY)
Unidirectioneel: activeringscomponenten (bijv.
eenvoudige afstandsbediening) en bedieningsmodules
verzenden alleen commando's naar de alarmcentrale.
Bidirectioneel: aanvullend kunnen deze componenten de
terugkoppeling van de alarmcentrale ontvangen en van
hun kant evalueren (bijv. via LED-aanduiding enz.).
BS8243
British requirements , BS8243 describe a set of methods
for reducing false alarms generated by intruder and hold
up alarm systems.
Inleiding
23
CC/CV-laadmethode voor CC/CV-accu's
De IU-laadmethode, ook wel CCCV genoemd voor
constante stroom en constante spanning, combineert de
laadmethode constante stroom met de laadmethode
constante spanning. In de eerste laadfase wordt de accu
opgeladen met een constante stroom die door de lader
wordt begrensd. Vergeleken met de zuivere constante
spanning-laadmethode resulteert dit in een beperking
van de anders hoge initiële laadstroom. Wanneer de
gekozen eind-laadspanning op de accu is bereikt,
schakelt het systeem over van stroom- naar
spanningsregeling en blijft de lader in de tweede laadfase
met een constante spanning laden, waarbij de
laadstroom automatisch daalt naarmate het laadniveau
van de accu toeneemt. Voor li-ion-accu's kan het
criterium voor het beëindigen van de lading het
onderschrijden van een gekozen minimale laadstroom
zijn.
Chipsleutel / proximitysleutel
Elektronische "sleutel" voor snelle toegang tot het
gebouw zonder het invoeren van een code.
CLIP
Calling Line Identification Presentation
Codering draadloze signalen
Waarborgt een veilige, niet manipuleerbare overdracht
van de signalen tussen de alarmcentrale en zijn
componenten.
Contact-ID, CID
Een protocol voor de gegevensoverdracht aan een
alarmontvanger/meldkamer.
DD243
British requirements for sequential alarm confirmation.
DHCP
Het Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een
communicatieprotocol in de computertechnologie.
Hiermee is de toewijzing van de netwerkconfiguratie aan
clients door een server mogelijk.
Door DHCP is de automatische verbinding van een
computer in een bestaand netwerk zonder handmatige
configuratie mogelijk. Op deze client moet normaal alleen
de automatische toewijzing van het IP-adres ingesteld
zijn. Bij de start van de computer in het netwerk kan hij
het IP-adres, het netwerkmasker, de gateway en de
DNS-server van een DHCP-server toegewezen krijgen.
Zonder DHCP moeten daarvoor enkele instellingen
worden ingevoerd die afhankelijk zijn van het netwerk
waarmee de computer wordt verbonden.
Display
Weergaveveld op de alarmcentrale voor het bedienen en
programmeren van de centrale.
DNS
Het Domain Name System (DNS) is één van de
belangrijkste diensten in IP-based netwerken. De taak
van dit systeem is de beantwoording van aanvragen voor
naamresolutie.
Het DNS werkt als een telefonische informatiedienst. De
gebruiker kent het domein (de naam van een computer in
het IP-netwerk dat door mensen kan worden onthouden)
bijvoorbeeld example.org. Deze stuurt hij als aanvraag.
De URL wordt dan door het DNS omgezet naar het
bijbehorende IP-adres (het "aansluitnummer" in het IP-
netwerk) bijvoorbeeld een IPv4-adres in de vorm
192.168.2.21 en zo naar de juiste computer geleid.
Inleiding
24
Double end of line (DEOL)
Bedradingsvariant bij bekabelde alarmsystemen; ook via
kabels verbonden zones worden zo bekabeld.
Draadmelder, bedrade melder
Alarm- en gevarenmelder die via kabel verbonden is met
de alarmcentrale
Draadzone, draad-alarmzone
Alarmzone via welke een of meerdere bekabelde
melders bewaakt worden (in de regel via
serieschakeling).
AVG
Algemene Verordening Gegevensbescherming
DTMF
Dual Tone Multi Frequency
Toondrukkiezen
Het toondrukkiezen (DTMF, ook toonkiezen) is de
gangbare kiestechniek bij de analoge telefoontechniek.
Wordt gebruikt voor de meldkamerprotocollen FF, CID,
Scancom, Scanfast.
Inbraakalarminstallatie, inbraakalarmsysteem
Alarmsysteem dat inbraak herkent en alarm slaat (in de
omgangstaal "alarminstallatie").
Individuele identificatie van melders
Exacte bepaling mogelijk van welke melder alarm heeft
geslagen (zie ook draadloze alarmzone).
EN 50131
Reeks Europese normen voor alarmsystemen inbraak-
en overvalalarminstallaties
Trillingsmelder
Deze melders detecteren vibraties die bij
inbraakpogingen ontstaan.
Ethernet/LAN
Ethernet is een techniek voor Local Area Networks (LAN)
die software (protocollen, etc.) en hardware (kabels,
verdelers, netwerkkaarten, etc.) voor bekabelde
datanetwerken specificeert.
Externe alarmering
(alarmsoort)
Alarm waarbij alle signaalgevers reageren (binnen +
buiten). Aanvullend wordt de gebeurtenis gemeld aan
een alarmcentrale.
Inleiding
25
Fast Format, FF
Een protocol voor de gegevensoverdracht aan een
alarmontvanger/meldkamer. DTMF-basis
Toegang op afstand/Onderhoud op afstand
Beheer/programmering van de alarmcentrale van buiten
het te bewaken object (bijvoorbeeld via internet)
FSK
Frequency Shift Keying, wordt gebruikt met het
meldkamerprotocol SIA.
Draadloos alarmsysteem
Alarmsysteem waarvan de melders via radiosignalen
(draadloos) verbonden zijn met de centrale (snelle,
gemakkelijke installatie, hoge flexibiliteit).
Draadloze alarmzone, draadloze zone
Zone van de draadloze alarmcentrale, via welke elke
afzonderlijke draadloze melder geïdentificeerd en
bewaakt wordt
Draadloos bedieningspaneel
Voor het gemakkelijk activeren/deactiveren van de
centrale, bijv. in een tweede ruimte (zoals de in- en
uitgangsruimte); verder kan bij het bidirectionele
draadloze bedieningspaneel de status opgevraagd
worden.
Draadloze raambeveiliging / draadloze
deurbeveiliging
Combinatie van mechanische beveiliging en een
elektronische alarmmelder. Bovendien kan een
openbreekbewaking worden gerealiseerd, waardoor
reeds de inbraakpoging wordt gedetecteerd.
Draadloze afstandsbediening
Voor het gemakkelijk, locatieonafhankelijk
activeren/deactiveren van de centrale, status opvragen,
alarm in noodgevallen enz.
Draadloze melder
Alarm- en gevarenmelder die via radiosignalen
(draadloos) met de alarmcentrale zijn verbonden.
Draadloze sleutelschakelaar
Voor het gemakkelijk activeren/deactiveren van de
centrale zonder invoeren van een code (door de sleutel).
Draadloos bereik
De maximale afstand tussen alarmcentrale en draadloze
melder; varieert afhankelijk van de geaardheid van het
gebouw.
Glasbreukmelder
Deze melders reageren op brekend glas. Men
onderscheidt passieve, actieve en akoestische
glasbreukmelders.
Gevarenalarmsysteem, gevarenmeldsysteem
Alarmsysteem dat naast inbraak ook andere
gevaren/noodgevallen herkent en alarm slaat.
Beschermd buitengebied
Gebied buiten gebouwen, dat afgeschermd is tegen
sterke regen (bijv. overdekte ingangen, terrassen)
GMT
Greenwich Mean Time is de middelbare zonnetijd op de
nulmeridiaan. De uitdrukking Greenwich Mean Time
(GMT) wordt vandaag de dag nog voor de tijdszone
"West-Europese tijd" (WET, UTC+0) gebruikt. Met de
door in sommige internetprotocollen in tijdstempels
gebruikte "GMT" wordt UTC bedoeld. Bovendien
gebruiken de meeste elektronische apparaten met tijd en
datum nog steeds het begrip GMT. De tijdszone van de
gebruikerslocatie wordt vaak ingesteld of geselecteerd in
het aantal uren dat de lokale tijd voor (+) of na (−) de
standaard tijd (GMT of UTC) ligt.
Voorbeeld Duitsland:
Wintertijd: UTC/GMT +1
Zomertijd: UTC/GMT +2
GPRS
General Packet Radio Service, afgekort GPRS
(Nederlands: "Algemene pakketgerichte
radiodienst") is de naam voor de pakketgerichte
dienst voor datatransmissie in GSM-netwerken.
GSM
Global System for Mobile Communications (vroeger
Groupe Spéciale Mobile) is een standaard voor volledig
digitale mobiele telefonienetten die hoofdzakelijk voor
telefonie, maar ook voor lijn- en pakketgebonden
gegevensoverdracht en korte berichten (sms) wordt
gebruikt.
Betekent in de engere zin van het woord technologieën
van de 2e generatie.
Wordt echter ook gebruikt als een algemene term voor
alle generaties, 2G=GSM, 3G=UMTS, 4G=LTE.
GSM CME CMS Error Codes
CME Error Codes
GSM Equipment related codes
CMS Error Codes
GSM Network related codes
GUI
Grafische gebruikersinterface, betekent display van de
centrale, programmering en bediening via menuknoppen
op de centrale
Inleiding
26
H/M
Hybride module, HyMo, optionele module voor de
Secvest met bedrade zones en draaduitgangen.
HTTPS
HyperText Transfer Protocol Secure (veilig hypertext-
overdrachtsprotocol) is een communicatieprotocol op
internet om gegevens afluisterveilig over te dragen.
HTTPS wordt gebruikt voor de realisatie van
vertrouwelijkheid en integriteit in de communicatie tussen
webserver en webbrowser (client) op internet. Dit wordt
onder andere bereikt door codering en authenticatie.
Zonder codering zijn gegevens die via het internet
worden verstuurd als tekst leesbaar voor iedereen die
toegang tot het betreffende netwerk heeft.
HyMo
Hybride module, H/M, optionele module voor de Secvest
met bedrade zones en draaduitgangen.
Inleiding
27
IAD
Een Integrated Access Device ("geïntegreerd
toegangsapparaat" ofwel router) is een apparaat voor de
netwerkaansluiting van NGN-aansluitingen bij de
deelnemen.
ICMP
Het Internet Control Message Protocol wordt in
computernetwerken gebruikt om informatie en
foutmeldingen uit te wisselen via het internetprotocol.
ICMP ping.
Ping stuurt een "Echo Request"-pakket (ping) naar het
doeladres van de host om te worden gecontroleerd. Als
de ontvanger het protocol ondersteunt, moet deze
volgens de protocolspecificatie een antwoord
terugsturen: ICMP "Echo-Reply" (pong). Als de
doelcomputer niet kan worden bereikt, antwoordt de
verantwoordelijke router: "Network unreachable" (netwerk
niet bereikbaar) of "Host unreachable" (andere computer
niet bereikbaar).
IMEI
De International Mobile Station Equipment Identity
(IMEI) is een uniek 15-cijferig serienummer aan de hand
waarvan elk mobiele eindapparaat theoretisch eenduidig
geïdentificeerd kan worden.
IMSI
De International Mobile Subscriber Identity (IMSI;
Nederlands: internationale deelnemerherkenning bij
mobiele telefonie) dient in mobiele netwerken voor een
eenduidige identificatie van deelnemers op het net
(interne deelnemerherkenning). De IMSI wordt samen
met andere gegevens op een speciale chipkaart
opgeslagen, de SIM (Subscriber Identity Module). Het
IMSI-nummer wordt wereldwijd eenmalig per klant door
de providers van mobiele telefonie verstrekt. Daarbij
heeft de IMSI niets te maken met het aan de simkaart
toegewezen telefoonnummer.
Binnensirene
Binnensirene voor binnentoepassingen,
optische/akoestische sirene (in aanvulling op
buitensirene)
Binnensirene
Signaalgever voor binnentoepassingen, gewoonlijk als
zuiver akoestische signaalgever (in aanvulling op
buitensirene)
Beveiliging van een ruimte
Hier wordt de binnenruimte van het object beveiligd,
vooral de gedeeltes die een inbreker met hoge mate van
waarschijnlijkheid moet doorkruisen; als regel worden
bewegingsmelders en IR-melders toegepast.
Installatie
Montage van centrale en componenten incl.
inbedrijfstelling.
Interne alarmering
Het alarm klinkt alleen binnen in het gebouw, de
buitensirenes blijven geluidloos.
Intuïtieve bediening
Eenvoudige bediening van een apparaat door een menu
dat de verwachtingen/denkwijze van de gebruiker volgt.
IP
Het Internet Protocol (IP) is een in computernetwerken
ruim verspreid netwerkprotocol
IP-mobiel
Synoniem voor 4G (LTE) en 2G (GPRS) IP-gebaseerde
transmissie
Inleiding
28
Jamming
Een stoorzender maakt de normale ontvangst van
draadloze transmissie van elektromagnetische golven
moeilijk of onmogelijk. De stoorzender stuurt daarbij, net
als de zender die gestoord moet worden, energie in de
vorm van elektromagnetische golven uit en interfereert
geheel of gedeeltelijk met de oorspronkelijke golven.
Combisignaalgever
Gecombineerde signaalgever, bijv. sirene (akoestisch
signaal) + flitslicht (visueel signaal).
Communicatie-uitbreidingen
Voor de overdracht van alarmmeldingen via aanvullende
kanalen, bijv. mobiele telefonie (mobiele module), voor
gesproken en geschreven berichten resp. digitale
protocollen.
Componenten
zie Systeemcomponenten
Inleiding
29
LAN/ethernet
zie Ethernet/LAN
Meldkamer
Zie Meldkamer
Level 1-4
zie toegangsniveau 1-4
Lijn
Ander begrip voor zone, meestal gebruikt bij bekabelde
toepassingen.
Lokale alarmering
(alarmsoort)
Bij dit alarm klinken de signaalgevers binnen en buiten
(buiten moet het akoestische alarm (sirene) in Nederland
na 3 minuten stoppen, het visuele alarm (flits) kan om het
even hoelang doorgaan).
LTE
Long Term Evolution (afgekort LTE, ook 3,9G) is een
term voor de derde generatie mobiele
communicatiestandaard. Eén extensie heet LTE-
Advanced of 4G, deze is achterwaarts compatibel met
LTE in het project Next Generation Mobile Networks
(NGMN). Om marketingredenen wordt LTE al gepromoot
als 4G en LTE-Advanced als 4G+, maar dit is technisch
gezien niet correct.
Met tot 300 megabits per seconde zijn afhankelijk van de
ontvangstsituatie aanzienlijk hogere downloadsnelheden
mogelijk dan bij oudere standaarden.
Het frequentiebereik dat door aanbieder van mobiele
LTE-communicatie voor dit doel wordt gebruikt is
uitsluitend de UHF-frequentieband (ook bekend als de
decimetrische golfband). Daar worden verschillende
frequenties gebruikt, die regionaal variëren in het
middelste en bovenste UHF-bereik van ongeveer 700 tot
2600 megahertz.
Het basisschema van het Universal Mobile
Telecommunications System (UMTS, 3G) wordt
gehandhaafd voor LTE (3,9G). Dit maakt het mogelijk om
de infrastructuur van de UMTS-technologie snel en
kosteneffectief te upgraden naar bijvoorbeeld LTE
Advanced (4G).
MAC
Het MAC-adres (Media Access Control, Ethernet-ID) is
het hardware-adres van iedere afzonderlijke
netwerkadapter voor de eenduidige identificatie van het
apparaat in het netwerk.
Medisch noodgeval
Op personen betrekking hebbend medisch noodgeval
waarbij via de alarmering hulp wordt gehaald.
Mobiel
Synoniem voor de volgende transmissies naar het
mobiele netwerk:
Gesprekken met een telefoonnummer, bijv. +49
173 1234567
Alarmontvanger/meldkamer reporting op basis
van klassieke DTMF of FSK zoals FF, CID, SIA,
Scancom, Scanfast, Tunstall
SMS-verzending
Inleiding
30
A/A
Alleen actief, één gebruiker of één zonetype om het
systeem te activeren.
NC
normally closed, contact of schakelaar die bij aansturing
opent
Maakcontact (NO)
normally open, contact of schakelaar die bij aansturing
sluit
Meldkamer voor noodoproepen of hulpdiensten
Zie Meldkamer
Meldkamer
In een noodcentrale = nood- en servicecentrale
(meldkamer) worden de op het gebied van
aansluitnemers gedetecteerde meldingen, bijvoorbeeld
uit een gevarenalarmsysteem of huis- en
bedrijfstechnische systemen, die via gehuurde
stroomleidingen van energiebedrijven (vaste leidingen),
via het openbare telefoonnet, Datex-P / X.25 / X.31, IP,
GSM, ISDN - in Zwitserland via TUS (Alarmnet) - worden
overgedragen, aangenomen, gedocumenteerd, verwerkt
en de vervolging van de melding (interventie) gestart.
Meldkamers van particuliere beveiligingsdiensten sturen
ook de operaties van de interventieteams
(politie/brandweer).
NTP
Network Time Protocol
Het Network Time Protocol (NTP) is een standaard voor
de synchronisatie van klokken in computersystemen via
communicatienetwerken die werken op basis van
pakketten. NTP gebruikt het verbindingsloze
transportprotocol UDP. Deze is speciaal ontwikkeld om
een betrouwbare tijd te kunnen aangeven in netwerken
met variabele pakket looptijd.
In het algemene taalgebruik wordt met NTP zowel het
protocol als de software-referentie-implementatie
aangeduid. Het Simple Network Time Protocol (SNTP) is
een vereenvoudigde versie van het NTP.
O/C
Open Circuit, open stroomkring
Openingsmelder
De melder herkent wanneer een venster, deur, rolluik,
garagedeur enz. geopend wordt.
Inleiding
31
Perimeterbewaking
Algehele beveiliging van een groot oppervlak in de
periferie of het voorterrein, bijvoorbeeld door IR-melders
en bewegingsmelders op het terrein en/of
bewakingscamera's met intelligente bewegingsdetectie.
Poort
Een poort maakt deel uit van een netwerkadres.
Programmering
Detailinstellingen van de alarmcentrale afhankelijk van
eisen en wensen van de gebruiker (bijv. vastleggen van
zones/deelgebieden).
PSTN
Public Switched Telephone Network, geschakeld
telefoonnet analoog, a/b
Rookmelder
Optische rookmelders redden levens, doordat ze
reageren op rookdeeltjes in de lucht (gewoonlijk giftige
gassen): warmtemelders/warmteverschilmelders
reageren op een maximumtemperatuur (bijv. 65°) of
melden een snelle temperatuurstijging.
Relaisuitgangen
Schakeluitgangen, voor externe apparaten (lichtregeling,
elektrische rolluiken, andere signaalgevers enz.)
Rolling Code (RC)
Rollingcode is een technologie voor optimale
bescherming tegen codescanning en codegrabbing om te
voorkomen dat onbevoegden toegang hebben tot uw
apparaat.
Router
Zie IAD
RSSI
De Received Signal Strength Indication levert een
indicator voor de ontvangen signaalsterkte van
draadloze communicatietoepassingen.
Inleiding
32
S/C
Short Circuit, kortsluiting
Sabotage, sabotagebescherming, manipulatie
Opdat alarmcentrales en componenten niet
gemanipuleerd kunnen worden, wordt elke component
bewaakt op sabotage. Het openen van melders en
lostrekken van kabels leidt ALTIJD tot een alarm.
Gewoonlijk worden de componenten beschermd door
een dekselcontact (alarm bij openen van de melder) en
een muurverwijderingscontact.
Scancom
Een protocol voor zorgnoodoproep.
Scancom is hetzelfde als Scanfast alleen dan van kanaal
8. Kanaal 8 wordt hier gebruikt om een 2-weg
spraakverbinding tussen centrale en meldkamer te
maken.
Scanfast
Een protocol voor zorgnoodoproep
Scanfast is hetzelfde als Fast Format. Hier worden echter
alleen kanaal 2 (zorgnoodoproep) en kanaal 3
(inactiviteit) gebruikt. De kanalen 1,4,5,6,7,8 zijn altijd "5"
(ongebruikt).
Inschakelen, uitschakelen
Alarmcentrale activeren/alarmcentrale deactivering.
Inschakelcomponenten
Apparaten waarmee de alarmcentrale
geactiveerd/gedeactiveerd kan worden (bijv.
afstandsbediening, sleutelschakelaar, bedieningspaneel).
SD-kaart, micro SD-kaart
Micro SD geheugenkaart voor het opslaan van:
Toepassingssoftware in de map INSTALL
Taalbestanden in de map INSTALL
Beelden van de TVIP41550 in de map IMG_X
Configuratie van de centrale tijdens de back-up
via de GUI in de CONFIG-map
Traces in de map TRACE
Voor beelden en dergelijke is een ringgeheugenfunctie
geïntegreerd. De centrale controleert hiervoor elke
minuut of het geheugen vol is of niet.
Als de SD-kaart vol is, worden de oudste opnames
automatisch gewist. U krijgt echter toch de foutmelding
"SD-kaart vol". Om deze foutmelding te kunnen
bevestigen, moeten gegevens handmatig van de SD-
kaart worden gewist.
Gevaar
Gegevensbescherming
Let op de aanwijzingen op de SD-kaart in het
hoofdstuk "Buitenbedrijfname van de
centrale".
Security-frequentieband(868 MHz)
Dit frequentiebereik is door de overheid vrijgegeven voor
de beveiligingsbranche op deze frequenties is
interferentie met draadloze signalen van draadloze
hoofdtelefoons, mobiele telefoons, garagedeuropeners
enz. zo goed als uitgesloten.
Europa: Vastlegging van het frequentiegebruik door de
Conférence européenne des administrations des postes
et télécommunications (CEPT)
Duitsland: BNetzA-Bundesnetzagentur
Oostenrijk: het frequentiegebruiksschema wordt door het
Ministerie van Verkeer, Innovatie en Technologie
gepubliceerd:
Zwitserland: Het frequentiegebruiksschema heet in
Zwitserland Nationaler Frequenzzuweisungsplan (NaFZ)
en wordt door de BAKOM gepubliceerd:
Seismische sensor
zie Trillingsmelder
SELV
Lage veiligheidsspanning (Safety Extra Low Voltage).
Server
Een server (Engels: to serve = bedienen) is een
programma dat wacht totdat de client contact opneemt
om een bepaalde dienst voor hem te verrichten.
SHA
SHA-2 (Engels voor secure hash algorithm, veilig hash-
algoritme) is de koepelterm voor de vier cryptologische
hash-functies SHA-224, SHA-256, SHA-384 en SHA-
512, die in 2001 door NIST uit de VS als opvolger van
SHA-1 werd gestandaardiseerd.
SIA
Een protocol voor de gegevensoverdracht aan een
alarmontvanger/meldkamer.
SIA-IP (DC-09)
Een protocol op IP-basis voor de gegevensoverdracht
(bijv. FF, SIA of CID) aan een meldkamer.
SG
Signaalgever, geluidsgenerator, sirene
Signaalgever
Alarmgever die bij het desbetreffende commando van de
centrale alarm slaat (sirene, flitslicht enz.).
SIM
Inleiding
33
Subscriber identity module, chipkaart voor mobiele
telefoons
Sms
Short Message Service ("dienst voor korte berichten") is
een telecommunicatiedienst voor de overdracht van
tekstberichten die oorspronkelijk is ontwikkeld voor
mobiele gsm-telefonie en nu ook in het vaste telefoonnet
beschikbaar is.
SMSC
Short Message Service Centre (centrale voor korte
berichten)
F-SMSC = SMSC voor vaste telefoonnetten
SMTP, SMTP-server
Simple Mail Transfer Protocol
Het Simple Mail Transfer Protocol (SMTP, in het
Nederlands zoiets als eenvoudig e-mailtransportprotocol)
is een protocol uit de internetprotocolfamilie voor het
uitwisselen van e-mails in computernetwerken.
Het protocol wordt vooral gebruikt voor het ver- en
doorsturen van e-mails. Voor het afhalen van berichten
worden andere, gespecialiseerde protocollen gebruikt
zoals POP3 en IMAP.
SMTP-servers nemen traditioneel de verbindingen op
poort 25 ("smtp") in ontvangst. Nieuwe servers gebruiken
ook poort 587 om voor geauthentiseerde gebruikers
mails te ontvangen, die aan andere mailservers moeten
worden afgeleverd ("submission").
SNTP
Simple Network Time Protocol
Het Network Time Protocol (NTP) is een standaard voor
de synchronisatie van klokken in computersystemen via
communicatienetwerken die werken op basis van
pakketten. NTP gebruikt het verbindingsloze
transportprotocol UDP. Deze is speciaal ontwikkeld om
een betrouwbare tijd te kunnen aangeven in netwerken
met variabele pakket looptijd.
In het algemene taalgebruik wordt met NTP zowel het
protocol als de software-referentie-implementatie
aangeduid. Het Simple Network Time Protocol (SNTP) is
een vereenvoudigde versie van het NTP.
Spraakkiezer
Component in de centrale voor het overbrengen van
spraakberichten. De alarminformatie wordt als tekst
overgedragen. De over te dragen tekst wordt met een
microfoon op de centrale opgenomen.
SSL
Secure Sockets Layer is een netwerkprotocol voor het
veilig overbrengen van gegevens
Transport Layer Security (TLS, Nederlands:
transportlaagveiligheid), bekender onder de naam van
zijn voorganger Secure Sockets Layer (SSL), is een
hybride coderingsprotocol voor een veilige
gegevensoverdracht via het internet. Sinds versie 3.0
wordt het SSL-protocol onder de nieuwe naam TLS
verder ontwikkeld en gestandaardiseerd, waarbij versie
1.0 van TLS overeenkomt met versie 3.1 van SSL.
TLS-codering wordt vandaag de dag voornamelijk
gebruikt met HTTPS. De meeste webservers
ondersteunen TLS 1.0, vele ook SSLv2 en SSLv3 met
vele coderingsmethoden.
Status
Toestand van de alarmcentrale: geactiveerd
("geactiveerd"), intern geactiveerd of gedeactiveerd
("uitgeschakeld").
Statusterugkoppeling
Terugkoppeling van de alarmcentrale aan een module
(activeringscomponent, infomodule enz.) over zijn
actuele status.
Statuscontrole
Bevraging van de alarmcentrale over de status van het
systeem (bijv. via een druk op de knop van de draadloze
afstandsbediening).
Stil alarm
(alarmsoort)
Bij dit alarm klinkt geen enkele signaalgever (binnen en
buiten blijft alles rustig); ongemerkt wordt een meldkamer
gewaarschuwd (inbrekers moeten niet weggejaagd maar
betrapt worden, overvallers moeten niet geprovoceerd
worden enz.).
Supervisie
De centrale bewaakt of melders aanwezig en actief zijn.
De componenten melden zich ca. om de 4 min. Bij uitval
van statusmeldingen gedurende een langere tijd reageert
de centrale.
Inleiding
34
TAE
Telecommunicatie-aansluitingseenheid is een in
Duitsland gebruikte stekkersoort voor
telefoonaansluitingen.
Wordt gebruik voor de aansluiting aan het openbare
telefoonnet bij analoge telefoonaansluitingen van extra
apparaten als a/b-interface.
Manipulatie
zie Sabotage
TAP
Telocator Alphanumeric Protocol, transferprotocollen
voor korte berichten
Technische schade
Bijvoorbeeld waterschade, ontsnappen van gassen enz.
(beveiliging alleen door speciale gevarenmelders)
Deelgebieden
Een alarmsysteem kan worden onderverdeeld in
deelgebieden. Iedere deelgebied functioneert dan als
een apart alarmsysteem.
Elke deelgebied (bijv. woning, werkplaats) kan
afzonderlijk bediend en geprogrammeerd worden en een
willekeurig groot aantal zones/melders omvatten.
Telefoonkiezer
Apparaat waarmee de alarmmeldingen van een centrale
via de telefoonlijn verzonden worden. Telefoonkiezers
kunnen reeds in de alarmcentrale geïntegreerd zijn of er
als extra componenten aan toegevoegd worden.
TNV
Spanning van telecommunicatienetwerk
(Telecommunications Network Voltage)
Tunstall
Een protocol voor zorgnoodoproep
Interferentie
Zie jamming
TS
Transmissiesysteem volgens EN 50136
UCP
Universal Computer Protocol
UMTS
Het Universal Mobile Telecommunications System
(UMTS) is een mobiele communicatiestandaard van
de derde generatie (3G), waarmee aanzienlijk hogere
datatransmissiesnelheden worden bereikt (tot 42
Mbit/s met HSPA+, anders max. 384 kbit/s) dan met
de tweede generatie (2G) de GSM-standaard(tot 220
kbit/s met EDGE, anders max. 55 kbit/s met GPRS).
UTC
Universal Time Coordinated, de gecoördineerde
wereldtijd is de huidige geldige wereldtijd, zie ook GMT.
Inleiding
35
VdS
Verband der Schadensversicherer. Legt richtlijnen vast
voor verschillende veiligheidsniveaus.
VDS-A voor privégebruik
VDS-Home voor Home-Gevaren-Management-Systemen
VDS-B voor zakelijk gebruik
VDS-C voor banken en juwelierszaken (hoge
bedrijfsrisico’s)
WAN
Een Wide Area Network is een computernetwerk dat
zich, in tegenstelling tot een LAN, uitstrekt over een zeer
groot geografisch gebied. Populair wetenschappelijk
synoniem voor internet.
Watermelder
Voor de detectie van waterschade/overstroming,
bestaande uit een basisapparaat en een watervoeler
(voeler altijd monteren op de plaats die bij een
waterschade als eerste overstroomd wordt).
WBI
Webinterface, betekent toegang tot de webserver van de
centrale via een webbrowser
Inleiding
36
Certificeringen
Keurmerk van onafhankelijke instituten die een hoge
kwaliteit en veiligheid van alarmsystemen bekrachtigen
(in Duitsland relevant: certificering volgens UVV-Kassen
en VdS schadepreventie).
Zone
Ander woord voor lijn. Beschrijft een afgesloten
stroomkring waarop de alarm- resp. sabotagecontacten
zijn aangesloten en met de inbraakalarmcentrale
verbonden zijn. Bij functies wordt in de regel per melder
een draadloze zone gebruikt.
Toegangsniveau 1-4
Toegangsniveau 1-4 of ook level 1-4 genoemd,
overeenkomstig
EN 50131-1 paragraaf 8.3.1
EN 50131-3 paragraaf 8.3.1
EN 50136-2 paragraaf 5.2
EN 50136-3 paragraaf 6.2
Toegangsniveau 1
Toegang voor iedereen
Toegangsniveau 2
Gebruikerstoegang, bijv. door een bediener
Toegangsniveau 3
Gebruikerstoegang, bijv. door personeel van een
beveiligingsfirma
Toegangsniveau 4
Gebruikerstoegang, bijv. door de fabrikant van de
inrichting
Aanwijzing:
Toegangsniveau 4 wordt bij een wijziging van de
bedrijfssoftware toegepast zonder een sabotage-
inrichting aan de centrale of de aanvullende
bedieningsinrichting geactiveerd te hebben.
Geforceerd actief, geforceerd scherp
Zones met dit attribuut worden als ze geopend zijn bij het
activeren van het alarmsysteem of een deelgebied
automatisch verborgen.
Inleiding
37
Fout- en sabotagebewaking centrale
De centrale bewaakt continu de fout- en sabotagetoestanden. Het volgende wordt bewaakt:
Sabotagecontact:
De sabotagecontacten van de centrale worden continu bewaakt.
Supervisie
De centrale bewaakt continu de supervisiemeldingen van de componenten aan de centrale.
Jamming/interferentie:
De centrale bewaakt interferentiepogingen van het radiosignaal en bewaakt interferentiepogingen van het
radiosignaal op geselecteerde componenten. Als er daar jamming wordt herkend, wordt de melding "Jamming
of interferentie" naar de centrale gezonden.
Zone-aansluitingen
Communicatie-aansluitingen
Voedingsspanning:
De centrale bewaakt de voedingsspanning onder belasting en registreert storingen.
Belasting op de spanningsuitgangen.
Tijdscondities
De centrale zo ontworpen dat wijzigingen van zonetoestanden die minimaal 400 ms duren worden herkend (EN50131-
1 hoofdstuk 8.9.1 en EN50131-3 hoofdstuk 8.9 en bijlage B).
Inbraak-, overval- of sabotagesignalen moeten minimaal 400ms duren.
De centrale zo ontworpen dat wijzigingen van storingstoestanden (storingssignalen) die minimaal 10 ms duren worden
herkend (EN50131-1 hoofdstuk 8.9.1 en EN50131-3 hoofdstuk 8.9 en bijlage B).
Monteren/installeren
38
Monteren/installeren
Aansluitingsoverzicht, contactstrip
Nr.
Omschrijving/functie
Nr.
Omschrijving/functie
1
DC IN 13,8V +:
aansluiting voedingsspanning 13,8 V
6
NO2, C2, NC2 relaisuitgang 2:
potentiaalvrij relaiscontact, 30VDC, 24VAC rms,
500 mA
2
0V, 12V Aux:
spanningsuitgang 13,8 V
Aanwijzing
Bij stroomuitval wordt deze uitgang niet door de
accu gebufferd. Bij stroomuitval is de
uitgangsspanning gelijk aan 0 V.
7
OP3/4 transistoruitgangen:
voor een bedrade sirene, flitslicht en akoestische
signaalgever
Open drain Transistor-uitgang
500mA 13,8VDC
Aanwijzing
Bij stroomuitval dalen deze uitgangen tot 0 V.
3
Z303, Z304:
Bedrade zones 303 en 304
8
TR Tamper Return:
Sabotage-ingang voor de sabotage-uitgang van
een bedrade sirene
Aanwijzing
In de afleveringstoestand wordt een draadbrug op
0V aangesloten. Er verschijnt dus geen foutmelding
(sabotage) als er geen bedrade sirene is
aangesloten.
Monteren/installeren
39
4
Z301, Z302:
Bedrade zones 301 en 302
9
TRB Trouble:
Storingsmeldingsingang voor de storingsuitgang
van een bedrade sirene
Aanwijzing
In de afleveringstoestand wordt een draadbrug op
0V aangesloten. Er verschijnt dus geen foutmelding
(storing) als er geen bedrade sirene is aangesloten.
5
NO1, C1, NC1 relaisuitgang 1:
potentiaalvrij relaiscontact, 24VAC rms/500mA
Monteren/installeren
40
Montageplaat aan de wand bevestigen
Positie van het draadloze alarmsysteem
(centrale)
Aanwijzing
De centrale moet uit het zicht van mogelijke
inbrekers gepositioneerd worden, op een veilige
plaats die voor de gebruiker gemakkelijk
toegankelijk is.
De centrale dient op een vlakke ondergrond
bevestigd te worden, waardoor verzekerd is dat
de sabotagebescherming aan de achterzijde
gesloten is als de centrale gemonteerd is.
De centrale moet op een comfortabele hoogte
(tussen 1,5 en 2 m) aangebracht worden.
Aanwijzing
Bij aanwezigheid van kleine kinderen dient de
centrale buiten hun reikwijdte gemonteerd te
worden.
Aanwijzing
Positioneer de centrale zo, dat signaaltonen ook
buiten het bewaakte object hoorbaar zijn.
Positioneer de centrale binnen een bewaakte
zone zo, dat een onbevoegde persoon de centrale
niet kan bereiken zonder een bewaakte ruimte te
passeren als het systeem is geactiveerd is.
De centrale moet in de omgeving van een
stopcontact resp. voeding gemonteerd worden.
Als er een telefoonkiezer wordt gebruikt, moet de
centrale met een telefoonaansluiting worden
verbonden.
De centrale moet een afstand van minimaal 1
meter bewaren ten opzichte van metalen
voorwerpen (bijv. spiegels, radiatoren).
Montageplaat bevestigen
Gevaar
De centrale wordt van spanning voorzien via een
ingebouwde voeding.
De voeding wordt via een afzonderlijk gezekerde
leiding verbonden met het 230VAC-
elektriciteitsnet.
De aansluitwerkzaamheden aan het
elektriciteitsnet zijn onderworpen aan
landspecifieke bepalingen.
Ervoor zorgen dat de voedingskabel spanningsvrij
is en beveiligd tegen opnieuw inschakelen.
Aanwijzing
Wij raden aan om een ferrietelement aan te
brengen op de 230V-voedingskabel.
Bijv. Ferriet Würth 742 711 32S of 742 715 3
Dit voorkomt een mogelijke storing van de
centrale als binnen het toelaatbare bereik van
EMC-richtlijn toch een zeer sterke
elektromagnetische interferentie optreedt.
Gevaar
Ga na of zich in de wand bij de gekozen
montagelocatie geen leidingen bevinden!
1.
Boor met behulp van de boorsjabloon uit de
beknopte handleiding de bevestigingsgaten in de
wand.
2.
Draai de schroef aan de onderkant van de behuizing
eruit.
3.
Klap de behuizing voorzichtig open.
4.
Trek de stekker van de bandkabel voorzichtig uit de
kabelconnector van de printplaat.
5.
Maak het bovenste deel van de behuizing los van
het onderste deel.
Monteren/installeren
41
Aanwijzing
Let er bij de montage op dat de behuizing-
sabotageschakelaar (1) contact heeft met de
wand!
Let erop dat het onderste deel en de ingebouwde
componenten bij het vastdraaien van de
schroeven niet beschadigen en dat alle schroeven
goed vastgedraaid zijn!
6.
Bevestig het onderste deel aan de wand.
7.
Sluit het apparaat in stroomloze toestand vakkundig
op het elektriciteitsnet aan.
8.
Monteer het zadel voor trekontlasting.
9.
Verbind de netwerkkabel met aansluiting op de
printplaat.
10.
Plaats de accu('s) in het accuvak.
Componenten aansluiten
Over inbraakalarmcentrales in het algemeen
Onoordeelkundige of slordige
installatiewerkzaamheden kunnen leiden tot
verkeerde interpretaties van signalen en
dientengevolge tot ongewenste alarmen.
De kosten voor mogelijke acties van
reddingsdiensten zoals: brandweer of politie, moet
de gebruiker van de installatie betalen. Lees
daarom deze gebruiksaanwijzing nauwgezet door
en let bij de installatie van het systeem op een
nauwkeurige aanduiding van de toegepaste
leidingen en componenten.
11. Sluit alle componenten op de contactstrip aan.
12. Controleer of alle verbindingen goed zijn
aangesloten.
Belangrijk:
Bij het aansluiten van componenten met een externe
aparte voeding moet een potentiaalvereffening worden
geïnstalleerd via alle aardaansluitingen, 0V- of min-
aansluitingen. Zo krijgt u gedefinieerde signaalniveaus op
de verbindingsdraden tussen de componenten.
Belangrijk:
In een veiligheidssysteem is ook een sabotagebewaking
van de bedrading tussen de componenten belangrijk of
noodzakelijk.
Belangrijk:
Leg de kabels zo dat ze niet ingeklemd kunnen raken.
Belangrijk:
In de afleveringstoestand levering is een draadbrug
aangesloten tussen de TR (Tamper Return) en 0V
klemmen en tussen de TRB (Trouble) en 0V klemmen. Er
verschijnt dus geen foutmelding (sabotage of storing) als
er geen bedrade sirene is aangesloten.
Belangrijk:
Houd er rekening mee dat gestripte draadeinden niet
in contact mogen komen met geleidende
oppervlakken of contacten op de printplaten.
Isoleer indien nodig ongebruikte gestripte
draadeinden.
Optionele mobiele module inbouwen
Indien aanwezig:
Steek de mobiele module op de kabelconnector (CON 7
GSM/GPRS) van de printplaat. Let er daarbij op dat geen
elektronische componenten worden beschadigd. Probeer
deze niet aan te raken.
(zie ook de installatiehandleiding van de betreffende
module voor mobiele telefonie).
Monteren/installeren
42
MicroSD-kaart inbouwen
1.
Steek de SD-kaart in de SD-kaarthouder op de
printplaat als deze niet reeds voorgeïnstalleerd is.
2.
Controleer of de SD-kaart goed in de kaarthouder zit.
Afsluitende maatregelen
1.
Controleer om vals alarm te voorkomen of alle
verbindingen zich in goede staat bevinden en
vastzitten.
2.
Verbind de stekker van de bandkabel van de
bovenkant van het apparaat met de kabelconnector
(CON 2) op de printplaat.
De centrale software herkent automatisch het type van
het bovenste deel van de behuizing, touchfront of
toetsenfront.
Bij het inschakelen controleert de software welk front
ingebouwd is.
Dit betekent dat de bedieningsinterface en enkele
functies wijzigen om het Secvest touchfront of het
Secvest toetsenfront te ondersteunen.
Als de software een touchfront herkent, wisselt deze naar
de Secvest touchmodus. Anders ondersteunt de software
de Secvest toetsmodus.
Aanwijzing:
Details zie gebruikershandleiding paragraaf 10.5.1
"Functies"
3.
Steek de stekker van de aansluitkabel van de
accu('s) in de connector (BATT1 CON8, BATT2
CON9) op de printplaat.
Na het aansluiten van de accu wordt de installatie
ingeschakeld.
Schakel ook de hoofdstroomvoorziening in.
Steek ofwel de externe netstekkervoeding in het
stopcontact of schakel de stroomkring, waarmee de
Secvest met 230 V wordt gevoed, opnieuw in.
Tip:
Door het verwijderen en opnieuw aansluiten van de 230
V hoofdzekering binnen de Secvest, kunt u een uit/aan
van de 230 V voeding initiëren.
4.
Sluit voorzichtig de behuizing door deze eerst boven
in de daarvoor bestemde haakjes vast te zetten,
naar beneden te klappen en in de vergrendelpunten
te duwen.
5.
Sluit de behuizing af met de schroef aan de
onderkant van het apparaat.
Vervangen van het bovenste deel, touchfront,
toetsenfront
Ga daarbij in de volgende volgorde te werk:
Upgrade van de centrale software naar de
nieuwste versie (ondersteuning Secvest Touch,
software >=2.01.08).
Koppel de centrale volledig los van zijn voeding,
accu('s) en externe voeding.
Vervang het front.
Verbind de centrale opnieuw compleet met zijn
voeding, accu('s) en externe voeding.
Anders kan het tot storingen m.b.t. de
contactgevoeligheid van de touchtoetsen en de Prox-
functie leiden.
In bedrijf nemen
43
In bedrijf nemen
Eerste inbedrijfstelling/fabrieksreset
Aanwijzing
Om het draadloze alarmsysteem via de webserver
te kunnen bereiken moet de installatie- of
startwizard worden uitgevoerd.
1.
Verbind uw pc met het netwerk van uw klant.
2.
Schakel de voeding in.
3.
Volg de installatie- of startwizard op de centrale.
4.
Selecteer:
De door u gewenste menutaal
De gewenste softwareversie voor de
alarmcentrale
Uw land voor de landspecifieke instellingen
De datum van vandaag
De momentele tijd
Omschakeling tussen zomers- en wintertijd
automatisch of handmatig.
A/C foutmelding bij 230V-voeding. U ontvangt
foutmeldingen bij het optreden van storingen.
Foutmelding over externe gelijkstroom bij 13,8V
DC-voeding. U ontvangt foutmeldingen bij het
optreden van storingen.
Accu 2 als ook deze moet worden gebruikt.
Het type van de draadzone (bijv. 2-draads FSL
2k2/4k7)
Of de toegang via de webserver toegestaan is of
niet als standaard is "toegestaan" ingesteld
Of de installatie het IP adres automatisch moet
verkrijgen of dat u het IP adres handmatig wilt
invoeren
o Automatisch: DHCP aan
o Handmatig: DHCP uit, de volgende menu's
verschijnen om gegevens in te voeren:
o IP-adres
o IB-subnetmasker
o Gateway IP-adres
o Eerste IP-adres van DNS-server
Interne HTTP-poort
In het overzicht wordt dan het volgende weergegeven
o het IP-adres van het draadloze
alarmsysteem
o DHCP ON/OFF
o de actuele softwareversie
o het serienummer van het draadloze
alarmsysteem
o het artikelnummer van het draadloze
alarmsysteem
Noteer het IP-adres!
Alarmontvanger/meldkamer reporting, of er
berichten naar de meldkamer moeten worden
gestuurd
de lengte van de toegangscode: 4 of 6 cijfers.
de installateurscode (software >=1.01.00)
de administratorcode (software >=1.01.02)
5.
In het overzicht wordt dan het volgende
weergegeven:
de voorlopige inloggegevens voor installateur en
administrator
6.
Het bericht "Controleer of er nieuwe software
beschikbaar is" verschijnt.
De controle vindt plaats in de installateursmodus.
U kunt dit ook controleren in het Level4-gebruikersmenu
en dan direct een software-upgrade uitvoeren.
7.
Open op uw pc de webbrowser en voer het door de
centrale weergegeven IP-adres in. U kunt ook de
ABUS IP Installer gebruiken om de centrale weer te
geven en automatisch toegang tot de centrale te
krijgen. Deze vindt u in de downloadsectie op
www.abus.com
8.
Maak via de webbrowser een verbinding met het
draadloze alarmsysteem.
Aanwijzing
Bij de eerste installatie van de centrale kan het tot
drie minuten duren totdat via de webbrowser
toegang kan worden verkregen tot het draadloze
In bedrijf nemen
44
alarmsysteem, omdat hierbij automatisch het SSL-
certificaat wordt gegenereerd.
Een beeldscherm met de volgende melding
verschijnt: SSL-certificaat wordt gemaakt, dit kan
enkele minuten duren.
Gedurende deze tijd zijn er geen netwerkfuncties
beschikbaar.
Aanwijzing
De volgende aanwijzing verschijnt:
Netwerkinitialisatie, een ogenblik geduld a.u.b. ...
9.
Meld u als installateur aan op het draadloze
alarmsysteem.
Aanwijzing
Het gebruik van een vast IP-adres in plaats van
een dynamisch toegewezen IP-adres ( DHCP)
kan in bepaalde gevallen voordelig zijn.
Sommige routers bijvoorbeeld wijzen na een
bepaalde tijd andere IP-adressen toe aan hun
clients. Andere apparaten kennen dit nieuwe IP-
adres dan nog niet.
Bij reeds geïnstalleerde installatie
1.
Meld u als installateur aan op het draadloze
alarmsysteem.
2.
Gaat u in het menu naar het volgende submenu:
Info>Communicatie>Ethernet.
3.
Noteer het IP-adres.
4.
Meldt u zich af bij de centrale.
5.
Open nu op uw pc de webbrowser en voer het door
de centrale weergegeven IP-adres in.
6.
Open nu op uw pc de webbrowser en voer het door
de centrale weergegeven IP-adres in.
7.
Meld u nu als installateur met uw gebruikersnaam en
wachtwoord aan op de webserver.
Inloggen op het draadloze alarmsysteem
1.
Open uw webbrowser.
2.
Voer het gevonden IP-adres in de volgende vorm in:
xxx.xxx.xxx.xxx.
Er wordt dan automatisch op https omgeschakeld.
Aanwijzing
Zolang een gebruiker (bediener, installateur)
direct op het draadloze alarmsysteem is ingelogd,
krijgt u om veiligheidsredenen geen toegang via
de webbrowser!
Aanwijzing
Afhankelijk van de browser wordt u erop gewezen,
dat de verbinding / het certificaat onveilig is.
Bevestig de veiligheidsuitzondering en sla deze
op.
3.
Laad de pagina. Het inlogbeeldscherm opent.
4.
Meld u aan als installateur met de gebruikersnaam
en het installateurswachtwoord.
Aanwijzing voor software <1.01.00
Standaardwachtwoord voor installateur is 9999(99)
5.
Klik op de knop Inloggen of druk op de entertoets
op uw toetsenbord.
6.
Het hoofdmenu verschijnt:
Software >=3.00.03
De software vraagt na het inloggen automatisch aan de
ABUS FTP-server: "Is er nieuwe software beschikbaar?".
Als de FTP-server deze vraag met "Ja " beantwoordt,
verschijnt het volgende pop-upmenu.
In bedrijf nemen
45
Klik op de knop Annuleren.
Meer details over een software-upgrade vindt u in het
hoofdstuk Software-upgrade in de bijlage.
Aanwijzing
Een software-upgrade via de webserver mag uitsluitend
worden uitgevoerd door een gebruiker van het type
Level4.
Afmelden van het draadloze alarmsysteem
Klik op de knop Afmelden.
Als u rechtstreeks aan de centrale werkt, druk dan op de
menutoets "Verlaten".
Belangrijk!
Opslag instellingen:
Software <2.00.00
Als u wijzigingen in de installateursmodus aanbrengt,
bewaart de Secvest deze wijzigingen in het tijdelijke
geheugen tot u de installateursmodus verlaat.
Als u de installateursmodus verlaat, schrijft de centrale
deze wijzigingen in een permanent geheugen.
Als u de centrale volledig stroomloos schakelt
ALVORENS u de installateursmodus verlaat, zal de
centrale alle wijzigingen verliezen.
Let erop dat dit niet van toepassing is als u de
fabrieksinstellingen herstelt; deze wijziging vindt
onmiddellijk plaats.
Software >=2.00.00
Als u wijzigingen in de installateursmodus uitvoert,
worden deze na bevestiging direct in het permanente
geheugen van de Secvest geschreven.
Ze blijven ook bij een stroomuitval voordat de
installateursmodus wordt verlaten behouden.
Belangrijk!
Automatische afmeldingsfunctie:
Net als bij de Secvest is ook bij de webinterface en de
Secvest-app een automatische afmeldingsfunctie
beschikbaar.
Installateurs of Level4-gebruikers zijn op de
webinterface aangemeld. Bij inactiviteit vindt er
een automatische afmelding plaats na 1 uur.
iOS-/Android-app: De geopende app wordt na
4:15 minuten overeenkomstig VdS 3169-
standaard gesloten als er geen gegevens worden
ingevoerd.
o Als "PIN onthouden" op nee is ingesteld.
Normale gebruikers of administrator zijn
aangemeld. Bij inactiviteit vindt er een
automatische afmelding plaats na 1 minuut.
Belangrijk!
Tijdschema's actief/inactief, weekplanner
Vraag de gebruiker van de centrale naar een eventueel
geprogrammeerd tijdschema in het gebruikersmenu.
Wanneer de centrale in de installateursmodus staat,
worden geplande gebeurtenissen uitgesteld. Ze worden
NIET geannuleerd.
Verschoven gebeurtenissen worden uitgevoerd bij het
verlaten van de installateursmodus.
Dit betekent dat de centrale na het verlaten van de
installateursmodus in de door de gebruiker gewenste en
voor dat tijdstip geprogrammeerde toestand komt te
staan.
Programmeren/configureren
46
Programmeren/configureren
Aanwijzingen
Lees in de gebruikershandleiding meer details over het
activeren en deactiveren van het systeem, over het
gedrag van de centrale en de display
(gebruikersinterface).
De draadloze alarmcentrale wordt in de
installateursmodus geprogrammeerd/geconfigureerd.
Er zijn twee mogelijkheden om de draadloze
alarmcentrale te programmeren/configureren:
via het bedieningsveld direct op de draadloze
alarmcentrale.
via een webbrowser van de geïntegreerde
webserver.
Hieronder wordt hoofdzakelijk het
programmeren/configureren van de draadloze
alarmcentrale via de geïntegreerde webserver
uitgelegd.
Met de geïntegreerde webserver kunnen alle
instellingen van het draadloze alarmsysteem
comfortabel met een internetbrowser worden
uitgevoerd.
Software < 2.00.00
Draadloze componenten worden direct op de
(draadloze) alarmcentrale
geprogrammeerd/geconfigureerd.
Software >= 2.00.00
Het programmeren/configureren van
(draadloze) componenten kan direct aan de
draadloze alarmcentrale of via de webserver
gebeuren.
Neem ook een kijkje in de bijlage
"Standaardwaarden/fabrieksinstellingen".
Dit hoofdstuk bevat referentie-informatie over de opties
die in de installateursmodus ter beschikking worden
gesteld.
Programmeren/configureren
47
Bedieningselementen van de menu's
Nr.
Omschrijving/functie
Nr.
Omschrijving/functie
1
Informatiebalk
Actief hoofdmenu, hier: "Info" met verdere
submenu's
4
Lijst met hoofdmenu's
De hoofdmenu's worden weergegeven
2
Knop voor onlinehelp
Met een klik op deze knop verschijnt de actuele
documentatie in PDF-formaat.
Deze documentatie kan ook lokaal worden
opgeslagen.
5
Lijst met submenu's
De submenu's van het actieve hoofdmenu
worden weergegeven
Klik op het submenu om dit te openen en naar de
instellingen te gaan
3
Uitlogknop
Een klik op deze knop logt de gebruiker uit van
het systeem.
Programmeren/configureren
48
Inlogbeeldscherm
Nr.
Omschrijving/functie
Nr.
Omschrijving/functie
1
Invoerveld voor gebruikersnaam
Voer hier de installateurs in.
Let op het gebruik van hoofdletters en kleine
letters.
3
Knop voor aanmelden
2
Invoerveld voor wachtwoord
Geef het installateurswachtwoord in.
Aanwijzing voor software <1.01.00
Standaardwachtwoord voor installateur is
9999(99).
Let op het gebruik van hoofdletters en kleine
letters.
Aanwijzing
Na 15 minuten zonder activiteit wordt u
automatisch uitgelogd.
U dient dan opnieuw in te loggen.
Programmeren/configureren
49
Hoofdmenu
Nr.
Aanduiding/functie
Pag.
Nr.
Omschrijving/functie
Pag.
1
INFO
Algemene informatie over:
De centrale (software- en
hardwarestatus)
De communicatie
De hybride module
De klantspecifieke aanpassing
(customization)
52
4
Uitgangen
Overzicht/configuratie van de uitgangen:
Draadloze uitgangen
Bedrade uitgangen
Hymo-uitgangen
Combi-uitgangen
108
2
Status
Informatie over de status van de
deelgebieden van het alarmsysteem
63
5
Deelgebieden
Overzicht/configuratie van de deelgebieden
127
3
Componenten
Overzicht/configuratie van de
componenten:
IP-zones
Draadloze zones
Bedrade zones
HyMo-zones
Draadloos bedieningspaneel
Buitensirenes, draadloze sirenes,
draadsirenes
Infomodule/binnensirene
UVM
Deursloten
RF Repeater
Hybride module
64
6
Systeem
Overzicht/configuratie van het alarmsysteem:
Algemeen
Installateurgegevens
Gebruikerstoegang
Gebruiker resetten
Bevestiging
Hardware
Instellingen Veiligheid
Back-up/herstellen
Upgrade centrale software <1.01.00
Bericht
152
Programmeren/configureren
50
Binnen-signaalgever
Programmeren/configureren
51
Nr.
Aanduiding/functie
Pag.
Nr.
Omschrijving/functie
Pag.
7
Communicatie
Overzicht/configuratie van de
communicatie-interfaces en soort
transmissie
Netwerk
Meldkamer reporting
Zorgmelding
Spraakkiezer
Sms
E-mail
communicatie-opties
Contacten
204
9
Logboek
Overzicht van storingen, gebeurtenissen en
toestanden op alle componenten van het
alarmsysteem
302
8
Zorgmelding
Overzicht/configuratie van de
zorgnoodoproep
236
10
Virtueel bedieningspaneel/toetsenbord
Virtueel bedieningspaneel van Secvest.
Hiermee kan net zo worden bediend als op het
bedieningsveld aan het voorpaneel van het
Secvest-apparaat.
X
Test
Overzicht/uitvoering van alle mogelijke
testfuncties
Programmeren/configureren
52
Info
Centrale
Software <2.00.00
Aanduiding/functie
Verklaring
Versie
Versienummer van de actueel geïnstalleerde software op het alarmsysteem
Serienummer
Serienummer van het alarmsysteem
Part Nr.
Artikelnummer van het alarmsysteem
Taal
Versienummer van ingestelde taal
Programmeren/configureren
53
Software >=2.01.08
Aanduiding/functie
Verklaring
Versie, taal
Versienummer van de actueel geïnstalleerde software op het alarmsysteem
Versienummer van ingestelde taal
Serienummer
Serienummer van het alarmsysteem
Part No.
Artikelnummer van het alarmsysteem
RF Device Exclusivity
Ja
er kunnen alleen nieuwe draadloze componenten worden toegevoegd die vanaf
2015 in verkoop zijn, bijv. FUMK500XX
Nee
alle draadloze componenten kunnen worden toegevoegd, bijv. melder uit bestaande
installaties, zoals FU8320.
Tijd centrale, datum
Momentele tijd en datum van de centrale
Datum en tijd
Synchroniseert datum en tijd van de centrale met de datum en tijd van de pc, na
een klik met de muis
Zones
Overzicht beschikbare en geprogrammeerde zones
IP zones (IP), draadloze zones (DRAADLOOS), bedrade zones op de
centrale (BEDRAAD), Hymo-zones (H/M)
Draadloze sirenes
Aantal gebruikte componenten
Binnen SG
Aantal gebruikte componenten
RF Repeater
Aantal gebruikte componenten
Draadloos bedieningspaneel
Aantal gebruikte componenten
UVM
Aantal gebruikte componenten
Deursloten
Aantal gebruikte componenten
Hybride modules
Aantal gebruikte componenten
Deelgebieden
Aantal gebruikte deelgebieden
Uitgangen
Overzicht beschikbare en geprogrammeerde uitgangen
Programmeren/configureren
54
Draadloze uitgangen (DRAADLOOS), draaduitgangen op de centrale
(BEDRAAD), HyMo-uitgangen (H/M)
Behuizing Sabo
Geeft aan of het sabotagecontact aan de voorgevel is of dat het
wandsabotagecontact is geactiveerd
SG Sabo
Geeft aan of het sabotagecontact aan de bedrade sirene is geactiveerd(TR-ingang
op de centrale)
RF Jamming
Of de centrale RF Jamming heeft gedetecteerd
AC storing centrale
Geeft aan of op de centrale 230V aangesloten is of dat er een storing is
Externe DC storing
Geeft aan of op de centrale de externe gelijkstroomvoeding 13,8V aangesloten is of
dat er een storing is.
Ext. DC In - U
Geeft de spanning van de externe gelijkstroomvoeding aan
Accu status
Status van de bijbehorende accu (eventueel met spanning)
Auxiliar
Uitgangsspanning op de klemmen van de spanningsuitgang
Software >=3.00.05
Programmeren/configureren
55
Software >= 3.01.14
Programmeren/configureren
56
Communicatie
Programmeren/configureren
57
PSTN
Aanduiding/functie
Verklaring
PSTN link-status
Opvragen van de PSTN Link-status. De Secvest controleert de aangesloten
telefoonleiding.
De melding "OK" verschijnt
Als deze niet aangesloten, niet vrijgeschakeld of gestoord is, verschijnt de
foutmelding "storing".
Programmeren/configureren
58
Ethernet
Aanduiding/functie
Verklaring
MAC-adres
Het hardware-adres van de netwerkadapter van de Secvest. Een MAC-adres is
wereldwijd uniek.
IP-adres
Als de Secvest zich in een netwerk bevindt, ziet u hier het IP-adres, bijvoorbeeld
192.168.178.23. Als daarachter tussen haakjes (DHCP) staat, betekent dit dat de
Secvest het IP-adres automatisch toegewezen heeft gekregen, bijvoorbeeld door
een DHCP-server in een router. Als de Secvest niet aangesloten is op een netwerk,
dan staat hier "0.0.0.0".
IP-subnetmask
Hier wordt het subnetmasker getoond. In een privénetwerk is dit in de regel
255.255.255.0.
Gateway IP-adres
Als de Secvest zich in een netwerk bevindt, ziet u hier het IP-adres van de
zogenaamde gateway. Een voorbeeld voor de gateway in een privénetwerk is de
router, bijvoorbeeld de Fritz!Box.
IP-adres primaire DNS
Dit is het IP-adres van het "Domain Name System" (DNS).
IP Link status (alleen GUI)
Opvragen van de ethernetstatus. De Secvest controleert de aangesloten LAN-kabel
en de eigen ethernet-aansluiting.
De melding "OK" verschijnt
Als daarbij iets niet aangesloten, niet vrijgeschakeld of gestoord is, verschijnt de
foutmelding "Storing".
Programmeren/configureren
59
Mobiel
Aanduiding/functie
Verklaring
Aanwijzing
Deze menu's verschijnen alleen als er een mobiele module met een actieve
simkaart in de centrale is geïnstalleerd
SIERRA HL7692
Fabrikant en type van de gebruikte mobiele module
Netwerk
Signaalsterkte
Indicatie of en hoe de simkaart is geregistreerd in het mobiele netwerk.
Bijvoorbeeld:
Reg. Home RSSI: 4 (G)
"Not Reg."
Niet geregistreerd; de module zoekt een mobiel netwerk.
"Reg. Home"
Geregistreerd; thuisnetwerk ("Reg. Home") wordt vervangen
door de naam van de provider op het moment dat deze
beschikbaar is.
"Searching..."
Niet geregistreerd; de module zoekt naar een mobiel
netwerk.
"Reg. Denied"
Registratie afgewezen.
"Reg. Unknown"
Onbekend
"Reg. Roam"
Geregistreerd; roamingnetwerk ("Reg. Roam") wordt
vervangen door "*" de naam van de roamingprovider op het
moment dat deze beschikbaar is.
RSSI
Geeft de sterkte van de mobiele ontvangst aan, vergelijkbaar
met de balkweergave op een smartphone. Het waardebereik
loopt van 0 (zeer slecht) tot 9 (zeer goed).
De waarde tussen haakjes geeft de beschikbaarheid van de
gegevensverbinding aan.
Programmeren/configureren
60
Beschikbaarheid van de gegevensverbinding:
"Zonder"
2G-netwerk alleen beschikbaar, spraak, geen gegevens mogelijk
(G)
GPRS-netwerk beschikbaar.
(4G)
LTE/4G-netwerk beschikbaar.
IMEI
De International Mobile Station Equipment Identity (IMEI) is een uniek 15-cijferig
serienummer aan de hand waarvan elk mobiele eindapparaat theoretisch eenduidig
geïdentificeerd kan worden.
Dit nummer bevindt zich ook direct op de module.
Klantnr.
Telefoonnummer toegewezen aan de simkaart.
Aanwijzing
Het telefoonnummer van de simkaart wordt alleen weergegeven als uw
serviceprovider het telefoonnummer op de kaart heeft opgeslagen.
IMSI
De International Mobile Subscriber Identity (IMSI: internationale
deelnemerherkenning bij mobiele telefonie) wordt in mobiele netwerken gebruikt
voor een eenduidige identificatie van netwerkdeelnemers (interne
deelnemerherkenning).
IP adres (alleen GUI)
IP-adres van de mobiele module. Dit IP-adres wordt dynamisch toegewezen door
het mobiele netwerk (2G/GPRS, 4G/LTE).
Versie
De hard- en softwareversie van de mobiele module.
Resetten (alleen GUI)
Hier kan de mobiele module opnieuw worden opgestart zonder dat de centrale
wordt losgekoppeld van de stroomvoorziening. De mobiele module start opnieuw op
om zich te registreren bij het mobiele netwerk.
Programmeren/configureren
61
Hybride modules
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
De interne nummers van de hybride modules
Naam
De geprogrammeerde unieke namen van de hybride modules
Versie
De softwareversie van de betreffende hybride module
Programmeren/configureren
62
Customisation
Aanduiding/functie
Verklaring
Please offer… ->
ID van draadloos alarmsysteem (is nodig voor de licentiesleutel)
Please enter code
Invoerveld voor de licentiesleutel voor individuele aanpassing van het
alarmsysteem (bijv. taalvarianten)
Aanwijzing
De individuele aanpassing in dit menu is
momenteel alleen voor speciale toepassingen na
overleg met verkoop of support mogelijk.
Programmeren/configureren
63
Status
Nr.
Aanduiding/functie
Nr.
Omschrijving/functie
1
Selectie deelgebied
Keuzevelden/registers voor de bijbehorende
deelgebied.
Een door de gebruiker bevestigd, maar niet
gereset alarm wordt in de bijbehorende
deelgebied als waarschuwingssymbool
weergegeven.
Door op het waarschuwingssymbool te klikken
kan
dit alarm worden gereset.
2
Statusindicatie
In de statusindicatie krijgt u onder andere informatie
over:
Storingen in het deelgebied
Deelgebied-overkoepelingen storingen
(bijv. "Ext DC storing")
Open zones (deelgebied-overkoepelend)
Alleen voor display centrale
Aanwijzing:
Rechts onderaan de display verschijnt een "waarschuwingsdriehoek" als de centrale een probleem heeft vastgesteld.
De verklaring (de probleembeschrijving) wordt niet weergegeven, tenzij een code van het toegangsniveau 2
(gebruiker) of 3 (installateur) wordt ingevoerd. Na invoer van een geldige code wordt het bericht getoond (probleem,
fout, waarschuwing, alarm enz.) in duidelijk tekst. Dit bericht wordt na bevestiging door een gebruiker weer van de
display verwijderd. De melding verdwijnt na een time-out van 1 min. automatisch van de display.
Programmeren/configureren
64
Componenten
Programmeren op de webinterface
Programmeren/configureren
65
Software >= 3.00.05
Programmeren/configureren
66
Software >= 3.01.14
Aanwijzing
Vanaf software 2.00.00 kunnen de componenten ook op de webinterface worden geprogrammeerd. Hiervoor klikt u
eenvoudig op een van de nog niet toegewezen zones, sirenes en dergelijke. Het systeem leidt u naar het
programmeerproces. Na het programmeren op de webinterface is het vereist om een zonetype te definiëren!
Bij wijze van voorbeeld wordt hier het maken van een draadloze zone getoond:
Programmeren/configureren
67
Aanduiding/functie
Verklaring
Naam
Eenduidige naam voor zone
Deelgebied
Deelgebied van de zone
Type
Type draadloze zone
Eigenschappen
Overzicht van de eigenschap van de bijbehorende draadloze zone
Programmeren/configureren
68
Melder
IP-zones
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit de naam van de zone en het componenttype
(IP).
Naam
Eenduidige naam voor zone
Deelgebied
Deelgebied van de zone
Type
Type IP-zone
Eigenschappen
Overzicht van de eigenschap en de toestand van de IP-zone
Aanwijzing
Om een netwerkcamera in een vrije IP-zone op te nemen, moet deze vooraf in het netwerk van de
alarmcentrale aangesloten en geconfigureerd worden (zie installatiehandleiding TVIP41550 of IPCx-serie).
Noteer de voor de camera ingestelde instellingen om deze voor het toevoegen van de camera in een vrije IP-
zone over te kunnen nemen.
Kies een vrije IP-zone waarin u de netwerkcamera wilt opnemen.
Aanwijzing
Vanaf software 1.01.00:
staan 6 IP-zones ter beschikking
Onveranderde functie van de TVIP41550; "Cameramix" (TVIP41550 / IPCxyyyyy) is mogelijk
Standaardwaarde voor camera "Gebruikersnaam" en "Wachtwoord" werd verwijderd
Programmeren/configureren
69
IP-zones "Eigenschappen" worden verborgen wanneer de "Triggermodus" van de camera is ingesteld op
"Extern"
Details over het integreren van de camera's uit het IPCx-serie vindt u in het document
"ABUS_FUAA500xx_IPCx_Kameraintegration_Secvest_DE_1.01.00.pdf".
Compatibiliteit met de IPCx-camerareeks
Integratie van maximum 6 camera's
Extern triggeren van de opname van alarmbeelden en/of videostreams
Opnamen van de IPCxyyyyy worden op de geïntegreerde SD-kaart van de camera opgeslagen
Opnamen (video's/foto's) van de IPCxyyyyyy-camera's kunnen uitsluitend via de webserver van de camera of
via de ABUS iDVR-app worden opgevraagd (niet in het logboek van de centrale)
URL / Link naar de camera in het logboek voor alle events waarvoor opnamen beschikbaar zijn
Toevoegen/verwijderen
Selecteer de gewenste IP-zone in het menu "Componenten" "IP-zones". Met de schakelaar
"Toevoegen/verwijderen..." gaat u naar de volgende weergave waarop de aansluiting plaatsvindt:
Programmeren/configureren
70
Aanduiding/functie
Verklaring
Apparaattype
Camera TVIP41550
IPCx-serie
Trigger modus
Intern
Alleen TVIP41550
De camera neemt beelden op als de geïntegreerde PIR-sensor wordt geactiveerd.
Extern
De camera neemt beelden of video's (IPCx Serie) op als één van de gedefinieerde
triggergebeurtenissen bij de centrale intreedt.
Intern + extern
Alleen TVIP41550
De camera neemt beelden op als de gedefinieerde PIR-sensor geactiveerd wordt of
als één van de gedefinieerde triggergebeurtenissen bij de centrale intreedt.
Trigger gebeurtenissen
(alleen bij Trigger modus "Extern" of "Intern + extern")
Gebeurtenissen waarvoor de camera beelden of video's (IPCx Serie) moet
opnemen.
Programmeren/configureren
71
Camera-actie
Alleen bij de IPCx-serie
Moeten beelden en/of video's worden opgenomen.
Trigger deelgebieden
(alleen bij Trigger modus "Extern" of "Intern + extern")
Deelgebieden die moeten worden bewaakt op het optreden van
triggergebeurtenissen.
IP-adres
IP-adres van de camera in het interne netwerk
Programmeren/configureren
72
Camerapoorten
HTTP Poort Lokaal
HTTP-poort van de camera in het interne netwerk (standaardinstelling: "80")
HTTP Poort Extern
Externe HTTP poort waarvoor de portforwarding in de router geconfigureerd is
RTSP Poort Lokaal
RTSP-poort van de camera in het interne netwerk (standaardinstelling: "554")
RTSP Poort Extern
Externe RTSP poort waarvoor de portforwarding in de router geconfigureerd is
Gebruikersnaam
TVIP
Standaardinstelling "Root"
Software >= 1.01.00: er is geen gebruikersnaam toegewezen
Gevaar
IP-camera's, bijvoorbeeld IPCB42500A
Gebruik de gebruikersnamen van het "installateurniveau" van de camera. Dami
krijgt het systeem toegang tot de SD-kaart in geval van alarm.
Gebruikersnamen van het "masterniveau" van de camera hebben geen toegang tot
de SD-kaart.
Wachtwoord
Standaardinstelling geen wachtwoord vergeven
Reactietijd
Specificeert de maximale tijd die de centrale wacht op de commando-antwoorden
van de camera. Als de antwoordtijd deze ingestelde tijd overschrijdt, wordt een
foutmelding gegenereerd.
Standaardinstelling 20s, bereik van 1s tot 99s
Neem de instellingen over met de knop "Versturen".
Zonenaam verstrekken
Aanwijzing
Het kan handig zijn om een eenduidige zonenaam
te vergeven, om bij een storing de melder sneller
te kunnen identificeren.
Bijvoorbeeld BW voor de bewegingsmelder en de
locatie:
Kantoor01, meldernaam: BW-kantoor01
1.
Klik in het tekstvak "Naam".
2.
Wis de standaard ingestelde naam (zone 01).
3.
Wijs een eenduidige naam voor de zone toe met
max. 12 tekens.
Programmeren/configureren
73
4.
Bevestig de nieuwe naam na afsluiting van de
configuratie met Versturen.
Zonetype selecteren
Aanwijzing
U kunt hier het reeds standaard ingestelde
zonetype wijzigen.
Houdt u zich aan de beschrijving van het
zonetype in deze paragraaf.
Een melder wordt een zone genoemd als die in
de draadloze alarmcentrale is geprogrammeerd.
Zones kunnen uiteenlopende eigenschappen
hebben.
De melder weet niet of de draadloze
alarmcentrale al geactiveerd of gedeactiveerd is.
Een melder stuurt daarom altijd een alarm naar de
centrale als deze een wijziging detecteert.
Pas in de draadloze alarmcentrale wordt
geanalyseerd of deze melding tot een
alarmreactie leidt of niet.
1.
Kies nu het menupunt Type
Aanwijzing
Let op: de toestand van een zone (open of gesloten) moet minstens >400 ms aanhouden, zodat de centrale de
verandering van de toestand gegarandeerd kan detecteren.
EN 50131-1 Hoofdstuk 8.9.1 Inbraakdetectie, sabotage, activering en detectie van storingen - Tijdsvereisten: "Inbraak-
, overval- en sabotagesignalen met een actieve duur van meer dan 400ms moeten worden verwerkt."
Type
Verklaring
Niet
gebruikt
Een zone waarvoor geen draadloze melder geprogrammeerd is of een ingang heeft zonder
bedrade melder en daarom niet wordt gebruikt, moet als zonetype "Net in gebruik" worden
geprogrammeerd. Het alarmsysteem reageert niet wanneer een gebeurtenis deze melder activeert.
Normaal alarm
Deze zone activeert bij geactiveerde draadloze alarmcentrale direct een alarm als een draadloze
melder een verandering naar draadloze alarmcentrale stuurt of als de toestand van de alarmzone
wijzigt. (bijvoorbeeld openen van een alarmcontact).
Aanwijzing
Zonetype "Normaal alarm" met extra functionaliteit van de openbreekbewaking voor
mechatronische ABUS-producten zoals het raamkrukslot FOS 550 E, het deur-bijzetslot of
raambeveiliging FOS 400 E. Als u een voor de Secvest geschikt mechatronisch product gebruikt,
programmeert u het zonetype "Normaal alarm" in de alarmcentrale. In gedeactiveerde toestand van
de alarmcentrale worden deze melders dan zowel op openbreken als op opening bewaakt. Daartoe
moet het raam gesloten en het slot vergrendeld zijn. De bewaking begint 30 seconden na de
vergrendeling, omdat een zelfkalibratietijd van 30 seconden nodig is. Als de mechatronische extra
beveiliging wordt ontgrendeld, vindt er geen bewaking meer plaats. Als geprobeerd wordt om het
raam te openen zonder eerst de extra beveiliging te ontgrendelen, kan door de beweging van het
raamdeel een alarm worden geactiveerd. De bewaking van openbreeekalarm kan in de
eigenschappen worden gedeactiveerd (zie onder Zone eigenschappen).
Op sommige mechatronische producten kan bovendien een passieve glasbreukmelder worden
aangesloten. Als deze melder een glasbreuk detecteert, leidt dit altijd tot een alarmreactie aan de
Programmeren/configureren
74
Type
Verklaring
alarmcentrale. De alarmcentrale voert de acties uit die voor de geactiveerde of gedeactiveerde
toestand gepland zijn.
Zone afsluiten
De zone moet gesloten zijn om de draadloze alarmcentrale te activeren of intern te activeren. Als
de draadloze alarmcentrale geactiveerd of intern geactiveerd is, veroorzaakt een openen van deze
zone geen alarm uit. Deze zone wordt met grendelschakelcontacten gebruikt.
Aanwijzing
Werd in de Secvest 2WAY niet als zonetype maar als zone-eigenschap gebruikt.
Normaal alarm
in uitgangstijd
Een als "normaal alarm in uitgangstijd" geprogrammeerde zone gedraagt zich ongeveer als een
zone met "normaal alarm". Een zone van dit type start echter reeds een alarm als de melder tijdens
de uitgangstijd wordt geactiveerd.
Overval alarm
Deze zone activeert altijd een alarm. Daarbij is het niet van belang of de inbraakalarmcentrale
geactiveerd of gedeactiveerd is. Een overvalalarm kan ook stil (communicatie) worden
overgebracht. Het programmeermenu kunt u alleen verlaten, als deze zone gesloten is.
Programmeer op deze zone draadloze melders of wandschakelaars voor overvallen.
Brand
Deze zone activeert altijd een alarm. Daarbij is het niet van belang of de inbraakalarmcentrale
geactiveerd of gedeactiveerd is. De alarmering vindt plaats via signaalgevers in de draadloze
alarmcentrale en aan de buitensirene als pulserend brandalarmtoon. Programmeer op deze zone
alleen rookmelders of brandalarmknoppen.
Deze zone activeert altijd een communicatie als deze is ingeschakeld.
Aanwijzing
Naar Deelgebied -> Alarmreactie
Het zonetype brand, de dubbele brandalarmknoppen op de centrale en de dubbele
brandalarmknoppen op het bedieningspaneel activeren altijd een alarmontvanger/meldkamer
reporting als de oproepmodus is ingeschakeld voor alarmontvanger/meldkamer reporting en als de
groep "Brand" is ingeschakeld voor CID/SIA-gebeurtenissen.
Bijvoorbeeld:
Deelgebied X -> Alarmreactie -> Sirene
Versturen van brandalarm naar alarmontvanger/meldkamer
24 h alarm
Deze zone activeert altijd direct een alarm. Bij gedeactiveerde draadloze alarmcentrale vindt de
alarmering eerst via de geïntegreerde zoemer in de centrale plaats. In geactiveerde toestand wordt
bovendien de sirene-uitgang geactiveerd. Als een 24-uurs zone vergrendeld is, geldt dit alleen voor
de gedeactiveerde toestand.
Perimeter
waarschuwing
Deze zone produceert bij geactiveerde of intern geactiveerd alarmsysteem een vooralarm. De
centrale piept 2x om de 5s. Op het display verschijnt om de 5 seconden "Perimeterwaarschuwing".
Programmeer op deze zone bijvoorbeeld buitenbewegingsmelders.
De draadloze buitensirenes flitsen en piepen om de 5s voor ca. 1s.
De infomodule piept om de 1 seconde en de rode alarm-LED brandt.
Programmeren/configureren
75
Type
Verklaring
De binnensirene piept één keer per seconde. Daartoe moet deze echter van stroom voorzien zijn
en de draadbrug "Alleen alarm" mag niet aangesloten zijn.
(Deze toon is een "informatietoon", geen "alarmtoon".)
De tijdsduur van alle signaleringen bedraagt 30 seconden.
Een uitgang van het type "Perimeterwaarschuwing" wordt 30 seconden lang geactiveerd.
Bij gedeactiveerde geprogrammeerd klinkt alleen de deurbel indien die is geprogrammeerd.
In-/uitgang
Deze zone activeert bij geactiveerde inbraakalarmcentrale pas na een ingestelde vertragingstijd
(ingangsvertraging) een alarm. Gebruik dit zonetype bijv. voor openingsmelders aan uw
ingangsdeur. Bij het verlaten van het object kan het sluiten van deze zone ook worden gebruikt
voor de beëindiging van een uitgangsvertraging. Deze melder kan als "Normaal alarm" melder bij
een interne activering gebruikt worden.
Ingangsroute
Deze zone activeert geen alarm, als eerder een in-/uitgangszone de ingangsvertragingstijd
geactiveerd heeft. Er wordt direct alarm geslagen als er niet eerder een ingangsvertragingstijd
wordt geactiveerd. Gebruikt dit zonetype bijvoorbeeld voor een bewegingsmelder in de ingangshal
die gericht is op de ingangsdeur (met openingsmelders). Deze melder kan als "In-/uitgang" melder
bij een interne activering gebruikt worden. Deze zone kan bij het verlaten van het
programmeermenu geopend zijn.
Techniek
Deze techniekzone activeert in gedeactiveerde toestand een alarm en een communicatie. In
geactiveerde toestand wordt alleen een communicatie maar geen alarm geactiveerd. Als in
geactiveerde toestand in deze zone een alarm optreedt, wordt deze bij het deactiveren van de
centrale aangegeven. Gebruik dit zonetype bijv. voor watermelders. De draadloze infomodule en
de draadloze binnensirene signaleren techniekalarmen net als de centrale met pieptonen.
Sleutelschakela
ar impuls
Programmeer een sleutelschakelaar (impuls) op de draadloze alarmcentrale. Een verandering van
deze zone wijzigt de toestand van de alarmcentrale van Actief naar Inactief of van Inactief naar
Actief (overeenkomstig de geprogrammeerde uitgangsmodus).
Aanwijzing
Zogenaamde sleutelschakelaars kunnen ook uitgangen zijn van toepassingen in toegangscontrole
en in de domotica.
Aanwijzing
Met de zone-eigenschap "Intern bewaakt" = Aan
Een verandering van deze zone wijzigt de toestand van de alarmcentrale van Intern Actief naar
Inactief of van Inactief naar Intern Actief (overeenkomstig de geprogrammeerde
uitgangsmodus).
Aanwijzing
De eigenschap "Omgekeerd" (alleen voor draadzones) keert het gedrag van deze zone om.
Aanwijzing
In bedrade zones met dit type kunt u ook een kabel-sabotagebewaking implementeren speciaal
voor toegangscontrole en domotica.
De gebruiker kan het systeem niet resetten vanuit een sleutelschakelaarzone.
Programmeren/configureren
76
Type
Verklaring
Sleutelschakela
ar continu
Op de inbraakalarmcentrale kan een sleutelschakelaar (aan/uit) aangesloten worden. Een
verandering van deze zone wijzigt de toestand van de alarmcentrale van Actief naar Inactief of
van Inactief naar Actief (overeenkomstig de geprogrammeerde uitgangsmodus).
Aanwijzing
Wijs niet meer dan één "sleutelschakelduur" zone toe aan een deelgebied.
Let erop dat u de centrale alleen met de sleutelschakelaar bedient. Bij onduidelijke toestand,
bijvoorbeeld als de sleutelschakelaar gesloten is, tegelijkertijd op het bedieningspaneel
gedeactiveerd wordt, is het mogelijk dat de centrale terugkeert naar de actieve toestand.
Aanwijzing
Zogenaamde sleutelschakelaars kunnen ook uitgangen zijn van toepassingen in toegangscontrole
en in de domotica.
Aanwijzing
Met de zone-eigenschap "Intern bewaakt" = Aan
Een verandering van deze zone wijzigt de toestand van de alarmcentrale van Intern Actief naar
Inactief of van Inactief naar Intern Actief (overeenkomstig de geprogrammeerde
uitgangsmodus).
Aanwijzing
De eigenschap "Omgekeerd" (alleen voor draadzones) keert het gedrag van deze zone om.
Aanwijzing
In bedrade zones met dit type kunt u ook een kabel-sabotagebewaking implementeren speciaal
voor toegangscontrole en domotica.
De gebruiker kan het systeem niet resetten vanuit een sleutelschakelaarzone.
Sleutelkast
Deze zone wordt hoofdzakelijk in Scandinavië gebruikt. Als deze zone geopend wordt, wordt deze
gebeurtenis in het geheugen van de inbraakalarmcentrale opgeslagen. Tegelijkertijd kan dit via een
telefoonkiezer overgedragen worden. Er wordt geen alarm gegeven.
Als een zone van dit type nodig is, sluit de installateur de alarmdraden van deze zone (meestal de
hulpcontacten van een deurcontact) in de regel op een externe sleutelkast en de sabotagedraden
op de sabotageschakelaar van de behuizing aan.
Als iemand de behuizing opent, slaat de draadloze centrale de gebeurtenis op en meldt dit aan de
alarmontvanger.
Sabotage
Deze zone wordt voor de sabotagebewaking van externe apparaten gebruikt. De bewaking van
deze zone is continu actief. Als de centrale inactief is, wordt alleen de interne sirene geactiveerd.
Als de centrale actief is, activeert de buitensirene en het flitslicht, evenals de communicatie
overeenkomstig de configuratie.
Alleen logboek
Als een zone met het type "Alleen logboek" activeert (alarm of sabotage), wordt een logboekitem
gemaakt en een uitgang die deze zone volgt geactiveerd. De zone kan in actieve of niet actieve
toestand van de draadloze alarmcentrale worden geactiveerd.
Zones met "Alleen logboek" kunnen aan meerdere deelgebieden worden toegewezen en de
eigenschap "Deurbel" krijgen.
Programmeren/configureren
77
Type
Verklaring
Afbreken
uitgangsvertrag
ing
Deze zone wordt gebruikt om de uitgangsvertraging bij een deelgebied met de eigenschap
"Afbreken uitgangsvertraging" af te breken. Het zonetype wordt typisch voor sleutelschakelaar
(NO) gebruikt. Aanwijzing: Deze zone is tijdens de uitgangstijd actief, maar niet actief bij actieve en
niet actieve toestand van de draadloze alarmcentrale. Als de eigenschap "Deurbel" aan deze zone
wordt toegewezen, klinkt bij actieve en inactieve toestand de draadloze alarmcentrale.
Vergrendeling
actief
Deze zone wordt gebruikt om de uitgangsvertraging bij een deelgebied met de eigenschap
"Vergrendeling actief" te beëindigen. Het zonetype wordt typisch voor een schakelaar (NO)
gebruikt. Aanwijzing: Deze zone is actief tijdens de uitgangstijd en bij actieve toestand van de
draadloze alarmcentrale. Aan de zone kan de eigenschap "Omgekeerd" worden toegewezen.
Storing ext
signaalgever
Deze zone wordt gebruikt om de storingsuitgang van externe signaalgevers te bewaken. Als een
storingsuitgang met dit zonetype geactiveerd wordt, verschijnt de indicatie "Storing ext
signaalgever". Dit zonetype is niet beschikbaar voor draadloze zones.
Storing
overvalcompon
enten
Deze zone wordt gebruikt om de storingsuitgang van bekabelde overvalsignaalgevers te bewaken.
Als een overvalsignaalgever met dit zonetype geactiveerd wordt, verschijnt de indicatie "Storing
overvalcomponent". Als de gebruiker de draadloze alarmcentrale bij een alarm van dit type actief
wil schakelen, verschijnt eveneens deze indicatie. De gebruiker kan de storing negeren en actief
schakelen. Als deze storing bij een actief systeem wordt geactiveerd, wordt een logboekitem
gemaakt en de bijbehorende geprogrammeerde communicaties gestart, maar geen alarm
geactiveerd totdat de draadloze alarmcentrale wordt gedeactiveerd. Dit zonetype is niet
beschikbaar voor draadloze zones.
Sabotage terug
Deze zone wordt gebruikt om de sabotage-uitgang van externe signaalgevers te bewaken. De
bewaking van deze zone is continu actief. Als een zone met dit type in de gedeactiveerde toestand
van de draadloze alarmcentrale wordt geactiveerd, wordt alleen de interne sirene geactiveerd. Als
dit alarm bij een actief systeem wordt geactiveerd, kan bij overeenkomstige configuratie de
communicatie en de externe signaalgever met flitslicht worden gestart. Dit zonetype kan de
eigenschappen "Belastingstest", "Intern bewaakt", "Verbergbaar" en "Geforceerde activering"
hebben. Dit zonetype is niet beschikbaar voor draadloze zones.
Ext PSU A/C
storing
Deze zone wordt gebruikt om de AC-storingsuitgang van een externe voeding te bewaken. Als een
zone van dit type wordt geactiveerd, gedraagt de draadloze alarmcentrale zich als bij een AC-
storing van de centrale zelf. De reactie is afhankelijk van de programmering. Dit zonetype is niet
beschikbaar voor draadloze zones.
Ext PSU
accustoring
Deze zone wordt gebruikt om de accu/batterij-storingsuitgang van een externe voeding te
bewaken. Als deze storing optreedt, worden uitgangen die op "Accustoring" geprogrammeerd zijn
geactiveerd en de indicatie "Ext PSU accustoring" verschijnt. Als deze storing in de een actieve
toestand van de centrale optreedt, wordt een logboekitem gemaakt en de bijbehorende
geprogrammeerde communicaties gestart, maar geen alarm geactiveerd totdat de draadloze
alarmcentrale wordt gedeactiveerd. Dit zonetype is niet beschikbaar voor draadloze zones.
Ext PSU lage
spanning
Deze zone wordt gebruikt om de storingsuitgang voor "lage accu/batterij" van een externe voeding
te bewaken. Als deze storing optreedt, worden uitgangen die op "lage spanning" geprogrammeerd
zijn geactiveerd en de indicatie "Ext PSU lage spanning" verschijnt. Als deze storing in de een
actieve toestand van de centrale optreedt, wordt een logboekitem gemaakt en de bijbehorende
geprogrammeerde communicaties gestart, maar geen alarm geactiveerd totdat de draadloze
alarmcentrale wordt gedeactiveerd. Dit zonetype is niet beschikbaar voor draadloze zones.
Ext PSU storing
Deze zone wordt gebruikt om de storingsuitgang van een externe voeding te bewaken. Als deze
storing optreedt, worden uitgangen die op "Ext PSU storing" geprogrammeerd zijn geactiveerd en
de indicatie "Ext PSU storing" verschijnt. Als deze storing in de een actieve toestand van de
centrale optreedt, wordt een logboekitem gemaakt en de bijbehorende geprogrammeerde
communicaties gestart, maar geen alarm geactiveerd totdat de draadloze alarmcentrale wordt
gedeactiveerd. Dit zonetype is niet beschikbaar voor draadloze zones.
Alleen Actief
Deze zone wordt gebruikt om bij toepassingen in de toegangscontrole en in domoticatoepassingen
de centrale ALLEEN te ACTIVEREN. Met deze zone kan de centrale NIET GEDEACTIVEERD
worden, vanwege de eisen van EN 50131 en VdS.
Programmeren/configureren
78
Type
Verklaring
In de domotica wordt niet altijd een unieke gebruikersauthenticatie of gebruikersidentificatie
gegeven.
Op de inbraakmeldcentrale kan een uitgang van een toegangscontrole- of domoticatoepassing
worden aangesloten.
Door deze zone te wijzigen verandert de status van de alarmcentrale van Inactief naar Actief
(overeenkomstig de geprogrammeerde uitgangsmodus).
Aanwijzing
Houd er rekening mee dat de toegangscontrole of domoticatoepassing deze zone na een bepaalde
tijd (maar >400 ms) moet sluiten. Bij onduidelijke toestand, bijvoorbeeld als deze zone geopend is,
tegelijkertijd op het bedieningspaneel gedeactiveerd wordt, is het mogelijk dat de centrale
terugkeert naar de actieve toestand.
Aanwijzing
Met de zone-eigenschap "Intern bewaakt" = Aan
Door deze zone te wijzigen verandert de status van de alarmcentrale van Inactief naar Intern
Actief (overeenkomstig de geprogrammeerde uitgangsmodus).
Aanwijzing
De eigenschap "Omgekeerd" (alleen voor draadzones) keert het gedrag van deze zone om.
Aanwijzing
In bedrade zones met dit type kunt u ook een kabel-sabotagebewaking implementeren speciaal
voor toegangscontrole en domotica.
De gebruiker kan het systeem niet resetten vanuit een "Alleen Actief"-zone.
Programmeren/configureren
79
Deelgebied selecteren
Aanwijzing
De geprogrammeerde melders worden standaard
toegewezen aan deelgebied 01.
Wilt u aan deze melder een andere deelgebied
toewijzen dan:
1.
Selecteer met de keuzevakjes de gewenste
deelgebied(en) waarin deze zone moet worden
bewaakt.
Aanwijzing
Er moet minimaal één deelgebied gemarkeerd
zijn.
Een instelmogelijkheid van de deelgebieden vindt u in de
paragraaf "Programmeren/configureren via webserver" ->
Deelgebieden in deze handleiding.
U kunt zones van het volgende type toewijzen aan
één of meerdere bereiken: Normaal alarm, Zone
afsluiten, In-/uitgang, Ingangsroute,
Sleutelschakelaar, Sleutelkast, Alleen logboek,
Afbreken uitgangsvertraging, Vergrendeling actief
en Normaal alarm in uitgangstijd.
Aanwijzing
Als u plant om intern geactiveerde gebieden te
gebruiken, moet u ervoor zorgen dat de intern
geactiveerde opties voor alle door meer dan één
bereik gebruikte zones hetzelfde zijn.
De draadloze centrale laat niet toe dat de zones
van de volgende typen aan meer dan één bereik
worden toegewezen: 24 h alarm, Brand,
Overvalalarm, Perimeter, Sabotage en Techniek.
Zone-eigenschap selecteren
1.
Selecteer de gewenste eigenschap/pen met de
keuzevakjes.
Eigenschap
Verklaring
Supervisie
Bij IP-zones
Als een camera langer dan de reactietijd
geen contact heeft gehad met de centrale,
maakt de centrale een logboekitem en
geeft een waarschuwing (bijv. IP Zone
Missing, IP Zone Timeout).
Bij draadloze zones
Dit attribuut is beschikbaar voor draadloze
zones en maakt het mogelijk de bewaking
van individuele zones te blokkeren.
Wanneer deze zone is ingesteld op AAN
(standaard), komt de bewaking voor deze
zone overeen met de algemene optie die
is geselecteerd in Systeem -> Veiligheid -
> RF-supervisie.
Als deze zone op UIT staat, is de
bewaking voor deze zone gedeactiveerd.
Bij bedrade zones
Niet beschikbaar
Bij HyMo-zones
Niet beschikbaar
Deurbel
Iedere keer als deze zone in
gedeactiveerde toestand van de centrale
wordt geactiveerd, geeft de centrale een
akoestisch signaal.
Verbergbaar
geforceerd
actief
Als een zone deze eigenschap heeft,
wordt deze zone automatisch overbrugd
voor zover deze bij activering geopend
was.
Aanwijzing
De functie Verbergbaar geforceerd
actief moet bijkomend nog in het menu
Systeem -> Instellingen ->Veiligheid ->
Geforceerd actief worden geactiveerd.
Eigenschap
Verklaring
Overbrugge
n
Als een zone deze eigenschap heeft, kan
een gebruiker vóór de activering deze
zone overbruggen.
Als een gebruiker probeert te activeren
als een zone met deze eigenschap
geopend is, krijgt hij een
waarschuwingsmelding en het
activeringsproces wordt onderbroken.
De gebruiker kan deze waarschuwing
bevestigen en daarmee het
activeringsproces door laten lopen.
Openbreken
negeren
Deze eigenschap is een extra eigenschap
voor de mechatronische deur-
/raambeveiligingen van ABUS. Daarvoor
moet het zonetype "Normaal alarm"
geselecteerd zijn.
Als de eigenschap "Openbreken negeren"
is geselecteerd, wordt de
openbreekbewaking van de ondersteunde
mechatronische producten in
gedeactiveerde toestand van het
alarmsysteem/deelgebied uitgeschakeld.
Dit wordt niet aanbevolen en is alleen in
bijzondere situaties nodig.
Programmeren/configureren
80
Op het display van de centrale verschijnt
in de regel Eigenschap een "W".
Aanwijzing
Dit betekent dat omgekeerd dat als het
systeem, het deelgebied geactiveerd of
intern geactiveerd is (zelfs als de melder
niet in bewaking is), elke openbreekpoging
wordt gedetecteerd en gesignaleerd.
Soak test
Als een melder de neiging heeft om een
vals alarm te activeren, activeert u de
soak test.
De instelling wordt na 14 dagen
automatisch gereset.
De melder activeert in deze tijd geen
alarm op de centrale.
Voor analysedoeleinden worden echter
alle activeringen in het geheugen
(logboek) geschreven.
Aanwijzing
Als de zone gedurende deze 14 dagen
wordt geactiveerd, terwijl het systeem
geactiveerd is, dan protocolleert de
centrale de gebeurtenis als "belastingstest
storing Znnn alarm" (nnn is het
zonenummer). Er worden geen sirenes
aangestuurd of communicaties gestart.
Als de centrale gedeactiveerd wordt, geeft
het display de driehoek weer om de
gebruiker op de hoogte te brengen. Een
installateur moet zijn toegangscode
invoeren om het alarm terug te zetten.
Bij de activering geeft het display een kort
bericht weer om aan de gebruiker mee te
delen dat één of meerdere zones zich in
de soak test bevinden.
U kunt dit attribuut op volgende zonetypes
toepassen: Normaal alarm,
ingangsweg en sabotage.
Aanwijzing
De functie soak test mag alleen worden
ingesteld als een melder ertoe neigt om
valse alarmen te activeren.
Deze functie werkt automatisch. Voor het
testen van de reikwijdte van de melder
gebruikt u de functie looptest en activeert
u niet de soak test, omdat deze functie
ervoor zorgt dat de melder geen alarm in
de actieve toestand van het draadloze
alarmsysteem activeert, maar uitsluitend
een melding in het geheugen opslaat.
Na 14 dagen zet het draadloze
alarmsysteem de zone weer in normaal
bedrijf.
Intern
bewaakt
Deze zone wordt bewaakt als het
deelgebied van deze zone of alle
deelgebieden intern geactiveerd worden.
Activiteitenb
ewaking
De functie van de melder wordt
omgekeerd. Dit mag alleen in
combinatie met de zorgnoodoproep
worden gebruikt.
Op de centrale wordt een alarm
geactiveerd als de melder binnen een
bepaalde periode geen alarm meldt.
Omgekeerd
Alleen voor bedrade zones
Wisselt het gedrag van de melder.
Gesloten = alarm
Open = geen alarm
Programmeren/configureren
81
Draadloze zones
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit de naam van de zone en het componenttype
(draadloos).
Naam
Eenduidige naam voor zone
Deelgebied
Deelgebied van de zone
Type
Type draadloze zone
Eigenschappen
Overzicht van de eigenschap van de draadloze zone
Aanwijzing
De beschrijving van de configuratie van de
zonenaam, het deelgebied, het zonetype en de
zone-eigenschappen vindt u na het overzicht "IP-
zones".
Toevoegen/verwijderen van melders
1.
Selecteer het menupunt het menupunt
"Componenten" "Bedrade zones".
2.
De volgende functies kunnen gekozen worden:
Functie
Verklaring
Melders
toevoegen/v
erwijderen
Hebt u dit punt gekozen, dan ziet u een
lijst met alle hier mogelijke zones. Kies
een zone uit waarop u een melder wilt
programmeren of waarvan u een melder
wilt wissen.
Functie
Verklaring
Zones
bewerken
Deze functie biedt u de mogelijkheid om de
parameters van de zone te wijzigen.
Alles
verwijdere
n
Hier kunt u alle melders in één stap wissen.
Het zonetype wordt daarbij gereset naar
"Niet gebruikt".
Melders toevoegen
1.
Selecteer een zone.
2.
U wordt gevraagd om het sabotagecontact van de
melder te activeren.
Aanwijzing
Houd er rekening mee dat er zich geen andere
actieve melder in de sabotagetoestand bevindt.
Programmeren/configureren
82
Aanwijzing
Na de programmering via de WBI moet u de zone
nog programmeren.
3.
Op dit scherm ziet u:
in welke zone de melder geprogrammeerd is
welke zonetype voor deze melder
geprogrammeerd is
welk deelgebied hij bewaakt en
welke extra zone-eigenschappen beschikbaar
zijn.
4.
Bovendien krijgt u de indicatie RSSI te zien: de
ontvangen signaalsterkte. Voor een goede
communicatie zou deze waarde hoger dan 3 moeten
zijn.
Aanwijzing
Als een melder correct geprogrammeerd is, wordt
dit op de centrale met het symbool naast het
zonenummer aangegeven.
Bij een geprogrammeerde zone van een UVM
(UVM functie 3 zender/ontvanger) verschijnt
bijvoorbeeld "w2".
Melder wordt al gebruikt
Aanwijzing
In zelden voorkomende gevallen is het mogelijk
dat de indicatie Melder wordt al gebruikt bij het
programmeren van de melder verschijnt nadat u
de bevestiging van het programmeren ontvangen
heeft, omdat de melder meer dan één keer zijn
signaal zendt.
In dit geval heeft deze indicatie geen betekenis.
Eventueel is deze melder al op een andere zone
geprogrammeerd.
Melder, of melder en zone-informatie wissen
1.
Selecteer de zone waarin de melder aangemeld is.
2.
Selecteer:
Melder ID verwijderen als alleen de melder
moet worden gewist
Zone resetten als de melder en de zone-
informatie moeten worden gewist
3.
Bevestig uw keuze met Volgende.
4.
Bevestig de veiligheidsvraag over het wissen van de
melder/zone met Ja of Vorige als u niet zeker bent.
Alles wissen
1.
Selecteer het menupunt Alles verwijderen.
2.
Bevestig uw keuze met Volgende.
3.
Bevestig de veiligheidsvraag over het wissen van de
melder en zone met Ja of Vorige als u niet zeker
bent.
Programmeren/configureren
83
Bedrade zones
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit de naam van de zone en het componenttype
(bekabeld).
Naam
Eenduidige naam voor de zone
Deelgebied
Deelgebied van de zone
Type
Type bedrade zone
Eigenschappen
Overzicht van de eigenschap van de bedrade zone
Alles verwijderen (alleen op de centrale)
1.
Selecteer het menupunt Alles verwijderen.
2.
Bevestig uw keuze met Volgende.
3.
Bevestig de veiligheidsvraag over het wissen van de
melder en zone met Ja of Vorige als u niet zeker
bent.
Aanwijzing
De beschrijving van de configuratie van de
zonenaam, het deelgebied, het zonetype en de
zone-eigenschappen vindt u na het overzicht "IP-
zones".
Programmeren/configureren
84
HyMo-zones
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit zonenaam en componenttype (HyMo).
Naam
Eenduidige naam voor de zone
Deelgebied
Deelgebied van de zone
Type
Type van de bedrade HyMo-zone
Eigenschappen
Overzicht van de eigenschap van de bedrade HyMo-zone
Programmeren/configureren
85
Alles verwijderen
1.
Selecteer het menupunt Alles verwijderen.
2.
Bevestig uw keuze met Volgende.
3.
Bevestig de veiligheidsvraag over het verwijderen van
de zone met Ja of Vorige als u niet zeker bent.
Aanwijzing
Software >= 3.01.16
Zones op de hybride module kunnen alleen worden toegewezen aan die deelgebieden waaraan ook de HyMo is
toegewezen.
Bijvoorbeeld: Als u het HyMO-deelgebied 1 en 2 heeft geselecteerd, kunnen de zones van deze HyMo ook alleen aan
deelgebied 1 en 2 worden toegewezen.
Houd rekening met de deelgebiedtoewijzing van de hybride module. Meldingen van de hybride module, zoals een
tamper- of DC-storing, worden dan aan deze deelgebieden toegewezen.
Software < 3.01.16
Zones op de hybride module kunnen worden toegewezen aan andere deelgebieden, moeten echter wel deelgebieden
van de hybride module zijn.
Houd rekening met de deelgebiedtoewijzing van de hybride module. Meldingen van de hybride module, zoals een
tamper- of DC-storing, worden dan aan deze deelgebieden toegewezen.
Aanwijzing
De beschrijving van de configuratie van de
zonenaam, het deelgebied, het zonetype en de
zone-eigenschappen vindt u na het overzicht "IP-
zones".
Programmeren/configureren
86
Aanwijzing
Het bedradingstype(type bedrade zone) aan de zone-ingangen van deze hybride module stelt u in op
Componenten -> Hybride modules.
Aanwijzing
Zones
Hybride module 1
401 tot 410 wanneer 2-draads als zonetype is geselecteerd
401 tot 405 wanneer 4-draads als zonetype is geselecteerd
Hybride module 2
411 tot 420 wanneer 2-draads als zonetype is geselecteerd
411 tot 415 wanneer 4-draads als zonetype is geselecteerd
Programmeren/configureren
87
Draadloos bedieningspaneel
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit het componenttype (AB) en het volgnummer.
Naam
Eenduidige naam voor draadloos bedieningspaneel
Deelgebieden
Aan het bedieningspaneel toegewezen deelgebieden
Draadloos bedieningspaneel toevoegen
Aanwijzing
Er kunnen maximaal acht draadloze bedieningspanelen worden geprogrammeerd.
1.
Selecteer AB toevoegen/verwijderen.
2.
Kies het benodigde draadloze bedieningspaneel.
3.
Activeer het sabotagecontact van het draadloze bedieningspaneel (zie aparte handleiding van het draadloze
bedieningspaneel).
Aanwijzing
Als het draadloze bedieningspaneel geprogrammeerd is, piept de draadloze centrale twee keer ter bevestiging.
Tegelijkertijd verschijnt op het grafische display boven het symbool naast het nummer van het draadloze
bedieningspaneel.
Programmeren/configureren
88
Aanduiding/functie
Verklaring
Naam
Eenduidige naam voor draadloos bedieningspaneel
Directe activering
Directe activering van de toegewezen deelgebieden Ja/Nee
Deelgebieden
Aan het bedieningspaneel toegewezen deelgebieden
Toets C || Actie
Selecteren van de actie die volgt op het drukken van de toets "*":
Niet gebruikt
Geen functie van de toets C
Actief
Activeren van de toegewezen deelgebieden
Intern actief
Intern activeren van de toegewezen deelgebieden
Inactief
Deactiveren van de toegewezen deelgebieden
Uitgang aan
Inschakelen van de toegewezen uitgang
Uitgang uit
Uitschakelen van de toegewezen uitgang
Uitgang omschakelen
Omschakelen van de toegewezen uitgang
Uitgang
(Alleen beschikbaar voor "Uitgang aan" en "Uitgang uit" en "Uitgang
omschakelen")
Selecteren van de gewenste uitgang die in-, uit- of omgeschakeld moet worden.
Programmeren/configureren
89
Buitensirenes
Draadloze sirenes
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit het componenttype (draadloze sirene) en het
volgnummer.
Naam
Eenduidige naam voor draadloze sirene
Sirenes toevoegen
1.
Selecteer Draadloze sirene.
2.
Selecteer Toevoegen/verwijderen sirene.
3.
Kies de benodigde sirene.
4.
Activeer het sabotagecontact van de sirene.
Aanwijzing
Als de sirene geprogrammeerd is, piept de
draadloze centrale twee keer ter bevestiging.
De indicatie dat de sirene toegevoegd is en de
waarde voor de ontvangen signaalsterkte
verschijnen.
5.
Beëindig uw invoer met Vorige.
Aanwijzing
Als een sirene correct geprogrammeerd is, wordt
dit op de centrale met het symbool naast het
sirenenummer aangegeven.
6.
Verlaat dit scherm met Vorige.
7.
Selecteer Ext. sirene bewerken.
8.
Kies nu de geprogrammeerde Ext. Sirene.
Aanwijzing
Als de Ext. sirene geactiveerd moet worden, als
de bijbehorende deelgebied een lokaal of extern
alarm activeert, moet het deelgebied op Ja
worden gezet.
Alles verwijderen
1.
Selecteer het menupunt Alles verwijderen.
2.
Bevestig uw keuze met Volgende.
3.
Bevestig de veiligheidsvraag over het wissen van de
sirene met Ja of Vorige als u niet zeker bent.
Programmeren/configureren
90
Bedrade sirenes
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit het componenttype (bedrade sirene) en het
volgnummer.
Naam
eenduidige naam voor draadsirene
Programmeren/configureren
91
Binnen-signaalgever
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit het componenttype (binnen-SG) en het
volgnummer.
Naam
Eenduidige naam voor de binnen-signaalgever (maximaal 12 tekens zijn mogelijk).
Niet toegevoegd
Door op de betreffende binnen-signaalgever te klikken, gaat u naar de modus
"Toevoegen". De verdere procedure is analoog aan de procedure die hierboven
onder Programmeren op de webinterface is beschreven.
Binnen-SG1
Door op de betreffende binnen-signaalgever te klikken, gaat u naar de modus
"Bewerken".
Programmeren/configureren
92
De verdere werkwijze is zoals onderaan voor de menunavigatie van de centrale
beschreven.
Alles verwijderen
Klik op dit veld en bevestig in de volgende stap de veiligheidsvraag voor het
verwijderen van alle binnen-signaalgevers.
Verwijderen
Klik op dit veld en bevestig in de volgende stap de veiligheidsvraag voor het
verwijderen van alle binnen-signaalgevers.
Deelgebieden
Nummers van de deelgebieden waaraan de binnen-signaalgever is toegewezen.
Binnen-SG toevoegen (centrale)
1.
Selecteer Binnen-SG.
2.
Selecteer toevoegen/verwijderen.
3.
Selecteer de betreffende binnen-SG.
4.
Activeer het sabotagecontact van de binnen-SG.
Aanwijzing
Als een binnen-SG geprogrammeerd is, piept de
draadloze centrale twee keer ter bevestiging.
De indicatie dat de binnen-SG is toegevoegd en
de waarde voor de ontvangen signaalsterkte
verschijnen.
5.
Beëindig uw invoer met Vorige.
Aanwijzing
Als een binnen-SG geprogrammeerd is, wordt dit
op de centrale met het symbool naast het
nummer van de binnen-SG aangegeven.
Er kan maximaal 4 binnen-SG's worden
toegevoegd.
6.
Verlaat dit scherm met Vorige.
Bewerken
Selecteer de betreffende binnen-SG.
De volgende submenupunten verschijnen.
Naam:
Wijs een eenduidige naam toe aan deze binnen-SG.
Alles verwijderen
1.
Selecteer het menupunt Alles verwijderen.
2.
Bevestig uw keuze met Volgende.
3.
Bevestig de veiligheidsvraag voor het verwijderen
van alle binnen-SG's met Ja. Kies Vorige als u niet
zeker bent.
Programmeren/configureren
93
Gevaar
De instellingen in het gebruikersmenu:
Gebruikersmenu -> Configuratie -> Volume instellingen
Bedieningstonen
Infotonen
Alarmtonen
hebben ook invloed op het volume van de tonen van de binnen-signaalgever.
Aanwijzing
Als de binnen-signaalgever alleen op batterijen werkt, worden alleen alarmtonen weergegeven. Bedieningsgeluiden
en informatieve geluiden worden niet weergegeven.
Programmeren/configureren
94
Infomodule/binnensirene
Aanduiding/functie
Verklaring
Bijwerken
Geactiveerd
Statusupdate op de infomodule geactiveerd een statuswijziging in het
alarmsysteem of de zone wordt "just-in-time" weergegeven.
Gedeactiveerd
Geen update op infomodule en binnensirene overeenkomstig activeert de
binnensirene ook geen alarm.
LED gereed
Geactiveerd
LED gereed op infomodule geactiveerd.
Gedeactiveerd
LED gereed op infomodule gedeactiveerd.
Toevoegen Centrale (alleen op de centrale mogelijk)
1.
Na het selecteren van dit menupunt verschijnt op het
display de volgende indicatie:
Selecteer Toevoegen/verwijderen sirene.
2.
Kies de benodigde sirene.
3.
Na het selecteren van dit menupunt verschijnt op het
display de volgende indicatie:
Bevindt de ontvanger zich in de
programmeermodus?
4.
Zet de binnensirene of de ontvanger in de
programmeermodus. Volg daarbij ook de handleiding
bij het product
5.
Activeer het zenden van de draadloze informatie van
de centrale door op Ja te drukken.
6.
De volgende indicatie verschijnt:
Heeft de ontvanger twee keer gepiept?
7.
Bevestig met Ja.
8.
De programmeermelding en daarmee de ID van de
centrale is correct ontvangen en in de binnensirene
resp. de infomodule opgeslagen.
9.
Om te herhalen resp. te annuleren drukt u op Nee.
Programmeren/configureren
95
Programmeren/configureren
96
UVM (universele module)
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit het componenttype (UVM) en het volgnummer.
Naam
Eenduidige naam voor de universele module
Universele module toevoegen
Aanwijzing
Houd er rekening mee dat voor iedere UVM
gereserveerde uitgangen en zone worden
vergeven.
Zie tabel gereserveerde UVM uitgangen / zones.
Universele
module
Gereserveerde
uitgangen
Gereserveerde
zones
UMV 1
229 232
248
UVM 2
225 228
247
UVM 3
221 224
246
UMV 4
217 220
245
UMV 5
213 216
244
UMV 6
209 212
243
UMV 7
205 208
242
UMV 8
201 204
241
Aanwijzing
Programmeer de universele module zoals
beschreven in de installatiehandleiding van de
UVM, bijvoorbeeld als draadloze
zender/ontvanger (functie 3).
Nadat u de universele module aan de hand van
de handleiding heeft geprogrammeerd, kunt u
deze toevoegen aan het systeem
1.
Selecteer UVM toev./verw.
2.
Kies de benodigde universele module (UVM). In het
totaal kunnen maximaal acht draadloze modules
worden geprogrammeerd.
3.
Selecteer nu bijv. UVM 1.
4.
Activeer het sabotagecontact van de UVM.
Aanwijzing
Geprogrammeerde UVM-modules krijgen het
symbool naast het UVM-nummer.
Programmeren/configureren
97
Controleer de informatie van de universele
module.
5.
Selecteer UVM info.
6.
Selecteer UVM 1.
Aanwijzing
Bij het programmeren van de universele module
draagt dit ook de programmering ervan over,
zodat u in het punt UVM informatie kunt zien voor
welke functie de universele module is
geprogrammeerd.
Functie
Verklaring
Niet
gebruikt
De universele module is niet
geprogrammeerd.
1 Draadloze
repeater
Ontvangen draadloze signalen van
geprogrammeerde draadloze melders
(geprogrammeerd in UVM) worden na
ontvangst doorgestuurd naar de
centrale. U heeft hier geen verdere
instellingen uit te voeren
2 Uitgangsmodule
Tot vier relais van de UVM kunnen
van de draadloze centrale uit
overeenkomstig de programmering
worden geactiveerd.
3 T/R module
Zone en uitgangsmodule voor de
aansluiting van bedrade melders
(watermelders) of een
blokslot/sleutelschakelaar.
4 Sirenemodule
Voor de aansluiting van een
bekabelde draadloze buitensirene of
compacte alarmering.
UVM als draadloze repeater (UVM functie 1)
Als de universele module met draadloze repeaterfunctie
is geprogrammeerd, moet u ook de draadloze melders,
waarvan het signaal via deze module overgedragen moet
worden in de UVM programmeren.
Lees daarbij ook de handleiding bij de universele module
(UVM).
UVM als uitgangsmodule (UVM functie 2)
Aanwijzing
Als de universele module met uitgangsfunctie
geprogrammeerd is, reserveert de centrale
automatisch de bijbehorende uitgangen in de
centrale voor deze module.
Aanwijzing
U hoeft deze uitgangen niet meer handmatig toe
te voegen.
Pas alleen de instellingen voor de functies van de
uitgangen aan, zoals beschreven in paragraaf
Uitgangen bewerken.
Dergelijke uitgangen hoeven alleen nog te worden
geconfigureerd, maar niet meer toegevoegd.
Volg daarbij ook de handleiding van de universele
module (UVM).
UVM als zone en uitgangsmodule (UVM functie 3)
Aanwijzing
Als de universele module met functie 3
geprogrammeerd is, reserveert de centrale
automatisch de bijbehorende zone en de
bijbehorende uitgangen in de centrale voor deze
module.
Ingang 1 en ingang 2 vormen de bedrade zone van
de UVM.
Ingang 1 werkt als een aansluiting voor de alarmlus.
Ingang 2 werkt als een aansluiting voor de
sabotagelijn
Deze beide aansluiten corresponderen met de
bijbehorende draadloze zone.
Bij de bedrading volgt u hiervoor de handleiding van
de universele module (UVM).
UVM als sirenemodule (UVM functie 4)
Als u de UVM als sirenemodule geconfigureerd heeft,
verschijnt daarna de indicatie, waarin u moet
configureren voor welk deelgebied de sirene moet
worden geactiveerd. Deze instelling gebeurt analoog aan
de instelling van de ext. Sirene.
De aansluiting van de compacte alarmering in de UVM
vindt u in de handleiding van de universele module
(UVM).
Aanwijzing
U dient er rekening mee te houden dat de
spanningsvrije uitgangen op de UVM met max.
500 mA bij 24 volt kunnen worden belast.
Het gaat hier om optokoppelaars met een
doorlaatweerstand van 2 Ω.
Alles verwijderen
1.
Selecteer het menupunt Alles verwijderen.
2.
Bevestig uw keuze met Volgende.
3.
Bevestig de veiligheidsvraag over het wissen van de
UVM met Ja of Vorige als u niet zeker bent.
Programmeren/configureren
98
Deursloten
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit het componenttype (deurslot) en het
volgnummer.
Naam
Eenduidige naam voor de deursloten (bijvoorbeeld Secvest Key of deur-bijzetslot).
Deelgebieden
Nummer van het deelgebied waaraan het deurslot is toegewezen.
Deursloten toevoegen (centrale)
1.
Selecteer Deursloten.
2.
Selecteer Deursloten toevoegen/verwijderen.
3.
Kies het benodigde deurslot.
4.
Activeer het sabotagecontact van het deurslot of
plaats de batterij.
Aanwijzing
Als het deurslot geprogrammeerd is, piept de
draadloze centrale twee keer ter bevestiging.
De indicatie dat het deurslot is toegevoegd en de
waarde voor de ontvangen signaalsterkte
verschijnen.
5.
Beëindig uw invoer met Vorige.
Aanwijzing
Als een deurslot geprogrammeerd is, wordt dit op
de centrale met het symbool naast het
deurslotnummer aangegeven.
6.
Verlaat dit scherm met Vorige.
Bewerken
Kies het benodigde deurslot.
De volgende submenupunten verschijnen:
Naam
Wijs een eenduidige naam toe aan dit deurslot.
Deelgebieden
Selecteer de deelgebieden waaraan het deurslot
moet worden toegewezen.
Programmeren/configureren
99
Inactief na inbraak (software >= 3.01.16)
JA
Secvest Key en deur-bijzetslot kunnen de
toegewezen deelgebieden activeren en
deactiveren.
NEE
toegewezen deelgebieden zonder inbraakalarm:
Secvest Key en deur-bijzetslot kunnen de
toegewezen deelgebieden activeren en
deactiveren
toegewezen deelgebieden met inbraakalarm:
Het maakt niet uit welk deelgebied een
inbraakalarm heeft, Secvest Key en deur-
bijzetslot kunnen de toegewezen
deelgebieden niet deactiveren.
Om te deactiveren, moet een code worden
ingevoerd op de centrale of moet een andere
component worden gebruikt.
niet toegewezen deelgebieden met inbraakalarm:
Secvest Key en deur-bijzetslot kunnen de
toegewezen deelgebieden deactiveren.
Deurslot verwijderen
Bevestig de veiligheidsvraag over het verwijderen
van het deurslot met Ja of Vorige als u niet
zeker bent.
Alles verwijderen
1.
Selecteer het menupunt Alles verwijderen.
2.
Bevestig uw keuze met Volgende.
3.
Bevestig de veiligheidsvraag over het verwijderen
van de deursloten met Ja of Vorige als u niet zeker
bent.
Programmeren/configureren
100
RF Repeater
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit het componenttype (RF Repeater) en het
volgnummer.
Naam
Eenduidige naam voor de repeater (maximaal 12 tekens zijn mogelijk).
Niet toegevoegd
Door op de desbetreffende repeater te klikken, gaat u naar de modus "Toevoegen".
De verdere werkwijze is zoals onderaan voor de menunavigatie van de centrale
beschreven.
RF Repeater1
Door op de desbetreffende repeater te klikken, gaat u naar de modus "Bewerken".
Programmeren/configureren
101
De verdere werkwijze is zoals onderaan voor de menunavigatie van de centrale
beschreven.
Alles verwijderen
Klik op dit veld en bevestig in de volgende stap de veiligheidsvraag voor het
verwijderen van alle repeaters.
RF Repeater toevoegen (centrale)
1.
Selecteer RF Repeater.
2.
Selecteer toevoegen/verwijderen.
3.
Selecteer de desbetreffende repeater.
4.
Activeer het sabotagecontact van de repeater.
Aanwijzing
Als een repeater geprogrammeerd is, piept de
draadloze centrale twee keer ter bevestiging.
De indicatie dat de repeater is toegevoegd en de
waarde voor de ontvangen signaalsterkte
verschijnen.
Aan de repeater ziet u aan de status-LED's de
ontvangen signaalsterkte van de centrale aan de
repeater. Details hierover vindt u in de
reparatiehandleiding.
5.
Beëindig uw invoer met Vorige.
Aanwijzing
Als een repeater geprogrammeerd is, wordt dit op
de centrale met het symbool naast het
repeaternummer aangegeven.
Er kan maximaal 4 repeaters worden toegevoegd.
6.
Verlaat dit scherm met Vorige.
Bewerken
Selecteer de desbetreffende repeater.
De volgende submenupunten verschijnen.
Naam:
Geef een eenduidige naam voor deze repeater.
Repeat centrale
Kies hier of de draadloze berichten van de centrale door
deze repeater herhaald moeten worden.
Aanwijzing
Berichten van de centrale kunnen zijn:
Broadcast status centrale, is nodig voor de permanente
weergave van de toestanden van de deelgebieden
op de bedieningspanelen FUBE5000x.
Aansturing van buitensirenes (bijv. FUSG50100/1 of
FUSG50000)
bij voor binnensirenes (bijv. FUSG50010) en infomodules
(bijv. FUMO50030)
Aansturing van binnen-signaalgevers (bijv. FUSG50110)
Aansturing van hybride modules (bijv. FUMO50110) is
nodig voor het configureren of opvragen van stroom-
en spanningswaarden, de softwareversie, de
weerstandswaarden, de uitgangen, de luidspreker en
de signaalsterkte.
Programmeren/configureren
102
Aansturing van draadloze uitgangen (bijv. draadloos
stopcontact FUHA50010).
Programmeren/configureren
103
Repeat melder
Selecteer hier welke draadloze zones/melders door deze
repeater herhaald moeten worden. Alle
geprogrammeerde melders worden weergegeven.
Repeat draadloze bedieningspanelen
Selecteer hier welke draadloze bedieningspanelen
herhaald moeten worden. Alle geprogrammeerde
draadloze bedieningspanelen worden weergegeven.
Repeat deursloten
Selecteer hier welke draadloze deursloten herhaald
moeten worden. Alle geprogrammeerde draadloze
deursloten worden weergegeven.
Repeat buitensirenes
Selecteer hier welke draadloze buitensirenes herhaald
moeten worden. Alle geprogrammeerde draadloze
buitensirenes worden weergegeven.
Binnen-SG herhalen
Selecteer hier welke binnen-signaalgevers herhaald
moeten worden. Alle geprogrammeerde binnen-
signaalgevers worden weergegeven.
HyMo herhalen
Selecteer hier welke hybride modules herhaald moeten
worden. Alle geprogrammeerde hybride modules
worden weergegeven.
Aanwijzing
Een repeater kan maximaal 10 componenten
repeaten.
Afstandsbedieningen en noodoproepzenders
(overval, medisch, zorg) worden altijd herhaald als
ze zich in het ontvangstbereik van de repeater
bevinden.
Alles verwijderen
1.
Selecteer het menupunt Alles verwijderen.
2.
Bevestig uw keuze met Volgende.
3.
Bevestig de veiligheidsvraag voor het verwijderen
van alle repeaters met Ja. Kies Vorige als u niet
zeker bent.
Programmeren/configureren
104
Hybride modules
Software >= 3.01.14
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit het componenttype (hybride module) en het
volgnummer.
Aanwijzing
Maximaal 2 hybride modules kunnen worden toegevoegd
Naam
Eenduidige naam voor de hybride module (maximaal 12 tekens zijn mogelijk).
Niet toegevoegd
Door op de betreffende hybride module te klikken, gaat u naar de modus
"Toevoegen". De verdere werkwijze is zoals onderaan voor de menunavigatie van
de centrale beschreven.
HyMo 1
Door op de betreffende hybride module te klikken, gaat u naar de modus
"Bewerken".
Programmeren/configureren
105
De verdere werkwijze is zoals onderaan voor de menunavigatie van de centrale
beschreven.
Alles verwijderen
Klik op dit veld en bevestig in de volgende stap de veiligheidsvraag voor het
verwijderen van alle hybride modules met Ja. Kies Vorige als u niet zeker bent.
Hybride module toevoegen (centrale)
1.
Selecteer Hybride Module.
2.
Selecteer toevoegen/verwijderen.
3.
Selecteer de benodigde hybride module.
4.
Activeer het sabotagecontact van de hybride
module.
Aanwijzing
Als een hybride module geprogrammeerd is, piept
de draadloze centrale twee keer ter bevestiging.
De indicatie dat de hybride module toegevoegd en
de waarde voor de ontvangen signaalsterkte
verschijnen.
5.
Beëindig uw invoer met Vorige.
Aanwijzing
Als een hybride module geprogrammeerd is,
wordt dit op de centrale met het symbool naast
het nummer van de hybride module aangegeven.
Er kunnen Maximaal 2 hybride modules worden
toegevoegd
6.
Verlaat dit scherm met Vorige.
Bewerken
Selecteer de benodigde hybride module.
De volgende submenupunten verschijnen.
Naam:
Wijs een eenduidige naam toe aan deze hybride module.
Deelgebieden
Nummers van de deelgebieden waaraan de hybride
module is toegewezen.
Aanwijzing
Houd rekening met de deelgebiedtoewijzing van de
hybride module. Meldingen van de hybride module, zoals
een tamper- of DC-storing, worden dan aan deze
deelgebieden toegewezen.
Software >= 3.01.16
Deze deelgebiedtoewijzing bepaalt ook de toewijzing van
zones en uitgangen aan deelgebieden.
Bijvoorbeeld: Als u het deelgebied 1 en 2 heeft
geselecteerd, kunnen de zones van uitgangen van deze
HyMo ook alleen aan deelgebied 1 en 2 worden
toegewezen.
Software < 3.01.16
Programmeren/configureren
106
Zones en uitgangen op de hybride module kunnen
worden toegewezen aan andere deelgebieden, moeten
echter wel deelgebieden van de hybride module zijn.
Type bedrade zone
Selecteer welk type bedrading op de zone-ingangen van
deze hybride module moet worden ondersteund.
Aanwijzing
Voor de centrale en voor elk van de 2 hybride modules is
een ander type bedrading mogelijk.
mogelijke bedradingstypen:
2-draads FSL 2k2/4k7
2-draads FSL 1k/1k
2-draads FSL 2k/2k
2-draads FSL 4k7/4k7
4-draads CC
2-draads CC
De varianten zijn dezelfde als voor de centrale, zie
hierover:
Systeem -> Hardware -> Type bedrade zone
Luidspreker deelgebieden
Selecteer voor welke deelgebieden de optioneel
aangesloten luidspreker moet signaleren.
Aanwijzing
De luidspreker geeft signaaltonen:
Het volume van de verschillende signaaltonen stelt u in
het gebruikersmenu in.
Gebruikersmenu -> Configuratie -> Volume instellingen -
>
Bedieningstonen
Infotonen
Alarmtonen
Aanwijzing
Luidspreker-deelgebieden op de hybride module kunnen
worden toegewezen aan andere deelgebieden, moeten
echter wel deelgebieden van de hybride module zijn.
Aanwijzing
Zones
Zonetype en attributen
Worden geselecteerd in de sectie HyMo-zones.
Alle beschikbare typen en attributen voor
bedrade zones zijn mogelijk. Zie voor details
IP-zones.
Hybride module 1
401 tot 410 wanneer 2-draads als zonetype
is geselecteerd
401 tot 405 wanneer 4-draads als zonetype
is geselecteerd
Hybride module 2
411 tot 420 wanneer 2-draads als zonetype
is geselecteerd
411 tot 415 wanneer 4-draads als zonetype
is geselecteerd
Aanwijzing
Uitgangen
Uitgangstype en attributen
Worden geselecteerd in de sectie HyMo-
uitgangen. Alle beschikbare typen en
attributen voor bedrade uitgangen zijn
mogelijk. Zie voor details Draadloze
uitgangen.
Hybride module 1
401 tot 404
Hybride module 2
405 tot 408
Aanwijzing
Terminal TR op hybride module
Als deze ingang op de hybride module wordt
aangestuurd, signaleert de centrale
"Hybride module X signaalgever sabotage"
Programmeren/configureren
107
Aanwijzing
Terminal MAINS FAIL op hybride module
Als deze ingang op de hybride module wordt
aangestuurd, signaleert de centrale
"Hybride module X stroomstoring PSU"
Aanwijzing
Terminal LOW BATT op hybride module
Als deze ingang op de hybride module wordt
aangestuurd, signaleert de centrale
"Hybride module X accustoring PSU"
Programmeren/configureren
108
Uitgangen
Software <3.01.14
Software >= 3.01.14
Programmeren/configureren
109
Draadloze uitgangen
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit het componenttype (draadloze uitgang) en het
volgnummer.
Naam
Eenduidige naam voor de uitgang.
Type
Type draadloze uitgang.
Status
Actuele toestand van de draadloze uitgang.
Eigenschappen
Eigenschappen van de draadloze uitgang.
Draadloze uitgangen configureren
Aanwijzing
De Secvest heeft maximaal 32 draadloze
uitgangen.
Uitgangen bewerken
1.
Klik op de regel van de gewenste uitgang.
Aanwijzing
Het kan handig zijn om een eenduidige
uitgangsnaam te vergeven, om bij een storing de
uitgang sneller te kunnen identificeren.
2.
Wis de standaard ingestelde naam.
3.
Wijs een eenduidige naam voor de uitgang toe met
max. 12 tekens.
Uitgangen omkeren (polariteit)
Aanwijzing
Hier kunt u selecteren of betreffende uitgang als
dan niet omgekeerd moet worden. Kies daarvoor
Normaal of Omgekeerd.
Uitgangstype selecteren
Aanwijzing
Een overzicht van de verschillende uitgangstypen
vindt u in de volgende tabel.
4.
Bevestig de keuze na afsluiting van de configuratie
met Versturen.
Programmeren/configureren
110
Type
Verklaring
Kan worden toegewezen
aan deelgebieden
niet gebruikt
Deze uitgang heeft geen functie en wordt op geen alleen
moment geactiveerd.
Ja
inbraakalarm
Deze uitgang wordt geactiveerd als één van de volgende
zonetypen resp. gebeurtenissen bij een geactiveerd
systeem wordt geactiveerd:
Normaal alarm
Sabotage (alleen in geactiveerd systeem)
Ingangsroute
Sabotage zone (alleen in geactiveerd systeem)
Ingangsvertragingstijd verlopen
24 h alarm (alleen in geactiveerd systeem)
Ja
Bev. inbraakalarm
Dit type werkt alleen als onder "Systeem ->
Bevestiging" de bevestigingsmodus BS8243 geselecteerd
wordt.
Een bevestigd inbraakalarm is opgetreden (normaal
alarm).
De centrale activeert de uitgang als:
Twee "normale alarmen" in dezelfde deelgebied werden
geactiveerd tijdens de bevestigingstijd.
Een "normaal alarm" en een sabotagemelding in
hetzelfde deelgebied werden geactiveerd tijdens de
bevestigingstijd.
Men kan dit uitgangstype voor één of meer deelgebieden
gebruiken.
U dient er rekening mee te houden dat "normale alarmen"
en sabotagealarmen in dezelfde deelgebied als de
uitgang moeten optreden.
De uitgang wordt gedeactiveerd als een gebruiker het
systeem reset.
Ja
Timer inbraakbevestiging
De uitgang is geactiveerd terwijl de timer voor een
bevestiging van een inbraakalarm loopt en wordt
gedeactiveerd op het moment dat de timer afgelopen is.
Nee
Perimeter waarschuwing
De uitgang is geactiveerd, als een
perimeterwaarschuwing is geactiveerd.
Ja
Overval alarm
De uitgang is geactiveerd, als een overvalalarm is
geactiveerd.
Ja
Overvalalarm bevestigen
Er is een bevestigd overvalalarm opgetreden.
De centrale activeert de uitgang onder de volgende
voorwaarden:
Gebruikers hebben tijdens de overval-bevestigingstijd
minimaal op twee verschillende overvalzenders een
alarm geactiveerd
Een overvalzender wordt geactiveerd en een
sabotagealarm van een overvalzender werd tijdens de
bevestigingstijd geactiveerd.
Dit uitgangstype kunt u toewijzen aan één of meer
deelgebieden. U dient er rekening mee te houden dat de
overvalzenders (en sabotagemeldingen) aan dezelfde
deelgebied toegewezen moeten zijn.
De uitgang wordt gedeactiveerd als een gebruiker het
systeem reset.
Nee
Programmeren/configureren
111
Type
Verklaring
Kan worden toegewezen
aan deelgebieden
Timer overvalalarm
bevestiging
De uitgang is geactiveerd terwijl de timer voor een
bevestiging van een overvalalarm loopt en wordt
gedeactiveerd op het moment dat de timer afgelopen is.
Nee
Bedreigingscode
Er werd een bedreigingscode gebruikt. De centrale
activeert de uitgang als een gebruiker een
bedreigingscode heeft ingevoerd en deactiveert de
uitgang pas weer als de gebruiker het systeem reset.
Ja
Alarm bevestigd
Deze uitgang is geactiveerd als een alarm in de gekozen
deelgebied door de gebruiker tijdens de mogelijke periode
wordt afgebroken. De uitgang wordt weer gedeactiveerd,
als het alarm bevestigd is.
Ja
Brand
De uitgang is geactiveerd als een brandalarm is
geactiveerd.
Ja
Techniek
Deze uitgang wordt geactiveerd als een zone met de
eigenschap Techniek een alarm heeft geactiveerd. Wordt
pas weer gedeactiveerd op het moment dat de zone die
het alarm veroorzaakte wordt gereset (oorzaak voor het
technische alarm wordt verholpen) EN de gebruiker met
een geldige code het technische alarm op de centrale
bevestigd.
Ja
24 uur
Deze uitgang wordt geactiveerd als een zone met de
eigenschap "24 h alarm" een alarm heeft geactiveerd.
Ja
Zone-alarm
De uitgang wordt geactiveerd wanneer de geselecteerde
zone een alarm meldt en wordt gedeactiveerd wanneer
het alarm is gereset.
Nee
Buitensirene
Deze uitgang wordt bij lokaal alarm in de geselecteerde
deelgebied voor de ingestelde sireneduur van de
buitensirene geactiveerd.
Uitgang schakelt niet bij een technisch alarm of
overvalalarm.
Ja
Interne sirene
Deze uitgang wordt bij lokaal alarm in de geselecteerde
deelgebied voor de ingestelde sireneduur van de interne
sirene geactiveerd.
Uitgang schakelt niet bij een technisch alarm of
overvalalarm.
Ja
Externe flitser
Deze uitgang wordt bij een lokaal alarm in de
geselecteerde deelgebied geactiveerd en blijft
geactiveerd totdat de draadloze centrale wordt
gedeactiveerd.
Tegelijkertijd wordt de uitgang na het succesvol activeren
van het deelgebied voor 10 seconden geactiveerd als het
EXTERNE flitssignaal ter bevestiging geactiveerd werd.
Ja
Interne flitser
Deze uitgang wordt bij een lokaal alarm in de
geselecteerde deelgebied geactiveerd en blijft
geactiveerd totdat de draadloze centrale wordt
gedeactiveerd.
Tegelijkertijd wordt de uitgang na het succesvol activeren
van het deelgebied voor 10 seconden geactiveerd als het
INTERNE flitssignaal ter bevestiging geactiveerd werd.
Ja
Alarm afbreken
De uitgang wordt geactiveerd als een alarm in de
gekozen deelgebied door de gebruiker tijdens de
Ja
Programmeren/configureren
112
mogelijke periode wordt afgebroken. Er wordt
gedeactiveerd als het alarm bevestigd is.
Programmeren/configureren
113
Type
Verklaring
Kan worden toegewezen
aan deelgebieden
Alarm afbreken
De uitgang wordt geactiveerd als een alarm in de
gekozen deelgebied door de gebruiker tijdens de
mogelijke periode wordt afgebroken. Er wordt
gedeactiveerd als het alarm bevestigd is.
Ja
Medisch Alarm
De uitgang is geactiveerd als een medische noodoproep
is geactiveerd.
Ja
Zorgmelding
Deze uitgang is geactiveerd als de zorgnoodoproep
geactiveerd is.
Ja
Sabotage
De uitgang is geactiveerd als de centrale een
sabotagemelding door één van de volgende apparaten
ontvangt:
alarmcentrale (aftrekken van deksel resp. wand)
bedieningspaneel (aftrekken van deksel resp. wand)
zone met het zonetype "sabotage"
alle draadloze melders resp. UVM
Sirenes
De alarmcentrale deactiveert op het moment dat de
sabotage verholpen is.
Ja
Zendfout
Deze uitgang is geactiveerd als één van de drie
onderstaande zendfouten is opgetreden.
Dit kunnen de volgende zijn: RF batterij laag, RF
Supervisie, RF Jamming. De uitgang wordt pas
gedeactiveerd als een reset aan de centrale is uitgevoerd.
Ja
RF Supervisie
Deze uitgang is geactiveerd als een willekeurige
draadloze zone een uitval supervisie meldt.
De uitgang blijft zolang geactiveerd totdat de
supervisiestoring beëindigd is.
Ja
RF Jamming
Deze uitgang schakelt als een interferentie (jamming) is
gedetecteerd.
De uitgang blijft zolang geactiveerd totdat de jamming
beëindigd is.
Nee
RF batterij laag
De uitgang is geactiveerd, als een draadloze melder een
melding over een zwakke batterij uitzendt.
De uitgang blijft zolang geactiveerd, totdat alle melders
deze melding niet meer zenden.
Ja
Accustoring
De uitgang is geactiveerd als de centrale een fout bij de
reserveaccu vaststelt OF als een PSU met het zonetype
"Ext PSU accustoring" is geactiveerd.
Als het alarm werd veroorzaakt door een zone met "Ext
PSU accustoring", deactiveert de centrale de uitgang pas
als de zone zelf gereset is en de gebruiker de fout met
een geldige code op de centrale bevestigd heeft.
Als het alarm werd veroorzaakt door een fout van de
reserveaccu, wordt de uitgang pas gedeactiveerd zodra
de centrale een geschikte en functionerende accu
herkent.
Aanwijzing: Controleer of de accu werkt met behulp van
de testfunctie via het menu aan de centrale.
Nee
Programmeren/configureren
114
Type
Verklaring
Kan worden toegewezen
aan deelgebieden
A/C storing
De uitgang is geactiveerd als ofwel de spanning op de
centrale ontbreekt OF als een willekeurige zone met het
type "Ext PSU AC-storing" is geactiveerd.
De vertraging totdat deze uitgang wordt geactiveerd is
afhankelijk van de waarde die onder "Systeem ->
Vertraging A/C storing [min] (minuten)" is ingesteld.
Aanwijzing
Het systeem is VdS-conformals u dit uitgangstype
gebruikt om een AC-storing te signaleren.
Nee
Ext PSU storing
De uitgang is geactiveerd als ofwel een externe voeding
een storing herkent en die via het zonetype "Ext PSU
storing" meedeelt.
De uitgang wordt past gedeactiveerd als de storing
verholpen is en de gebruiker het alarm met een geldige
code op de centrale bevestigd heeft.
Nee
Ext PSU lage spanning
De uitgang is geactiveerd als een externe voeding via het
zonetype "Ext. PSU lage spanning" een overeenkomstige
lage spanning detecteert.
De centrale deactiveert de uitgang op het moment dat de
zone gereset is en de gebruiker de fout met een geldige
code bevestigt.
Nee
Algemene storing
De uitgang wordt geactiveerd als een gebeurtenis
optreedt die een storing veroorzaakt.
Dit omvat:
RF batterij laag
RF Supervisie
RF Jamming
A/C storing
Accustoring
Ext PSU storing
Sabotage
U dient er rekening mee te houden dat de uitgang bij een
A/C storing reeds enkele seconden na het herkennen van
de storing geactiveerd wordt en NIET door de ingestelde
vertragingstijd wordt beïnvloed.
Gevaar
Software < 3.01.11
Het systeem is niet meer VdS conform als u dit
uitgangstype gebruikt om een AC-storing te signaleren
omdat deze meteen activeert.
Gebruik het type AC-Storing voor de signalering om VdS-
conform te zijn.
Ja
Programmeren/configureren
115
Aanwijzing
Software >= v3.01.11
Het systeem is VdS-conformals u dit uitgangstype
gebruikt om een AC-storing te signaleren. Dit
uitgangstype wordt nu geactiveerd bij een AC-storing na
een VdS-conforme vertraging.
Storing communicatie
De uitgang is geactiveerd op het moment dat de centrale
een storing van het communicatiekanaal vaststelt en is
gedeactiveerd als er geen storing (meer) aanwezig is.
Nee
Gereed voor activering
Deze uitgang is geactiveerd als het deelgebied gereed
voor activering is.
Als een melder is toegewezen aan meerdere
deelgebieden, dan is het deelgebied gereed, ook al is
deze melder nog open.
Ja
Volledige geactiveerd
De uitgang is geactiveerd, als het systeem de activering
succesvol heeft uitgevoerd. De uitgang wordt voor de tijd
van ca. 10 seconden geactiveerd.
Ja
Programmeren/configureren
116
Type
Verklaring
Kan worden toegewezen
aan deelgebieden
Alles actief
De uitgang wordt alleen geactiveerd als alle in het
systeem geconfigureerde deelgebieden zijn geactiveerd.
Ja
Activering gereed
De uitgang is geactiveerd als het systeem of het
deelgebied geactiveerd resp. intern geactiveerd is (voor
ca. 10 seconden).
Ja
Geactiveerd
Deze uitgang is geactiveerd wanneer het deelgebied is
geactiveerd.
Ja
Opnieuw actief
De uitgang wordt in een intern geactiveerd systeem
geactiveerd als het systeem ten minste één keer opnieuw
geactiveerd wordt.
Als de bevestigingsmodus op DD243 of BS8243 werd
gezet, activeert de centrale de uitgang op het moment dat
deze het systeem weer inschakelt (na de
bevestigingstimer).
Als de bevestigingsmodus "Basis" wordt geselecteerd,
activeert de centrale de uitgang op het moment dat deze
het systeem weer inschakelt (nadat de sireneduur
afgelopen is).
In een systeem met deelgebieden kunnen aan de uitgang
verschillende deelgebieden worden toegewezen.
De uitgang wordt weer gedeactiveerd als een gebruiker of
installateur het systeem resp. het deelgebied reset.
Ja
Gereed voor interne
activering
Deze uitgang is geactiveerd als het deelgebied gereed
voor interne activering is.
Als een melder is toegewezen aan meerdere
deelgebieden, dan is het deelgebied gereed, ook al is
deze melder nog open.
Ja
Intern geactiveerd klaar
De uitgang is geactiveerd als het systeem of het
deelgebied geactiveerd INTERN geactiveerd is (voor ca.
10 seconden).
Ja
Intern actief
Deze uitgang is geactiveerd als het deelgebied intern
geactiveerd is.
Ja
Activeringsstoring
Deze uitgang is geactiveerd als een activering mislukt is.
Blijft zolang actief totdat de gebruiker de storing bevestigt.
Ja
Autoact. Waarschuwing
Deze uitgang is geactiveerd als de waarschuwingstijd
voor de automatische activering loopt. (zie
gebruikersmenu Tijdschema actie/inactief).
Deze uitgang wordt gedeactiveerd als de activering
uitgevoerd is of als een gebruiker de automatische
activering vertraagt of afbreekt.
Ja
Uitschakeling compleet
De uitgang is geactiveerd, als het systeem gedeactiveerd
is of als het systeem na een alarm deactiveert.
De uitgang wordt voor ca. 10 seconden geschakeld.
Ja
Zones zijn overbrugd
(activering)
Deze uitgang is geactiveerd als de gebruiker een zone
overbrugt terwijl hij het systeem activeert.
De uitgang wordt gedeactiveerd als de centrale de zone
reset.
Ja
Programmeren/configureren
117
Type
Verklaring
Kan worden toegewezen
aan deelgebieden
Zones zijn overbrugd
(systeem)
(Uitgang werkt alleen als de bevestigingsmodus DD243 of
BS8243 geselecteerd is.)
Bij een onbevestigd alarm zal de centrale zich weer
activeren als de bevestigingstimer afgelopen is.
Als de zone die het onbevestigde alarm heeft veroorzaakt
op het tijdstip van de heractivering nog geopend is, zal de
centrale deze zone overbruggen en deze uitgang
activeren.
De centrale zal de zone herstellen en de uitgang
terugschakelen als een gebruiker of installateur het
systeem reset.
In/uit volgend
De uitgang wordt voor de duur van de vertragingstijd
(ingangsvertraging of uitgangsvertraging) geactiveerd.
Uitgang schakelt niet als het deelgebied in de modus
"Directe activering" of "Stille activering" geconfigureerd is.
Ja
Vergrendeling actief niet
afgesloten
Er is een sluitzone aanwezig.
De centrale activeert de uitgang op het moment dat de
zone met het type "Afsluiten" geactiveerd wordt en
deactiveert de uitgang als de zone gesloten wordt.
Nee
Open/gesloten
De uitgang is geactiveerd als het systeem (of het
deelgebied) inactief is.
Deze wordt gedeactiveerd als het systeem (of het
deelgebied) actief is.
Als u deze uitgang aan meerdere deelgebieden toewijst,
wordt de uitgang gedeactiveerd op het moment dat één
van deze deelgebieden actief of intern geactiveerd is.
Aanwijzing: Deze uitgang is vergeleken met de andere
uitgangen reeds per standaardinstelling omgekeerd.
Bij een inactief systeem is 0 volt aanwezig.
Ja
Zone volgend
Deze uitgang volgt de toestand van een zone.
Als u dit type heeft gekozen, krijgt u een overzicht van de
zones.
Selecteer een overeenkomstige zone
Nee
Binnenverlichting
Deze uitgang is geactiveerd in de tijd dat de in-
/uitgangsvertragingstijd loopt en deactiveert 10 seconden
nadat de in-/uitgangsvertragingstijd afgelopen is.
Ja
Installateur ter plaatse
De uitgang is geactiveerd op het moment dat de centrale
in de installateursmodus staat en wordt gedeactiveerd op
het moment dat de installateur deze weer succesvol heeft
verlaten.
Nee
Looptest
De uitgang is geactiveerd als een gebruiker als
installateur en als normale gebruiker een looptest start.
In de tijd tussen een muteschakeling van een alarm en de
bevestiging van het alarm wordt deze uitgang eveneens
geactiveerd.
Nee
Programmeren/configureren
118
Type
Verklaring
Kan worden toegewezen
aan deelgebieden
Door gebr. gedefinieerd
Een uitgang van dit type kan door de gebruiker
gedefinieerd via verschillende componenten, zoals:
afstandsbediening, bedieningspaneel of centrale op
afstand worden bestuurd.
De opties "Gebruiker schakelbaar" en "Gebruiker
configureerbaar" wijzen aan de gebruiker
toegangsrechten toe voor de configuratie van de uitgang
in het gebruikersmenu Weergave.
Met de knop "Polariteit" kunnen de schakeltoestanden
worden omgekeerd.
Als de uitgang slechts voor een bepaalde tijd moet
worden geschakeld (impulsgedrag), verwijdert u het vinkje
op de knop "Continu" en stelt de gewenste tijd in.
Bovendien kan aan de uitgang een tijdschema worden
toegewezen waarin wordt vastgelegd wanneer deze
geactiveerd of gedeactiveerd moet worden. Hiervoor moet
eerst "Continu" worden aangevinkt. Stel vervolgens de
inschakeltijd en de uitschakeltijd in en kies vervolgens de
gewenste weekdagen.
De uitgang kan ook door optredende gebeurtenissen
worden geschakeld. Op het tabblad "Gebeurtenis" kunt u
tot 3 gebeurtenissen vastleggen. De lijst bevat alle
mogelijke type uitgangen.
Nee
Rookmelder resetten
Deze uitgang is altijd geactiveerd (0V) met de
uitzondering dat een gebruiker een brandalarm bevestigt.
Na een dergelijke bevestiging deactiveert de centrale de
uitgang voor 3 seconden.
Het uitgangstype is bedoeld om laagspanning-
resetaansluitingen met bedrade rookmelders te laten
interageren.
U dient er rekening mee te houden dat op de markt ook
rookmelders gangbaar zijn die een tweevoudige
bevestiging nodig hebben voor een reset (melders die tijd
nodig hebben om de alarmcontacten naar de resetimpuls
te resetten).
Ja
PIR Set Latch
Voorwaarde is dat het systeem of het deelgebied
geactiveerd is.
Deze uitgang is gedeactiveerd als het systeem of het
deelgebied inactief is of als een alarmgebeurtenis
optreedt.
De uitgang wordt daarentegen voor een seconde
geactiveerd als ofwel een reset uitgevoerd of als op de
centrale de installateursmodus wordt verlaten.
Aanwijzing: Bij gekozen polariteit "Normaal" wordt de
uitgang met +12V aangestuurd als deze geactiveerd werd
en 0V als deze gedeactiveerd werd. Gebruik de polariteit
"omgekeerd" als u dit gedrag omgekeerd wilt gebruiken.
Ja
Combi uitgang 1
Een uitgang van dit type combineert verschillende
gebeurtenissen. Details hierover vindt u in het hoofdstuk
"Combi uitgangen".
Combi uitgang 10
Programmeren/configureren
119
Bedr. uitgangen
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit het componenttype (bedrade uitgang) en het
volgnummer.
Naam
Eenduidige naam voor de bedrade uitgang.
Type
Type bedrade uitgang.
Status
Actuele toestand van de bedrade uitgang.
Eigenschappen
Eigenschappen van de bedrade uitgang.
Bedrade uitgangen configureren
Aanwijzing
De Secvest heeft maximaal vier bedrade
uitgangen.
Uitgangen bewerken
1.
Klik op de regel van de gewenste uitgang.
Aanwijzing
Het kan handig zijn om een eenduidige
uitgangsnaam te vergeven, om bij een storing de
uitgang sneller te kunnen identificeren.
2.
Wis de standaard ingestelde naam.
3.
Wijs een eenduidige naam voor de uitgang toe met
max. 12 tekens.
4.
Bevestig de keuze na afsluiting van de configuratie
met Versturen.
Programmeren/configureren
120
Uitgangen omkeren (polariteit)
Aanwijzing
Hier kunt u selecteren of betreffende uitgang als
dan niet omgekeerd moet worden. Kies daarvoor
Normaal of Omgekeerd.
Uitgangstype selecteren
Aanwijzing
Een overzicht van de verschillende uitgangstypes
vindt u in de paragraaf Draadloze uitgangen.
1.
Selecteer nu het menupunt Type.
Programmeren/configureren
121
HyMo-uitgangen
Aanduiding/functie
Verklaring
Nummer
Het nummer wordt samengesteld uit het componenttype (HyMo-uitgang) en het
volgnummer.
Naam
Eenduidige naam voor de bedrade Hymo-uitgang.
Type
Type bedrade HyMo-uitgang.
Status
Actuele toestand van de bedrade Hymo-uitgang.
Programmeren/configureren
122
HyMo-uitgangen configureren
Aanwijzing
Elke hybride module heeft vier relaisuitgangen of
bedrade uitgangen.
Uitgangen bewerken
1.
Klik op de regel van de gewenste uitgang.
Aanwijzing
Het kan handig zijn om een eenduidige
uitgangsnaam te vergeven, om bij een storing de
uitgang sneller te kunnen identificeren.
2.
Wis de standaard ingestelde naam.
3.
Wijs een eenduidige naam voor de uitgang toe met
max. 12 tekens.
4.
Bevestig de keuze na afsluiting van de configuratie
met Versturen.
Uitgangen omkeren (polariteit)
Aanwijzing
Hier kunt u selecteren of betreffende uitgang als
dan niet omgekeerd moet worden. Kies daarvoor
Normaal of Omgekeerd.
De uitgang op de HyMo is een relaisuitgang.
Bij Normaal:
U kunt een aangesloten stroomkring laten openen
(NC-C) of sluiten (NO-C).
Bij omgekeerd is het gedrag omgekeerd!
U kunt een aangesloten stroomkring laten openen
(NO-C) of sluiten (NC-C).
Uitgangstype selecteren
Aanwijzing
Een overzicht van de verschillende uitgangstypes
vindt u in de paragraaf Draadloze uitgangen.
1.
Selecteer nu het menupunt Type.
Programmeren/configureren
123
Aanwijzing
Software >= 3.01.16
Uitgangen op de hybride module kunnen alleen worden toegewezen aan die deelgebieden waaraan ook de HyMo is
toegewezen. Bijvoorbeeld: Als u het HyMO-deelgebied 1 en 2 heeft geselecteerd, kunnen de uitgangen van deze
HyMo ook alleen aan deelgebied 1 en 2 worden toegewezen.
Houd rekening met de deelgebiedtoewijzing van de hybride module. Meldingen van de hybride module, zoals een
tamper- of DC-storing, worden dan aan deze deelgebieden toegewezen.
Software < 3.01.16
Uitgangen op de hybride module kunnen worden toegewezen aan andere deelgebieden, moeten echter wel
deelgebieden van de hybride module zijn.
Houd rekening met de deelgebiedtoewijzing van de hybride module. Meldingen van de hybride module, zoals een
tamper- of DC-storing, worden dan aan deze deelgebieden toegewezen.
Aanwijzing
Uitgangen
Hybride module 1
401 tot 404
Hybride module 2
405 tot 408
Programmeren/configureren
124
Combi uitgangen
Een "Combi uitgang" is een virtueel logisch element binnen de centrale.
Het lijkt op een EN-gatter of OF-gatter in de digitale elektronica, maar bestaat binnen de configuratie van de centrale.
Een "Combi uitgang" kan tot 10 virtuele ingangen hebben. Een virtuele ingang is een gebeurtenis zoals "inbraakalarm"
of "overvalalarm".
Programmeren/configureren
125
U kunt een "combi uitgang" gebruiken om een draadloze of draaduitgang te activeren.
Kies daarvoor bij de draadloze of draaduitgang het type "Combi uitgang".
U heeft "Combi uitgang 1" ingericht. Deze wilt u gebruiken om de "draadloze uitgang 203" van de centrale te
activeren. Wijs aan "combi uitgang 1" het type voor "draadloze uitgang 203" toe.
U moet een modus voor iedere "combi uitgang" selecteren. Deze modus kan ALLES (EN) of een WILLEKEURIGE
(OF) zijn.
Voor de EN-modus moeten alle ingangen van de "combi uitgang" actief zijn om ervoor te zorgen dat de "combi
uitgang" actief is.
Voor de IF-modus moet een willekeurige ingang actief zijn om ervoor te zorgen dat de "combi uitgang" actief is.
Bijvoorbeeld:
Vereiste:
Een draadloze uitgang moet schakelen als een deur (zone 203) open is EN een installateur in de installateursmodus is
ingelogd.
Oplossing:
Configureer de draadloze uitgang met het type "Combi uitgang 1" en configureer "Combi uitgang 1" als volgt:
Combi uitgang
Modus
Ingang
1
ALLES (EN)
Ingang 1 type = installateur ter plaatse
Ingang 2 type = zone volgend (zone 203)
Programmeren/configureren
126
Aanwijzing
Een ingang kan de uitgang van een andere "combi uitgang". U kunt echter alleen "combi uitgangen" met een hoger
nummer dan ingangen selecteren.
Als bijvoorbeeld de centrale 10 "combi uitgangen" ondersteunt en u "combi uitgang 8" definieert, kunt u alleen de
uitgangen van "combi uitgang 9" en "combi uitgang 10" als ingangen gebruiken.
Programmeren/configureren
127
Deelgebieden
Aanduiding/functie
Verklaring
Index
Lijst met deelgebieden
Deelgebied 1 tot deelgebied 4 en compl. act. link
Naam
Naam van het deelgebied die bij de programmering vergeven is.
In de rij "Compl. act. link" verschijnen de geselecteerde deelgebieden
Compl. act. link
Met deze optie kunt u een gezamenlijk bereik vastleggen.
Deelgebied 1 is altijd het gemeenschappelijke bereik. U kunt deelgebied 1
verbinden met andere deelgebieden.
Dat betekent dat als alle verbonden deelgebieden geactiveerd zijn, automatisch ook
deelgebied 1 wordt geactiveerd. Dit systeem reageert bij een alarm overeenkomstig
de geprogrammeerde alarmreacties van deelgebied 1.
Programmeren/configureren
128
Deelgebieden configureren
Lees in de gebruikershandleiding meer details over het activeren en deactiveren van het systeem, over het gedrag
van de centrale en de display (gebruikersinterface). Kies voor iedere deelgebied een eenduidige naam, bijvoorbeeld
woning, werkplaats, kantoor etc. (max. 12 tekens)!
Alles actief
Aanduiding/functie
Verklaring
Naam
Eenduidige naam voor het deelgebied.
Hier kunt u het deelgebied een individuele naam geven, bijvoorbeeld woning,
werkplaats, kantoor. Er zijn maximaal 12 tekens mogelijk.
De centrale toont deze naam ook bij het activeren aan de gebruiker.
Alles actief
Instellingen voor de complete activering van het deelgebied
Uitgangsmodus
Selecteer hier de modus van de activering bij het verlaten van het object.
Aanwijzing:
zie ook gebruikershandleiding hoofdstuk "8. Installatie activeren en deactiveren"
Vertraagde activering
Gebruik deze optie om het deelgebied pas na een bepaalde vertragingstijd te
activeren. Onder uitgangstijd kiest u de bijbehorende tijd. De centrale logt het
begin van deze tijdgestuurde activering.
Deze optie is niet conform BS8243:2010.
Programmeren/configureren
129
Aanduiding/functie
Verklaring
Uitgangsmodus,
vervolg
In-/uitgang geactiveerd
Gebruik deze optie om de activering van een deelgebied af te sluiten door een
laatste uitgangsdeur te sluiten. Deze deur heeft een melder met het zonetype "In-
/uitgang". Als de deur gesloten is, wordt het deelgebied na afloop van de
hersteltijd geactiveerd.
U dient er rekening mee te houden dat de uitgangstijd bij deze optie oneindig is,
d.w.z. dat bij gesloten zone (gesloten deur) de centrale bij het activeren wacht
totdat deze zone geopend en weer gesloten is.
De centrale slaat de starttijd van de activering op in het logboek (en niet de
activering zelf).
Probeert u niet om een PIR-zone als in-/uitgang voor een bereik te gebruiken.
Draadloze PIR-melders hebben een "blokkerings"-tijd na iedere activering om
batterijstroom te besparen. Als u een bereik activeert (resp. intern activeert) kan
een PIR-melder nog geblokkeerd zijn. Tijdens deze periode kan hij geen signaal
voor voltooiing van het activeringsproces zenden.
Directe activering
Het deelgebied wordt meteen geactiveerd zonder een akoestische waarschuwing.
Als het deelgebied geactiveerd is, wordt dit akoestisch bevestigd.
Aanwijzing: Deze optie is niet conform BS8243:2010.
Stille activering
Het deelgebied wordt na afloop van de uitgangstijd geactiveerd. Onder
uitgangstijd kiest u de bijbehorende tijd. Tijdens deze tijd worden er echter geen
waarschuwingstonen gegeven. Als het deelgebied geactiveerd is, wordt dit
akoestisch bevestigd. De centrale slaat de starttijd op in het logboek.
Tijdens de ingangstijd zijn de waarschuwingstonen te horen.
Aanwijzing: Deze optie is niet conform BS8243:2010.
Vergrendeling actief
De modus "Vergrendeling actief" beïnvloedt zowel de activering als de
deactivering van het deelgebied.
Voor deze modus moet u aan de laatste uitgangsdeur een melder van het zonetype
"Vergrendeling actief" en een melder met het zonetype "In-/uitgang" inplannen. De
melder met het zonetype "Vergrendeling actief" wordt met een
grendelschakelcontact op een geschikt slot gebruikt.
Het deelgebied activeren
De gebruiker moet eerst de activeringssequentie starten met behulp van zijn
gebruikerscode, zijn prox of zijn afstandsbediening.
De centrale geeft de uitgangstoon weer en slaat de starttijd op in het logboek.
Als de zone van het type "In-/uitgang" geopend is, geeft de centrale een
ononderbroken uitgangstoon weer.
Het uitgangssignaal klinkt zolang tot de gebruiker
a) de laatste uitgangsdeur gesloten heeft en dan
b) de deur vergrendelt en daarmee het grendelschakelcontact activeert.
Na bediening van het grendelschakelcontact wordt het deelgebied na afloop van
de hersteltijd geactiveerd na afloop van de hersteltijd geactiveerd. Bovendien
wordt de zone van het type "In-/uitgang" in een zone van het type "Normaal
alarm" omgezet.
De centrale slaat de activering van de zone van het type "Vergrendeling actief" op
het in het logboek.
Programmeren/configureren
130
Aanduiding/functie
Verklaring
Uitgangsmodus,
vervolg
Het deelgebied deactiveren
De gebruiker ontgrendelt de deur en activeert daarmee het
grendelschakelcontact.
De zone van het type "Vergrendeling actief" is daarmee geopend.
De centrale slaat de activering van de zone van het type "Vergrendeling actief" op
het in het logboek.
De oorspronkelijke zone van het type "In-/uitgang" die omgezet is in een zone van
het type "Normaal alarm" wordt weer teruggezet in de zone van het type "In-
/uitgang".
Bij het openen van de deur start nu de ingangstijd.
Een ingangssignaal dat nu klinkt verschilt van het normale ingangssignaal.
Als de gebruiker de deur opnieuw vergrendelt zonder dat de ingangstijd gestart is,
blijft de centrale geactiveerd, de zone van het type "In-/uitgang" wordt weer
teruggezet in een zone van het type "Normaal alarm". De centrale stopt het
waarschuwingssignaal.
Voor een conformiteit met BS8243 moet "After Entry" op "Never" worden gezet
om de bevestiging te blokkeren.
Uitgangsvertraging afbreken
Het deelgebied activeren
De gebruiker moet eerst de activeringssequentie starten. Dan moet hij de
activering beëindigen nadat hij het bewaakte bereik verlaten heeft.
De gebruiker kan de activeringssequentie starten met behulp van zijn
gebruikerscode, zijn prox of zijn afstandsbediening. (Aanwijzing: Activering met
afstandsbediening mag niet op "Meteen" ingesteld zijn, Installateursmodus ->
Systeem -> Gebruikerstoegang -> AB meteen actief).
De gebruiker beëindigt de activering door bedienen van een zone van het type
"Annuleren uitgangsvertragingstijd" (zie toelichting bij zonetypen).
U dient er rekening mee te houden dat de uitgangstijd bij deze optie oneindig is,
d.w.z. dat de centrale wacht met het activeren totdat deze het signaal voor het
beëindigen van het activeringsproces heeft ontvangen. De centrale geeft tijdens
deze tijd een uitgangstoon weer. De centrale slaat de starttijd van de activering op
in het logboek (en niet de activering zelf). Het deelgebied wordt na afloop van de
hersteltijd geactiveerd.
Het deelgebied deactiveren
De gebruiker kan zijn afstandsbediening gebruiken. De gebruiker kan echter ook
de deur openen. De zone van het type "In-/uitgang" aan deze deur start de
ingangstijd. Tijdens de ingangstijd moet de gebruiker het deelgebied deactiveren
met behulp van zijn gebruikerscode, zijn prox op de centrale of zijn
bedieningspaneel. (De laatste methode is niet conform BS8243 clausule 6.4)
Als DG (deelgebied) 1
Deze optie is voor de deelgebieden 2, 3 en 4 beschikbaar. Als u deze optie kiest,
gebruikt de centrale hetzelfde type voor deelgebied 1.
Hersteltijd [s]
Deze optie verschijnt alleen voor de modi "In-/uitgang geactiveerd", "Vergrendeling
actief" en "Annuleren uitgangsvertraging".
Met deze optie kunt u een vertraging instellen zodat de melders kunnen herstellen
voordat het deelgebied wordt geactiveerd. Dit kan nodig zijn als melders worden
geactiveerd, een alarmsignaal sturen en nog niet gereset zijn. Tijdens deze tijd
negeert de centrale alarmsignalen van melders en de sirenes gaan niet af. Voer de
2 cijfer in voor de tijd in seconden 01-30. De fabrieksinstelling voor de hersteltijd is
ingesteld op 15 seconden. Daarmee kunnen de draadloze PIR's die zich op de
uitgangsroute bevinden en geactiveerd zijn, herstellen en resetten.
Programmeren/configureren
131
Aanduiding/functie
Verklaring
Uitgangstijd [s]
Deze optie verschijnt alleen voor de modi "Vertraagde activering" en "Stille
activering".
Tijd voor de uitgangsvertraging in seconden
De uitgangstijd kan een willekeurige tijd tussen 10s en 120s zijn.
Ingangstijd [s]
Tijd voor de ingangsvertraging in seconden
De ingangstijd kan een willekeurige tijd tussen 10s en 120s zijn.
Alarmreactie
Selecteer hier de reactie bij het optreden van een alarm in dit deelgebied
Intern
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Sirene
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes
Sirene + meldkamer reporting
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes
Communicatie met alarmontvanger/meldkamer
Een sirenevertraging werkt alleen bij de alarmreactie "Sirene + meldkamer
reporting".
Flitser
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes (alleen met FLITS)
Flits + meldkamer reporting
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes (alleen met FLITS)
Communicatie met alarmontvanger/meldkamer
Een sirenevertraging is effectief bij de alarmreactie "Flits + meldkamer reporting".
Aanwijzing
Als "Sirenevertraging (gebruikersgerelateerd)" is geactiveerd (> 0), is het gedrag
van de sirenevertraging als volgt:
Sirenevertraging (gebruiker) heeft alleen invloed op de buitensirenes bij de
volgende configuraties:
Deelgebied -> Alarmreactie
Sirene + meldkamer reporting of
Flits + meldkamer reporting
In de andere varianten
Intern, sirene en flits
werkt deze sirenevertraging voor alle componenten (centrale, binnensirene,
infomodule, bedieningspaneel en buitensirene). Dit betekent dat al deze
componenten pas na afloop van de vertragingstijd signaleren.
Aanwijzing
Programmeren/configureren
132
De communicatietypen spraakkiezer, sms, e-mail en push worden hier niet
beïnvloed.
Aanwijzing
Naar Deelgebied -> Alarmreactie
Het zonetype brand, de dubbele brandalarmknoppen op de centrale en de dubbele
brandalarmknoppen op het bedieningspaneel activeren altijd een
alarmontvanger/meldkamer reporting als de oproepmodus is ingeschakeld voor
alarmontvanger/meldkamer reporting en als de groep "Brand" is ingeschakeld voor
CID/SIA-gebeurtenissen.
Bijvoorbeeld:
Deelgebied X -> Alarmreactie -> Sirene
Versturen van brandalarm naar alarmontvanger/meldkamer
Sirenevert. [min]
(alarmontvanger/meldkamer)
Tijd voor de vertraging van de sirene(s).
De sirenevertraging kan een waarde tussen 0 en 10 min hebben.
Als een alarm geactiveerd is, wacht de centrale tot deze tijd afgelopen is voordat
deze de sirenes aanstuurt.
Opmerking
De sirenevertraging werkt alleen als de alarmreactie een communicatie omvat. De
sirenevertraging werkt niet als een storing van het communicatiekanaal is
opgetreden.
De sirenevertraging werkt niet als ‘Installateursmodus->Systeem->Bevestiging-
>Bevest. Modus-> DD243 of BS8243" en "Installateursmodus->Systeem-
>Bevestiging->Sirene aan->niet bevestigen" is ingesteld.
Als signaalgevers aan meerdere deelgebieden toegewezen zijn, gebruikt de
centrale de kortste sirenevertraging van de betrokken deelgebieden.
Aanwijzing
Als onder Systeem -> Veiligheid de "Sirenevertraging (gebruikersgerelateerd)" is
geactiveerd (> 0), verschijnt dit menupunt hier niet.
En het hele gedrag van deze sirenevertraging (alarmontvanger/meldkamer) is
geblokkeerd!
Aanwijzing
Het belangrijkste doel van de sirenevertraging is om tijd te geven voor de
communicatie met de alarmontvanger/meldkamer en van daaruit te reageren
voordat de sirene de inbreker waarschuwt dat het alarm is afgegaan.
Sirenevertraging vindt plaats wanneer:
Deelgebied -> Alarmreactie -> Sirene + Meldkamer reporting / flits + meldkamer
reporting
Communicatie alarmontvanger/meldkamer: ja
Bevestiging -> Bevestigingsmodus -> Basis
Alarmgever Aan -> Bevestigen
Uitzonderingen: Niet bevestigen zie hieronder
Sirene Aan -> Bevestigen
Programmeren/configureren
133
Instellingen
Effect
Alarmgever
aan
Sirene aan
Niet bevestigen
Niet
bevestigen
Onbevestigd alarm: interne alarmgevers en
sirenes klinken onmiddellijk en voor de
gehele sireneduur
Bevestigd alarm: de centrale start de sirenes
en interne alarmgevers opnieuw, die dan voor
de gehele sireneduur afgaan, zelfs als deze
eerder verlopen is.
Niet bevestigen
Bevestigen
Onbevestigd alarm: de interne alarmgevers
klinken onmiddellijk en gedurende de hele
sireneduur.
Geen externe sirenes
Bevestigd alarm: de centrale wacht een
mogelijke sirenevertraging af en start
vervolgens
zowel de interne alarmgevers als de externe
sirenes. Deze klinken beide voor de gehele
sireneduur.
Bevestigen
Bevestigen
Onbevestigd alarm: Geen alarmgevers of
sirenes.
Bevestigd alarm: de centrale wacht een
mogelijke sirenevertraging af en start dan
zowel de interne alarmgevers als de externe
sirenes. Deze klinken beide voor de gehele
sireneduur.
Geen sirenevertraging, als:
Geen sirenevertraging indien niet bevestigd voor beide (fabrieksinstelling). Zie
bovenstaande tabel.
1. De sirenevertraging heeft geen effect als de alarmreactiemodus geen
communicatie vereist of als er een lijnstoring wordt gedetecteerd.
2. De sirenevertraging heeft ook geen effect als Systeemopties - Bevestigingsmodus
is ingesteld op DD243 of BS8243 OF Systeemopties - Bevestiging - Sirene Aan is
ingesteld op "Niet bevestigen".
3. Alarmgevers die aan twee of meer deelgebieden zijn toegewezen, gebruiken de
kortste sirenevertraging van het deelgebied waaraan de alarmgever is toegewezen.
De sirenevertraging wordt ook verhinderd als Systeemopties - Bevestigingsmodus is
op Basis en Sirene Aan is ingesteld op "Niet bevestigen" (standaardinstellingen). Dit
zijn de standaardinstellingen van de centrale.
Sirenevertraging wordt ook verhinderd wanneer de communicatie met
alarmontvanger en meldkamer is gedeactiveerd.
Geen sirenevertraging voor brandalarm, overvalalarm en 24h-alarm.
Programmeren/configureren
134
Aanduiding/functie
Verklaring
Sirenetijd ext. [min]
Tijdindicatie voor de looptijd van de buitensirene(s) in minuten.
De sireneduur kan tussen 0 en 15 min worden ingesteld.
Als signaalgevers aan meerdere deelgebieden toegewezen zijn, gebruikt de
centrale de langste sireneduur van de betrokken deelgebieden.
De tijd waarin de signaalgevers actief zijn kan ook worden verlengd met de langste
sirenevertraging van de toegewezen deelgebieden.
Flitser actief
Aan
Na succesvolle activering van het deelgebied vindt een visuele bevestiging van de
draadloze buitensirenes plaats.
Uitgangen van het type "Flits" worden voor 10s na succesvolle activering van het
deelgebied geschakeld.
Uit
Na succesvolle activering van het deelgebied vindt geen visuele bevestiging van de
draadloze buitensirenes plaats.
Flitser inactief
Aan
Na succesvolle deactivering van het deelgebied vindt een visuele bevestiging van
de draadloze buitensirenes plaats.
Uitgangen van het type "Flits" worden voor 10s na succesvolle activering van het
deelgebied geschakeld.
Uit
Na succesvolle deactivering van het deelgebied vindt geen visuele bevestiging van
de draadloze buitensirenes plaats.
Programmeren/configureren
135
Aanduiding/functie
Verklaring
Pieptoon actief
Aan
Na succesvolle activering van het deelgebied vindt een akoestische bevestiging
van de draadloze buitensirenes plaats.
Uitgangen van het type "Sirene" worden voor 10s na succesvolle activering van het
deelgebied geschakeld.
Uit
Na succesvolle activering van het deelgebied vindt geen akoestische bevestiging
van de draadloze buitensirenes plaats.
Pieptoon inactief
Aan
Na succesvolle deactivering van het deelgebied vindt een akoestische bevestiging
van de draadloze buitensirenes plaats.
Uitgangen van het type "Sirene" worden voor 10s na succesvolle activering van het
deelgebied geschakeld.
Uit
Na succesvolle deactivering van het deelgebied vindt geen akoestische bevestiging
van de draadloze buitensirenes plaats.
Sirenetijd int. [min]
Tijdindicatie voor de looptijd van de interne sirene(s) in minuten na een
inbraakalarm.
De sireneduur kan tussen 0 en 20 min worden ingesteld.
Als signaalgevers aan meerdere deelgebieden toegewezen zijn, gebruikt de
centrale de langste sireneduur van de betrokken deelgebieden.
De tijd waarin de signaalgevers actief zijn kan ook worden verlengd met de langste
sirenevertraging van de toegewezen deelgebieden.
Opmerking
Interne sirenes werken na een brand of een overvalalarm om veiligheidsredenen
altijd tot het bevestigen van het alarm door een gebruiker.
Uit veiligheidsoverwegingen is er bij een technisch alarm of overvalalarm geen
tijdbegrenzing.
Speciaal gedrag bij gebruik van de ingangsvertraging:
Voorwaarde
De interne signaalgevers (alarmcentrale, draadloze binnensirene, draadloze
infomodule) zijn na afloop van de interne sirenetijd weer stil.
De centrale heeft zich automatisch weer geactiveerd.
(zie ook "Installateursmodus Systeem -> Veiligheid Systeem automatisch
activeren")
Gedrag
Als u nu het ingangsbereik betreedt (melders van het type "In-/uitgang" en "Ing.
volgend" worden geopend) geven de interne signaalgevers (alarmcentrale,
draadloze binnensirene, draadloze infomodule) een alarmsignaal uit.
De normale ingangstoon wordt in dit geval niet gesignaleerd.
Programmeren/configureren
136
Aanduiding/functie
Verklaring
Sirenetijd int. [min],
vervolg
Opmerking
Als u de ingangsvertraging gebruikt, wacht u normaal op het normale
ingangssignaal.
Dit ingangssignaal is te horen zolang de ingangsvertragingstijd loopt.
Als u nu na het openen van de ingangsdeur een alarmsignaal hoort, weet u meteen
dat de alarmcentrale in uw afwezigheid een inbraak heeft gedetecteerd.
De vertragingstijd loopt toch. Deactiveer daarom uw alarmcentrale binnen de
vertragingstijd.
Doe dit echter alleen als u zich daartoe in staat voelt. De inbreker kan zich
nog steeds in uw huis bevinden!
Als u dit niet doet, krijgt u na afloop van de vertragingstijd een extra inbraakalarm.
Wijs ook andere personen die toegang hebben tot uw huis op dit gedrag van
de alarmcentrale.
Continu
Aan
Interne sirenes geven het alarmsignaal weer tot het alarm door een gebruiker wordt
bevestigd.
Uit
De tijdindicatie voor de looptijd van de buitensirene(s) wordt gebruikt.
Programmeren/configureren
137
Deelgebieden configureren
Intern actief
Aanduiding/functie
Verklaring
Naam
Eenduidige naam voor het deelgebied.
Hier kunt u het deelgebied een individuele naam geven, bijvoorbeeld woning,
werkplaats, kantoor. Er zijn maximaal 12 tekens mogelijk.
De centrale toont deze naam ook bij het activeren aan de gebruiker.
Intern actief
Instellingen voor de interne activering van het deelgebied
Uitgangsmodus
Selecteer hier de modus van de interne activering bij het verlaten van het object
Aanwijzing:
zie ook gebruikershandleiding hoofdstuk "8. Installatie activeren en deactiveren"
Vertraagde activering
Gebruik deze optie om het deelgebied pas na een bepaalde vertragingstijd intern
te activeren. Onder uitgangstijd kiest u de bijbehorende tijd. De centrale logt het
begin van deze tijdgestuurde interne activering.
Deze optie is niet conform BS8243:2010.
Programmeren/configureren
138
Aanduiding/functie
Verklaring
Uitgangsmodus,
vervolg
In-/uitgang geactiveerd
Gebruik deze optie om de interne activering van een deelgebied af te sluiten door
een laatste uitgangsdeur te sluiten. Deze deur heeft een melder met het zonetype
"In-/uitgang". Als de deur gesloten is, wordt het deelgebied na afloop van de
hersteltijd intern geactiveerd.
U dient er rekening mee te houden dat de uitgangstijd bij deze optie oneindig is,
d.w.z. dat bij gesloten zone (gesloten deur) de centrale bij het intern activeren
wacht totdat deze zone geopend en weer gesloten is.
De centrale slaat de starttijd van de interne activering op in het logboek (en niet
de intern activering zelf).
Probeert u niet om een PIR-zone als in-/uitgang voor een bereik te gebruiken.
Draadloze PIR-melders hebben een "blokkerings"-tijd na iedere activering om
batterijstroom te besparen. Als u een bereik activeert (resp. intern activeert) kan
een PIR-melder nog geblokkeerd zijn. Tijdens deze periode kan hij geen signaal
voor voltooiing van het activeringsproces zenden.
Directe activering
Het deelgebied wordt meteen intern geactiveerd zonder een akoestische
waarschuwing. Als het deelgebied intern geactiveerd is, wordt dit akoestisch
bevestigd.
Aanwijzing: Deze optie is niet conform BS8243:2010.
Stille activering
Het deelgebied wordt na afloop van de uitgangstijd intern geactiveerd. Onder
uitgangstijd kiest u de bijbehorende tijd. Tijdens deze tijd worden er echter geen
waarschuwingstonen gegeven. Als het deelgebied intern geactiveerd is, wordt dit
akoestisch bevestigd. De centrale slaat de starttijd op in het logboek.
Tijdens de ingangstijd zijn de waarschuwingstonen te horen.
Aanwijzing: Deze optie is niet conform BS8243:2010.
Vergrendeling actief
De modus "Vergrendeling actief" beïnvloedt zowel de interne activering als de
deactivering van het deelgebied.
Voor deze modus moet u aan de laatste uitgangsdeur een melder van het
zonetype "Vergrendeling actief" en een melder met het zonetype "In-/uitgang"
inplannen. De melder met het zonetype "Vergrendeling actief" wordt met een
grendelschakelcontact op een geschikt slot gebruikt.
Het deelgebied intern activeren
De gebruiker moet eerst de activeringssequentie starten met behulp van zijn
gebruikerscode, zijn prox of zijn afstandsbediening.
De centrale geeft de uitgangstoon weer en slaat de starttijd op in het logboek.
Als de zone van het type "In-/uitgang" geopend is, geeft de centrale een
ononderbroken uitgangstoon weer.
Het uitgangssignaal klinkt zolang tot de gebruiker
a) de laatste uitgangsdeur gesloten heeft en dan
b) de deur vergrendelt en daarmee het grendelschakelcontact activeert.
Na bediening van het grendelschakelcontact wordt het deelgebied na afloop van
de hersteltijd gedeeltelijk geactiveerd.
Bovendien wordt de zone van het type "In-/uitgang" in een zone van het type
"Normaal alarm" omgezet.
De centrale slaat de activering van de zone van het type "Vergrendeling actief" op
het in het logboek.
Programmeren/configureren
139
Aanduiding/functie
Verklaring
Uitgangsmodus,
vervolg
Het deelgebied deactiveren
De gebruiker ontgrendelt de deur en activeert daarmee het
grendelschakelcontact. De zone van het type "Vergrendeling actief" is daarmee
geopend. De centrale slaat de activering van de zone van het type "Vergrendeling
actief" op het in het logboek. De oorspronkelijke zone van het type "In-/uitgang"
die omgezet is in een zone van het type "Normaal alarm" wordt weer teruggezet
in de zone van het type "In-/uitgang". Bij het openen van de deur start nu de
ingangstijd. Een ingangssignaal dat nu klinkt verschilt van het normale
ingangssignaal.
Als de gebruiker de deur opnieuw vergrendelt zonder dat de ingangstijd gestart is,
blijft de centrale geactiveerd, de zone van het type "In-/uitgang" wordt weer
teruggezet in een zone van het type "Normaal alarm". De centrale stopt het
waarschuwingssignaal.
Voor een conformiteit met BS8243 moet "After Entry" op "Never" worden gezet
om de bevestiging te blokkeren.
Uitgangsvertraging afbreken
Het deelgebied intern activeren
De gebruiker moet eerst de activeringssequentie starten. Dan moet hij de
activering beëindigen nadat hij het bewaakte bereik verlaten heeft.
De gebruiker kan de activeringssequentie starten met behulp van zijn
gebruikerscode, zijn prox of zijn afstandsbediening. (Aanwijzing: Activering met
afstandsbediening mag niet op "Meteen" ingesteld zijn, Installateursmodus ->
Systeem -> Gebruikerstoegang -> AB meteen actief).
De gebruiker beëindigt de activering door bedienen van een zone van het type
"Annuleren uitgangsvertragingstijd" (zie toelichting bij zonetypen).
U dient er rekening mee te houden dat de uitgangstijd bij deze optie oneindig is,
d.w.z. dat de centrale wacht met het activeren totdat deze het signaal voor het
beëindigen van het activeringsproces heeft ontvangen. De centrale geeft tijdens
deze tijd een uitgangstoon weer. De centrale slaat de starttijd van de activering op
in het logboek (en niet de activering zelf). Het deelgebied wordt na afloop van de
hersteltijd geactiveerd.
Het deelgebied deactiveren
De gebruiker kan zijn afstandsbediening gebruiken. De gebruiker kan echter ook
de deur openen. De zone van het type "In-/uitgang" aan deze deur start de
ingangstijd. Tijdens de ingangstijd moet de gebruiker het deelgebied deactiveren
met behulp van zijn gebruikerscode, zijn prox op de centrale of zijn
bedieningspaneel. (De laatste methode is niet conform BS8243 clausule 6.4)
Als DG (deelgebied) 1
Deze optie is voor de deelgebieden 2, 3 en 4 beschikbaar. Als u deze optie kiest,
gebruikt de centrale hetzelfde type voor deelgebied 1.
Programmeren/configureren
140
Aanduiding/functie
Verklaring
Hersteltijd [s]
Deze optie verschijnt alleen voor de modi "In-/uitgang geactiveerd", "Vergrendeling
actief" en "Annuleren uitgangsvertraging".
Met deze optie kunt u een vertraging instellen zodat de melders kunnen herstellen
voordat het deelgebied intern wordt geactiveerd.
Dit kan nodig zijn als melders worden geactiveerd, een alarmsignaal sturen en nog
niet gereset zijn.
Tijdens deze tijd negeert de centrale alarmsignalen van melders en de sirenes gaan
niet af.
Voer de 2 cijfer in voor de tijd in seconden 01-30. De fabrieksinstelling voor de
hersteltijd is ingesteld op 15 seconden.
Daarmee kunnen de draadloze PIR's die zich op de uitgangsroute bevinden en
geactiveerd zijn, herstellen en resetten.
Uitgangstijd [s]
Deze optie verschijnt alleen voor de modi "Vertraagde activering" en "Stille
activering".
Tijd voor de uitgangsvertraging in seconden.
De uitgangstijd kan een willekeurige tijd tussen 10s en 120s zijn.
Ingangstijd [s]
Tijd voor de ingangsvertraging in seconden.
De ingangstijd kan een willekeurige tijd tussen 10s en 120s zijn.
Alarmreactie
Selecteer hier de reactie bij het optreden van een alarm in dit deelgebied
Intern
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Sirene
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes
Sirene + meldkamer reporting
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes
Communicatie met alarmontvanger/meldkamer
Een sirenevertraging werkt alleen bij de alarmreactie "Sirene + meldkamer
reporting".
Flitser
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes (alleen met FLITS)
Flits + meldkamer reporting
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes (alleen met FLITS)
Communicatie met alarmontvanger/meldkamer
Een sirenevertraging is effectief bij de alarmreactie "Flits + meldkamer reporting".
Aanwijzing
Als "Sirenevertraging (gebruikersgerelateerd)" is geactiveerd (> 0), is het gedrag
van de sirenevertraging als volgt:
Sirenevertraging (gebruiker) heeft alleen invloed op de buitensirenes bij de
volgende configuraties:
Programmeren/configureren
141
Deelgebied -> Alarmreactie
Sirene + meldkamer reporting of
Flits + meldkamer reporting
In de andere varianten
Intern, sirene en flits
werkt deze sirenevertraging voor alle componenten (centrale, binnensirene,
infomodule, bedieningspaneel en buitensirene). Dit betekent dat al deze
componenten pas na afloop van de vertragingstijd signaleren.
Aanwijzing
De communicatietypen spraakkiezer, sms, e-mail en push worden hier niet
beïnvloed.
Aanwijzing
Naar Deelgebied -> Alarmreactie
Het zonetype brand, de dubbele brandalarmknoppen op de centrale en de dubbele
brandalarmknoppen op het bedieningspaneel activeren altijd een
alarmontvanger/meldkamer reporting als de oproepmodus is ingeschakeld voor
alarmontvanger/meldkamer reporting en als de groep "Brand" is ingeschakeld voor
CID/SIA-gebeurtenissen.
Bijvoorbeeld:
Deelgebied X -> Alarmreactie -> Sirene
Versturen van brandalarm naar alarmontvanger/meldkamer
Programmeren/configureren
142
Aanduiding/functie
Verklaring
Sirenevert. [min]
(alarmontvanger/meldkamer)
Tijd voor de vertraging van de sirene(s).
De sirenevertraging kan een waarde tussen 0 en 10 min hebben.
Als een alarm geactiveerd is, wacht de centrale tot deze tijd afgelopen is voordat
deze de sirenes aanstuurt.
Opmerking
De sirenevertraging werkt alleen als de alarmreactie een communicatie omvat.
De sirenevertraging werkt niet als een storing van het communicatiekanaal is
opgetreden.
De sirenevertraging werkt niet als ‘Installateursmodus->Systeem->Bevestiging-
>Bevest. Modus-> DD243 of BS8243" en "Installateursmodus->Systeem-
>Bevestiging->Sirene aan->niet bevestigen" is ingesteld.
Als signaalgevers (of alleen bedieningspanelen?) aan meerdere deelgebieden
toegewezen zijn, gebruikt de centrale de kortste sirenevertraging van de betrokken
deelgebieden.
Aanwijzing
Voor gedetailleerde informatie over de sirenevertraging, zie Sirenevertraging
deelgebieden Alle Actief.
Aanwijzing
Als onder Systeem -> Veiligheid de "Sirenevertraging (gebruikersgerelateerd)" is
geactiveerd (> 0), verschijnt dit menupunt hier niet.
En het hele gedrag van deze sirenevertraging (alarmontvanger/meldkamer) is
geblokkeerd!
Sirenetijd ext. [min]
Tijdindicatie voor de looptijd van de buitensirene(s) in minuten.
De sireneduur kan tussen 0 en 15 min worden ingesteld.
Als signaalgevers (of alleen bedienpanelen?) aan meerdere deelgebieden
toegewezen zijn, gebruikt de centrale de langste sireneduur van de betrokken
deelgebieden.
De tijd waarin de signaalgevers actief zijn kan ook worden verlengd met de langste
sirenevertraging van de toegewezen deelgebieden.
Part. inschakelen bij laatste
zone
Deze optie bepaalt hoe een zone van het type "In-/uitgang" bij interne activering
wordt behandeld.
In-/uitgang
Iedere zone in dit deelgebied van het type "In-/uitgang" met de eigenschap
"Intern bewaakt" werkt door als een zone van het type "In-/uitgang".
Normaal alarm
Iedere zone in dit deelgebied van het type "In-/uitgang" met de eigenschap
"Intern bewaakt" werkt door als een zone van het type "Normaal alarm".
Programmeren/configureren
143
Aanduiding/functie
Verklaring
Ingangsroute bij intern als
Deze optie bepaalt hoe een zone van het type "Ingangsroute" bij interne activering
wordt behandeld.
Ingangsroute
Iedere zone in dit deelgebied van het type "Ingangsroute" met de eigenschap
"Intern bewaakt" werkt door als een zone van het type "Ingangsroute".
In-/uitgang
Iedere zone in dit deelgebied van het type "Ingangsroute" met de eigenschap
"Intern bewaakt" werkt nu als een zone van het type "In-/uitgang".
Flitser actief
Aan
Na succesvolle interne activering van het deelgebied vindt een visuele bevestiging
van de draadloze buitensirenes plaats.
Uitgangen van het type "Flits" worden voor 10s na succesvolle activering van het
deelgebied geschakeld.
Uit
Na succesvolle interne activering van het deelgebied vindt geen visuele bevestiging
van de draadloze buitensirenes plaats.
Flitser inactief
Aan
Na succesvolle deactivering van het deelgebied vindt een visuele bevestiging van
de draadloze buitensirenes plaats.
Uitgangen van het type "Flits" worden voor 10s na succesvolle activering van het
deelgebied geschakeld.
Uit
Na succesvolle deactivering van het deelgebied vindt geen visuele bevestiging van
de draadloze buitensirenes plaats.
Programmeren/configureren
144
Aanduiding/functie
Verklaring
Pieptoon actief
Aan
Na succesvolle interne activering van het deelgebied vindt een akoestische
bevestiging van de draadloze buitensirenes plaats.
Uitgangen van het type "Sirene" worden voor 10s na succesvolle activering van het
deelgebied geschakeld.
Uit
Na succesvolle interne activering van het deelgebied vindt geen akoestische
bevestiging van de draadloze buitensirenes plaats.
Pieptoon inactief
Aan
Na succesvolle deactivering van het deelgebied vindt een akoestische bevestiging
van de draadloze buitensirenes plaats.
Uitgangen van het type "Sirene" worden voor 10s na succesvolle activering van het
deelgebied geschakeld.
Uit
Na succesvolle deactivering van het deelgebied vindt geen akoestische bevestiging
van de draadloze buitensirenes plaats.
Sirenetijd int. [min]
Tijdindicatie voor de looptijd van de interne sirene(s) in minuten na een
inbraakalarm.
De sireneduur kan tussen 0 en 20 min worden ingesteld.
Als signaalgevers aan meerdere deelgebieden toegewezen zijn, gebruikt de
centrale de langste sireneduur van de betrokken deelgebieden.
De tijd waarin de signaalgevers actief zijn kan ook worden verlengd met de langste
sirenevertraging van de toegewezen deelgebieden.
Opmerking
Interne sirenes werken na een brand of een overvalalarm om veiligheidsredenen
altijd tot het bevestigen van het alarm door een gebruiker. Uit
veiligheidsoverwegingen is er bij een technisch alarm of overvalalarm geen
tijdbegrenzing.
Speciaal gedrag bij gebruik van de ingangsvertraging
Voorwaarde
De interne signaalgevers (alarmcentrale, draadloze binnensirene, draadloze
infomodule) zijn na afloop van de interne sirenetijd weer stil.
De centrale is automatisch weer geactiveerd (zie ook "Installateursmodus
Systeem -> Veiligheid Systeem automatisch inschakelen").
Gedrag
Als u nu het ingangsbereik betreedt (melders van het type "In-/uitgang" en "Ing.
volgend" worden geopend) geven de interne signaalgevers (alarmcentrale,
draadloze binnensirene, draadloze infomodule) een alarmsignaal uit.
De normale ingangstoon wordt in dit geval niet gesignaleerd.
Programmeren/configureren
145
Aanduiding/functie
Verklaring
Sirenetijd int. [min],
vervolg
Opmerking
Als u de ingangsvertraging gebruikt, wacht u normaal op het normale
ingangssignaal. Dit ingangssignaal is te horen zolang de ingangsvertragingstijd
loopt. Als u nu na het openen van de ingangsdeur een alarmsignaal hoort, weet u
meteen dat de alarmcentrale in uw afwezigheid een inbraak heeft gedetecteerd.
De vertragingstijd loopt toch. Deactiveer daarom uw alarmcentrale binnen de
vertragingstijd. Doe dit echter alleen als u zich daartoe in staat voelt. De
inbreker kan zich nog steeds in uw huis bevinden! Als u dit niet doet, krijgt u na
afloop van de vertragingstijd een extra inbraakalarm.
Wijs ook andere personen die toegang hebben tot uw huis op dit gedrag van
de alarmcentrale.
Continu
Aan
Interne sirenes geven het alarmsignaal weer tot het alarm door een gebruiker wordt
bevestigd.
Uit
De tijdindicatie voor de looptijd van de buitensirene(s) wordt gebruikt.
Programmeren/configureren
146
Deelgebieden configureren
Inactief
Aanduiding/functie
Verklaring
Alarmreactie
Selecteer hier de reactie bij het optreden van een alarm in dit deelgebied
Intern
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Sirene
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes
Sirene + meldkamer reporting
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes
Communicatie met alarmontvanger/meldkamer
Een sirenevertraging werkt alleen bij de alarmreactie "Sirene + meldkamer
reporting".
Flitser
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes (alleen met FLITS)
Flits + meldkamer reporting
Centrale, binnensirene, infomodule en bedieningspaneel.
Buitensirenes (alleen met FLITS)
Programmeren/configureren
147
Communicatie met alarmontvanger/meldkamer
Een sirenevertraging is effectief bij de alarmreactie "Flits + meldkamer reporting".
Aanwijzing
Als "Sirenevertraging (gebruikersgerelateerd)" is geactiveerd (> 0), is het gedrag
van de sirenevertraging als volgt:
Sirenevertraging (gebruiker) heeft alleen invloed op de buitensirenes bij de
volgende configuraties:
Deelgebied -> Alarmreactie
Sirene + meldkamer reporting of
Flits + meldkamer reporting
In de andere varianten
Intern, sirene en flits
werkt deze sirenevertraging voor alle componenten (centrale, binnensirene,
infomodule, bedieningspaneel en buitensirene). Dit betekent dat al deze
componenten pas na afloop van de vertragingstijd signaleren.
Aanwijzing
De communicatietypen spraakkiezer, sms, e-mail en push worden hier niet
beïnvloed.
Aanwijzing
Naar Deelgebied -> Alarmreactie
Het zonetype brand, de dubbele brandalarmknoppen op de centrale en de dubbele
brandalarmknoppen op het bedieningspaneel activeren altijd een
alarmontvanger/meldkamer reporting als de oproepmodus is ingeschakeld voor
alarmontvanger/meldkamer reporting en als de groep "Brand" is ingeschakeld voor
CID/SIA-gebeurtenissen.
Bijvoorbeeld:
Deelgebied X -> Alarmreactie -> Sirene
Versturen van brandalarm naar alarmontvanger/meldkamer
Sirenevert. [min]
(alarmontvanger/meldkamer)
Tijd voor de vertraging van de sirene(s).
De sirenevertraging kan een waarde tussen 0 en 10 min hebben.
Als een alarm geactiveerd is, wacht de centrale tot deze tijd afgelopen is voordat
deze de sirenes aanstuurt.
Opmerking
De sirenevertraging werkt alleen als de alarmreactie een communicatie omvat.
De sirenevertraging werkt niet als een storing van het communicatiekanaal is
opgetreden.
Programmeren/configureren
148
De sirenevertraging werkt niet als ‘Installateursmodus->Systeem->Bevestiging-
>Bevest. Modus-> DD243 of BS8243" en "Installateursmodus->Systeem-
>Bevestiging->Sirene aan->niet bevestigen" is ingesteld.
Als signaalgevers aan meerdere deelgebieden toegewezen zijn, gebruikt de
centrale de kortste sirenevertraging van de betrokken deelgebieden.
Aanwijzing
Voor gedetailleerde informatie over de sirenevertraging, zie Sirenevertraging
deelgebieden Alle Actief.
Aanwijzing
Als onder Systeem -> Veiligheid de "Sirenevertraging (gebruikersgerelateerd)" is
geactiveerd (> 0), verschijnt dit menupunt hier niet.
En het hele gedrag van deze sirenevertraging (alarmontvanger/meldkamer) is
geblokkeerd!
Sirenetijd. Ext. [min]
Tijdindicatie voor de looptijd van de buitensirene(s) in minuten.
De sireneduur kan tussen 0 en 15 min worden ingesteld.
Als signaalgevers (of alleen bedienpanelen?) aan meerdere deelgebieden
toegewezen zijn, gebruikt de centrale de langste sireneduur van de betrokken
deelgebieden.
De tijd waarin de signaalgevers actief zijn kan ook worden verlengd met de langste
sirenevertraging van de toegewezen deelgebieden.
Programmeren/configureren
149
Aanduiding/functie
Verklaring
Sirenetijd. Int. [min]
Tijdindicatie voor de looptijd van de interne sirene(s) in minuten na een
inbraakalarm.
De sireneduur kan tussen 0 en 20 min worden ingesteld.
Als signaalgevers aan meerdere deelgebieden toegewezen zijn, gebruikt de
centrale de langste sireneduur van de betrokken deelgebieden.
De tijd waarin de signaalgevers actief zijn kan ook worden verlengd met de langste
sirenevertraging van de toegewezen deelgebieden.
Opmerking
Interne sirenes werken na een brand of een overvalalarm om veiligheidsredenen
altijd tot het bevestigen van het alarm door een gebruiker. Uit
veiligheidsoverwegingen is er bij een technisch alarm of overvalalarm geen
tijdbegrenzing.
Speciaal gedrag bij gebruik van de ingangsvertraging
Voorwaarde
De interne signaalgevers (alarmcentrale, draadloze binnensirene, draadloze
infomodule) zijn na afloop van de interne sirenetijd weer stil.
De centrale is automatisch weer geactiveerd (zie ook "Installateursmodus
Systeem -> Veiligheid Systeem automatisch inschakelen").
Gedrag
Als u nu het ingangsbereik betreedt (melders van het type "In-/uitgang" en "Ing.
volgend" worden geopend) geven de interne signaalgevers (alarmcentrale,
draadloze binnensirene, draadloze infomodule) een alarmsignaal uit.
De normale ingangstoon wordt in dit geval niet gesignaleerd.
Opmerking
Als u de ingangsvertraging gebruikt, wacht u normaal op het normale
ingangssignaal. Dit ingangssignaal is te horen zolang de ingangsvertragingstijd
loopt. Als u nu na het openen van de ingangsdeur een alarmsignaal hoort, weet u
meteen dat de alarmcentrale in uw afwezigheid een inbraak heeft gedetecteerd.
De vertragingstijd loopt toch. Deactiveer daarom uw alarmcentrale binnen de
vertragingstijd. Doe dit echter alleen als u zich daartoe in staat voelt. De
inbreker kan zich nog steeds in uw huis bevinden! Als u dit niet doet, krijgt u na
afloop van de vertragingstijd een extra inbraakalarm.
Wijs ook andere personen die toegang hebben tot uw huis op dit gedrag van de
alarmcentrale.
Continu
Aan
Interne sirenes geven het alarmsignaal weer tot het alarm door een gebruiker
wordt bevestigd.
Uit
De sirenetijd voor de looptijd van de interne sirene/s wordt gebruikt.
Programmeren/configureren
150
Deelgebieden configureren
Overval reactie
Aanduiding/functie
Verklaring
Naam
Eenduidige naam voor het deelgebied
Overval reactie
Selecteer hier welk type signalering van een overvalalarm in de geselecteerde
deelgebied moet plaatsvinden:
Akoestisch
Bij een overvalalarm vindt er niet alleen een communicatie plaats maar ook de
akoestische alarmsignalering via de gebruikte alarmgevers en via de aangesloten
sirenes (overeenkomstig de ingestelde sireneduur).
Op het display van de centrale wordt met een driehoekje op het overvalalarm
gewezen.
Na het invoeren van een gebruikerscode worden de details weergegeven.
Na het invoeren van de gebruikerscode wordt de akoestische signalering
stilgezet.
Stil
Het overvalalarm wordt uitsluitend via de communicatiekanalen overgebracht.
Er vindt geen akoestische alarmsignalering plaats.
Uitgangen van het type "sirene" of "overval" worden niet geschakeld.
Het overvalalarm wordt niet op het display van de centrale weergegeven.
De indicatie vindt pas plaats als een gebruiker de centrale wil bedienen.
Programmeren/configureren
151
Aanduiding/functie
Verklaring
Overval reactie,
vervolg
Weergegeven
Bij een overvalalarm vindt er niet alleen een communicatie plaats maar ook de
akoestische alarmsignalering via de gebruikte alarmgevers en via de aangesloten
sirenes (overeenkomstig de ingestelde sireneduur).
Het overvalalarm wordt op het display van de centrale met de details
weergegeven. (Er hoeft geen gebruikerscode ingevoerd te worden om de details
te zien.) Tegelijkertijd klinkt een akoestische waarschuwing op de centrale.
Uitgangen van het type "sirene" of "overval" worden geschakeld.
Aanwijzing
Er kan geen overvalalarm worden geactiveerd en verzonden als het systeem zich in
de installateursmodus bevindt.
Programmeren/configureren
152
Systeem
Programmeren/configureren
153
Algemeen
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Taal
Alleen op centrale beschikbaar.
Selecteer de gewenste taal met de gewenste versie.
Aanwijzing
De update van het taalbestand moet worden uitgevoerd VOOR de update van het
applicatiebestand!
Zie het hoofdstuk "Software-upgrade met nieuwe bestanden van de SD-kaart" in de
bijlage
Display tekst
Naam die op de apparaatdisplay van de Secvest wordt weergegeven.
Max. 20 tekens
Vanaf software 1.01.00 max. 16 tekens (reden: compatibiliteit met de ABUS-server)
Resetten
Alleen op centrale beschikbaar.
Fabrieksinstellingen gefaseerd
Fabrieksinstellingen
Aanwijzing
Programmeren/configureren
154
Maak een reservekopie van de configuratie voordat u de centrale reset naar de
fabrieksinstellingen. U kunt dit zelf doen op de centrale of via de webinterface.
Details vindt u in het hoofdstuk "Back-up/terugzetten".
Fabrieksinstellingen
gefaseerd
Alleen op centrale beschikbaar.
Met deze menu-optie kunt u delen van de programmering van de centrale resetten
naar de fabrieksinstellingen zonder het hele systeem te beïnvloeden.
Aanwijzing
Een reset
wist niet het logboek
U kunt een of meer van de volgende opties selecteren:
Aanwijzing
De fabrieksinstellingen Standaardwaarden vindt u in de bijlage.
Optie
Effect
Gebruiker
Verwijdert alle gebruikers met hun codes, proximity tags,
afstandsbedieningen, overvalalarmen, medische
noodoproepzenders, zorg-noodoproepzenders.
Na de reset wordt u verzocht om een nieuwe installateurcode
en een nieuwe administratorcode toe te kennen.
Deze optie heeft hetzelfde effect als het gebruik van de "Code
Reset Pins" . Details vindt u in hoofdstuk Apparaatoverzicht ->
Achterzijde apparaat.
Zones
Reset alle zones, typen, deelgebieden, attributen.
Bij draadloze zones bewaart de centrale de ID's van alle
melders die al zijn geprogrammeerd in de centrale.
Draadloze
componenten
Verwijdert de ID's voor geprogrammeerde draadloze
componenten. Scroll door de lijst met componenten en
selecteer Ja voor elk type dat u wilt verwijderen. Druk
vervolgens op OK om uw selectie te bevestigen.
Alle componenten
Verwijdert alle geprogrammeerde draadloze
componenten
Melder Verwijdert alleen deze componenten.
De zones worden ook gereset.
Ext. sirenes
Verwijdert alleen deze componenten.
Int. sirenes
Verwijdert alleen deze componenten.
Draadloos bedieningspaneel
Verwijdert alleen deze componenten.
UVM Verwijdert alleen deze componenten.
Programmeren/configureren
155
Deursloten
Verwijdert alleen deze componenten.
RF Repeater
Verwijdert alleen deze componenten.
Uitgangen
Reset alle uitgangen, typen, deelgebieden, attributen.
Activeringen
Reset alle activeringsopties, bijv. de uitgangsmodus.
Dit geldt voor het menu "Deelgebieden" en in het
gebruikersmenu "Tijdschema's actief/inactief".
Systeem
Hiermee worden alle opties in het menu "Systeem" gereset.
Hiermee worden alle opties in het gebruikersmenu Configuratie
gereset.
Aanwijzing
Het gebruikersmenu "Configuratie" wordt niet gereset:
acitiviteitenmonitor
Afstandsbedieningen
Webtoegang
Level 4 Updates
Tijdschema actief/inactief
Communicati
e
Hiermee worden alle opties in het menu "Communicatie"
gereset.
Vooral oook het menu "Netwerk -> Netwerk aetup ->
Webserver Geblokkeerd/vrijgegeven"
Dit geldt ook voor het menu "Systeem -> Veiligheid -> Level4-
updates".
Fabrieksinstellingen
Alleen op centrale beschikbaar.
Dit menupunt zet het apparaat naar de fabrieksinstellingen terug.
Aanwijzing
De fabrieksinstellingen Standaardwaarden vindt u in de bijlage.
Na bevestiging verschijnen de volgende menu's:
Taal
Deutsch x.yz - Geïnstalleerd
English x.yz
Nederlands x.yz
Francais x.yz
Dansk x.yz
Svenska x.yz
Italiano x.yz
Espanol x.yz
Polski x.yz
Programmeren/configureren
156
Aanwijzing
Er verschijnen alleen de talen die beschikbaar zijn voor het artikelnummer.
Upgrade centrale applicatie
v2.00.00 Geïnstalleerd
v2.00.00 07/10/2016 (2621440)
v1.01.02 25/07/2016 (2293760)
v1.01.00 16/02/2016 (2293760)
v1.00.04 01/10/2015 (2293760)
v1.00.02 26/05/2015 (2293760)
Landinstelling
Groot-Brittannië
Italië
Spanje
Portugal
Nederland
Frankrijk
België
Duitsland
Zwitserland
Oostenrijk
Ierland
Noorwegen
Denemarken
Zweden
Griekenland
Luxemburg
Aanwijzing
Ieder land heeft verschillende instellingen voor PSTN-communicatie en
alarmrapportage resp. begin en einde van zomer-/wintertijd.
Een wijzing van het land wijzigt niet de geselecteerde taal.
De landinstellingen worden voor het volgende gebruikt:
Alle landen
Automatische tijdaanpassing voor zomer-/wintertijd (begin en einde
zomertijd, landspecifiek)
Frankrijk
FTA (First To Alarm zone lockout) handhaving
Die blokkeert de zone die het alarm als eerste heeft geactiveerd in een
deelgebied zodat die geen andere alarmen/storingen kan veroorzaken, tot
aan de herstelling van de zone of deactivering van de centrale.
Denemarken
PSTN-modem beltoonherkenning
Het beltoonherkenningsalgoritme van de PSTN-modem moet een
bijkomende tijd tussen de beltonen mogelijk maken om vast te stellen dat
het bellen is gestopt. 6 seconden zijn normaal, voor Denemarken zijn het 8
seconden.
Nederland
De Handshake-signaalfrequenties voor Fast Format en de
zorgnoodoproepprotocollen Scancom/Scanfast zijn anders in Nederland.
Normaal gesproken zijn de Handshake-signaalfrequenties voor Fast Format
1400Hz/2300Hz maar voor Nederland zijn ze 1600Hz/2000Hz.
Fabrieksinstellingen
De volgende fabrieksinstellingen zijn nu door de landinstellingen getroffen,
zie onder en in bijlage "Fabrieksinstellingen".
VK
Programmeren/configureren
157
"Installateursmodus -> Systeem -> Veiligheid -> Jamming" Fabrieksinstelling
"SABOTAGE"
en
"Installateursmodus -> Systeem -> Veiligheid -> Supervisie"
Fabrieksinstelling "SABOTAGE"
om PD6662:2010 te vervullen
alle andere landen fabrieksinstelling STORING
"Installateursmodus -> Systeem -> Bevestiging -> Bev. Modus"
Fabrieksinstelling BS8243
alle andere landen fabrieksinstelling BASIS.
Duitsland (software >= 1.01.00)
"Installateursmodus -> Deelgebieden -> Part. 1-4 -> Allemaal actief ->
Sirenetijd ext. -> 3 minuten"
"Installateursmodus -> Deelgebieden -> Part. 1-4 -> Intern actief ->
Sirenetijd ext. -> 3 minuten"
alle andere landen en Duitsland (software < 1.01.00)
fabrieksinstelling 15 minuten
Toegangscode lengte
4-cijferige gebruikerscode
6-cijferige gebruikerscode
Aanwijzing
U kunt dit menu ook gebruiken om alle gebruikers te verwijderen.
Let op de instructies onder Systeem -> Veiligheid -> 6-cijferige
gebruikerscode.
Type bedrade zone
2-draads FSL 2k2/4k7
2-draads FSL 1k/1k
2-draads FSL 2k/2k
2-draads FSL 4k7/4k7
4-draads CC
2-draads CC
Overzicht
IP-adres: 192.168.178.002
DHCP: Aan
Versie: v1.01.00
S/N: SECVEST###E9000139AAE
Part No: FUAA50000
Aanwijzing
Hier krijgt u een overzicht van de belangrijkste gegevens van de centrale.
Inloggen
Installateur
- Naam (webserver): <Installateursnaam> (code=naam)
- code: <Installateurscode>, zoals in de startwizard is toegewezen
Administrator
- naam (webserver): <Administratornaam> (code=naam)
- code: <Administratorcode>, zoals in de startwizard is toegewezen
Aanwijzing
Programmeren/configureren
158
Hier krijgt u een overzicht van de actuele gegevens van deze gebruiker.
In de betreffende hoofdstukken zijn de hierbij behorende details beschreven.
Programmeren/configureren
159
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Aanwijzing
Resetten op de fabrieksinstelling:
wist alle geprogrammeerde componenten, namen en
opgeslagen teksten en nummers
wist niet het logboek
wist niet de gebruikers met hun codes en componenten.
wist niet de naam en code van de installateur
wist geen individueel opgenomen spraakberichten.
o Voor het wissen van door de gebruiker opgenomen spraakberichten
gebruikt u de "Confidence Test". Als de "Confidence Test" is
gestart, drukt u op de toets "0" "Load Defaults".
Aanwijzing
Om ook alle gebruikers (installateur, admin en normale gebruikers) te verwijderen bij
het resetten van de fabrieksinstellingen, gaat u als volgt te werk
Onmiddellijk na het voltooien van alle stappen van de functie Fabrieksinstelling,
verwijdert u de gehele voeding naar de centrale (230V- of 13,8V-netstekkervoeding
en de accu's). U mag hiervoor de installateursmodus niet verlaten.
Nadat de voeding weer is aangesloten, start de centrale met de complete
startwizard.
Aanwijzing
In het gebruikersmenu kunt u individuele gebruikers wissen.
Om alle gebruikers inclusief de installateur compleet te wissen, kunt u "Code Reset
Pins" gebruiken. Details vindt u in hoofdstuk Apparaatoverzicht -> Achterzijde
apparaat.
Alle gebruikers, alle Prox Tags, alle afstandsbedieningen en alle
noodoproepzenders worden daarbij gewist. Na de reset wordt u verzocht om een
nieuwe installateurcode en een nieuwe administratorcode toe te kennen.
Melding A/C storing
Geactiveerd
Meldt dat een storing van de 230V-voedingsspanning is opgetreden.
Gedeactiveerd
Functie is niet mogelijk.
Vertraging A/C storing
(minuten)
Vertragingstijd in minuten (0-60 minuten) totdat de melding verschijnt.
Als een DCC storing is opgetreden, geeft de centrale na enkele seconden een
foutmelding, worden de uitgangen van het type "Algemene storing" geschakeld en
wordt er een logboekitem gemaakt (verplichte gebeurtenissen).
Stroomonderbrekingen van minder dan 9s worden niet gerapporteerd.
Als de voeding binnen deze 9 seconden niet weer wordt hersteld, worden de
uitgangen van het type "Algemene storing" teruggeschakeld en wordt het
logboekitem "voeding hersteld" gemaakt.
Als de stroomonderbreking langer dan 9s duurt, gebeurt het volgende:
Als de waarde 0min is, wordt 10s na de onderbreking een waarschuwingstoon
weergegeven en de centrale rapporteert de uitval.
Er worden uitgangen van het type "A/C storing" geschakeld.
Programmeren/configureren
160
Als de waarde groter is dan 0min, wordt 10s na de onderbreking deze timer
gestart.
Als de voeding voor het einde van de ingestelde vertragingstijd weer wordt hersteld,
worden de uitgangen van het type "Algemene storing" teruggezet en wordt er een
logboekitem gemaakt over het herstel.
Er wordt geen fout gerapporteerd.
Als de storing aan het einde van de geprogrammeerde tijd nog aanwezig is, dan is
een waarschuwingstoon te horen en de fout wordt gerapporteerd.
Er worden uitgangen van het type "A/C storing" geactiveerd.
Een gebruiker kan de waarschuwingstoon uitschakelen door het invoeren van de
code.
Op het display van de centrale worden details over de waarschuwing weergegeven.
Uitgangen van het type "Algemene storing" en "A/C storing" blijven actief.
Als de storing verholpen is, deactiveert de centrale de uitgangen van het type "A/C
storing" en maakt een logboekitem over het terugzetten.
Een gebruiker kan het alarm resetten en de uitgangen van het type "Algemene
storing" resetten na het invoeren van zijn gebruikerscode.
Aanwijzing
Vertragingsfout voor alarmontvanger-/meldkamer-reportinggeldt alleen voor
centrale en
HyMo met CID 301 of SIA AT/AR
De communicatie van de storing via
Spraakkiezer
Sms
E-mail
Push
wordt METEEN gestart.
In geval van een storing in de PSU van externe componenten
Bedieningspaneel
Binnensirene
UVM
Repeater
HyMo
wordt de communicatie
Alarmontvanger/meldkamer reporting
Spraakkiezer
Sms
E-mail
Push (alleen "Mains Fail" (AC-storing) HyMo)
METEEN gestart.
Programmeren/configureren
161
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Melding Ext DC storing
Geactiveerd
Meldt dat een storing van de externe gelijkspanningsvoeding is opgetreden.
Gedeactiveerd
Functie is niet mogelijk.
Vertraging Ext voeding
(minuten)
Vertragingstijd in minuten (0-60 minuten) totdat de melding verschijnt.
Als een A/C storing is opgetreden, geeft de centrale na enkele seconden een
foutmelding, worden de uitgangen van het type "Algemene storing" geschakeld en
wordt een logboekitem gemaakt (verplichte gebeurtenissen).
Stroomonderbrekingen van minder dan 9s worden niet gerapporteerd.
Als de voeding binnen deze 9 seconden niet weer wordt hersteld, worden de
uitgangen van het type "Algemene storing" teruggeschakeld en wordt het
logboekitem "voeding hersteld" gemaakt.
Als de stroomonderbreking langer dan 9s duurt, gebeurt het volgende:
Als de waarde 0min is, wordt 10s na de onderbreking een waarschuwingstoon
weergegeven en de centrale rapporteert de uitval. Er worden uitgangen van het
type "DC storing" geschakeld.
Als de waarde groter is dan 0min, wordt 10s na de onderbreking deze timer
gestart.
Als de voeding voor het einde van de ingestelde vertragingstijd weer wordt hersteld,
worden de uitgangen van het type "Algemene storing" teruggezet en wordt er een
logboekitem gemaakt over het herstel.
Er wordt geen fout gerapporteerd.
Als de storing aan het einde van de geprogrammeerde tijd nog aanwezig is, dan is
een waarschuwingstoon te horen en de fout wordt gerapporteerd. Er worden
uitgangen van het type "DC storing" geactiveerd.
Een gebruiker kan de waarschuwingstoon uitschakelen door het invoeren van de
code. Op het display van de centrale worden details over de waarschuwing
weergegeven. Uitgangen van het type "Algemene storing" en "DC storing" blijven
actief.
Als de storing verholpen is, deactiveert de centrale de uitgangen van het type "A/C
storing" en maakt een logboekitem over het terugzetten. Een gebruiker kan het
alarm resetten en de uitgangen van het type "Algemene storing" resetten na het
invoeren van zijn gebruikerscode.
Aanwijzing
Vertragingsfout voor alarmontvanger-/meldkamer-reportinggeldt alleen voor
centrale en
HyMo met CID 301 of SIA AT/AR
De communicatie van de storing via
Spraakkiezer
Sms
E-mail
wordt METEEN gestart.
In geval van een storing in de PSU van externe componenten
Bedieningspaneel
Binnensirene
UVM
Programmeren/configureren
162
Repeater
HyMo
wordt de communicatie
Alarmontvanger/meldkamer reporting
Spraakkiezer
Sms
E-mail
METEEN gestart.
Programmeren/configureren
163
Installateurgegevens
Aanduiding/functie
Verklaring
Naam installateur
Gebruikersnaam, cijfer- of tekenreeksen waarmee de installateur via het web op het
alarmsysteem inlogt. Let op het gebruik van hoofdletters en kleine letters.
Max. 12 tekens
Gebruik een veilige naam! (zie Veiligheidsinstructies)
Wijzig na de eerste inbedrijfstelling de automatisch toegewezen
installateursnaam (code=naam) in veilige gebruikersnamen.
Installateurscode
Wachtwoord voor de installateur aan de webserver, toegangscode: aan de centrale.
In de fabriek is geen installateurscode ingesteld!
De installateurscode wordt bij de eerste inbedrijfstelling in de startwizard
gegeven!
Gebruik een veilige code! (zie Veiligheidsinstructies)
Aanwijzing voor software <1.01.00
Fabrieksinstelling
9999 (4-cijferige gebruikerscode)
999999 (6-cijferige gebruikerscode)
Het wordt aanbevolen deze code te wijzigen.
Met de installateurscode heeft u toegang tot de installateursmodus en kunt u een
intallateursreset uitvoeren.
Met de installateurscode kan de centrale niet worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Nieuwe code bevestigen
Wachtwoordbevestiging voor de installateur bij de toewijzing van een nieuwe code
Programmeren/configureren
164
Installateur tel.nr.
Hier kan het telefoonnummer van de installateur ter informatie aan de gebruiker in
geval van storing worden opgenomen.
Programmeren/configureren
165
Gebruikerstoegang
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Memo opnemen
Geactiveerd
Hier kan de gebruiker een memo opnemen.
Gebruikersmenu -> gesproken bericht
Gedeactiveerd
Functie is niet mogelijk.
Functie dubbele toets
Geactiveerd
Handmatig activeren van alarmen door gelijktijdig indrukken van de bijbehorende
dubbele toetsen (brand, overval, medisch) op het alarmsysteem of
bedieningspaneel mogelijk.
Gevaar
Software >= 2.01.08
U gebruikt het touchfront op het alarmsysteem. De achtergrondverlichting is op
"AAN tijd" ingesteld en de achtergrondverlichting is donker.
Eerst wordt de verlichting geactiveerd als een toets wordt aangeraakt (eerste
aanraking). Uit de "eerste aanraking" ontstaat geen andere actie. Het toetsenveld
functioneert vanaf de tweede aanraking voor de bediening helemaal normaal.
Details zie gebruikershandleiding paragraaf 10.5.1 Functies-achtergrondverlichting.
Programmeren/configureren
166
Aanwijzing
Naar Deelgebied -> Alarmreactie
Het zonetype brand, de dubbele brandalarmknoppen op de centrale en de dubbele
brandalarmknoppen op het bedieningspaneel activeren altijd een
alarmontvanger/meldkamer reporting als de oproepmodus is ingeschakeld voor
alarmontvanger/meldkamer reporting en als de groep "Brand" is ingeschakeld voor
CID/SIA-gebeurtenissen.
Bijvoorbeeld:
Deelgebied X -> Alarmreactie -> Sirene
Versturen van brandalarm naar alarmontvanger/meldkamer
Gedeactiveerd
Functie is niet mogelijk.
Toetsen zorgoproep
Geactiveerd
Handmatig activeren van een zorgnoodoproep door gelijktijdig indrukken van de
bijbehorende dubbele toetsen op het alarmsysteem of bedieningspaneel mogelijk.
Gevaar
Software >= 2.01.08
U gebruikt het touchfront op het alarmsysteem. De achtergrondverlichting is op
"AAN tijd" ingesteld en de achtergrondverlichting is donker.
Eerst wordt de verlichting geactiveerd als een toets wordt aangeraakt (eerste
aanraking). Uit de "eerste aanraking" ontstaat geen andere actie. Het toetsenveld
functioneert vanaf de tweede aanraking voor de bediening helemaal normaal.
Details zie gebruikershandleiding paragraaf 10.5.1 Functies-achtergrondverlichting.
Gedeactiveerd
Functie is niet mogelijk.
Alle overbruggen
Geactiveerd
Bij de activering van de centrale kunnen alle open zones handmatig samen worden
overbrugd.
Gedeactiveerd
Bij de activering van de centrale moeten open zones afzonderlijk handmatig worden
overbrugd.
Programmeren/configureren
167
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Snel actief
Geactiveerd
Activeren van het alarmsysteem met de symbooltoetsen zonder eerst de
gebruikerscode in te voeren.
Gedeactiveerd
Activeren van het alarmsysteem na het invoeren van de gebruikerscode.
Snel overbruggen
Geactiveerd
Alles zones worden bij de activering van het alarmsysteem automatisch overbrugd
(voor zover de zone-attributen voor het overbruggen dit toestaan).
Gedeactiveerd
Alles zones moeten bij de activering van het alarmsysteem handmatig overbrugd
worden.
Gebruikerscode vereist
Gebruik deze optie om ervoor te zorgen dat een installateur alleen toegang heeft tot
het systeem als een gebruiker aanwezig is.
Geactiveerd / J (fabrieksinstelling)
Nadat de installateur zijn code heeft ingevoerd, vraagt het systeem naar een
gebruikerscode. Pas nadat ook een gebruikerscode is ingevoerd, krijgt de
installateur toegang tot het systeem.
Centrale
Installateursmodus -> Systeem -> Gebruikerstoegang -> Gebruikerscode
vereist J (Fabrieksinstelling)
Gedeactiveerd
De installateur heeft direct na het invoeren van zijn code toegang tot de
installateursmodus.
Aanwijzing
De instelling "Gedeactiveerd/nee" is niet conform EN 50131.
Conforme toestand wordt met de fabrieksinstelling bereikt, d.w.z. Level2-
gebruiker moet Level3-gebruiker (installateur) toegang verlenen.
EN 50131-1, hoofdstuk 8.3.1 toegangsniveaus (met betrekking tot EN
50131-3, hoofdstuk 8.3.1 toegangsniveaus (TN))
"De toegang tot toegangsniveau 3 moet worden verhinderd, tenzij
a) -> de toegang door een gebruiker met toegangsniveau 2 werd
toegestaan of
b) -> …."
De instelling "Gedeactiveerd/nee" is alleen conform BS8243 als de gebruiker een
schriftelijke toestemming heeft gegeven.
2WAY respons
Geactiveerd
Er wordt een actieve status-respons van het draadloze alarmsysteem gegeven aan
de draadloze afstandsbediening, het draadloze bedieningspaneel, de Secvest Key
en het deur-bijzetslot.
Gedeactiveerd
2WAY respons gedeactiveerd.
Programmeren/configureren
168
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
AB meteen actief
Gebruik deze optie om te beslissen of de centrale na het bedienen van de
afstandsbediening geheel of intern moet activeren.
Geactiveerd
De mogelijke deelgebieden worden meteen geactiveerd of meteen intern
geactiveerd.
Als een uitgangsvertraging geconfigureerd is, wordt deze overgeslagen en wordt
het alarmsysteem meteen geactiveerd op het moment dat de inschakeltoets op de
afstandsbediening wordt ingedrukt.
Gedeactiveerd
De mogelijke deelgebieden worden volgens de ingestelde uitgangsmodus
geactiveerd of intern geactiveerd.
Bedreigingscode vrijgegeven
Geactiveerd
De administrator-gebruiker heeft de mogelijkheid om een "Bedreigingscode
gebruiker" aan te maken.
Met een bedreigingscode kan de centrale geactiveerd of gedeactiveerd worden.
Let op
Als een gebruiker door een inbreker gedwongen wordt om het alarmsysteem te
deactiveren, moet hij dit met de bedreigingscode doen.
De centrale gedraagt zich dan als volgt:
De geprogrammeerde communicatie voor de bedreiging wordt gestart.
Er worden geen signaalgevers geactiveerd.
De sirene van de centrale wordt niet geactiveerd, op het display verschijnt
rechtsonder geen driehoek.
U kunt met de overvalcode de centrale ook weer activeren / intern
activeren. Dat is handig als de inbreker u dwingt om de centrale weer te activeren.
De inbreker test in dit geval of de code niet onderworpen is aan een beperking, dus
of het een "normale code" is.
Uitgangen van het type "bedreiging" schakelen.
Overeenkomstige logboekitems worden gemaakt
Gedeactiveerd
De mogelijk om een "Bedreigingscode gebruiker" aan te maken bestaat niet.
Programmeren/configureren
169
Gebruiker resetten
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Deze menu's bepalen onder welke omstandigheden een gebruiker of
installateur het systeem na een alarm of een sabotage kan resetten.
Zone alarm
Geactiveerd
Hiermee kan de gebruiker deze alarm resetten, die geactiveerd zijn in zones of
melders.
Gedeactiveerd
Resetten door de gebruiker niet mogelijk. De installateur moet het systeem na een
alarm resetten.
Zone sabotages
Geactiveerd
Hiermee kan de gebruiker een sabotagealarm resetten, dat geactiveerd is door
zones of melders.
Gedeactiveerd
Resetten door de gebruiker niet mogelijk. De installateur moet het systeem
resetten. Deze instelling is nodig voor een INCERT-erkenning.
Systeem sabotages
Geactiveerd
Hiermee kan de gebruiker sabotagealarmen resetten, die het systeem betreffen.
Gedeactiveerd
Resetten door de gebruiker niet mogelijk. De installateur moet het systeem
resetten.
Deze instelling is nodig voor een INCERT-erkenning.
Systeem sabotages kunnen veroorzaakt worden door:
schakelaar voor behuizings- of wandsabotage van de centrale
schakelaar voor behuizings- of wandsabotage van de bedieningspanelen
Programmeren/configureren
170
sabotage van aangesloten bedrade sirenes als op de terminal TR de spanning
hoger is dan ongeveer 3V
jamming of supervisie als daardoor de instelling op sabotage gezet is
Bevestiging
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Bev. Modus
Aanwijzing
Lees ook op de gedetailleerde informatie over de sirenevertraging. Te vinden bij
Sirenevertraging, deelgebieden Alle Act.
Aanwijzing
Bevestigingsmodus werkt alleen als alarmreactie is ingesteld op "Sirene +
meldkamer reporting" (zie Deelgebieden configureren).
Dropdown-keuzemenu voor:
Basis
o Als u deze optie selecteert, activeert de centrale een uitgang die als
"Bevestigd alarm" is geprogrammeerd als een tweede zone
geactiveerd wordt, terwijl het systeem zich in de alarmtoestand
bevindt. De tweede zone moet bij het deelgebied in alarm behoren.
De installateur kan kiezen of de gebruikers het systeem na een
zone-alarm kunnen resetten.
Programmeren/configureren
171
o Als de bevestigingsmodus = "Basic", kan de administrator
bovendien de overvalfuncties voor alle afstandsbedieningen via de
optie "Gebruiker menu Configuratie Afstandsbedieningen
Overvalfunctie" activeren of deactiveren.
o Aanwijzing: Bevestigt overvalalarm is niet beschikbaar in de
bevestigingsmodus Basis.
DD243
BS8243
Aanwijzing
De instellingen DD243 en BS8243 zijn alleen voor VK (Groot-Brittannië) relevant.
Bij de keuze van deze opties is een gedetailleerde kennis van deze richtlijnen
vereist.
Alarmgever aan
Dropdown-keuzemenu voor:
Niet bevestigen
o Het systeem is geactiveerd. Daarbij activeert de centrale alle interne
alarmgevers als een onbevestigd alarm optreedt.
Bevestigen
o Het systeem is geactiveerd. Daarbij schakelt de centrale geen
interne alarmgevers in als een bevestigd alarm optreedt.
Aanwijzing
De centrale staat de volgende instelling niet toe:
Alarmgever aan Bevestigen en sirene aan niet bevestigen
Sirene aan
Dropdown-keuzemenu voor:
Niet bevestigen
o De centrale activeert de externe sirene voor alle alarmen en negeert
iedere sirenevertraging.
Bevestigen
o Het systeem is geactiveerd. Daarbij schakelt de centrale geen
sirene in als een bevestigde alarm optreedt.
Aanwijzing
De centrale staat de volgende instelling niet toe:
Sirene geven aan niet bevestigen en alarmgever aan bevestigen
Tijd bevestiging
(alleen bij bevestiging modus
DD243 en BS8243)
Invoerveld voor de bevestigingstijd bij inbraakalarm in minuten. De bevestigingstijd
kan tussen één en 60 minuten bedragen.
Aanwijzing
Bevestigingstijden < 30 minuten voldoen niet aan de vereisten van DD243 en
BS8243.
Ingang Bedp. blokkering
(alleen bij bevestiging modus
DD243 en BS8243)
Geactiveerd
De gebruiker moet het systeem via een alternatieve schakeleenheid (niet op
bedieningspaneel of alarmsysteem) deactiveren bijvoorbeeld een
afstandsbediening of sleutelschakelaar (relevant voor DD243 en BS8243).
Gedeactiveerd
De gebruiker kan het systeem door het invoeren van een toegangscode met het
toetsenbord (op bedieningspaneel of alarmsysteem) deactiveren nadat de
ingangsdeur geopend is (relevant voor DD234).
Programmeren/configureren
172
Resetten onbevestigd
(alleen bij bevestiging modus
DD243 en BS8243)
Dropdown-keuzemenu voor:
Installateur
Gebruiker
Na ingang
(alleen bij bevestiging modus
DD243 en BS8243)
Dropdown-keuzemenu voor:
Nooit
2 zones (alleen bij DD243)
1 zone
Resetten bevestigd
(alleen bij bevestiging modus
DD243 en BS8243)
Dropdown-keuzemenu voor:
Installateur
Gebruiker
Tijd bevestiging Overvalalarm
(alleen bij bevestiging modus
BS8243)
Invoerveld voor de bevestigingstijd bij overvalalarm in uren.
Aanwijzing
Bevestigingstijd moet volgens BS8243 tussen 8 en 20 uur liggen.
Sabotage als alleen sabotage
(alleen bij bevestiging modus
BS8243)
Geactiveerd
Gedeactiveerd
Programmeren/configureren
173
Hardware
Software >= 2.00.00
Programmeren/configureren
174
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Zone type (centrale)
Type bedrade zone
Dropdown-keuzemenu voor:
Gebruik van de ingangen voor bekabelde zones
Niet wijzigen
2-draads FSL 2k2/4k7
2-draads FSL 1k/1k
2-draads FSL 2k/2k
2-draads FSL 4k7/4k7
4-draads CC
2-draads CC
Draadloze sirenes opties
Software < 2.00.00
Dropdown-keuzemenu voor:
Sireneconfiguratie. Kies hier of de draadloze sirene bij brand-, inbraak- of
overvalalarm moet reageren.
Sirene+flitser
De draadloze sirene activeert bij een alarm de sirene en de flitslamp
Flitser
De draadloze sirene activeert bij een alarm alleen de flitslamp.
Software >= 2.00.00
Zie hiervoor Deelgebieden -> alarmreactie
Accu 2
U heeft een tweede accu aangesloten. Dan geeft u met deze optie de uitgang van
waarschuwingsmeldingen vrij of blokkeert u ze.
Geactiveerd / vrijgegeven
De centrale geeft waarschuwing als accu 2 ontbreekt of een lage spanning heeft.
Gedeactiveerd / geblokkeerd
De centrale negeert het al dan niet aanwezig zijn van de tweede extra accu.
Programmeren/configureren
175
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
SD-kaart
Alleen op centrale beschikbaar.
Hardware veilig verwijderen
Eventueel actieve schrijf- of leesacties worden correct beëindigd.
De SD-kaart kan nu veilig worden verwijderd.
Hardware activeren
Na het plaatsen wordt de SD-kaart weer in bedrijf genomen.
Er kunnen weer schrijf- en leesacties plaatsvinden.
Gevaar
Gegevensbescherming
Let op de aanwijzingen op de SD-kaart in het hoofdstuk "Buitenbedrijfname
van de centrale".
Gsm-antenne
Mobiele antenne
Dit menu verschijnt alleen als een gsm-/mobiele module is ingebouwd.
Intern
De antenne die zich direct op de mobiele module bevindt wordt gebruikt
Extern
De antenne die zich op de antenneaansluiting van de mobiele module bevindt,
wordt gebruikt
Gevaar
Bij de installatie van de WIFI-module moet u bovendien gebruik maken van
gedwongen Extern.
De interne mobiele antenne op de printplaat kan de aansluiting van het WiFi-signaal
beïnvloeden of volledig onderdrukken.
Programmeren/configureren
176
Veiligheid instellingen
Software < 3.01.11
Software >= 3.01.11
Programmeren/configureren
177
Programmeren/configureren
178
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
6-cijferige gebruikerscode
Aanwijzing:
Vanaf software 1.01.00 bestaat dit menupunt niet meer. De beslissing voor een 4-
cijferige of 6-cijferige gebruikerscode wordt nu uitsluitend in de startwizard
genomen. Een wijziging van de codelengte is na afsluiting van de wizard niet meer
mogelijk.
Geactiveerd
6-cijferige code voor installateur en gebruiker
Gedeactiveerd
4-cijferige code voor installateur en gebruiker
Aanwijzing
Omzetting van 4 naar 6 cijfers
Bij de omzetting van 4- naar 6-cijferige code worden de bestaande 4-
cijferige codes automatisch met "00" aangevuld.
Bijvoorbeeld: "1234" wordt "123400".
Omzetting van 6 naar 4 cijfers
Bij de omzetting van 6- naar 4-cijferige code worden alle codes gereset.
Bij het terugzetten van de cijfercodes (van 6 naar 4 cijfers) worden alle
gebruikers en installateurs gereset op de fabrieksinstellingen (ook het
verwijderen van afstandsbedieningen, chipsleutels etc.)
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
RF Supervisie
Dropdown-menu voor reactie van het alarmsysteem bij RF supervisie
Als een draadloze melder meer dan 20 min. geen contact met de centrale had,
maakt de centrale een logboekitem "RF waarschuwing". Bovendien voorkomt de
centrale een activering. Als een gebruiker deze waarschuwing negeert en de
centrale activeert, wordt de logboekitem "RF waarschuwing genegeerd" gemaakt.
Als een draadloze melder meer dan 2 uur geen contact met de centrale had,
worden de bijbehorende gebeurtenissen als volgt geactiveerd:
Centrale is geactiveerd
Centrale is gedeactiveerd
Geblokkeer
d
Geen reactie
Geen reactie
Storing
Logboekitem van deze
gebeurtenis
Geen indicatie op het display
en geen akoestische
waarschuwing
Uitgangen van het type "RF
Supervisie" of "RF storing"
worden geschakeld.
Supervisie wordt gerapporteerd
Logboekitem van deze
gebeurtenis
Indicatie op het display en
akoestische waarschuwing
Uitgangen van het type "RF
Supervisie" of "RF storing"
worden geschakeld.
Supervisie wordt gerapporteerd
Sabotage
Logboekitem van deze
gebeurtenis
Sabotagealarm
Logboekitem van deze
gebeurtenis
Sabotagealarm
Programmeren/configureren
179
Supervisie wordt gerapporteerd
Opmerking:
Als "Sabotage als alleen
sabotage" geblokkeerd is, dan
worden ook de uitgangen van het
type "Supervisie" of "Storing"
geschakeld.
Als geen sabotagekanaal in FF is
toegewezen, wordt een
"onbevestigd alarm" verstuurd.
Supervisie wordt gerapporteerd
Opmerking
Als "Sabotage als alleen
sabotage" geblokkeerd is, dan
worden ook de uitgangen van het
type "Supervisie" of "Storing"
geschakeld.
Als geen sabotagekanaal in FF is
toegewezen, wordt een
"onbevestigd alarm" verstuurd.
Opmerking
De optie sabotage is nodig in Grade 2-systemen om te voldoen aan EN 50131-
1:2006+A1:2009
Bij gebruik van de opties Sabotage en de instelling
Systeem -> Gebruiker resetten -> Systeem sabotages = Nee
kan de gebruiker het systeem niet resetten.
Camera-supervisie
Dropdown-menu voor reactie van het alarmsysteem bij IP-camera supervisie
Als een camera langer dan de reactietijd geen contact heeft gehad met de centrale,
maakt de centrale een logboekitem en geeft een waarschuwing (bijv. IP Zone
Missing, IP Zone Timeout).
Reactietijd zie:
Componenten -> IP-zones -> Toevoegen/verwijderen -> Reactietijd
De bijbehorende acties worden als volgt geactiveerd:
Centrale is geactiveerd
Centrale is gedeactiveerd
Geblokkeer
d
Geen reactie
Geen reactie
Storing
Logboekitem van deze
gebeurtenis
Geen indicatie op het display
en geen akoestische
waarschuwing
Logboekitem van deze
gebeurtenis
Indicatie op het display en
akoestische waarschuwing
Sabotage
Sabotagealarm
Supervisie wordt gerapporteerd
Sabotagealarm
Supervisie wordt gerapporteerd
Programmeren/configureren
180
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
RF Jamming
Drop-down menu voor reactie van het alarmsysteem bij jamming:
De centrale kan jamming detecteren.
De bijbehorende acties worden als volgt geactiveerd
Centrale is geactiveerd
Centrale is gedeactiveerd
Geblokkeer
d
Geen reactie
Geen reactie
Storing
Logboekitem van deze
gebeurtenis
Geen indicatie op het display
en geen akoestische
waarschuwing
Logboekitem van deze
gebeurtenis
Indicatie op het display en
akoestische waarschuwing
Sabotage
Sabotagealarm
Jamming wordt gerapporteerd
Opmerking:
Als "Sabotage als alleen
sabotage" is geblokkeerd worden
ook de uitgangen van het type
"Jamming" of "Storing"
geschakeld.
Als geen sabotagekanaal in FF is
toegewezen, wordt een
"onbevestigd alarm" verstuurd.
Sabotagealarm
Jamming wordt gerapporteerd
Opmerking
Als "Sabotage als alleen
sabotage" is geblokkeerd worden
ook de uitgangen van het type
"Jamming" of "Storing"
geschakeld.
Als geen sabotagekanaal in FF is
toegewezen, wordt een
"onbevestigd alarm" verstuurd.
Opmerking
De optie 'Sabotage' is nodig om te voldoen aan PD 6662:2010.
Bij gebruik van de opties Sabotage en de instelling
Systeem -> Gebruiker resetten -> Systeem sabotages = Nee
kan de gebruiker het systeem niet resetten.
Level4 Updates
Centrale
Installateursmodus -> Systeem -> Veiligheid -> Level4-updates ->
Geblokkeerd*/vrijgegeven
WBI
Installateursmodus -> Systeem -> Instellingen veiligheid -> Level4-updates ->
Geblokkeerd (gedeactiveerd - geen haakje)*/vrijgegeven (geactiveerd - haakje)
Geblokkeerd (gedeactiveerd- geen haakje)*
Vrijgegeven (geactiveerd haakje)
Als deze optie is vrijgegeven, moet een nieuwe Level4-code worden
ingevoerd. Maar alleen als deze Level4-code nooit voordien werd
geprogrammeerd (fabrieksinstelling of sinds de laatste reset naar de
fabrieksinstellingen). Deze Level4-code heeft hetzelfde aantal tekens als de
installateurscode of de gebruikerscodes.
Invoer "Nieuwe Level4-code" en "Level4-code bevestigen" (code nogmaals
invoeren ter bevestiging).
Er wordt automatisch een nieuwe gebruiker aangemaakt. Zie
gebruikersmenu "Gebruiker".
Programmeren/configureren
181
Naam: "Level4"
Aanwijzing:
Om veiligheidsredenen moet u de standaardnaam "Level4" van de
gebruiker van de niveau 4 wijzigen.
Deze gebruiker zelf of de administrator kan de naam van deze gebruiker
nog wijzigen.
Als de Level4-code vervolgens voor de toegang tot de centrale wordt
gebruikt, dan verschijnen alleen de menu-opties
Naam Level4-gebruiker
Code Level4-gebruiker
om deze gebruiker toe te staan de naam en de code te wijzigen.
Zie bijlage "Software-upgrade". In dit hoofdstuk vindt u details over het
software-upgradeproces.
Sabotage overbruggen
Als een gebruiker een zone verbergt, kan het nodig zijn ook het bijbehorende
sabotagecircuit van deze zone te verbergen.
Geactiveerd
Het sabotagecontact wordt binnen een overbrugde zone eveneens overbrugd.
Gedeactiveerd
Het sabotagecontact blijft binnen een overbrugde zone bewaakt.
Programmeren/configureren
182
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Geforceerd actief
Software >= 3.01.16
De instelling voor geforceerd actief (uit, bevestigen of aan) geldt nu voor alle
componenten om te activeren (bijv. afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-
bijzetslot, Secvest-Key) en voor alle waarschuwingen die activering niet
verhinderen (d.w.z. waarschuwingen die kunnen worden genegeerd).
Storingen die activering kunnen verhinderen:
Component werkt niet meer
o tussen 20 min en 120 min, signalering door RF-waarschuwing
o > 120 min., signalering door een supervisiestoring, voorkomt over
het algemeen activering
andere storingen, bijv. voedingsstoringen of lege batterijen
open zones
o Voorkomen altijd een activering
o Speciaal gedrag met het zone-attribuut"Verbergbaar geforceerd
actief"
Aanwijzing
Alle activeringen op de centrale gebeuren via code-invoer en menu-interactie. Snel
actief negeert waarschuwingen op het display, maar logt deze. Bediening via de
app is een vorm van snel actief.
Component werkt niet meer
Uit
Minder dan 20 minuten na het uitvallen van een component is activering mogelijk
zonder beperking of waarschuwing.
Tussen 20 min en 120 min heeft de centrale een RF-waarschuwing van een
component gedetecteerd. Dan is het gedrag tijdens de activeringspoging als volgt:
Centrale
Activeringsproces wordt gestart
RF-waarschuwing wordt weergegeven
OK wordt ingedrukt (de gebruiker heeft kennisgenomen van de
waarschuwing en negeert deze)
Centrale wordt actief
Afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Component wordt bediend
Foutmelding op de component afhankelijk van de component
Centrale kan niet worden geactiveerd
Aanwijzing:
Als er een storing aanwezig is, kan de centrale alleen op de centrale zelf
worden geactiveerd.
Speciaal geval supervisiestoring >120 min
Centrale, afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Foutmelding op de component afhankelijk van de component
Centrale kan niet worden geactiveerd
Programmeren/configureren
183
Bevestigen
Minder dan 20 minuten na het uitvallen van een component is activering mogelijk
zonder beperking of waarschuwing.
Tussen 20 min en 120 min heeft de centrale een RF-waarschuwing van een
component gedetecteerd. Dan is het gedrag tijdens de activeringspoging als volgt:
Centrale
Activeringsproces wordt gestart
RF-waarschuwing wordt weergegeven
OK wordt ingedrukt (de gebruiker heeft kennisgenomen van de
waarschuwing en negeert deze)
Centrale wordt actief
Afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Component wordt bediend
Foutmelding op de component afhankelijk van de component
Centrale wordt niet geactiveerd
Component wordt een tweede keer bediend
Centrale wordt nu actief
Speciaal geval supervisiestoring >120 min
Centrale, afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Foutmelding op de component afhankelijk van de component
Centrale kan niet worden geactiveerd
Aan
Minder dan 20 minuten na het uitvallen van een component is activering mogelijk
zonder beperking of waarschuwing.
Tussen 20 min en 120 min heeft de centrale een RF-waarschuwing van een
component gedetecteerd. Dan is het gedrag tijdens de activeringspoging als volgt:
Centrale
Activeringsproces wordt gestart
RF-waarschuwing wordt weergegeven
OK wordt ingedrukt (de gebruiker heeft kennisgenomen van de
waarschuwing en negeert deze)
Centrale wordt actief
Afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Component wordt bediend
Centrale wordt direct actief
Aanwijzing:
De gebruiker wordt bij geforceerd actief=Aan niet geïnformeerd over de
storing van deze componenten. De storingen en het negeren ervan worden
echter gedocumenteerd in het logboek.
Speciaal geval supervisiestoring >120 min
Centrale, afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Foutmelding op de component afhankelijk van de component
Centrale kan niet worden geactiveerd
Programmeren/configureren
184
Andere storingen
Uit
Het gedrag tijdens de activeringspoging is als volgt:
Centrale
Activeringsproces wordt gestart
Storing wordt weergegeven
OK wordt ingedrukt (de gebruiker heeft kennisgenomen van de
waarschuwing en negeert deze)
Centrale wordt actief
Afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Component wordt bediend
Foutmelding op de component afhankelijk van de component
Centrale kan niet worden geactiveerd
Aanwijzing:
Als er een storing aanwezig is, kan de centrale alleen op de centrale zelf
worden geactiveerd.
Bevestigen
Het gedrag tijdens de activeringspoging is als volgt:
Centrale
Activeringsproces wordt gestart
Storing wordt weergegeven
OK wordt ingedrukt (de gebruiker heeft kennisgenomen van de
waarschuwing en negeert deze)
Centrale wordt actief
Afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Component wordt bediend
Foutmelding op de component afhankelijk van de component
Centrale wordt niet geactiveerd
Component wordt een tweede keer bediend
Centrale wordt nu actief
Aan
Het gedrag tijdens de activeringspoging is als volgt:
Centrale
Activeringsproces wordt gestart
Storing wordt weergegeven
OK wordt ingedrukt (de gebruiker heeft kennisgenomen van de
waarschuwing en negeert deze)
Centrale wordt actief
Afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Component wordt bediend
Centrale wordt direct actief
Programmeren/configureren
185
Aanwijzing:
De gebruiker wordt bij geforceerd actief=Aan niet geïnformeerd over de
storing van deze componenten. De storingen en het negeren ervan worden
echter gedocumenteerd in het logboek.
Open zones
Uit
Het gedrag bij het activeren met het zone-attribuut "Verbergbaar geforceerd
actief" is als volgt:
Centrale
Activeringsproces wordt gestart
Storing wordt weergegeven
Na het sluiten van de zone kan de centrale worden geactiveerd.
Afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Component wordt bediend
Foutmelding op de component afhankelijk van de component
Centrale kan niet worden geactiveerd
Aanwijzing:
Na het sluiten van de zone kan de centrale worden geactiveerd.
Bevestigen
Het gedrag bij het activeren met het zone-attribuut "Verbergbaar geforceerd
actief" is als volgt:
Centrale
Activeringsproces wordt gestart
Storing wordt weergegeven
Na het sluiten van de zone kan de centrale worden geactiveerd.
De zone kan ook handmatig worden verborgen.
Afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Component wordt bediend
Foutmelding op de component afhankelijk van de component
Centrale wordt niet geactiveerd
Component wordt een tweede keer bediend
Centrale wordt nu actief met verborgen zones
Aan
Het gedrag bij het activeren met het zone-attribuut "Verbergbaar geforceerd
actief" is als volgt:
Centrale
Activeringsproces wordt gestart
Storing wordt weergegeven
Na het sluiten van de zone kan de centrale worden geactiveerd.
De zone kan ook handmatig worden verborgen.
Programmeren/configureren
186
Afstandsbediening, bedieningspaneel, deur-bijzetslot, Secvest-Key
Component wordt bediend
Centrale is nu direct actief met verborgen zones
Aanwijzing:
De gebruiker wordt bij geforceerd actief=Aan niet geïnformeerd over de
storing van deze componenten. De storingen en het negeren ervan worden
echter gedocumenteerd in het logboek.
Software < 3.01.16
U kunt een gebruiker toestaan met de afstandsbediening de centrale te activeren
ook als één of meerdere zones niet werken of open zijn.
Aanwijzing
Als u geforceerd actief vrijgeeft voldoet het systeem niet meer aan EN 50131.
Dropdown-keuzemenu voor:
Uit
De gebruiker met afstandsbediening kan
het systeem niet geforceerd activeren
ook als de bijbehorende zones het
attribuut geforceerd actief (geforceerd
scherp) hebben.
Bevestigen
De gebruiker met afstandsbediening kan
het systeem geforceerd inschakelen.
Daarbij moet hij als volgt te werk gaan:
1. De gebruiker drukt de Actief-toets in op de afstandsbediening
2. Het systeem begint niet met de activering
3. De gebruiker drukt nog een keer op dezelfde toets op de afstandsbediening
om te bevestigen dat hij het systeem wil activeren.
Aan
De gebruiker hoeft slechts één keer op
de bijbehorende toets op de
afstandsbediening te drukken om het
activeringsproces te starten.
Opmerking
Bij de opties Bevestigen en Aan kan de gebruiker het systeem ook met de
afstandsbediening activeren, ook als er een reset na een alarm nodig zou zijn.
AB inactief actief
Selecteer of het deactiveren van geactiveerde deelgebieden met de
afstandsbediening alleen mogelijk is als eerder de vertragingstijd is gestart (zone
van het type "In-/uitgang" wordt geactiveerd)
Dropdown-keuzemenu voor:
Altijd
De gebruiker kan altijd de mogelijke
deelgebieden deactiveren zonder dat
eerder de ingangstijd gestart werd.
Tijdens ingangstijd
De gebruiker moet eerst een zone van
het type "In-/uitgang" openen. Daarmee
start de ingangsvertragingstijd. Nu kan
Programmeren/configureren
187
de gebruiker de mogelijk deelgebieden
deactiveren.
Deelgebieden waarbij geen
ingangsvertragingstijd gestart is blijven
geactiveerd.
AB inactief intern actief
Selecteer of het deactiveren van intern geactiveerde deelgebieden met de
afstandsbediening alleen mogelijk is als eerder de vertragingstijd werd gestart
(zone van het type "In-/uitgang" wordt geactiveerd).
Dropdown-keuzemenu voor:
Altijd
De gebruiker kan altijd de mogelijke
deelgebieden deactiveren zonder dat
eerder de ingangstijd gestart werd.
Tijdens ingangstijd
De gebruiker moet eerst een zone van
het type "In-/uitgang" openen. Daarmee
start de ingangsvertragingstijd. Nu kan
de gebruiker de mogelijk deelgebieden
deactiveren.
Deelgebieden waarbij geen
ingangsvertragingstijd gestart is blijven
geactiveerd.
Programmeren/configureren
188
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
AB inactief bij ingangstijd
Selecteer of het deactiveren van geactiveerde deelgebieden met het draadloze
bedieningspaneel alleen mogelijk is als eerder de vertragingstijd gestart werd
(zone van het type "In-/uitgang" wordt geactiveerd)
Dropdown-keuzemenu voor:
Altijd
De gebruiker kan altijd de mogelijke
deelgebieden deactiveren zonder dat
eerder de ingangstijd gestart werd.
Tijdens ingangstijd
De gebruiker moet eerst een zone van
het type "In-/uitgang" openen. Daarmee
start de ingangsvertragingstijd. Nu kan
de gebruiker de mogelijk deelgebieden
deactiveren.
Deelgebieden waarbij geen
ingangsvertragingstijd gestart is blijven
geactiveerd.
AB inactief intern actief
Selecteer of het deactiveren van intern geactiveerde deelgebieden met het
draadloze bedieningspaneel alleen mogelijk is als eerder de vertragingstijd
gestart werd (zone van het type "In-/uitgang" wordt geactiveerd)
Dropdown-keuzemenu voor:
Altijd
De gebruiker kan altijd de mogelijke
deelgebieden deactiveren zonder dat
eerder de ingangstijd gestart werd.
Tijdens ingangstijd
De gebruiker moet eerst een zone van
het type "In-/uitgang" openen. Daarmee
start de ingangsvertragingstijd. Nu kan
de gebruiker de mogelijk deelgebieden
deactiveren.
Deelgebieden waarbij geen
ingangsvertragingstijd gestart is blijven
geactiveerd.
Systeem automatisch actief
Verschijnt als
Systeem->Bevestiging->Bevestigingsmodus->Basic
Kies hoe vaak het systeem na afloop van de sireneduur automatisch weer moet
activeren
Dropdown-keuzemenu voor:
Nooit
De centrale wordt niet weer opnieuw
geactiveerd. De centrale schakelt
slechts een keer in de alarmtoestand.
1 x, 2 x, 3 x, 4 x, 5 x
Altijd
De centrale activeert alle gesloten zones
opnieuw, maar niet de melders, die nog
steeds alarmsignalen zenden.
Eén van deze instellingen is nodig om te
voldoen aan EN 50131
Programmeren/configureren
189
Als het systeem weer geactiveerd is,
wordt door de draadloze centrale een
akoestisch, intern alarm in plaats van de
normale ingangstoon gegenereerd, als
een gebruiker het systeem via de
ingangsroute betreedt.
Programmeren/configureren
190
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Stille waarschuwingen
(stille waarschuwingen)
Deze optie regelt de tijdsduur waarin akoestische waarschuwingen (een korten
"piep" elke paar minuten) worden weergegeven.
Dropdown-keuzemenu voor:
Gebruikerscode
Er worden zolang waarschuwingen
gegeven totdat een gebruiker zijn code
voor de bevestiging van de
waarschuwing ingevoerd heeft.
30 minuten
60 minuten
120 minuten
Er worden waarschuwingen
overeenkomstig de ingestelde tijd
weergegeven. Het weergeven van de
alarmsignalen kan door het invoeren van
een gebruikerscode worden gestopt.
Geen waarschuwingssignaal
Er worden geen akoestische
waarschuwingen weergegeven.
Aanwijzing
De centrale geeft geen waarschuwingen weer zolang zich nog een deelgebied in
geactiveerde toestand bevindt.
Annuleringstijd
Invoerveld voor de afbreektijd voor alarmen in seconden (waarden tussen 0 120).
De centrale start deze timer altijd als een alarm geactiveerd is. Als een gebruiker
het alarm tijdens deze tijd op mute schakelt, is geen installateursreset nodig.
Als een alarm optreedt en een gebruiker het systeem binnen deze tijd deactiveert,
dan worden uitgangen van het type "Alarm afbreken" geschakeld en wordt het
afbreken van het alarm gerapporteerd.
Sirenevertraging (gebruiker)
"Sirenevertraging (gebruiker)" in minuten (waarde tussen 0 10).
0 betekent gedeactiveerd.
Aanwijzing
Als "Sirenevertraging (gebruikersgerelateerd)" is geactiveerd (> 0), wordt het
volledige gedrag van de sirenevertraging geblokkeerd in de deelgebiedinstellingen!
Dit is niet in overeenstemming met EN 50131.
De alarmontvanger/meldkamer-communicatie en bevestigingsmodus zijn van
invloed op de sirenevertraging in de deelgebiedinstellingen.
Aanwijzing
Sirenevertraging (gebruiker) heeft alleen invloed op de buitensirenes bij de
volgende configuraties:
Deelgebied -> Alarmreactie (alle actief, intern actief, inactief)
Sirene + meldkamer reporting of
Flits + meldkamer reporting
Programmeren/configureren
191
In de andere varianten
Intern, sirene en flits
werkt deze sirenevertraging voor alle componenten (centrale, binnensirene,
infomodule, bedieningspaneel en buitensirene). Dit betekent dat al deze
componenten pas na afloop van de vertragingstijd signaleren.
Aanwijzing
Geen sirenevertraging (gebruiker) in geval van brand, overval of 24H-alarm
Ingang alarm vertraging
Extra vertraging bij het afwijken van de ingangsroute.
Kies of bij het afwijken van de ingangsroute de gebruiker een extra tijd van 30
seconden krijgt toebedeeld, voordat een externe alarm wordt gestart.
Geactiveerd
Extra vertraging (30 s) bij het afwijken van de ingangsroute geactiveerd.
Als een gebruiker binnen de ingangsvertragingstijd van de ingangsroute afwijkt,
wacht de centrale 30 s voordat een volledig alarm wordt geactiveerd. Binnen deze
30 s wordt in eerste instantie alleen een intern alarm geactiveerd.
Als de gebruiker binnen deze 30 s van het interne alarm zijn code invoert, kan de
gebruiker het systeem resetten.
Deze instelling is niet conform EN 50131.
Gedeactiveerd
Geen extra vertraging bij het afwijken van de ingangsroute.
Er wordt meteen een alarm geactiveerd als een gebruiker afwijkt van de
ingangsroute en daarmee een andere melder activeert.
Deze instelling is niet conform EN 50131.
Programmeren/configureren
192
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Zenden van de centralestatus
bezig
Geactiveerd
Een statuswijziging van het alarmsysteem wordt op ieder moment naar het
draadloze bedieningspaneel gestuurd. Het bedieningspaneel signaleert de status
van de deelgebieden, alarmen en in- en uitgangsvertragingen "just-in-time".
Gedeactiveerd
De status van de centrale wordt alleen op aanvraag naar het bedieningspaneel
gestuurd ("?"-toets op het bedieningspaneel). De status van de deelgebieden,
alarmen en in- en uitgangsvertragingen worden op niet op het bedieningspaneel
weergegeven / gesignaleerd.
Programmeren/configureren
193
Upgrade centrale
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Taal bestand
Als op de knop Zoeken wordt geklikt, kan het pad en de bestandsnaam voor het te
laden taalbestand worden aangegeven.
Met een klik op de knop Versturen wordt het geselecteerde bestand in het
draadloze alarmsysteem geladen.
Applicatiebestand
Als op de knop Zoeken wordt geklikt, kan het pad en de bestandsnaam voor het te
laden applicatiebestand worden aangegeven.
Met een klik op de knop Versturen worden de geselecteerde bestanden in het
draadloze alarmsysteem geladen.
Daarna moet het draadloze alarmsysteem opnieuw worden opgestart.
Details voor de software-upgrade naar 1.01.00 vindt u in het document "Software-upgrade" in het downloadgebied van
de ABUS-website.
Aanwijzing
Het menu "Upgrade centrale" op deze plaats is slechts tot software <1.01.00 zo beschikbaar. Vanaf software 1.01.00
is er wegens de conformiteit met EN 50131 een ander proces ingesteld.
Nieuw "Gebruiker level/toegangsniveau 4" rechtenniveau voor software-updates
o Software-updates via het installateursmenu van de webserver zijn niet meer mogelijk
o De vrijgave voor "Level4-gebruikers" moet in het gebruikers- en installateursmenu worden gegeven
o Gebruikerscode voor "Level4-gebruikers" wordt na de vrijgave gegeven
Details hierover vindt u in de bijlage "Software-upgrade"
Programmeren/configureren
194
Alleen op de centrale
Installateurmodus -> Systeem -> Upgrade centrale
Aanwijzing
De update van het taalbestand moet worden uitgevoerd VOOR de update van het applicatiebestand!
Zie het hoofdstuk "Software-upgrade met nieuwe bestanden van de SD-kaart" in de bijlage
Na het indrukken van "Kiezen" ziet u een lijst met de beschikbare applicatiesoftware.
Op de eerste regel van de lijst ziet u de op dit moment geïnstalleerde software en in de overige regels de beschikbare
softwarebestanden die op de SD-kaart zijn opgeslagen.
Voorbeeld
UPGRADE CENTRALE APPLICATIE
V3.01.14
Geïnstalleerd
V1.01.00
10/02/2016
(2293760)
V2.00.00
04/10/2016
(2621440)
V2.00.06
06/03/2017
(2621440)
V2.01.08
15/06/2017
(2686976)
V3.00.04
12/12/2017
(2883584)
V3.01.01
10/05/2018
(2883584)
V3.01.11
17/10/2018
(2883584)
V3.01.14
11/03/2019
(2949120)
V3.01.16
25/11/2019
(2949120)
V3.01.17
10/12/2019
(2949120)
Selecteer de gewenste applicatiesoftware.
Na het laden van de software verschijnt het eerste punt van de startwizard (selecteren van de taal). Volg de installatie-
of startwizard op de centrale.
Belangrijk
Software >= 3.00.06, een back-up maken van de configuratie en herstellen
Programmeren/configureren
195
Voordat de centrale de upgrade start, worden de configuratiegegevens en het SSL-certificaat automatisch opgeslagen
in de interne flash. De nieuwe software wordt dan geïnstalleerd en de centrale wordt opnieuw opgestart. Op dit punt
wordt eerst de fabrieksinstelling gebruikt, maar de centrale herstelt dan automatisch de configuratiegegevens en het
SSL-certificaat vanuit de flash (vergelijkbaar met wat u zou hebben gedaan als u de configuratie handmatig had
opgeslagen/teruggezet). Dit betekent dat de startwizard niet wordt uitgevoerd en het SSL-certificaat niet opnieuw
wordt gemaakt.
Programmeren/configureren
196
Op upgrade controleren?
Aanwijzing
Wegens conformiteit met EN 50131 is dit menu op dit punt in de installateursmodus alleen direct op de centrale
beschikbaar.
Bij toegang tot een webbrowser vindt u dit menu niet in de installateursmodus. Dit menu verschijnt in het Level4-menu.
Hiervoor moet een Level4-gebruiker ingelogd zijn. Details hierover vindt u in het hoofdstuk Software-upgrade in de
bijlage.
Aanduiding/functie
Verklaring
Op upgrade controleren?
Na het selecteren van "Kiezen" vraagt de centrale aan de ABUS FTP-server: "Is er
nieuwe software beschikbaar?".
Als de FTP-server deze vraag met "Ja " beantwoordt, verschijnt de volgende
aanwijzing:
"Upgrade beschikbaar".
Als de FTP-server deze vraag met "Nee " beantwoordt, verschijnt de volgende
aanwijzing:
"Upgrade niet beschikbaar".
Upgrade beschikbaar
Als u nu wilt doorgaan met de upgrade van het paneel, drukt u op OK.
Wacht tot het paneel de spraakbestanden oproept
Druk niet op OK
Wacht tot het paneel het applicatiebestand oproept
Druk niet op OK
Aanwijzing
Deze bestanden worden op de SD-kaart opgeslagen.
Nu opnieuw opstarten
De centrale installeert de nieuwe bestanden van de SD-kaart en voert een herstart
uit.
Belangrijk
Software >= 3.00.06, een back-up maken van de configuratie en herstellen
Voordat de centrale de upgrade start, worden de configuratiegegevens en het SSL-certificaat automatisch opgeslagen
in de interne flash. De nieuwe software wordt dan geïnstalleerd en de centrale wordt opnieuw opgestart. Op dit punt
wordt eerst de fabrieksinstelling gebruikt, maar de centrale herstelt dan automatisch de configuratiegegevens en het
SSL-certificaat vanuit de flash (vergelijkbaar met wat u zou hebben gedaan als u de configuratie handmatig had
opgeslagen/teruggezet). Dit betekent dat de startwizard niet wordt uitgevoerd en het SSL-certificaat niet opnieuw
wordt gemaakt.
Programmeren/configureren
197
Programmeren/configureren
198
Back-up/herstellen
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Configuratie laden
Als op de knop Zoeken wordt geklikt, kan het pad en de bestandsnaam voor de te
herstellen configuratie worden aangegeven.
Met een klik op de knop Configuratie laden wordt de te herstellen configuratie in
het draadloze alarmsysteem geladen.
Daarna moet het draadloze alarmsysteem opnieuw worden opgestart.
Backup
Als op de knop Backup wordt geklikt, wordt de hele systeemconfiguratie (inclusief
melder-ID's) opgeslagen. Het back-upbestand wordt opgeslagen in de standaard-
downloadmap.
Aanwijzing
Het configuratiebestand wordt in het formaat Secvest--01-09-2017-1051.cfg
opgeslagen.
Als de meegestuurde instructie voor het wijzigen van de bestandsnaam door de pc
of de webbrowser niet kon worden uitgevoerd, wordt deze in de standaardvariant
"config.config" opgeslagen.
Programmeren/configureren
199
Software >=3.00.00
Back-up/herstellen (alleen centrale GUI)
Centrale
Installateursmodus -> Systeem -> Back-up/herstellen
Back-up config naar SD-kaart
Na het indrukken van "Kiezen" wordt het configuratiebestand op de SD-kaart geschreven. In deze
periode wordt op het display "Bestand geschreven" weergegeven
Laden config van SD-kaart
Na het selecteren van het gewenste configuratiebestand en het indrukken van "Kiezen" wordt het
configuratiebestand van de SD-kaart op de centrale geladen. In deze periode wordt op het display
"Bestand gelezen" weergegeven
Aanwijzing
De centrale maakt een nieuwe map op de SD-kaart met de naam "Config". In deze map worden alle
configuratiebestanden geschreven. Ieder nieuw bestand krijgt een nieuwe bestandsnaam. Oude bestanden worden
niet overschreven.
De centrale maakt een bestandsnaam met Secvest, datum en tijd.
Voorbeeld (software 3.00.00 tot software < 3.01.00):
Secvest--01-09-2017-1051.cfg
01-09-2017: Datum
1051: Tijd, 10 uur 51 minuten
Voorbeeld (software >= 3.01.01):
Secvest2018-11-08-0935.cfg
2018-11-08: Datum, 8 november 2018
0935: Tijd, 09 uur 35 minuten
Aanwijzing
U kunt ook opgeslagen configuratiebestanden van de pc (via WEB) naar de SD-kaart kopiëren. Kopieer de
configuratiebestanden naar de map "Config". Als de map met de naam "Config" nog niet door de centrale is gemaakt,
kunt u deze ook handmatig maken.
Let daarbij op het volgende:
Soms wordt het configuratiebestand niet opgeslagen in het formaat Secvest--01-09-2017-1051.cfg of Secvest--2017-
09-01-1051.cfg.
Als de meegestuurde instructie voor het wijzigen van de bestandsnaam door de pc of de webbrowser niet kon worden
uitgevoerd, wordt deze in de standaardvariant "config.config" opgeslagen.
Wijzig dan eenvoudig de bestandsnaam "config.config" in het volgende formaat Secvest--01-09-2017-1051.cfg of
Secvest--2017-09-01-1051.cfg.
Heel belangrijk daarbij is:
de bestandsextensie moet ".cfg" zijn
de bestandsnaam moet beginnen met Secvest en 2 koppeltekens ofwel mintekens "Secvest"
Bestandsnamen die niet voldoen aan deze syntaxis worden in het menu "Laden config van SD-kaart" van de centrale
niet weergegeven.
Bijvoorbeeld "config.config" of "Secvest--01-12-2017-1102.config"
Programmeren/configureren
200
Gevaar
Gegevensbescherming
Let op de aanwijzingen op de SD-kaart in het hoofdstuk "Buitenbedrijfname van de centrale".
Programmeren/configureren
201
Bericht
Software >=3.00.01
Alleen webinterface
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Bericht
Als u op de knop Bericht klikt, verschijnt een pop-upbrowservenster. In dit venster
wordt de hele systeemconfiguratie van de centrale overzichtelijk weergegeven.
Programmeren/configureren
202
Printen
Om het bericht te printen, drukt u op de knop "Printen" in het formulier linksboven.
Dan verschijnt het standaard Windows-venster "Printen". Selecteer de door u
gewenste printer.
Aanwijzing
Welke printers er verschijnen is afhankelijk van de op de pc geïnstalleerde printers.
bijv. "echte" papierprinters of "PDF-printer" zoals PDF-Xchange, Freepdf.
Inhoud van het rapport
Het rapport bevat alle relevante instellingen en informatie uit de installateursmodus
evenals de volume-instellingen uit het gebruikersmenu.
Aanwijzingen
Uitgangen van het type "door de gebruiker gedefinieerd"
Polariteit: normaal of omgekeerd. Bij "omgekeerd" verschijnt hier het woord
"omgekeerd". Met "normaal" verschijnt hier geen extra woord.
Als een tijdschema wordt ingesteld, verschijnen de geselecteerde weekdagen als
hoofdletters.
Bijvoorbeeld: Continu 08:00 -> 16:00 SmDmDfS
Programmeren/configureren
203
Inschakeltijd 08:00, uitschakeltijd 16:00
Z
m
D
m
D
f
Z
Zo
Ma
Di
Wo
Do
Vr
Za
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
-
Programmeren/configureren
204
Communicatie
Netwerk
Programmeren/configureren
205
Netwerkconfiguratie
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Interne HTTP-poort
Interne HTTP-poort
Standaardwaarde: 80
Aanwijzing
Voer geen poortforwarding uit op de router naar poort 80. Dit kan leiden tot een
netwerkblokkade.
Gebruik de "Interne HTTPS-poort" als doel voor de poortforwarding, bijvoorbeeld
4433.
Interne HTTPS-poort
Interne HTTPS-poort
Standaardwaarde: 4433
Aanwijzing
Software >=3.00.05
De wijziging van de interne HTTPS-poort wordt pas effectief na een herstart van
de centrale.
Om dit te doen, logt u uit de installateursmodus en start u de centrale opnieuw op.
Details hierover vindt u in hoofdstuk Handmatige herstart (uitschakelen en opnieuw
inschakelen)".
Programmeren/configureren
206
DHCP
Geactiveerd
De Secvest ontvangt IP-gegevens van de DHCP-server.
Gedeactiveerd
Handmatige invoer van IP-gegevens.
IP-adres
IP-adres
Software <2.00.00: Als hier niets wordt ingevoerd, gebruikt de centrale automatisch
DHCP.
Aanwijzing
Het wordt aanbevolen om een vast IP-adres te geven om problemen met poort
forwardings te vermijden. Op de router kan weliswaar worden ingesteld dat voor dit
MAC-adres van de Secvest altijd hetzelfde IP-adres via DHCP moet worden
gegeven. Sommige routers geven echter na een bepaalde periode toch een ander
IP-adres via DHCP.
IP-subnetmask
IP-subnetmask.
Gateway IP-adres
Gateway IP-adres
IP-adres primaire DNS
IP-adres primaire DNS
ABUS-Server geactiveerd
Geactiveerd
Maakt een verbinding met de ABUS-server en stuurt de openbare IP-
toegangsgegevens door.
Software >= 3.01.16
De centrale stuurt een ICMP-ping naar de ABUS-server.
Aanwijzing
Om de 30 minuten stuurt de centrale altijd de volgende informatie naar de
ABUS-server, zelfs als er geen persoonlijk account is aangemaakt:
MAC-adres, het openbare IP-adres en de openbare HTTPS-poort.
Na het aanmaken van het persoonlijke account heeft u toegang tot deze
gegevens.
Dit gebeurt alleen via ethernet, niet via IP-mobiel.
Software >= 3.01.16
De centrale stuurt om de 30 minuten een ICMP-ping naar de ABUS-server.
Dit gebeurt alleen via ethernet, niet via IP-mobiel.
Hiermee test de centrale het IP-pad, met name het pad dat niet direct bij de
ethernetverbinding van de centrale en in het openbare gebied ligt.
Storingen in deze gebieden kunnen zijn:
o Openbare ruimte (WAN)
openbare kabel naar router defect, bouwplaats voor het huis
o Private ruimte (LAN)
Aanwijzing: de directe ethernetinterface op de centrale wordt
via"Ethernet-commando-pad storing" bewaakt.
De router is uitgeschakeld, maar de switch werkt (de centrale is direct
aangesloten op deze switch).
Problemen met de wifi-module
WLAN op de router werkt niet
Geen nieuwe verbinding met het WLAN na een lange uitschakeling
van de router
WLAN op de router schakelt zichzelf uit tussen bijv. 22:00 en 06:00
uur (soms een standaardinstelling van routers of als
energiebesparende functie).
Programmeren/configureren
207
Als deze ICMP-ping geen positief resultaat heeft, schakelt de centrale direct
over op IP-mobiel. Voorwaarde hiervoor is het gebruik van een mobiele module
als redundantie en de bijbehorende instelling in "IP-gateway" (Communicatie ->
Netwerk -> IP Mobile Setup).
IP-mobiel wordt tijdelijk gebruikt totdat de ICMP-ping een positief resultaat
oplevert.
Aanwijzing
Als er geen mobiele module is of als er alleen ethernet is geselecteerd voor de
IP-gateway, meldt de centrale alleen een foutmelding.
Gedeactiveerd
Functies is niet mogelijk.
Aanwijzing
Zie ook de aanwijzingen bij de ABUS-server in het hoofdstuk "Software-upgrade"
Externe HTTPS-poort
Poortnummer externe poort.
ABUS-Server gebruikersnaam
Gebruikersnaam op de ABUS-server
Aanwijzing
Invoer GUI: max. 31 tekens
Invoer WBI: max. 15 tekens
ABUS-Server wachtwoord
Wachtwoord op de ABUS-server
Aanwijzing
Invoer GUI: max. 32 tekens
Invoer WBI: max. 15 tekens
Programmeren/configureren
208
IP-mobiel setup
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Aanwijzing
APN, gebruikersnaam en wachtwoord zijn toegangsgegevens voor IP-gebaseerde
transmissie in het mobiele netwerk.
Deze gegevens zijn afhankelijk van de netwerkprovider en de serviceprovider.
Vraag uw simkaartuitgever naar deze informatie.
Alternatief: Deze gegevens worden meestal ook op de simkaart opgeslagen. Plaats
de simkaart in een smartphone voordat u deze in de mobiele module plaatst. Lees
de gegevens in het menu Gegevensinstellingen.
APN
Voer hier de naam van het toegangspunt "Access Point Name" in.
Gebruikersnaam
De gebruikersnaam van de gegevenstoegang in het mobiele netwerk.
Wachtwoord
Het wachtwoord voor gegevenstoegang in het mobiele netwerk
IP-gateway
Aanwijzing
Gevaar
De IP-gateway-instellingen zijn alleen van toepassing op de IP-gebaseerde
communicatie alarmontvanger/meldkamer, spraakkiezer en e-mail.
Ethernet wordt nog steeds gebruikt voor
Programmeren/configureren
209
toegang tot de webserver via een webbrowser
de APP-toegang
voor pushnotificaties (software <= v3.01.01)
voor camera's in het lokale netwerk
Aanwijzing
Gevaar
Als het transmissiekanaal "IP-mobiel" door de centrale wordt gebruikt, vindt er geen
update plaats op de ABUS-server.
Aanwijzing
De centrale krijgt een openbaar IP-adres van het mobiele IP-netwerk van het
mobiele netwerk. Gegevens en informatie worden pas uitgewisseld wanneer de
communicatie via dit kanaal actief wordt.
Aanwijzing
In de bijlage vindt u enkele toegangsgegevens. Door de vele mobiele
netwerkproviders in Europa en een nog groter aantal simkaartuitgevers
(serviceproviders) vindt u daar slechts enkele geselecteerde voorbeelden.
Aanwijzing
Software >= 3.01.16
Zie ook de uitleg over ICMP-ping bij "ABUS-server" (Communicatie -> Netwerk ->
Netwerk setup)
Programmeren/configureren
210
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Ethernet
Alleen ethernet wordt gebruikt, 4G/2G wordt niet gebruikt.
Aanwijzing
Software >= 3.01.16
Zie ook de uitleg over ICMP-ping bij "ABUS-server" (Communicatie -> Netwerk ->
Netwerk setup)
IP-mobiel Ethernet
4G/2G wordt als eerste gebruikt. Ethernet wordt gebruikt wanneer er geen 4G/2G-
signaal beschikbaar is.
Aanwijzing
4G/2G-storing moet eerst worden gedetecteerd door de centrale.
Gevaar
Ethernet wordt nog gebruikt voor
toegang tot de webserver via een webbrowser
de APP-toegang
voor pushnotificaties (software <= v3.01.01)
Programmeren/configureren
211
voor camera's in het lokale netwerk
Het is niet mogelijk om met de APP via de ABUS-server en IP-mobiel toegang te
krijgen tot de centrale. Het is niet mogelijk om via IP-mobiel toegang te krijgen tot
de webserver van de centrale.
Aanwijzing
Pushnotificaties
Pushnotificatie werkt alleen via de mobiele module (IP-mobiel) als voor een andere
dienst (bijv. e-mail) reeds een PPP-verbinding (Point to Point Protocol, IP-mobiel)
actief was of geconfigureerd is.
E-mail moet in ieder geval vrijgeschakeld zijn. Er hoeven echter geen e-mails te
worden verstuurd. Configuratie dienovereenkomstig inrichten.
ABUS-server, app en push in via ethernet inrichten.
Er moet een mobiele IP-fout zijn (bijv. niet meer ingelogd in een mobiel netwerk) om
de IP-stack over te schakelen naar ethernet.
Aanwijzing
Software >= 3.01.16
Zie ook de uitleg over ICMP-ping bij "ABUS-server" (Communicatie -> Netwerk ->
Netwerk setup)
Ethernet - IP-mobiel
Ethernet wordt eerst gebruikt. 4G/2G wordt gebruikt wanneer er een ethernetstoring
is.
Deze instelling wordt aanbevolen om een redundant IP-gebaseerd
transmissiekanaal te realiseren voor alarmontvanger-/meldkamer-reporting, e-mail
en push.
Aanwijzing
De ethernetstoring moet eerst door de centrale gedetecteerd zijn.
Aanwijzing
Software >= 3.01.16
Zie ook de uitleg over ICMP-ping bij "ABUS-server" (Communicatie -> Netwerk ->
Netwerk setup)
Gevaar
Ethernet wordt nog gebruikt voor
toegang tot de webserver via een webbrowser
de APP-toegang
voor pushnotificaties (software <= v3.01.01)
voor camera's in het lokale netwerk
Programmeren/configureren
212
Het is niet mogelijk om met de APP via de ABUS-server en IP-mobiel toegang te
krijgen tot de centrale. Het is niet mogelijk om via IP-mobiel toegang te krijgen tot
de webserver van de centrale.
Aanwijzing
Pushnotificaties
Pushnotificatie werkt alleen via de mobiele module (IP-mobiel) als voor een andere
dienst (bijv. e-mail) reeds een PPP-verbinding (Point to Point Protocol, IP-mobiel)
actief was of geconfigureerd is.
E-mail moet in ieder geval vrijgeschakeld zijn. Er hoeven echter geen e-mails te
worden verstuurd. Configuratie dienovereenkomstig inrichten.
ABUS-server, app en push in via ethernet inrichten.
Er moet een ethernetstoring opgetreden zijn om de IP-stack over te schakelen naar
IP-mobiel.
IP-mobiel
Alleen 4G/2G wordt gebruikt, ethernet wordt niet gebruikt.
Aanwijzing
Gevaar
Ethernet wordt nog gebruikt voor
toegang tot de webserver via een webbrowser
de APP-toegang
voor pushnotificaties (software <= v3.01.01)
voor camera's in het lokale netwerk
Het is niet mogelijk om met de APP via de ABUS-server en IP-mobiel toegang te
krijgen tot de centrale. Het is niet mogelijk om via IP-mobiel toegang te krijgen tot
de webserver van de centrale.
Aanwijzing
Pushnotificaties
Pushnotificatie werkt alleen via de mobiele module (IP-mobiel) als voor een andere
dienst (bijv. e-mail) reeds een PPP-verbinding (Point to Point Protocol, IP-mobiel)
actief was of geconfigureerd is.
E-mail moet in ieder geval vrijgeschakeld zijn. Er hoeven echter geen e-mails te
worden verstuurd. Configuratie dienovereenkomstig inrichten.
ABUS-server, app en push in via ethernet inrichten.
Aanwijzing
Software >= 3.01.16
De centrale stuurt om de 30 minuten een ICMP-ping naar de ABUS-server.
Dit gebeurt alleen via ethernet, niet via IP-mobiel.
Details zie ook de uitleg over ICMP-ping bij "ABUS-server" (Communicatie -
> Netwerk -> Netwerk setup)
In deze constellatie is het zinvol om de ABUS-server op Gedeactiveerd te zetten
om storingen te voorkomen.
Programmeren/configureren
213
Met de instelling IP-mobiel is het niet mogelijk om via de ABUS-server toegang te
krijgen tot het centrale station met de APP.
Programmeren/configureren
214
E-Mail instellingen
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Max. tekens
Servernaam
Naam SMTP-server van de e-mailprovider.
32
IP-poortnummer
IP-poortnummer.
5
Account
Naam van e-mailaccount (in de regel het mailadres)
90
Gebruikersnaam
Gebruikersnaam (afhankelijk van de provider ofwel het gehele mailadres
of een aparte gebruikersnaam).
90
Wachtwoord
Wachtwoord voor e-mailaccount.
Aanwijzing
Let op het gebruik van hoofdletters en kleine letters!
32
SSL
Geactiveerd
Er wordt een versleutelde verbinding (SSL) met de provider gemaakt.
Gedeactiveerd
Er wordt een onversleutelde verbinding (SSL) met de provider gemaakt.
-
In de bijlage vindt u enkele aanbevolen en geteste
instellingen.
In de FAQ's van de geselecteerde e-mail provider vindt u
meer informatie over de gebruikte parameters.
Aanwijzing
De centrale stuurt geen informatie. Een verbinding wordt
pas tot stand gebracht als de e-mail daadwerkelijk wordt
verstuurd, te beginnen met de shake-hand. De
informatie wordt vervolgens verzonden afhankelijk van
de instellingen (bijv. versleuteld of onversleuteld) en de
geprogrammeerde teksten en gebeurtenissen.
Programmeren/configureren
215
Installeren VoIP-kiezer
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Max. tekens
SIP-domeinnaam
Naam SIP-server van eigen SIP-provider.
Bijvoorbeeld sipgate.de
50
SIP-proxy
Proxy van eigen SIP-provider
Bijvoorbeeld sipgate.de
50
SIP gebruiker- ID
De gebruiker-ID van de SIP-provider voor uw account.
50
SIP
gebruikerswachtwoord
SIP-gebruikerswachtwoord van de SIP-provider voor uw account.
50
SIP poort
De poort van de SIP-provider voor uw account.
Standaard: 5060
5
RTP-poort
RTP-poortnummer van de SIP-provider voor uw account.
5
SIP-testoproep
gebruikers-ID
Gebruiker-ID voor een testoproep via SIP
Formaat
Software >=2.00.00
Telefoonnummer
+4982071234567
ID als het doel een account heeft bij dezelfde SIP-provider
9876543
Software <2.00.00
Telefoonnummer
+4982071234567@sipgate.de
sipgate.de is eigen SIP-provider zoals SIP-servernaam
ID als het doel een account heeft bij dezelfde SIP-provider
50
Programmeren/configureren
216
9876543@sipgate.de
SIP-kiezer vrijgegeven
Geactiveerd
De SIP-kiezer wordt vrijgegeven.
Aanwijzing
De centrale stuurt geen informatie. Pas bij een concrete oproep wordt
een verbinding opgebouwd, te beginnen met de shake-hand. De
informatie wordt vervolgens verzonden afhankelijk van de instellingen en
de opgenomen gesproken meldingen voor de gebeurtenissen.
Gedeactiveerd
-
RFC 2833 DTMF detectie
Geactiveerd
DTMF-tonen worden onder bepaalde omstandigheden ook bij SIP
herkend.
Gedeactiveerd
Geen herkenning van DTMF-tonen.
-
Aanwijzing
De centrale werkt de communicatietypes in de volgende volgorde af.
1. Alarmontvanger/meldkamer reporting
2. E-mail
3. Zorgnoodoproep (protocoloverdracht)
4. SMS via GSM
5. Spraakkiezer
6. SMS via PSTN
De pushnotificatie is onafhankelijk van deze volgorde en kan op elk moment plaatsvinden.
Programmeren/configureren
217
Meldkamer reporting
Programmeren/configureren
218
Software >= 3.00.03
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Oproepmodus
Dropdown-keuzemenu voor:
Geblokkeerd
Enkel
Afwisselend
Aanwijzing
De centrale stuurt geen informatie. Een verbinding wordt pas tot stand gebracht bij
een concrete meldkamer-reporting, te beginnen met de shake-hand. De informatie
wordt dan afhankelijk van de instellingen (bijv. versleuteld of onversleuteld)
verzonden.
Protocol
Dropdown-keuzemenu voor:
Fast Format
Contact ID
SIA 1
SIA 2
SC SIA 3
Programmeren/configureren
219
Ex SIA 3
Ex SIA 3 v2
Ex SIA 3 v3
Contact ID in sms
Aanwijzing
Een gedetailleerde beschrijving van de protocolformaten CID en SIA vindt u in de
bijlage "Alarmontvanger (meldkamer) reporting protocolformaten"
Programmeren/configureren
220
Meldkamer reporting, telefoonboek
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Tel. ontvanger #
Na het aanklikken van dit veld verschijnen de in het telefoonboek (contacten)
aangemaakte ontvangers. Selecteer een ontvanger met het overeenkomstige
telefoonnummer.
IP ontvanger #
Na het aanklikken van dit veld verschijnen de in het telefoonboek (contacten)
aangemaakte ontvangers. Selecteer een ontvanger met het overeenkomstige IP-
adres.
Poort
Voer rechts naast de IP-ontvangers het poortnummer in dat de
alarmontvanger/meldkamer u voor dit IP-adres heeft gegeven.
Aanwijzing
Software >= 3.01.11
Als de centrale tijdens de eerste kiespoging de betreffende ontvanger niet kon bereiken, probeert de centrale
maximaal 3 keer de betreffende ontvanger te bereiken.
Software < 3.01.11
De centrale probeert maximaal 16 keer de betreffende ontvanger te bereiken.
Programmeren/configureren
221
Aanwijzing
Contacten / ontvangers die voor de doorschakeling naar een meldkamer worden gebruikt, zijn in het telefoonboek van het
gebruikersmenu niet meer "zichtbaar". Op grond van de conformiteit EN 50131 mogen Level2-gebruikers (toegangsniveau 2) geen
wijzigingen aanbrengen aan de doorschakeling van de meldkamer.
Programmeren/configureren
222
Meldkamer reporting, klant-ID
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Klant-ID DG #
Invoerveld voor een tot en met 6-cijferige klant-ID voor het bijbehorende
deelgebied.
CID gebruikt 4-cijferige klant-ID's
Met Fast Format kunt u 4-, 5- of 6-cijferige klant-ID's gebruiken.
De centrale voegt een beginnul toe om een 5-cijferige klant-ID uit te breiden tot een
6-cijferige code.
De centrale laat 4- en 6-cijferige klant-ID's ongewijzigd.
Programmeren/configureren
223
Meldkamer reporting, FF-kanalen (alleen bij protocol "Fast Format")
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Kanaal 1 tot 8
Dropdown-keuzemenu voor:
Niet gebruikt
inbraakalarm
Bev. inbraakalarm
Inbraakalarm DG1
Inbraakalarm DG2
Inbraakalarm DG3
Inbraakalarm DG4
Overvalalarm
Overvalalarm bevestigen
Bedreigingscode
Alarm bevestigd
Brand
Techniek
Alarm afbreken
Medisch alarm
Sleutelkast
Sabotage
RF Supervisie
RF Jamming
RF batterij laag
Storing stroomnet
Algemene storing
Open/gesloten
Open
Gesloten
Zones zijn overbrugd (activering)
Zones zijn overbrugd (systeem)
Fabrieksinstelling
Kanaal 1
Brand
Kanaal 2
Overvalalarm
Kanaal 3
inbraakalarm
Kanaal 4
Open/gesloten
Kanaal 5
Zones zijn overbrugd (activering)
Kanaal 6
Sabotage
Kanaal 7
Alarm bevestigd
Kanaal 8
Algemene storing
Programmeren/configureren
224
Meldkamer reporting, CID/SIA gebeurtenissen (bij alle protocollen BEHALVE "Fast Format")
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Brand
Medisch Alarm
Techniek
Activeren/deactiveren
Resetten
Overbruggen
RF Supervisie
RF batterij laag/PSU
Storing stroomnet
Installateursmodus
Tijd/datum resetten
Overvalalarm
inbraakalarm
Sabotages
Intern actief
Uitgang tijdoverschrijding
Sleutelkast
RF Jamming
Accu centrale
Geactiveerd
Gebeurtenissen uit deze groep worden naar de alarmontvanger/meldkamer
doorgestuurd.
Gedeactiveerd
Er worden geen gebeurtenissen uit deze groep naar de alarmontvanger/meldkamer
doorgestuurd.
Aanwijzing
Dit menu verschijnt alleen wanneer u "Contact-ID" of een van de SIA-versies als
protocol selecteert.
Als u een groep vrijschakelt met Ja, dan kan de centrale elke gebeurtenis uit deze
groep verzenden.
Een gedetailleerd overzicht van de toewijzing is te vinden in de bijlage "CID/SIA-
gebeurtenissen".
Voor de vereenvoudiging van de programmering zijn de mogelijke CID/SIA
gebeurtenissen in overeenkomstige groepen ingedeeld. In tabel 1 en 3 vindt u de
CID/SIA gebeurtenissen met de overeenkomstige groepsindeling. In tabel 2 en 4
vindt u de groepen met de overeenkomstige CID/SIA gebeurtenissen.
Programmeren/configureren
225
Storingen
Gebruikerscode gewijzigd
Camera-supervisie
Programmeren/configureren
226
Codering
Vanaf software v3.00.03 kunnen meldingen ook onversleuteld naar een alarmontvanger/meldkamer worden verstuurd.
Aanwijzing
Hier worden de regels uit het volgende document toegepast.
ANSI/SIA DC-09-2013: Internet Protocol Event Reporting
SIA Digital Communication Standard Internet Protocol
Event Reporting
Nadere details hierover vindt u in de bijlage in het hoofdstuk Alarmontvanger/meldkamer reporting.
Gevaar
De autorisatie functioneert alleen correct als de tijd op de centrale precies ingesteld is. Daarom wordt de tijdsinstelling
via een SNTP-server aanbevolen.
Klik op de gewenste IP-ontvanger.
Programmeren/configureren
227
Kies de gewenste codelengte
Voor het invoeren van een code klikt u op "Encryptiesleutel bewerken"
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Coderingslengte
Codelengte
Geen
128 bits
192 bits
256 bits
Geen
De meldingen worden ongecodeerd verzonden
Programmeren/configureren
228
128 bits
Aanwijzing
Voer hier 32 hexadecimale tekens in als sleutel.
Hexadecimale codes zijn 0-9 en a-f
Programmeren/configureren
229
192 bits
Aanwijzing
Voer hier 48 hexadecimale tekens in als sleutel.
Hexadecimale codes zijn 0-9 en a-f
Programmeren/configureren
230
256 bits
Aanwijzing
Voer hier 64 hexadecimale tekens in als sleutel.
Hexadecimale codes zijn 0-9 en a-f
Programmeren/configureren
231
Op de centrale vindt u de instelling voor de codering onder:
Installateursmodus -> Communicatie -> Meldkamer reporting -> Ontvanger -> IP-ontvanger 1 / 2
Ontvanger
IP-poortnummer
Codelengte
Geen
128 bit
192 bit
256 bit
Sleutel
Aanwijzing
Dit menupunt verschijnt niet als bij codelengte "Geen" is geselecteerd.
128 bit is als codelengte geselecteerd.
0000 0000 0000 0000
0000 0000 0000 0000
Aanwijzing
Voer hier 32 hexadecimale tekens in als sleutel.
Hexadecimale codes zijn 0-9 en a-f
192 bit is als codelengte geselecteerd.
0000 0000 0000 0000
0000 0000 0000 0000
0000 0000 0000 0000
Aanwijzing
Voer hier 48 hexadecimale tekens in als sleutel.
Hexadecimale codes zijn 0-9 en a-f
256 bit is als codelengte geselecteerd.
0000 0000 0000 0000
0000 0000 0000 0000
0000 0000 0000 0000
0000 0000 0000 0000
Aanwijzing
Voer hier 64 hexadecimale tekens in als sleutel.
Hexadecimale codes zijn 0-9 en a-f
Programmeren/configureren
232
Meldkamer reporting, meer
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Herstellen:
Als een gebeurtenis intreedt die aan de meldkamer wordt gemeld, worden twee
informatiemeldingen naar de meldkamer verstuurd:
soort en tijdstip van de activerende gebeurtenis
reset van de gebeurtenis
Het resetten van de gebeurtenis wordt "terugzetten" genoemd.
Geactiveerd
De informatie over het resetten van een gebeurtenis (herstelmelding) wordt naar de
meldkamer verstuurd.
Gedeactiveerd
De informatie over het resetten van een gebeurtenis (herstelmelding) wordt niet naar
de meldkamer verstuurd.
21CN bevestigingstijd
Met een analoge telefoonverbinding naar de meldkamer, via de nieuwe openbare
telefoonnetwerken, duurt de overdracht inclusief bevestiging met het Fast Format-
protocol eventueel langer dan via een klassieke analoge telefoonverbinding.
Met deze optie kunt u de wachttijd voor de bevestiging instellen.
Dropdown-keuzemenu voor:
400 ms
500 ms
600 ms
700 ms
800 ms
900 ms
1000 ms
1100 ms
1200 ms
Programmeren/configureren
233
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Communicatie inactief
Geactiveerd
Het alarmsysteem stuurt alle statusmeldingen naar de meldkamer ongeacht of het
systeem geactiveerd of gedeactiveerd is.
Gedeactiveerd
Als het alarmsysteem is geactiveerd, worden sabotages, netuitval en andere
statusmelding naar de meldkamer gestuurd. In gedeactiveerde toestand worden de
statusmeldingen niet aan de meldkamer doorgegeven.
Inbraak
communicatie
weer actief
Verschijnt alleen als "Systeem bevestiging Bevestigings- modus = Basis" en
"Communicatie protocol = Fast Format")
Geactiveerd
Het alarmsysteem activeert kanaal 3 op het moment dat de sireneduur is
afgelopen. Nadat kanaal 3 weer geactiveerd is, kan opnieuw een gebeurtenis
worden verstuurd, als deze geactiveerd wordt. Het systeem overbrugt geactiveerd
zones hierbij automatisch.
Aanwijzing: Als een in-/uitgangszone wordt geactiveerd, wordt kanaal 3 aan het
einde van de geprogrammeerde in-/uitgangstijd geactiveerd.
Gedeactiveerd
Kanaal 3 blijft actief totdat een gebruiker of installateur het systeem reset.
Dynamische testoproep
Geactiveerd
De dynamische testoproep is geactiveerd.
De testoproep wordt om de 24 uur na de laatste transmissie gestart.
Aanwijzing
De dynamische testoproep biedt het voordeel dat er alleen een testtransmissie naar
de centrale plaatsvindt als er in de afgelopen 24 uur geen transmissie heeft
plaatsgevonden. Als u een actieve/inactieve transmissie heeft geprogrammeerd,
kan het gebeuren dat er zelfs gedurende meerdere dagen geen testtransmissie
plaatsvindt als de installatie één keer per dag wordt geactiveerd of gedeactiveerd.
Gedeactiveerd
De dynamische testoproep is gedeactiveerd. Het drop-down menu "Statische
testoproepo" verschijnt.
Communicatie prioriteit
Stel hier in, in welke volgorde de communicatiekanalen moeten worden gebruikt.
Ethernet/IP-
mobiel
1, 2, 3 of nee
PSTN
1, 2, 3 of nee
Gsm/mobiel
1, 2, 3 of nee
Aanwijzing:
Het IP-gebaseerde protocol DC-09 wordt door de centrale automatisch gebruikt
wanneer ethernet (LAN) van de centrale als uitgaande communicatiekanaal wordt
gebruikt.
Hierbij worden de gegevens van het klassieke protocol in IP-pakketten verpakt en
overgedragen.
Details vindt u in de bijlage "Alarmontvanger/meldkamer reporting-protocollen"
Software >=3.00.05
Stel hier in, in welke volgorde de communicatiekanalen moeten worden gebruikt.
Ethernet/IP-
mobiel
1, 2, 3 of nee
Aanwijzing
Programmeren/configureren
234
betekent gegevensoverdracht volgens de instelling bij IP-gateway
in het menu "IP-mobiel setup"
Aanwijzing
Software >= 3.01.16
Zie ook de uitleg over ICMP-ping bij "ABUS-server" (Communicatie
-> Netwerk -> Netwerk setup)
PSTN
1, 2, 3 of nee
Mobiel
1, 2, 3 of nee
Aanwijzing
betekent klassieke spraakoverdracht (ook DTMF en FSK)
of sms-overdracht via een mobiel netwerk.
Aanwijzing
De weergave varieert volgens de instelling bij IP-gateway in het menu "IP-mobiel
setup".
Stat. testoproep
Alleen bij "Dynamische
testoproep" gedeactiveerd
Dropdown-keuzemenu voor:
Geblokkeerd
Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Aanwijzing
Voor elk van de drie gesprekstypen, dagelijks, wekelijks en maandelijks, voegt de
centrale een willekeurige minuutwaarde toe. Deze minuutwaarde ligt tussen 0 en
16. Dit betekent dat de oproep tot 16 minuten na het door u opgegeven uur kan
worden gedaan. Dit om ervoor te zorgen dat de alarmontvanger(meldkamer) niet
wordt overspoeld met een stortvloed aan testoproepen van systemen die allemaal
op hetzelfde moment zijn ontvangen.
TIJD INSTELLEN
Alleen bij "Statische testoproep"
Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Invoerveld voor de tijd van de dagelijkse testoproep (hh:mm)
Aanwijzing
Alleen hele uren mogelijk.
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Programmeren/configureren
235
DAG INSTELLEN
Alleen bij "Statische testoproep"
Wekelijks
Dropdown-keuzemenu voor:
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
DAG INSTELLEN
Alleen bij "Statische testoproep"
Maandelijks
Invoerveld voor de dag in de maand waarop de testoproep moet worden uitgevoerd
(1 - 31)
Programmeren/configureren
236
Zorgmelding
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Oproepmodus
Dropdown-keuzemenu voor:
Geblokkeerd
Enkel
Afwisselend
Aanwijzing
De centrale stuurt geen informatie. Een verbinding wordt pas tot stand gebracht als
de zorgmelding daadwerkelijk wordt verstuurd, te beginnen met de shake-hand. De
informatie wordt dan afhankelijk van de instellingen verzonden.
Protocol
Dropdown-keuzemenu voor:
Scancom
Scanfast
Tunstall
Communicatie prioriteit
Software < 3.00.05
Stel hier in, in welke volgorde de communicatiekanalen moeten worden gebruikt:
PSTN
1, 2 of nee
Gsm/mobiel
1, 2 of nee
Programmeren/configureren
237
Software >=3.00.05
Stel hier in, in welke volgorde de communicatiekanalen moeten worden gebruikt.
PSTN
1, 2, 3 of nee
Mobiel
1, 2, 3 of nee
Aanwijzing
betekent klassieke spraakoverdracht (ook DTMF en FSK) via een
mobiel netwerk.
Aanwijzing
De weergave varieert volgens de instelling bij IP-gateway in het menu "IP-mobiel
setup".
21CN bevestigingstijd
Met een analoge telefoonverbinding naar de meldkamer, via de nieuwe openbare
telefoonnetwerken, duurt de overdracht inclusief bevestiging met het Fast Format-
protocol eventueel langer dan via een klassieke analoge telefoonverbinding.
Met deze optie kunt u de wachttijd voor de bevestiging instellen.
Dropdown-keuzemenu voor:
400 ms
500 ms
600 ms
700 ms
800 ms
900 ms
1000 ms
1100 ms
1200 ms
Oproepbevestiging
Geactiveerd
De alarmoverdracht van de zorgnoodoproep moet door de ontvanger door
het indrukken van de DTMF-toets "5" worden bevestigd, anders worden de
oproepen herhaald.
Gedeactiveerd
Als de functie gedeactiveerd is, geldt de noodoproep als verstuurd, als de
opgeroepen leiding wordt aangenomen
Programmeren/configureren
238
Zorgnoodoproep, telefoonboek
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Tel. ontvanger 1 tot 2
Na het klikken op het keuzevakje verschijnt een pop upvenster waarin het gewenste
telefoonnummer van een ontvanger uit de contacten kan worden gekozen.
Aanwijzing
Software >= 3.01.11
Als de centrale tijdens de eerste kiespoging de betreffende ontvanger niet kon bereiken, probeert de centrale
maximaal 3 keer de betreffende ontvanger te bereiken.
Software < 3.01.11
De centrale probeert maximaal 16 keer de betreffende ontvanger te bereiken.
Programmeren/configureren
239
Zorgnoodoproep reporting, klant-ID
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Klant-ID DG #
Opslaan van een tot 8-cijferige klant-ID (fabrieksinstelling = 00000000) voor het
maken van een verbinding met een zorgmeldingscentrale of meldkamer voor het
betreffende deelgebied.
Bij het melden van een zorgnoodoproep kan de klant-ID tot 8 tekens lang zijn.
Bij de protocoltypen Scancom of Scanfast gebruikt de centrale de laatste 4 tot 6
cijfers van het opgeslagen klant-ID.
Als u 4 cijfers invoert, gebruikt de centrale alleen deze 4 cijfers.
Als u 5 cijfers invoert, voegt de centrale een beginnul toe om het aantal cijfers tot 6
te verhogen.
Bij het protocoltype Tunstall-protocol voegt de centrale nullen toe om kortere
klant-ID's uit te breiden naar 8 cijfers.
Programmeren/configureren
240
Spraakkiezer
Software >=3.00.05
Programmeren/configureren
241
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Ingeschakeld
Geactiveerd
De spraakkiesfunctie is beschikbaar.
Gedeactiveerd
De spraakkiesfunctie is niet beschikbaar.
Aanwijzing
De centrale stuurt geen informatie. Pas bij een concrete oproep wordt een
verbinding opgebouwd, te beginnen met de shake-hand. De informatie wordt
vervolgens verzonden afhankelijk van de instellingen en de opgenomen gesproken
meldingen voor de gebeurtenissen.
Communicatie prioriteit
Stel hier in, in welke volgorde de communicatiekanalen moeten worden gebruikt.
Ethernet
1, 2, 3 of nee
PSTN
1, 2, 3 of nee
Gsm/mobiel
1, 2, 3 of nee
Software >=3.00.05
Stel hier in, in welke volgorde de communicatiekanalen moeten worden gebruikt.
Ethernet
1, 2, 3 of nee
PSTN
1, 2, 3 of nee
Mobiel
1, 2, 3 of nee
Programmeren/configureren
242
Aanwijzing
betekent klassieke spraakoverdracht (ook DTMF en FSK) via een
mobiel netwerk.
Aanwijzing
De weergave varieert afhankelijk van de instelling bij IP-gateway in het menu "IP-
mobiel setup"
Oproepbevestiging
Geactiveerd
De alarmoverdracht moet door de ontvangers met "5" of "9" worden bevestigd
Indrukken van de DTMF-toets "5":
Oproepen naar dit opgeroepen nummer worden beëindigd. Anders worden de
oproepen herhaald en ook verdere nummers gebeld.
Indrukken van de DTMF-toets "9":
De oproepprocedure van de centrale wordt beëindigd.
Aanwijzing
Bij VoIP moet daarvoor RFC 2833 DTMF-detectie zijn ingeschakeld.
Gedeactiveerd
Als de functie gedeactiveerd is, geldt de oproep als verstuurd, als de gebelde
leiding wordt aangenomen
Berichten
Selecteer deze punten direct op de centrale en volg de instructies op het display.
Locatiemelding (ca. 12 sec.)
Deze melding wordt tijdens elke spraakoverdracht afgespeeld. U moet de gegevens
voor de locatie van de draadloze centrale hier registreren (naam, straat,
huisnummer, ...)
Melding 1-4 (steeds ca. 8 sec.)
Opname van de meldingen voor de verschillende gebeurtenissen. Er zijn 4
meldingen beschikbaar.
Spreek zo bijvoorbeeld op "brandalarm", "inbraakalarm"...
Aanwijzing
Er moet ten minste één locatiemelding en één gebeurtenismelding worden
opgenomen. Vergeet niet de meldingen na de opname op te slaan.
Aanwijzing
Let op de instellingen voor de testoproep:
Programmeren/configureren
243
Spraakkiezer, gebeurtenis
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Gebeurtenis #
Dropdown-keuzemenu voor:
Geen
inbraakalarm
Overval alarm
o Overvalalarm en gebruik bedreigingscode
Brand
Medisch Alarm
Zorg alarm
Inactiviteit zorg
Techniek
Meldertest storing
Storing stroomnet
Sabotage
Jamming
testoproep
Aanwijzing
Let op de instellingen voor de testoproep:
Programmeren/configureren
244
Spraakkiezer, bestemmingen
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Ontvanger #
Na het klikken op het keuzevakje verschijnt een pop-upvenster waarin het
gewenste telefoonnummer of de SIP-ID van een ontvanger uit de contacten kan
worden gekozen.
Aanwijzing
Software >= 3.01.11
Als de centrale tijdens de eerste kiespoging de betreffende ontvanger niet kon bereiken, probeert de centrale
maximaal 3 keer de betreffende ontvanger te bereiken.
Maar elke ontvanger wordt één keer geprobeerd op elk beschikbaar kanaal voordat de centrale doorgaat met de
volgende poging.
Programmeren/configureren
245
Spraakkiezer, testoproep
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Stat. testoproep
Statische testoproep
Na het klikken op een keuzevakje verschijnt een pop-upvenster waarin het
gewenste ritme kan worden geselecteerd.
Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Aanwijzing
Voor elk van de drie gesprekstypen, dagelijks, wekelijks en maandelijks, voegt de
centrale een willekeurige minuutwaarde toe. Deze minuutwaarde ligt tussen 0 en
16. Dit betekent dat de oproep tot 16 minuten na het door u opgegeven uur kan
worden gedaan. Dit om ervoor te zorgen dat de ontvanger niet worden overspoeld
met een stortvloed aan testoproepen van systemen die allemaal op hetzelfde
moment zijn ontvangen.
Aanwijzing
Let op de instellingen voor de gebeurtenis:
Aanwijzing
Het opnemen van een gesproken melding "Testoproep" is belangrijk om deze
testoproep duidelijk te onderscheiden van een normale alarmoproep.
Programmeren/configureren
246
Uur
Invoerveld voor het tijdstip van de dagelijkse testoproep (formaat h of hh)
(0 23)
Aanwijzing
Alleen hele uren mogelijk.
Dagen
Als "Stat. testoproep"
Wekelijks
Dropdown-keuzemenu voor:
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Dagen
Als "Stat. testoproep"
Maandelijks
Invoerveld voor de dag in de maand waarop de testoproep oet worden uitgevoerd.
(1 - 31)
Programmeren/configureren
247
Sms
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Ingeschakeld
Geactiveerd
De sms-functie is beschikbaar.
Gedeactiveerd
De sms-functie is niet beschikbaar.
Aanwijzing
De centrale stuurt geen informatie. Een verbinding wordt pas tot stand gebracht als
de ss daadwerkelijk wordt verstuurd, te beginnen met de shake-hand. De informatie
wordt vervolgens verzonden afhankelijk van de instellingen en de
geprogrammeerde teksten en gebeurtenissen.
Communicatie prioriteit
Software < 3.00.05
Stel hier in, in welke volgorde de communicatiekanalen moeten worden gebruikt.
PSTN
1, 2, 3 of nee
Gsm/mobiel
1, 2, 3 of nee
Programmeren/configureren
248
Software >=3.00.05
Stel hier in, in welke volgorde de communicatiekanalen moeten worden gebruikt.
PSTN
1, 2, 3 of nee
Mobiel
1, 2, 3 of nee
Aanwijzing
betekent klassieke sms-overdracht via een mobiel netwerk.
Aanwijzing
De weergave varieert volgens de instelling bij IP-gateway in het menu "IP-mobiel
setup".
Programmeren/configureren
249
SMS, gebeurtenis
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Melding #
Na het klikken op een keuzevakje verschijnt een pop-upvenster waarin de
gewenste gebeurtenis van bericht 1 tot 4 kan worden gekozen:
Sabotages
Alarmen
Actief/Inactief
Systeem
testoproep
Aanwijzing
Let op de instellingen voor de testoproep:
Sabotages
Bevat alle soorten sabotage, inclusief systeem, bedieningspaneel,
componenten, melder, gebruikerscode (codesabotage) sirene, en andere
componenten.
Voorbeelden: alle sabotages van de centrale, melders, componenten,
supervisie (als sabotage), jamming (als sabotage)
Alarmen
Omvat alle soorten alarmen, waaronder 24 uur, brand, overval, inbraak,
medisch, zorg, testzonestoring, zone-alarm en de zone-volgend. Dit omvat
ook het resetten van deze alarmen. Zie ook details over de configuratie van
het zone-alarm en de zone-volgens.
Programmeren/configureren
250
Actief/Inactief
Bevat alle soorten activeringen, interne activeringen en deactiveringen van
deelgebieden via de centrale, het bedieningspaneel, het deur-bijzetslot, de
afstandsbediening, de app of via de andere componenten voor activering en
deactivering.
Voorbeelden: DG x actief/inactief
Systeem
Omvat alle soorten systeemgebeurtenissen, met uitzondering van alarmen,
sabotages of activeren/deactiveren. Daartoe behoren ontbrekende
componenten, supervisie (als storing communicatie), jamming (als storing
communicatie), communicatiefouten of -storingen, AC/DC PSU-storing, een
zwakke of ontbrekende systeembatterij, een zwakke batterij van
componenten en een uit van Aux 12V.
Programmeren/configureren
251
SMS, bestemmingen
Software >= 3.01.01
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Melding #
Na het klikken op het keuzevakje verschijnt een pop upvenster waarin het gewenste
telefoonnummer van een ontvanger uit de contacten kan worden gekozen.
Doorsturen
Software >= 3.01.01
Programmeren/configureren
252
Hiermee kunt u de centrale zo configureren dat door de netwerkoperator ontvangen
sms-berichten (bijv. waarschuwingen voor laag tegoed) door te sturen naar een
specifiek telefoonnummer. Als u doorsturen selecteert, wordt de lijst met
contactpersonen weergegeven. Selecteer een contactpersoon uit de lijst met
contactpersonen en selecteer vervolgens een van de twee telefoonnummers die
voor die contactpersoon zijn gedefinieerd.
Programmeren/configureren
253
Sms, doelen, melding X
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Tel. ontvanger #
Ontvanger 1 tot 8 voor bericht 1 tot 4 selecteren.
Aanwijzing
Software >= 3.01.11
Als het centrum het sms-bericht niet naar het servicecentrum voor de betreffende ontvanger kon sturen tijdens de
eerste kiespoging, zal de centrale proberen het servicecentrum maximaal 3 keer te bereiken voor de betreffende
ontvanger en het sms-bericht te versturen.
Voor elke mislukte verzendingspoging via het eerste kanaal probeert de centrale het servicecentrum via het tweede
kanaal maximaal 3 keer te bereiken voor de betreffende ontvanger.
Programmeren/configureren
254
Sms, bestemmingen, doorsturen
Software >= 3.01.01
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Tel. ontvanger 1
Selectie van een ontvanger voor het doorsturen van ontvangen sms-berichten.
Programmeren/configureren
255
SMS, bestemmingen, bericht, telefoon ontvanger
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Geen
Geen ontvanger kiezen
Ontvanger #
Contactgegevens van ontvanger A tot L selecteren
Programmeren/configureren
256
SMS, berichten
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Locatiemelding
Opslaan van een locatiemelding (max. 30 tekens)
Melding #
Opslaan van bericht 1 tot 4 (max. 30 tekens)
Programmeren/configureren
257
SMS, PSTN SMS
Aanwijzing
Als u geen mobiele module heef ingebouwd, maar
sms-berichten via de PSTN-leiding wilt versturen,
moet u onder dit menu enkele aanvullende
gegevens programmeren.
Bij veel vaste telefoonaansluitingen is het mogelijk om
sms-berichten te versturen.
Daarvoor moet de aansluiting echter vrijgeschakeld zijn
en moeten alle tussen APL resp. 1e TAE-doos en de
draadloze centrale geschakelde
telecommunicatievoorzieningen de CLIP-functie
ondersteunen.
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Protocol
Kies het protocol dat u van het sms-servicecenter heeft gekregen.
Drop-down menu met de volgende opties:
TAP 8N1
TAP 7E1
UCP 8N1
UCP 7E1
ETSI protocol 1
Programmeren/configureren
258
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Tel. service center
Voer hier het telefoonnummer van het servicecenter (F-SMSC) in dat u heeft
ontvangen.
Telefoonnummer van servicecenter en protocol moeten overeenkomen.
Neem contact op met de technische klantenservice van de serviceprovider die u wilt
gebruiken.
Als u vraagt naar het telefoonnummer van het servicecenter, vraagt u meteen welk
protocol ondersteund wordt.
Sla het SMSC-oproepnummer op (nummer van de sms-centrale voor sms-berichten
via het vaste telefoonnet).
De landspecifieke nummers vindt u in de bijlage "Sms-berichten".
Aanwijzing
Zie ook nevenaansluiting met buitenlijntoegang in het hoofdstuk:
Communicatieopties - Mobiel zonder buitenlijntoegang
Aanwijzing
Voor het versturen van sms-berichten uit het GSM-/ mobiele netwerk (beginnend
vanuit de mobiele module) is het nummer van de sms-centrale van de
netwerkprovider al op de simkaart opgeslagen.
Indien nodig kunt u het opgeslagen nummer met een mobiele telefoon controleren.
Een selectie vindt u in de bijlage "Sms-berichten", deel twee.
Eigen telnr.
Sommige servicecentra resp. protocollen vragen het te bellen nummer, voordat ze
het verzoek tot verwerking van een sms-bericht accepteren. (Dient ook voor een
duidelijke afrekening van de sms-berichten.) Voer hier het telefoonnummer van de
vaste telefoonaansluiting van de Secvest in.
Alleen beschikbaar als in het drop-down menu één van de volgende UCP-
protocollen is gekozen:
UCP 8N1
UCP 7E1
Programmeren/configureren
259
Sms, testoproep
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Stat. testoproep
Statische testoproep
Na het klikken op een keuzevakje verschijnt een pop-upvenster waarin het
gewenste ritme kan worden geselecteerd.
Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Aanwijzing
Voor elk van de drie gesprekstypen, dagelijks, wekelijks en maandelijks, voegt de
centrale een willekeurige minuutwaarde toe. Deze minuutwaarde ligt tussen 0 en
16. Dit betekent dat de oproep tot 16 minuten na het door u opgegeven uur kan
worden gedaan. Dit om ervoor te zorgen dat de ontvanger niet worden overspoeld
met een stortvloed aan testoproepen van systemen die allemaal op hetzelfde
moment zijn ontvangen.
Aanwijzing
Let op de instellingen voor de gebeurtenis.
Programmeren/configureren
260
Uur
Invoerveld voor het tijdstip van de dagelijkse testoproep (formaat h of hh)
(0 23)
Aanwijzing
Alleen hele uren mogelijk.
Dagen
Als "Stat. testoproep"
Wekelijks
Dropdown-keuzemenu voor:
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Dagen
Als "Stat. testoproep"
Maandelijks
Invoerveld voor de dag in de maand waarop de testoproep oet worden uitgevoerd.
(1 - 31)
Programmeren/configureren
261
E-mail
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Ingeschakeld
Geactiveerd
De e-mailfunctie is beschikbaar.
Gedeactiveerd
De e-mailfunctie is niet beschikbaar.
Aanwijzing
De centrale stuurt geen informatie. Een verbinding wordt pas tot stand gebracht als
de e-mail daadwerkelijk wordt verstuurd, te beginnen met de shake-hand. De
informatie wordt vervolgens verzonden afhankelijk van de instellingen (bijv.
versleuteld of onversleuteld) en de geprogrammeerde teksten en gebeurtenissen.
Aanwijzing
De centrale kan foto's van de TVIP41550-camera als e-mailbijlage versturen.
Als er een mobiele module in gebruik is, let dan op het volgende.
Gegevensverbinding
Vesturen van foto's
2G (GPRS)
E-mail zonder foto's in bijlage
4G (LTE)
E-mail met foto's in de bijlage
Programmeren/configureren
262
In het GPRS-netwerk is de gegevenssnelheid te laag om grote hoeveelheden
gegevens te verzenden.
Communicatie prioriteit
Stel hier in, in welke volgorde de communicatiekanalen moeten worden gebruikt.
Ethernet
1, 2, 3 of nee
Software >=3.00.05
Stel hier in, in welke volgorde de communicatiekanalen moeten worden gebruikt.
Ethernet/IP-
mobiel
1, 2, 3 of nee
Aanwijzing
betekent gegevensoverdracht volgens de instelling bij IP-gateway
in het menu "IP-mobiel setup"
Aanwijzing
Software >= 3.01.16
Zie ook de uitleg over ICMP-ping bij "ABUS-server" (Communicatie
-> Netwerk -> Netwerk setup)
Aanwijzing
De weergave varieert volgens de instelling bij IP-gateway in het menu "IP-mobiel
setup".
Programmeren/configureren
263
E-mail, gebeurtenis
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Melding #
Na het klikken op een keuzevakje verschijnt een pop-upvenster waarin de
gewenste gebeurtenis van bericht 1-4 kan worden gekozen:
Sabotages
Alarmen
Actief/Inactief
Systeem
testoproep
Aanwijzing
Let op de instellingen voor de testoproep:
Sabotages
Bevat alle soorten sabotage, inclusief systeem, bedieningspaneel,
componenten, melder, gebruikerscode (codesabotage) sirene, en andere
componenten.
Voorbeelden: alle sabotages van de centrale, melders, componenten,
supervisie (als sabotage), jamming (als sabotage)
Alarmen
Omvat alle soorten alarmen, waaronder 24 uur, brand, overval, inbraak,
medisch, zorg, testzonestoring, zone-alarm en de zone-volgend. Dit omvat
ook het resetten van deze alarmen. Zie ook details over de configuratie van
het zone-alarm en de zone-volgens.
Programmeren/configureren
264
Actief/Inactief
Bevat alle soorten activeringen, interne activeringen en deactiveringen van
deelgebieden via de centrale, het bedieningspaneel, het deur-bijzetslot, de
afstandsbediening, de app of via de andere componenten voor activering en
deactivering.
Voorbeelden: DG x actief/inactief
Systeem
Omvat alle soorten systeemgebeurtenissen, met uitzondering van alarmen,
sabotages of activeren/deactiveren. Daartoe behoren ontbrekende
componenten, supervisie (als storing communicatie), jamming (als storing
communicatie), communicatiefouten of -storingen, AC/DC PSU-storing, een
zwakke of ontbrekende systeembatterij, een zwakke batterij van
componenten en een uit van Aux 12V.
Programmeren/configureren
265
E-mail, bestemmingen
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Melding #
Na het klikken op het keuzevakje verschijnt een pop-upvenster waarin het
gewenste e-mailadres van een ontvanger uit de contacten kan worden gekozen.
Programmeren/configureren
266
E-mail, berichten
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Locatiemelding
Opslaan van een locatiemelding (max. 30 tekens)
Melding #
Opslaan van melding 1-4 (max. 30 tekens)
Programmeren/configureren
267
E-mail, testoproep
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Stat. testoproep
Statische testoproep
Na het klikken op een keuzevakje verschijnt een pop-upvenster waarin het
gewenste ritme kan worden geselecteerd.
Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Aanwijzing
Voor elk van de drie gesprekstypen, dagelijks, wekelijks en maandelijks, voegt de
centrale een willekeurige minuutwaarde toe. Deze minuutwaarde ligt tussen 0 en
16. Dit betekent dat de oproep tot 16 minuten na het door u opgegeven uur kan
worden gedaan. Dit om ervoor te zorgen dat de ontvanger niet worden overspoeld
met een stortvloed aan testoproepen van systemen die allemaal op hetzelfde
moment zijn ontvangen.
Aanwijzing
Let op de instellingen voor de gebeurtenis.
Programmeren/configureren
268
Uur
Invoerveld voor het tijdstip van de dagelijkse testoproep (formaat h of hh)
(0 23)
Aanwijzing
Alleen hele uren mogelijk.
Dagen
Als "Stat. testoproep"
Wekelijks
Dropdown-keuzemenu voor:
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Dagen
Als "Stat. testoproep"
Maandelijks
Invoerveld voor de dag in de maand waarop de testoproep oet worden uitgevoerd.
(1 - 31)
Programmeren/configureren
269
communicatie-opties
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Aanwijzing
Over reactie communicatiekan. storing
Gebruik deze opties om aan te geven hoe het systeem moet reageren wanneer de
centrale een storing in een communicatiekanaal registreert. U kunt verschillende
instellingen invoeren voor ethernet, PSTN en IP-mobiel/mobiel.
Akoestisch
Als het systeem gedeactiveerd is, wordt de gebeurtenis gelogd. Componenten die
daartoe in staat zijn genereren elke minuut een korte hoorbare toon uit. Door het
invoeren van een geldige toegangscode worden de alarmgevers gedempt en toont
het display een fout in het communicatiekanaal. Het systeem kan ondanks de
getoonde storing in het commandokanaal opnieuw worden geactiveerd.
Als het systeem dan wordt geactiveerd, registreert de centrale de gebeurtenis, maar
geeft het geen melding weer en geeft het geen geluidssignaal.
De centrale annuleert alle in het deelgebied geprogrammeerde sirenevertragingen
(alarmontvanger/meldkamer) als het communicatiekanaal bij het afgaan van het
alarm wordt verstoord.
Aanwijzing: ABUS raadt "Akoestisch" aan voor de communicatiekanaal-storing.
Stil
Als het systeem gedeactiveerd is, geeft het display een storing in het
communicatiekanaal weer.
De driehoek verschijnt rechtsonder op het display en de centrale logt de
gebeurtenis. Het systeem kan ondanks de getoonde storing in het commandokanaal
opnieuw worden geactiveerd.
Programmeren/configureren
270
Als het systeem daardoor wordt geactiveerd, geeft de centrale geen melding weer
en geeft geen akoestisch signaal af, maar logt de gebeurtenis. De centrale annuleert
alle in het Menu deelgebied geprogrammeerde sirenevertragingen
(alarmontvanger/meldkamer) als het communicatiekanaal bij het afgaan van het
alarm wordt verstoord.
Geblokkeerd
De centrale bewaakt het communicatiekanaal niet.
Aanwijzing
Over vertraging communicatiekan. storing
Gebruik deze opties om te bepalen hoe lang de centrale wacht na het detecteren
van een comm-kanaal storing op een van de communicatiekanalen voordat het een
waarschuwingsbericht genereert, de communicatie start en het comm-kanaal
storing-uitgangen activeert. U kunt verschillende instellingen invoeren voor ethernet,
PSTN en IP-mobiel/mobiel.
Aanwijzing: Het kan enkele seconden duren voordat de centrale een comm-kan.-
stoornis detecteert. De feitelijke vertraging tussen het optreden van de comm.-
kanaal-storing en de resulterende waarschuwingsmelding is daarom iets langer dan
de door u
ingevoerde waarde.
Ethernet
Reactie communicatie storing
Selecteer hoe de Secvest bij een storing op de ethernetaansluiting moet reageren:
Geblokkeerd
Akoestisch
Stil
Aanwijzing
Software >= 3.01.16
Een WAN-fout wordt afgedwongen wanneer een comm-kan-storing (ethernet)
optreedt. Dit resulteert in een onmiddellijke omschakeling naar het redundante IP-
transmissiekanaal (bij gebruik van een mobiele module).
Een WAN-test (ping) wordt afgedwongen zodra de storing in het
communicatiekanaal (ethernet) is verholpen.
Dit betekent dat de WAN-test om de 30 minuten wordt uitgevoerd of bij de
overdracht van een comm.-kanaalstoring naar OK.
Zie ook de uitleg over ICMP-ping bij "ABUS-server" (Communicatie -> Netwerk ->
Netwerk setup)
Ethernet
Vertraging storing
communicatiekanaal
Tijd in seconden totdat het alarmsysteem reageert als er een storing van de
etnernetaansluiting is.
Waardebereik: 0 tot 60 seconden
PSTN
Reactie communicatie storing
Kies hoe de Secvest bij een storing van de telefoonverbinding moet reageren:
Geblokkeerd
Akoestisch
Programmeren/configureren
271
Stil
PSTN
Vertraging storing
communicatiekanaal
Tijd in seconden totdat het alarmsysteem reageert als er een storing van de
telefoonverbinding is.
Waardebereik: 0 tot 60 seconden
IP-mobiel/mobiel
Reactie communicatie storing
(alleen bij gebruik van mobiele
module)
Selecteer hoe de Secvest bij een storing van de mobiele verbinding moet reageren:
Geblokkeerd
Akoestisch
Stil
IP-mobiel/mobiel
Vertraging storing
communicatiekanaal
(alleen bij gebruik van mobiele
module)
Tijd in seconden totdat het alarmsysteem reageert als er een storing van de
mobiele verbinding is.
Waardebereik: 0 tot 60 seconden
Mobiel zonder buitenlijn
(alleen bij gebruik van mobiele
module)
Geactiveerd
Als u "Geactiveerd" selecteert wordt het 1e cijfer van de opgeslagen
telefoonnummers in het
telefoonboek bij een GSM-/mobiele verbinding niet gekozen.
Als u met een telefoon van een nevenaansluiting in het openbare telefoonnet wilt
telefoneren, dan moet u eerst het voorkiesnummer (netnummer voor
buitenlijntoegang) invoeren voordat u het eigenlijke telefoonnummer kiest.
Voor dit geval moet in het telefoonboek van de alarmcentrale op de 1e positie het
voorkiesnummer staan.
Daarna volgt het eigenlijke telefoonnummer.
Het voorkiesnummer krijgt u van de administrator van de nevenaansluiting of vindt u
in de handleiding van de neveninstallatie.
Meestal is dit het cijfer "0", in Groot-Brittannië is dit meestal het cijfer "9".
Formaat van het telefoonnummer: "0 0123 4567890".
De alarmcentrale kan daardoor ook op een analoge nevenaansluiting van een
neveninstallatie worden aangesloten.
Deze nevenaansluiting hoeft nu niet verplicht op automatische buitenlijntoegang te
worden geschakeld.
Gedeactiveerd
Als u een nevenaansluiting die op automatische buitenlijntoegang is
geprogrammeerd, of een normale analoge telefoonaansluiting gebruikt, dan kiest u
"gedeactiveerd".
De instelling "GSM zonder buitenlijn = Geactiveerd" of"Mobiel zonder buitenlijn =
Geactiveerd" heeft effect op de telefoonnummers bij:
Meldkamer reporting
Zorgmelding
Spraakkiezer
Aanwijzing
Sms'en worden normaal alleen via GSM/mobiel netwerk verstuurd. In het
telefoonboek slaat u de normale doelnummers op:
Formaat van het telefoonnummer: "0123 4567890".
Programmeren/configureren
272
De alarmcentrale is bij een neveninstallatie op een analoge nevenaansluiting
zonder automatische buitenlijntoegang aangesloten.
Als u nu ook een sms wilt kunnen versturen met een alarmsysteem met een
analoge aansluiting, programmeert u onder:
Installateursmodus Communicatie SMS PSTN SMS Tel. service center
voor het eigenlijke telefoonnummer van het servicecenter het codenummer.
Formaat van het telefoonnummer: "0 0123 4567890".
Zie ook de aanwijzingen in het hoofdstuk Contacten.
Contacten moeten worden aangemaakt met 2 telefoonnummers.
Uitgaande oproep
Besturing
Aanwijzing
De toetsencombinatie op de telefoon met de overeenkomstige functies vindt u in de
gebruikershandleiding hoofdstuk 11.4 "Bediening via telefoon".
Geactiveerd
Als u deze optie activeert, kan de gebruiker het systeem op afstand bedienen,
terwijl hij een oproep van het alarmsysteem beantwoordt.
Gedeactiveerd
Als u deze optie deactiveert, kan de gebruiker nog altijd op afstand de commando's
van de spraakkiezer bedienen. Dat geldt echter niet voor de commando's voor de
afstandsbediening.
Inkomende oproep
Besturing
Aanwijzing
De toetsencombinatie op de telefoon met de overeenkomstige functies vindt u in de
gebruikershandleiding hoofdstuk 11.4 "Bediening via telefoon".
Geactiveerd
Als u deze optie activeert, kan de gebruiker het alarmsysteem op afstand bellen.
Nadat de gebruiker op afstand een toegangscode aan de draadloze centrale heeft
gestuurd om zich te identificeren, kan hij met behulp van zijn telefoontoetsen
commando's geven.
Gedeactiveerd
Als u deze optie activeert, kan de gebruiker het alarmsysteem niet meer op afstand
bellen.
Oproepsignalen voor
opnemen
(Alleen bij "Aansturen
binnenkomende oproep"
geactiveerd)
Kies hier wanneer de draadloze centrale een oproep beantwoordt.
3 oproepsignalen
5 oproepsignalen
7 oproepsignalen
10 oproepsignalen
15 oproepsignalen
255 oproepsignalen
Aanwijzing
Als u de waarde op 255 zet, dan beantwoordt de centrale de oproep nooit.
Opnemen na 1e oproepsignaal
(Alleen bij "Aansturen
binnenkomende oproep"
geactiveerd)
Geactiveerd
Als de functie geactiveerd is, verloopt het inbellen voor het onderhoud op afstand in
fasen.
Programmeren/configureren
273
Daarbij kiest de telefoon het nummer van het alarmsysteem, laat deze twee keer
overgaan en legt dan op. Daarbij wordt de centrale geactiveerd voor het aannemen
van de oproep.
Bij de volgende oproep binnen 10 tot 90 seconden neemt de draadloze centrale de
oproep meteen aan. De functie "Oproepsignalen voor opnemen" wordt daarbij
genegeerd.
Gedeactiveerd
Als deze functie gedeactiveerd is, treedt bij inkomende oproep de functie
"Oproepsignalen voor opnemen" in werking.
Programmeren/configureren
274
Contacten
Hier kunnen tot 12 ontvangers worden gedefinieerd
waaraan berichten moeten worden verstuurd.
Door in het ontvangersoverzicht op een gebruiker te
klikken, opent het bijbehorende contactprofiel. Voer de
relevante gegevens in
Software <2.00.00
Programmeren/configureren
275
Software >=2.00.00
Aan de ontvanger kunnen deelgebieden worden toegewezen.
Dat betekent dat de ontvanger alleen een bericht ontvangt als in de geselecteerde deelgebied een gebeurtenis
optreedt.
Aanwijzing
Deze deelgebiedtoewijzing geldt alleen voor spraakkiezer, sms en e-mail, niet voor doorschakeling naar
alarmontvanger/meldkamer.
Aanwijzing
Gebeurtenissen zonder een directe binding met een deelgebied (bijvoorbeeld de functionaliteit van dubbele toetsen op
de centrale voor brand, overval, medische melding en zorgmelding) worden toegewezen aan deelgebied 1.
Aanwijzing
Overval (afstandsbediening), overval (noodoproepcenter), medische (noodoproep) en zorgmelding (noodoproep)
Gebeurtenissen van deze gebruikerspecifieke componenten worden naar de ontvanger gestuurd waarvan de
geselecteerde deelgebieden overeenkomen met de deelgebiedrechten van de gebruiker.
Programmeren/configureren
276
Aanwijzing
Draadloos bedieningspaneel
Functionaliteit voor dubbele toetsen voor brand, overval, medische melding en zorgmelding
Gebeurtenissen van deze component worden naar de ontvanger gestuurd waarvan de geselecteerde deelgebieden
overeenkomen met de deelgebiedtoewijzing van het bedieningspaneel.
Aanwijzing
SIP gebruiker- (gebruiker)ID
Formaat
Software >=2.00.00
Telefoonnummer
+4982071234567
ID als het doel een account heeft bij dezelfde SIP-provider
9876543
Software <2.00.00
Telefoonnummer
+4982071234567@sipgate.de
sipgate.de is eigen SIP-provider zoals SIP-servernaam
ID als het doel een account heeft bij dezelfde SIP-provider
9876543@sipgate.de
Aanwijzing
Bij het gebruik van mobiele sms en PSTN-sms en nevenaansluiting met buitenlijntoegang moeten 2 telefoonnummers
worden opgeslagen bij de betreffende ontvanger.
Zie ook nevenaansluiting met buitenlijntoegang in het hoofdstuk:
Communicatieopties - Mobiel zonder buitenlijntoegang
Programmeren/configureren
277
Software >=3.00.05
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Spraak/sms/e-mail
Gebeurtenissen zijn geselecteerd en toegewezen voor de spraakkiezer, sms- en e-
mailverzending.
Gebeurtenissen kunnen uit de volgende groepen komen:
Sabotages
Alarmen
Actief/Inactief
Systeem
De geselecteerde gebeurtenissen worden alleen aan deze contactpersoon
doorgegeven als:
de gebeurtenis is afkomstig uit een van de geselecteerde deelgebieden
het deelgebied de geselecteerde status heeft zoals Inactief en/of Actief en/of
Intern actief
de contactpersoon wordt aangewezen als de ontvanger van deze gebeurtenissen
Inactief
Ja
Programmeren/configureren
278
Gebeurtenissen worden aan dit contact doorgegeven in de gedeactiveerde
toestand van het deelgebied
Nee
Gebeurtenissen worden in de gedeactiveerde toestand van het deelgebied niet aan
dit contact doorgegeven
Actief
Ja
Gebeurtenissen worden aan deze contactpersoon doorgegeven
Nee
Gebeurtenissen worden niet doorgegeven aan deze contactpersoon
Intern actief
Ja
Gebeurtenissen worden aan deze contactpersoon doorgegeven
Nee
Gebeurtenissen worden niet doorgegeven aan deze contactpersoon
Voorbeeld 1
Deelgebieden
1=Ja, 2=Ja, 3=Ja, 4=Ja
Spraak/sms/e-mail
Inactief=Nee, Actief=Ja, Intern actief=Nee
Gebeurtenis
Brand in deelgebied 1
Deelgebied 1 is
Inactief
geen spraakoproep, geen sms, geen e-mail naar deze contactpersoon
Actief
Spraakoproep, sms en e-mail naar deze contactpersoon
Intern actief
geen spraakoproep, geen sms, geen e-mail naar deze contactpersoon
Voorbeeld 2
Deelgebieden
1=Ja, 2=Ja, 3=Ja, 4=Ja
Spraak/sms/e-mail
Inactief= Ja, Actief=Nee, Intern actief=Nee
Gebeurtenis
Centrale wordt geopend (gesaboteerd).
Deelgebieden 1 en 2 zijn
Aanwijzing: Deelgebieden 3 en 4 zijn niet in gebruik.
Actief
Spraakoproep, sms en e-mail naar deze contactpersoon!
Aanwijzing
Normaal gesproken zou er geen communicatie moeten plaatsvinden met deze
contactpersoon, omdat Actief is ingesteld op Nee.
Maar voor alle 4 deelgebieden wordt een behuizingssabotage gemeld.
DG 1: Behuizing geopend
DG 2: Behuizing geopend
DG 3: Behuizing geopend
DG 4: Behuizing geopend
In dit geval worden de deelgebieden 3 en 4 inactiefomdat ze niet in gebruik zijn.
Programmeren/configureren
279
Door inactief=Ja wordt gecommuniceerd.
De juiste instelling voor dit geval wordt getoond in voorbeeld 3.
Voorbeeld 3
Deelgebieden
1=Ja, 2=Ja, 3=Nee, 4=Nee
Spraak/sms/e-mail
Inactief= Ja, Actief=Nee, Intern actief=Nee
Gebeurtenis
Centrale wordt geopend (gesaboteerd).
Deelgebieden 1 en 2 zijn
Aanwijzing: Deelgebieden 3 en 4 zijn niet in gebruik.
Actief
geen spraakoproep, geen sms, geen e-mail naar deze contactpersoon
Programmeren/configureren
280
Zorgmelding
Aanduiding/functie
Verklaring (keuzevakje)
Start bewaking
Starttijdstip van de zorgbewaking (hh:mm).
Einde bewaking
Eindtijdstip van de zorgbewaking (hh:mm).
Bewakingsinterval
Interval in uren.
Spraak volume
Volume van het gesproken bericht.
Programmeren/configureren
281
Test
Kies de benodigde functie.
Via de webinterface met software >= 2.00.00.
Een overzicht van de verschillende functies vindt u in de
volgende tabel.
Software >= 3.01.01
Programmeren/configureren
282
Programmeren/configureren
283
Software >= 3.01.14
Aanwijzing
Testoproepen naar externe ontvangers. Informeer hen vooraf en deel hen mee dat het om een testoproep
gaat. Testoproep, bijv. meldkamer, spraakoproepen, sms, e-mail.
Programmeren/configureren
284
Functie
Betekenis
Looptest
Deurbel
Aan: U hoort een waarschuwingstoon als u een melder inschakelt.
Uit: U hoort geen waarschuwingstoon.
Hier kunt u alle melders die tot het systeem behoren testen. De zones kunnen onder Test individueel
worden geselecteerd. Activeer nu achtereenvolgens alle melders in het object. Als een melder wordt
herkend geeft de centrale een dubbele signaaltoon af. In de kolom Alarm wordt weergegeven of een
melder een alarm gedetecteerd heeft. In de kolom Sabotage wordt weergegeven of een sabotagecontact
is geactiveerd.
Looptest
(vervolg)
Bericht
Bovendien kunnen op de webinterface de gebeurtenissen van de test worden geprint en opgeslagen.
Centrale
Systeem
Hier kunt u alle melders die tot het systeem behoren testen. Activeer nu achtereenvolgens alle melders
in het object. Als een melder wordt herkend geeft de centrale een dubbele signaaltoon af. Bovendien
wort aangegeven of een sabotagecontact (S) en/of een alarm (A) is geactiveerd.
In het bovenste deel van het display verschijnt het aantal zones dat nog getest moet worden (alarm en
sabotage).
Als u alle melders heeft getest, schrijft het systeem Alle zones getest.
Deelgebieden
Hier kunt u melders uit een bepaalde deelgebied testen.
Na het kiezen van de deelgebieden verschijnen alleen de melders in de geselecteerde deelgebieden.
Zones
Hier kunt u geselecteerde melders testen.
Er wordt een lijst met alle melders weergegeven. Kies met Ja welke melders u specifiek wilt testen.
Programmeren/configureren
285
Functie
Betekenis
Toetsenbo
rd
Het toetsenbord kan zowel bij de centrale als ook op de webinterface worden getest.
Druk één voor één op alle toetsen op het bedieningspaneel.
Op het display verschijnt als reactie het bijbehorende teken of de functie van de toets.
Druk tegelijkertijd de dubbele toetsen (brand, overval, medische noodoproep of zorgnoodoproep) in om
te testen. Op het display verschijnt als reactie de functie van de toetscombinatie.
Software >= 2.01.08
Druk tegelijkertijd de dubbele toetsen voor de reinigingsmodus (linker en rechter menutoets) in om te
testen. Op het display verschijnt als reactie de functie van de toetscombinatie.
Aanwijzing
De reinigingsmodus wordt hier niet uitgevoerd. Details over de reinigingsmodus vindt u in de
gebruikershandleiding.
Sirenes en
signaalgev
ers
Sirenes en signaalgevers worden op de webinterface op dezelfde wijze getest als op de centrale.
Int. sirenes
De signaalgevers aan de centrale, de infomodule, de binnensirene en het draadloze bedieningspaneel
worden aangestuurd.
Ext. draadloze sirenes
De signaalgevers van de draadloze buitensirenes worden aangestuurd.
Aanwijzing
Over FUSG50100/1 (sirenesoftware 1.10.2)
Als de behuizing van de buitensirene gesloten is, worden de flits en de sirene ingeschakeld.
Als de behuizing van de buitensirene geopend is, wordt alleen de flits ingeschakeld.
Sirenemodule
De signaalgevers van de buitensirenes worden aangestuurd. Buitensirene in combinatie met
universele module (UVM) als "sirenemodule".
Luidspreker
Door "Weergave/stop" te selecteren worden alle meldingen in het systeem een voor een
weergegeven.
Programmeren/configureren
286
Programmeren/configureren
287
Functie
Betekenis
Draadloos
bedienings
paneel
Het draadloze bedieningspaneel wordt op de webinterface op dezelfde wijze getest als op de centrale.
Druk één voor één op de functietoetsen op het draadloze bedieningspaneel.
Wacht 2 tot 3 seconden tussen iedere druk op een toets zodat het bedieningspaneel ieder bericht kan
versturen.
Op het display verschijnt als reactie de bijbehorende letter:
A = toets voor activeren (gesloten slot)
C = toets voor intern activeren (*)
D = toets voor opvragen van de status (?)
B = toets voor deactiveren (geopend slot)
Op het web gaat u op dezelfde wijze te werk:
Toets activeren systeem
Toets Systeem intern-actief
Statuscontrole
Toets deactiveren systeem
Voor het testen van de cijfertoetsen drukt u op 4 of 6 numerieke toetsen (afhankelijk van de ingestelde
codelengte) en vervolgens een functietoets. Bijvoorbeeld:
U drukt op: 1234?
Er verschijnt: 1234D (statusopvraag)
Druk tegelijkertijd de dubbele toetsen (brand, overval, medische noodoproep of zorgnoodoproep) in om
te testen. Op het display verschijnt:
F = brand dubbele toetsen
P = overval dubbele toetsen
M = medische noodoproep dubbele toetsen
H = zorgnoodoproep dubbele toetsen
Op het web gaat u op dezelfde wijze te werk:
Toetsen brand
Toetsen overval
Toetsen medische noodoproep
Toetsen zorgoproep
De toetsen "*" en "#" onderaan op het bedieningspaneel kunt u niet testen.
Programmeren/configureren
288
Functie
Betekenis
Deursloten
De deursloten worden op de webinterface op dezelfde wijze getest als op de centrale.
Kies het te testen deurslot.
Bedien het bijbehorende deurslot.
Na het openen verschijnt op het display "Geopend".
Na het sluiten verschijnt op het display "Gesloten".
Secvest-Key: Knop indrukken en daarna sluiten.
Deur-bijzetslot: Knop niet indrukken en daarna sluiten.
Aanwijzing
Hier kunt u controleren of de DIP-schakelaar 3 in de Secvest Key correct
op de deurscharnieren is ingesteld.
Bovendien wordt de ontvangen signaalsterkte weergegeven.
De betekenis van het getal vóór en in het haakje vindt u in de uitleg
van de signaalsterkte.
Signaalste
rktes
Met deze optie kunt u van alle draadloze componenten in het systeem de ontvangen signaalsterkte
controleren.
Aanwijzing
U moet een signaalsterkte van meer dan 3 hebben om een goede draadloze communicatie te
verzekeren. Bij de test wordt het ontvangstvermogen van de draadloze centrale met 6 dB
verminderd. Het Secvest draadloze alarmsysteem heeft een gevoeligheid van ongeveer −110dBm, bij
een signaal/ruis-afstand van 12 dB.
Voor de indicator van de signaalsterkte op de Secvest gelden de volgende waarden:
0 < −101 dBm
1 < −98 dBm
2 < -95 dBm
3 < -92 dBm
4 < -89 dBm
5 < -86 dBm
6 < -83 dBm
7 < -80 dBm
8 < -77 dBm
9 ≥ −77 dBm
Het getal vóór het haakje is de signaalsterke van het laatste ontvangen signaal.
Het getal in het haakje is de signaalsterke van het signaal dat na de laatste reset is ontvangen.
De centrale registreert alle ontvangen signaalsterktes, ook als u zich niet in dit menu bevindt.
Software < 2.00.00
De signaalsterkte van het herhaalde signaal van de UVM is gelijk aan die van de bijbehorende UVM.
Gebruik daarom de indicatie van de signaalsterkte voor de UVM om informatie te verkrijgen over de
signaalsterkte van de herhaalde signalen van de draadloze componenten.
Software >= 2.00.00
De signaalsterkte van het directe signaal van de bijbehorende component ziet u direct in de
rechterkolom (WEB-kolom Direct).
De signaalsterkte van het herhaalde signaal van de UVM of van de RF Repeater ziet u in de linkerkolom
(WEB-kolom Repeater).
Resetten van de signaalsterktes om een nieuwe meting te beginnen.
WEB Klik op de regel van de gewenste component en volg de instructies op het beeldscherm.
Programmeren/configureren
289
Klik op "ALLES resetten" en volg de instructies op het beeldscherm. Zo worden de opgenomen
signaalsterktes van de bijbehorende totaallijst gewist.
Centrale
# toets
Door op deze toets te drukken kunt u de geregistreerde signaalsterktes van de geselecteerde
component wissen.
* toets
Door op deze toets te drukken kunt u de geregistreerde signaalsterktes van de bijbehorende
totaallijst wissen.
Aanwijzing
Met de HyMo kan het verwijderen en updaten zeer snel gebeuren.
Signaalste
rktes
(vervolg)
Melder
Op het display wordt de signaalsterkte voor iedere geprogrammeerde melder weergegeven.
Software < 2.00.00 Er worden zonenamen weergegeven. Om het zonenummer te zien, drukt u op de
rechter menutoets
Draadloos bedieningspaneel
Op het display wordt de signaalsterkte voor ieder geprogrammeerd bedieningspaneel weergegeven.
Buitensirenes
Op het display wordt de signaalsterkte voor iedere geprogrammeerde draadloze buitensirene
weergegeven.
Binnensirene
Op het display wordt de signaalsterkte voor iedere geprogrammeerde binnen-signaalgever
weergegeven.
UVM
Op het display wordt de signaalsterkte voor iedere geprogrammeerde UVM weergegeven.
Deursloten
Op het display wordt de signaalsterkte voor ieder geprogrammeerd deurslot weergegeven.
Hybride module
Op het display wordt de signaalsterktes voor iedere geprogrammeerde hybride module weergegeven.
Hier vindt u 2 weergaven
Signaal op de centrale
Dit is de signaalsterkte van de hybride module aan de centrale.
Signaal op HyMo
Dit is de signaalsterkte van de centrale aan de hybride module.
Aanwijzing
De beide signaalsterktes zijn ongeveer gelijk. De signaalsterktes Centrale->HyMo en HyMo->Centrale
kunnen echter ook iets van elkaar afwijken. De redenen hiervoor zijn:
verschillende antenneconstructies aan centrale en HyMo
verschillende uitbreidingsvoorwaarden van de radiogolven in de desbetreffende richting
Programmeren/configureren
290
RF Repeater (alleen centrale)
Op het display wordt de signaalsterkte voor ieder geprogrammeerde RF Repeater weergegeven.
Onderaan bij RF Repeater vindt u uitleg voor de weergaven op het WEB.
RF Repeater componenten (alleen centrale)
Onderaan bij RF Repeater vindt u uitleg voor de weergaven op het WEB.
Op het display wordt de signaalsterkte aan de RF Repeater van elke toegewezen component aan de
desbetreffende RF Repeater weergegeven.
Onderaan bij RF Repeater vindt u uitleg voor de weergaven op het WEB.
Repeat centrale
Hier vindt u de signaalsterkte van de ontvangen berichten aan de repeater van de centrale.
Repeat melder
Hier vindt u de signaalsterkte van de ontvangen berichten aan de repeater van de melders.
Repeat draadloze bedieningspanelen
Hier vindt u de signaalsterkte van de ontvangen berichten aan de repeater van de draadloze
bedieningspanelen.
Binnen-SG herhalen
Hier vindt u de signaalsterktes van de ontvangen meldingen op de repeater van de binnen-
signaalgevers.
Programmeren/configureren
291
Repeat buitensirenes
Hier vindt u de signaalsterkte van de ontvangen berichten aan de repeater van de
buitensirenes.
Repeat deursloten
Hier vindt u de signaalsterkte van de ontvangen berichten aan de repeater van de deursloten.
HyMo herhalen
Hier vindt u de signaalsterktes van de ontvangen meldingen op de repeater van de hybride
modules .
Uitgangen
Draadloze uitgangen
Met deze optie kunt u alle geprogrammeerde draadloze uitgangen controleren.
Bedr. uitgangen
Met deze optie kunt u alle geprogrammeerde bedrade uitgangen controleren.
HyMo-uitgangen
Met deze optie kunt u alle geprogrammeerde bedrade HyMo-uitgangen controleren.
Na het verlaten van de menu's schakelen alle uitgangen, die eventueel nog geschakeld zijn, terug naar
de geprogrammeerde uitgangstoestand.
Chipsleute
l
De chipsleutels worden op de webinterface op dezelfde wijze getest als op de centrale.
Beweeg de chipsleutel over het leesvenster in het onderste deel van de centrale (op de hoogte van het
ABUS-logo).
U krijgt te zien
aan welke gebruiker deze chipsleutel is toegewezen of
dat centrale de chipsleutel niet kent
Afstandsb
edieningen
De afstandsbediening wordt op de webinterface op dezelfde wijze getest als op de centrale.
Druk op een toets van de afstandsbediening.
Op het display ziet u:
het volgnummer van de afstandsbediening
een letter of een teken voor de ingedrukte toets
A = toets om te activeren (gesloten slot)
* = toets om intern te activeren of voor het schakelen van een uitgang van het type
"Door gebr. gedefinieerd" (*)
? = toets voor opvragen van de status (?)
D = toets voor deactiveren (geopend slotje)
aan welke gebruiker deze afstandsbediening is toegewezen
de functie van de ingedrukte toets
- Alle actief.
- Alle Int. act. of uitgang aan (Uit of Omschakelen) xyz
- Statusopvraag
- Alles inactief
de ontvangen signaalsterkte (RSSI)
Voorbeeld
FB001,D:gebruiker 002
Alles inactief
RSSI: 9
Programmeren/configureren
292
Functie
Betekenis
Noodopro
epzender
De afstandsbediening wordt op de webinterface op dezelfde wijze getest als op de centrale.
Druk op een toets van de noodoproepzender.
Op het display ziet u
aan welke gebruiker deze noodoproepzender is toegewezen
de functie die deze noodoproepzender heeft
OA = overvalalarm
Medisch = Medische noodoproep
Alarm zorgoproep = zorgmelding
de ontvangen signaalsterkte (RSSI)
Voorbeeld
Gebruiker: Gebruiker 002
Functie: Medisch
RSSI: 9
Meldkamer
reporting
De functie Meldkamer reporting wordt op de webinterface op dezelfde wijze getest als op de centrale.
Meldkamer reporting moet geactiveerd zijn.
Installateursmodus ->Communicatie->Meldkamer reporting ->Oproepmodus ->Enkelvoudig (of
Afwisselend)
U ziet een lijst met de beschikbare, aangesloten transmissiekanalen:
Ethernet, ethernet / IP-mobiel
Na deze selectie verschijnen 2 mogelijke geprogrammeerde ontvangers (IP ontvanger 1, IP ontvanger
2) met hun contactnamen uit het opgeslagen telefoonboek.
Scrol naar het gewenste contact. Druk op de toets "Selecteren" of "Start" op de webinterface.
De centrale stuurt een testoproep naar deze ontvangers.
De gebeurtenis test overeenkomstig het ingestelde protocol wordt verstuurd.
PSTN
Na deze selectie verschijnen 2 mogelijke geprogrammeerde ontvangers (tel. ontvanger 1, tel.
ontvanger 2) met hun contactnamen uit het opgeslagen telefoonboek.
Scrol naar het gewenste contact. Druk op de toets "Selecteren" of "Start" op de webinterface.
De centrale stuurt een testoproep naar deze ontvangers.
De gebeurtenis test overeenkomstig het ingestelde protocol wordt verstuurd.
Gsm/mobiel
Na deze selectie verschijnen 2 mogelijke geprogrammeerde ontvangers (tel. ontvanger 1, tel.
ontvanger 2) met hun contactnamen uit het opgeslagen telefoonboek.
Scrol naar het gewenste contact. Druk op de toets "Selecteren" of "Start" op de webinterface.
De centrale stuurt een testoproep naar deze ontvangers.
De gebeurtenis test overeenkomstig het ingestelde protocol wordt verstuurd.
Tijdens de testoproep geeft het display een aantal voortgangsmeldingen weer.
Als de testoproep niet succesvol was, verschijnt er op het display een kort bericht met de oorzaak van de
fout.
Programmeren/configureren
293
Functie
Betekenis
Zorgmeldi
ng
De functie Zorgmelding wordt op de webinterface op dezelfde wijze getest als op de centrale.
De zorgmelding moet geactiveerd zijn en er moeten contacten in het telefoonboek opgeslagen zijn.
Installateursmodus ->Communicatie->Meldkamer reporting ->Oproepmodus ->Enkelvoudig (of
Afwisselend)
U ziet een lijst met de beschikbare, aangesloten transmissiekanalen:
PSTN
Na deze selectie verschijnen 2 mogelijke geprogrammeerde ontvangers (tel. ontvanger 1, tel.
ontvanger 2) met hun contactnamen uit het opgeslagen telefoonboek.
Scrol naar het gewenste contact. Druk op de toets "Selecteren" of "Start" op de webinterface.
De centrale stuurt een testoproep naar deze ontvangers.
De gebeurtenis test overeenkomstig het ingestelde protocol wordt verstuurd.
Gsm/mobiel
Na deze selectie verschijnen 2 mogelijke geprogrammeerde ontvangers (tel. ontvanger 1, tel.
ontvanger 2) met hun contactnamen uit het opgeslagen telefoonboek.
Scrol naar het gewenste contact. Druk op de toets "Selecteren" of "Start" op de webinterface.
De centrale stuurt een testoproep naar deze ontvangers.
De gebeurtenis test overeenkomstig het ingestelde protocol wordt verstuurd.
Tijdens de testoproep geeft het display een aantal voortgangsmeldingen weer.
Als de testoproep niet succesvol was, verschijnt er op het display een kort bericht met de oorzaak van de
fout.
Programmeren/configureren
294
Functie
Betekenis
Spraakkiez
er
Spraakkiezer moet geactiveerd zijn.
Installateursmodus->communicatie->Spraakkiezer->Oproepmodus->Ingeschakeld
U ziet een lijst met de beschikbare, aangesloten transmissiekanalen
Ethernet
Na deze selectie voert u een geldige SIP gebruiker- ID in.
bijvoorbeeld +498207123456789@sipgate.de
Druk op de toets "OK".
De centrale bouwt een verbinding met deze aansluiting op. Als de oproep door deze ontvanger wordt
aangenomen, hoort de ontvanger het "locatiemelding" en het "melding 1" tot "melding 4".
Software >= 2.00.00
Na deze selectie verschijnen de geprogrammeerde ontvangers met hun contactnamen uit het
opgeslagen telefoonboek.
Scrol naar het gewenste contact. Druk op de toets "Selecteren" of "Start" op de webinterface.
De centrale stuurt een testoproep naar deze ontvangers.
PSTN
Na deze selectie voert u een telefoonnummer in.
Druk op de toets "OK".
De centrale bouwt een verbinding met deze aansluiting op. Als de oproep door deze ontvanger wordt
aangenomen, hoort de ontvanger het "locatiemelding" en het "melding 1" tot "melding 4".
Software >= 2.00.00
Na deze selectie verschijnen de geprogrammeerde ontvangers met hun contactnamen uit het
opgeslagen telefoonboek.
Scrol naar het gewenste contact. Druk op de toets "Selecteren" of "Start" op de webinterface.
De centrale stuurt een testoproep naar deze ontvangers.
Gsm/mobiel
Na deze selectie voert u een telefoonnummer in.
Druk op de toets "OK".
De centrale bouwt een verbinding met deze aansluiting op. Als de oproep door deze ontvanger wordt
aangenomen, hoort de ontvanger het "locatiemelding" en het "melding 1" tot "melding 4".
Software >= 2.00.00
Na deze selectie verschijnen de geprogrammeerde ontvangers met hun contactnamen uit het
opgeslagen telefoonboek.
Scrol naar het gewenste contact. Druk op de toets "Selecteren" of "Start" op de webinterface.
De centrale stuurt een testoproep naar deze ontvangers.
Als de oproepbevestiging geactiveerd is:
Door het kiezen van Installateursmodus->Communicatie->Spraakkiezer->Oproepbevestiging
->Ingeschakeld kan de ontvanger de oproep met 5 of 9 bevestigen en beëindigen.
Tijdens de testoproep geeft het display een aantal voortgangsmeldingen weer.
Als de testoproep niet succesvol was, verschijnt er op het display een kort bericht met de oorzaak van de
fout.
Sms
SMS moet geactiveerd zijn en er moeten contacten in het telefoonboek opgeslagen zijn:
Installateursmodus->communicatie->SMS->Oproepmodus->Ingeschakeld
U ziet een lijst met de beschikbare, aangesloten transmissiekanalen:
PSTN
Programmeren/configureren
295
Na deze selectie verschijnen de mogelijke geprogrammeerde ontvangers met hun contactnamen uit
het opgeslagen telefoonboek.
Scrol naar het gewenste contact. Druk op de toets "Selecteren" of "Start" op de webinterface.
De centrale stuurt een test-sms naar deze ontvangers.
Gsm/mobiel
Na deze selectie verschijnen de mogelijke geprogrammeerde ontvangers met hun contactnamen uit
het opgeslagen telefoonboek.
Scrol naar het gewenste contact. Druk op de toets "Selecteren" of "Start" op de webinterface.
De centrale stuurt een test-sms naar deze ontvangers.
De ontvanger krijgt een sms-bericht in de volgende vorm:
<locatiemelding>: 10:56 21/01/2015 Testoproep SMS
Tijdens de testoproep geeft het display een aantal voortgangsmeldingen weer.
Als de testoproep niet succesvol was, verschijnt er op het display een kort bericht met de oorzaak van
de fout.
E-mail
E-mail moet geactiveerd zijn en er moeten contacten in het telefoonboek opgeslagen zijn:
Installateursmodus->communicatie->E-mail->Oproepmodus->Vrijgegevens
U ziet een lijst met de beschikbare, aangesloten transmissiekanalen (alleen op WBI):
Ethernet, ethernet / IP-mobiel
Na deze selectie verschijnen de mogelijke geprogrammeerde ontvangers met hun contactnamen uit
het opgeslagen telefoonboek.
Scrol naar het gewenste contact. Druk op de toets "Selecteren" of "Start" op de webinterface.
De centrale stuurt een e-mail naar deze ontvangers.
De ontvanger krijgt een e-mail in de volgende vorm:
Onderwerp:
<locatiemelding>: Test e-mail oproep
Tekst:
<locatiemelding>:
11:09 21/01/2015 Test e-mail oproep
Tijdens de testoproep geeft het display een aantal voortgangsmeldingen weer.
Als de testoproep niet succesvol was, verschijnt er op het display een kort bericht met de oorzaak van de
fout.
Programmeren/configureren
296
Functie
Betekenis
Zones
weerstand
en
Hier worden de actuele weerstandwaarden van de bedrade zones (centrale en hybride modules)
weergegeven.
Weergave op de centrale:
Er worden zonenamen weergegeven. Om het zonenummer te zien, drukt u op de rechter menutoets.
Test hier alle varianten overeenkomstig het bedradingstype, of ze voldoen aan de eisen:
Alarmcontact geopend / gesloten
Sabotagecontact geopend / gesloten
Kortsluitingen
Open (gescheiden stroomcircuits)
0k00 betekent 0 ohm of NC
Aanwijzing
Bedradingstype "4-draads CC"
Centrale
Het display schakelt tussen weerstand-alarmlus (A) en weerstand
sabotagelus (S).
WBI Hier ziet u beide waarden tegelijkertijd in het veld, de weerstand-alarmlus (A) en de weerstand-
sabotagelus (S).
Voorbeeld van een "2-draads FSL 2k2/4k7" zone
Alarmcontact gesloten (rusttoestand)
2k18
Alarmcontact geopend
6k89
Alarmcontact geopend en serieweerstand
overbrugd
4k68
Kortsluiting in de leiding naar de melder
0k00
Onderbreking van de leiding
Maakcontact (NO)
Centrale
PSU
Hier krijgt u informatie van de spanningswaarde van de voeding. De weergave op de centrale en op de
webinterface zijn gelijk:
Ext. DC spanning in
De spanningswaarde van de externe gelijkspanningsbron.
Accu centrale 1
De spanningswaarde van de eerste accu
Accu centrale 2
De spanningswaarde van de tweede accu
AUX spanning uit
De spanningswaarde aan klemaansluiting 0V / 12V AUX
Programmeren/configureren
297
Voorbeeld (in dit voorbeeld is accu 2 niet aangesloten)
Ext. DC spanning in
14,1 volt
Accu centrale 1
8,3 volt
Accu centrale 2
0,1 volt
AUX spanning uit
13,9 volt
HyMo PSU
Hier ziet u de spanningswaarde van de externe gelijkspanningsbron op de klemaansuiting 0V / 12V IN
van de hybride module.
WBI:
Hier krijgt u aanvullende informatie over
Nummer
het interne nummer binnen de centrale software
Naam
De gekozen unieke naam voor deze hybride module
Deelgebieden
Nummers van de deelgebieden waaraan de hybride module is toegewezen
Luidspreker deelgebieden
Voor welke deelgebieden de optioneel aangesloten luidspreker signaleert
RF
Repeater
Hier krijgt u informatie over de signaalsterktes van de componenten aan de repeater. Dit is de
signaalsterkte aan de repeater van de ontvangen meldingen van de componenten. De weergave op de
centrale en op de webinterface zijn gelijk
Programmeren/configureren
298
Klik op de regel van de gewenste repeater. De volgende indicatie verschijnt dan.
Software < v3.01.14
Programmeren/configureren
299
Software >= v3.01.14
Klik op het gewenste componenttype. Details over de weergave van de signaalsterkte vindt u bovenaan
bij Test -> Signaalsterktes.
Repeat centrale
Hier vindt u 2 weergaven
RF Repeater
Dit is de signaalsterkte van de repeater aan de centrale.
Repeat centrale
Dit is de signaalsterkte van de centrale aan de repeater.
Aanwijzing
De beide signaalsterktes zijn ongeveer gelijk. De signaalsterktes Centrale->Repeater en Repeater-
>Centrale kunnen echter ook licht van elkaar afwijken. De redenen hiervoor zijn:
verschillende antenneconstructie aan centrale en repeater
verschillende uitbreidingsvoorwaarden van de radiogolven in de desbetreffende richting
Programmeren/configureren
300
Repeat melder
Hier vindt u de signaalsterkte van de ontvangen berichten aan de repeater van de melders.
Repeat draadloze bedieningspanelen
Hier vindt u de signaalsterkte van de ontvangen berichten aan de repeater van de draadloze
bedieningspanelen.
Repeat deursloten
Hier vindt u de signaalsterkte van de ontvangen berichten aan de repeater van de deursloten.
Repeat buitensirenes
Programmeren/configureren
301
Hier vindt u de signaalsterkte van de ontvangen berichten aan de repeater van de buitensirenes.
Binnen-SG herhalen
Hier vindt u de signaalsterktes van de ontvangen meldingen op de repeater van de binnen-
signaalgevers.
HyMo herhalen
Hier vindt u de signaalsterktes van de ontvangen meldingen op de repeater van de hybride modules.
Programmeren/configureren
302
Logboek
Software <= v2.01.08
Programmeren/configureren
303
Software >= v3.00.03
In dit menu kunt u het zogenaamde "Logboek" uitlezen.
In het logboek worden alle voor de alarmcentrale
relevante gegevens met datum en tijd opgeslagen.
Het geheugen omvat max. 600 gebeurtenissen.
Als het geheugen vol is, wordt steeds de oudste
gebeurtenis verwijderd en door de nieuwe gebeurtenis
vervangen ("FiFo-principe": First in First out).
In de bijlage vindt u een overzicht van de mogelijke
logboekitems.
Knop "Opslaan" (software >= v3.00.03)
Om het logboek op te slaan, drukt u op de knop
"Opslaan". Dan verschijnt het standaard Windows-
venster "Openen/opslaan". Selecteer ofwel "Openen met"
of "Bestand opslaan".
De standaard-bestandsnaam is "log.csv".
Aanwijzing
Voor het openen en bewerken van een "log.csv" gebruikt
u het beste MS Excel.
Om het ".csv"-bestand (comma separated values) de
converteren in een ".xlsx"-bestand, gaat u als volgt te
werk:
Markeer regel 5 / kolom A tot regel x / kolom A.
Klik op het tabblad Gegevens in de groep Hulpmiddelen
voor gegevens op Tekst naar kolommen.
Volg de instructies van wizard Tekst naar kolommen, om
vast te leggen hoe de tekst in kolommen moeten worden
verdeeld.
Sla het bestand op als ".xlsx"-bestand
Nu heeft u 3 kolommen voor eenvoudiger zoeken en een
betere leesbaarheid van de gegevens.
Knop "Printen" (software >= v3.00.03)
Programmeren/configureren
304
Om het logboek te printen, drukt u op de knop "Printen".
Dan verschijnt het standaard Windows-venster "Printen".
Selecteer de door u gewenste printer.
Aanwijzing
Welke printers er verschijnen is afhankelijk van de op de
pc geïnstalleerde printers.
bijv. "echte" papierprinters of "PDF-printer" zoals PDF-
Xchange, Freepdf.
Aanwijzing
Bij het opslaan of printen worden alle opgeslagen items
van de op dat moment geselecteerde pagina tot aan de
laatste pagina geëxporteerd.
Bijvoorbeeld:
Het logboek heeft momenteel 51 pagina's met ieder 10
regels. U heeft de pagina 41 geselecteerd. Het opslaan
of printen wordt nu de inhoud van pagina 41 tot pagina
51 geëxporteerd. In het bestand staan deze 100
opgeslagen items, dus 100 regels.
In de eerste 4 regels vindt u informatie over de
centrale. De volgende regels weerspiegelen de
inhoud van het logboek.
Bijvoorbeeld:
Secvest-ABUS, (schermtekst)
Secvest 3.01.11,
Tijd centrale 11:39 datum: 08/11/2018,
Het systeem is geconfigureerd als: Deelgebieden,
08/11/2018,10:45:19,Ben 000 Log in(2925)
08/11/2018,10:45:19,Ben000 Log in (Web)(2925)
08/11/2018,10:45:09,Ben 000 Log out(2925)
Programmeren/configureren
305
Virtueel bedieningspaneel
Het virtueel bedieningspaneel geeft de complete
functionaliteit van het toetsenbord en het display van de
centrale weer.
Op de centrale bedient u de bijbehorende toetsen.
Op het virtueel bedieningspaneel bedient u de
bijbehorende toetsen met een muisklik.
De indicatie op het virtuele display komen eveneens
overeen met die op het display van de centrale.
Let op het volgende:
Als u als installateur op de webserver bent aangemeld,
dan komt u na het invoeren van een installateurscode op
het virtuele bedieningspaneel in de installateursmodus.
Als u als gebruiker/administrator op de webserver bent
aangemeld, dan komt u na het invoeren van een
gebruikerscode op het virtuele bedieningspaneel in het
gebruikersmenu.
Bijlage
306
Bijlage
Technische gegevens
Algemeen
Productnaam
Secvest
Productbeschrijving
Draadloos alarmsysteem
Fabrikant
ABUS Security-Center GmbH & Co. KG
Linker Kreuthweg 5
86444 Affing
DUITSLAND
Milieuklasse
II (EN 50131-1 + A1:2009 par.7, EN 50131-3:2009 par.7)
Beschermingsgraad, IP-beschermingsgraad
IP30 (binnenruimtes, in gemonteerde toestand)
IP=International Protection of Ingress Protection (bescherming
tegen binnendringen)
3 =
Bescherming tegen vreemde voorwerpen met een diameter > 2,5
mm,
Bescherming tegen aanraking: beschermd tegen de toegang met
een gereedschap en draden Ø >2,5mm
0 =
Bescherming tegen water: geen bescherming
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot 40 °C
Opslagtemperatuur
0 °C tot 40 °C
Luchtvochtigheid, max.
gemiddelde relatieve vochtigheid ca. 75 %, niet condenserend
Behuizingsmateriaal
ABS
Afmetingen (b x h x d)
205 x 285 x 48 mm
Gewicht
1.453 g (zonder accu's)
1543 g (met een accu)
90 g (alleen de accu)
Algemeen
Dit product moet door een gekwalificeerde monteur geïnstalleerd,
onderhouden en gerepareerd worden.
Reinigingswerkzaamheden aan de buitenkant kunnen door de
gebruiker worden gedaan.
Capaciteit
Zones
IP-zones
3
6 (software 1.01.00 en hoger)
gedefinieerde ABUS-cameramodellen, zie bijlage
installateurshandleiding "Compatibele uitrusting"
Draadloze zones
48
Bedrade zones
4 (2-draads FSL/DEOL of 2-draads CC)
2 (4-draads CC)
Draadloze bedieningspanelen
8
Buitensirenes
Draadloze sirenes
4
Draadsirenes
1
Binnen-signaalgever
4
Infomodule / binnensirenes
UVM
8
Deursloten
8
Bijlage
307
RF Repeater
4
Aantal componenten per repeater
10
Afstandsbedieningen en noodoproepzenders (overval, medisch,
zorg) worden altijd herhaald.
Uitgangen
IP-uitgangen
0
Draadloze uitgangen
32
Bedr. uitgangen
4
Combi uitgangen
10
Deelgebieden
4 (elk met intern actief)
Gebruiker
50
Gebruikersnamen
50 (plus naam van de installateur)
Gebruikerscodes
50 (plus installateurscode)
Proximity Tags (chipsleutel)
50 (een per gebruiker)
Afstandsbedieningen
50 (een of meerdere per gebruiker)
Overvalalarmzender
50 (een per gebruiker)
Medische noodoproepzender
50 (een per gebruiker)
Zorgoproepzender
50 (een per gebruiker)
Telefoonboek
12 contacten
Naam
Deelgebieden 1-4
Spraak/sms/e-mail - Inactief, Actief, Intern actief
2 tel.-nr.
1 e-mailadres
1 IP-adres
1 VoIP/SIP-ID
Tijdschema actief/inactief
160 Gebeurtenissen
20 uitzonderingen
Logboekcapaciteit
Tot 600 gebeurtenissen
500 verplichte gebeurtenissen
100 niet-verplichte gebeurtenissen
Opgeslagen in EEPROM-geheugen (niet-vluchtig geheugen, non
volatile memory - NVM), zonder stroom gedurende minstens 10
jaar beschikbaar.
Het volledige logboek slaat zijn opnames gedurende minstens 10
jaar zonder stroom op.
Aanwijzing:
Het logboek is beschermd en kan niet door een installateur,
administrator of normale gebruiker worden gewist.
Interne klok
1
Kristalgestuurde en tijdsynchronisatie via een tijdserver (SNTP-
tijdsynchronisatie)
Nauwkeurigheid, als de centrale geen gebruik maakt van
tijdsynchronisatie via een tijdserver:
± 5 minuten gedurende een jaar bij 20°C nominale temperatuur
< ± 10 minuten gedurende een jaar bij 20°C nominale temperatuur
volgens EN 50131-1 hoofdstuk 8.10
Luidspreker
1
Microfoon
1
Gesproken berichten
33 gesproken berichten voor elke geïnstalleerde taal op de
centrale
5 berichten opgenomen door de gebruiker (spraakkiezer
installateursmodus)
Bijlage
308
12 s standplaatsbericht
8 s voor elke melding 1-4
1 memobericht (gebruikersmenu)
30 s
58 / 56 zonenamen (gebruikersmenu)
2 s voor elke zone
6 IP-zones
48 draadloze zones
4 / 2 bedrade zones
Interne sirene
1 (geïntegreerde piëzo sirene of signaalgever)
Geluidsdrukniveau > 96dB(A) @1m
Communicatiemodule, aansluitbaar
1
Poorten
1x Ethernet
1x a/b
1x USB
1x SD-kaart, SD-kaart
Noodstroomaccu's
2
Display
3.5", werkzame oppervlakte 84 mm x 45 mm, 240 x 128 pixels
monochroom (grijsniveaus), lcd, witte verlichting
Bescherming en veiligheid
Veiligheidsgraad
Graad 2
(EN 50131-1 + A1:2009 paragraaf 6, EN 50131-3:2009 paragraaf
6)
Milieuklasse
II
(EN 50131-1 + A1:2009)
Sabotagebescherming
(herkenning/bescherming)
Type B
(EN 50131-3:2009 paragraaf 8.7)
Draadloze componenten, onderscheiding
16,777,214 (224 -2) verschillende ID's per componenttype
Draadloze supervisie
Programmeerbaar
Toegangscodes
In de fabriek is geen installateurcode ingesteld.
In de fabriek is geen administratorcode ingesteld.
Software <= 1.01.00
Standaardcode (admingebruiker: 1234 of 123456) moet
tijdens de installatie gedwongen worden gewijzigd.
Aantal toegangscodes
50 plus een installateur
Onderscheiding toegangscode
10,000 codevarianten met 4-cijferige codes (0000-9999)
De tekens in de codes zijn cijfers tussen 0 en 9.
104 = 10x10x10x10 = 10,000 (combinatie-variatie)
1,000,000 codevarianten met 6-cijferige codes (000000-999999)
De tekens in de codes zijn cijfers tussen 0 en 9.
106 = 10x10x10x10x10x10 = 1,000,000 (combinatie-variatie)
Aantal Proximity Tags (chipsleutels)
50
Onderscheiding Proximity Tag
4,294,967,296 (232, 2^32)
Bijlage
309
Tijdelijke autorisatie voor gebruikerstoegang
Er is geen mogelijkheid voorzien om een tijdelijke toelating ter
beschikking te stellen (bijv. PIN-code of prox die slechts voor een
beperkte duur of een bepaald aantal geldig is).
Toegangsblokkering/Codeblokkering
Na 3 opeenvolgende foutieve codes wordt het toetsenbord
gedurende 5 min. geblokkeerd.
Na 3 opeenvolgende foutieve prox wordt het toetsenbord
gedurende 5 min. geblokkeerd.
Mechanische sleutel
Bedieningspanelen
Draadloze sleutelschakelaar
FUBE50061, FUBE50060, FU8165
Mechanische sleutel
onderscheiding
30,000
Deursloten
Deur-bijzetslot
FUFT5001x-2x, 7010E 7025E
Mechanische sleutel
onderscheiding
30,000
Secvest Key
FUSK53030-58080, FUBE5XXXX
Mechanische sleutel
onderscheiding
789.024
Lengte webgebruikersnaam
12 tekens
Webgebruikersnaam Onderscheiding
8812 (215.671.155.821.681.003.462.656, 88^12, >1.000.000)
Alle tekens kunnen alfanumerieke tekens of speciale tekens zijn.
A-Z
26
a-z
26
0-9
10
Spatie apostrof ():.-
!&@+_*#
14
Æ Å Ä Ø Ö Ü
(hoofdletters)
6
Æ Å Ä Ø Ö Ü
(kleine letters)
6
88 ∑
Webversleuteling
HTTPS
TLS 1.2
< 2.0.0: Signatuur algoritme: SHA1
>= 2.0.0: Signatuur algoritme: SHA256 (SHA 2)
> 3.01.01: mbedTLS library V2.6.0
Elektromagnetische compatibiliteit
EMC - immuniteit
In overeenstemming met EN 50130-4
Elektromagnetische compatibiliteit
EMC - emissie
In overeenstemming met EN 61000-6-3
Elektrische veiligheid
In overeenstemming met EN 60950-1
Bijlage
310
Bijlage
311
Voeding
Type voeding
Type A m.b.t. EN 50131-1:2006+A1:2009 par.9 en EN 50131-
6:2008+A1:2014 par.4.1
Secvest heeft een geïntegreerde netstekkervoeding (type A).
Deze voeding levert verschillende interne spanningen op de
uitgeruste printplaat voor de voeding van de schakeling.
Deze voeding levert aan de 0V/12V AUX-uitgang 13,8 V met
max. 600 mA.
Bedrijfsspanning/frequentie
110 V / 230 V AC, 50/60 Hz, (85-265 V AC, 50/60 Hz)
13,8 V DC (13,0-14,5 V DC)
Opgenomen vermogen/energieverbruik,
maximaal
I AC MAX:
430 mA rms @ 85 VAC
190 mA rms @ 230 VAC
170 mA rms @ 265 VAC
Opgenomen vermogen/energieverbruik,
nominaal
6.9 W
6,9 W x 24 x 365 = 60 kWh per jaar
55 mA rms @ 230 VAC
(gedefinieerd met 200 mA aux belasting en volledig opgeladen
accu's)
300 mA @ 13.8 V
Ext DC-ingang storing bij
12,5 V
OK bij 12,7 V
Externe PSU
13,0-14,5 V DC, minstens 1,7 A
Stroomverbruik, normaal
Centrale stand-by: 100 mA
Verlichting uit
Verlichting:
Hoog: +100mA
Gemiddeld: +40mA
Laag: +15mA
Interne sirene in alarm en max. volume: +70 mA
GSM/mobiel stand-by: +15mA@12VDC
Gsm/mobiele actief: +240mA@12VDC
Acculaadstroom per accu: 220 mA
Noodstroomvoeding
Accu
Polymeer-lithium-ion, 7,4 V
Capaciteit
2500 mAh, 18,5 Wh
Minimale looptijd in noodstroommodus
(stand-by tijd)
meer dan 12 uur
meer dan 24 uur met optionele tweede accu
maximale heroplaadduur
minder dan 72 uur m.b.t. EN 50131-1:2006+A1:2009 par.9 Tabel
24
maximale tijd om de accu opnieuw tot
80 % op te laden
24 uur
Onderspanningsdrempelwaarde van
de accu
7.2 V
Storing "Lege accu" bij <7,2 V
Volledige ontladingsbescherming bij
6 +/- 0,2 V
Aux-stroomvoorzieningsuitgang
I max. 700 mA (main pcba issue < 7)
I max. 600mA (main pcba issue >= 7)
Werking met netstroom (85-265 V AC, 50/60 Hz)
13.9 Vmax, nullast
13.4 Vmin, volledige last (@ 600 mA)
Bijlage
312
Werking met DC-ingang
@13,0 V
12,8 Vmax, nullast
12.2 Vmin, volledige last (@ 600 mA)
@13,8V
13.6 Vmax, nullast
13.0 Vmin, volledige last (@ 600 mA)
@14,5V
14.3 Vmax, nullast
13.7 Vmin, volledige last (@ 600 mA)
Aanwijzing
Bij stroomuitval wordt deze uitgang niet door de accu gebufferd.
Bij stroomuitval is de uitgangsspanning gelijk aan 0 V.
Aux-stroomvoorzieningsuitgang storing bij
11,5 V
OK bij 12,0 V
Overspanningsbescherming
Activeringsspanning
Geen gegevens bij graad 2
PSU-bewaking
De bewaking dekt AC-storingen en externe DC-storingen.
Die leidt tot een kennisgeving van een AC-storing of externe
DC-storing op de centrale wanneer de voeding gestoord of
uitgevallen is. De centrale zal dan verder draaien op de accu,
maar de centrale en de gebruiker worden geïnformeerd.
De bewaking dekt de onderspanning van de accu.
Als de accu leeg is, worden de centrale en de gebruiker
geïnformeerd en geeft de centrale een waarschuwing.
Zekeringen
Netzekering (AC-ingang)
Apparaatbeschermingszekering (smeltveiligheid)
verwisselbaar
Benaming
T1AL250V
Karakteristiek
T = traag
Nominale stroom
1 A
Uitschakelvermogen
L = laag
Nominale spanning
250 V
Model
Glazen buis 5 x 20 mm
Bijlage
313
Draadloze signaaloverdracht, draadloos
Bedrijfsfrequentie
868.6625 MHz
In overeenstemming met:
EN 50131-5-3 Graad 2
EN 300 220-1 V.2.1.1
EN 300 220-2 V.2.1.1
EN 300 220-3 V.1.1.1
De frequentieband is gereserveerd voor beveiligingstoepassingen.
Modulatie
FM
Bandbreedte
+/- 10 kHz
Smalband, 25 kHz kanaalafstand
Zendvermogen
max. 10 mW
Gevoeligheid
ca. −110dBm
Signaalruisafstand
12dB
Antenne
Geïntegreerde Duplex-antennetechnologie
Reikwijdte
Binnen: ca. 30 m
Afhankelijk van de omgevingsfactoren
Buiten: ca. 100 m
Bijzondere kenmerken
Individuele identificatie
Toezicht
Jamming-detectie
RFID Prox Tag-lezer
Systeem
Mifare Classic
Bedrijfsfrequentie
13.56 MHz
Zendvermogen
max. 55 mW
In overeenstemming met:
EN 300 330-2
Bijzondere kenmerken
Individuele identificatie
Bijlage
314
Aansluitingen
L N
Netaansluiting
110 V / 230 V AC, 50/60 Hz, (85-265 V AC, 50/60 Hz)
L fase (zwart of bruin)
aarding (geel/bruin)
N nulgeleider (blauw)
- DC IN +
13,8 V
Externe PSU-ingang
13,8 V DC, externe PSU minstens 1,7 A
Zie sectie Voeding voor meer details
0 V 12 V
AUX
Spanningsuitgang
13.8 V DC
tot 700 mA, main pcba issue < 7
tot 600 mA, main pcba issue >= 7
Maximale uitgangsrestspanning (rimpelspanning):
0.2Vp-p
Aux-uitgang storing bij 11.5 V, OK bij 12.0 V
Zie sectie Voeding voor meer details
Aanwijzing
Bij stroomuitval wordt deze uitgang niet door de accu gebufferd.
Bij stroomuitval is de uitgangsspanning gelijk aan 0 V.
+BATT1 ,+BATT2
Polymeer-lithium-ion-accu, 7,4 V, 2500 mAh
OP 301, OP 302
Relais uitgang
Potentiaalvrij, wisselcontact NO / C / NC
Max. contactbelastbaarheid: 500 mA @ 24 V AC rms of 30 V DC
OP 303, OP 304
Transistor uitgang
Open-drain
Max. contactbelastbaarheid: 500 mA @ 13,8 V DC
Aanwijzing
Bij stroomuitval dalen deze uitgangen tot 0 V
TR
Een negatieve sabotage-ingang
De ingang wordt door de aangesloten sirene naar de
uitgeschakelde lage stand (massapotentiaal) geschakeld. De
drempelspanning voor actief is > 4 V, en voor inactief <3,6 V.
TRB
Een negatieve storingsingang
De ingang wordt door de aangesloten sirene naar de
uitgeschakelde lage stand (massapotentiaal) geschakeld. De
drempelspanning voor actief is > 4 V, en voor inactief <3,6 V.
10/100 LAN
Ethernet/LAN
Cat5e Patch-kabel, RJ45 mannelijk
Stekker aan elk uiteinde, geschikt voor 10/100Base-T
USB TYPE-B
USB Mini-B-stekker voor centrale
USB-A-stekker voor pc
Max. lengte 3 m
A B
Interface voor analoge telefoonleiding naar het openbare
telefoonnet of naar een telefooninstallatie of naar een
toegangsapparaat (IAD, in de omgangstaal een router, bijv.
Vodafone Easybox xyz of FRITZ!Box vwxy)
Telecommunicatieaansluiting volgens TBR-21 / CTR21 (ETSI
ES203021)
> 18 V
Bijlage
315
REN-rating 1
PSTN gegevenssnelheden tot 1200 bps (V.22)
Micro SD
Secure Digital Memory Card
Micro SD 11 mm x 15 mm x 1,0 mm
4 GB Micro SDHC
Z301, Z302, Z303, Z304
Bedrade zones
2-draads FSL 2K2/4K7
2-draads FSL 1K/1K
2-draads FSL 2K2/2K2
2-draads FSL 4K7/4K7
2-draads CC
Z301A / Z301T, Z302A / Z302T
Bedrade zones
4-draads CC
Gespecificeerde weerstandsgebieden voor rust-, alarm- en sabotagetoestand (waarden in ohm).
Weerstandswaarden direct op de schroefklemmen.
Aanbeveling voor weerstand van de kabel: moet lager zijn dan 100 ohm.
2-draads FSL
2K2/4K7
2-draads FSL
1K/1K
2-draads FSL
2K2/2K2
2-draads FSL
4K7/4K7
Sabotage O/C
8281-
2401-
5281-
11281-
Alarm
4081-8280
1401-2400
3081-5280
6581-11280
Rust
1760-4080
800-1400
1760-3080
3760-6580
Sabotage S/C
0-1759
0-799
0-1759
0-3759
4-draads CC
2-draads CC
Open / Alarm / Sabotage
1001-
1001-
Gesloten / Rust
0-1000
0-1000
Bijlage
316
Communicatie
Communicatiewegen (kanalen)
a/b-interface
Interface voor analoge telefoonleiding naar het openbare
telefoonnet of naar een telefooninstallatie of naar een
toegangsapparaat (IAD)
Ethernet
10/100 LAN
GSM/GPRS (2G)
Aansluitmodule, optioneel
FUMO50000
FUMO50001
Quad-band GSM: 850/900/1800/1900 MHz
GSM/GPRS (2G)
LTE (4G)
Aansluitmodule, optioneel
ESMO50000
2G GSM: 900 en 1800 MHz
4G LTE: B3 (1800 MHz), B8 (900 MHz), B20 (800 MHz)
Communicatietypes
Webserver
Webtoegang, APP en ABUS-server
Alarmontvanger/meldkamer reporting
Ontvanger
2 tel., 2 IP
Protocollen
DTMF-basis
Fast Format, Contact ID
Op basis van FSK
SIA 1, SIA 2, Ex SIA 3, Ex SIA 3 V2, Ex SIA 3 V3
Op basis van sms
CID in sms
IP compatibel met "SIA IP Reporting (TCP-2013)"
DC-09 (SIA-IP), met Fast Format, Contact ID, SIA
Protocol
Token
FF
"SCN-S8"
CID
"ADM-CID"
SIA 1, SIA 2,
SIA 3, Ex SIA 3,
Ex SIA 3 V2, Ex
SIA 3 V3
"SIA-DCS"
TCP, alleen onversleuteld (software<=3.00.03),
onversleuteld en versleuteld (software>=3.00.03)
Aanwijzing:
Details zie bijlage "Alarmontvanger (meldkamer)
reporting protocol formaten"
Zorgmelding
Ontvanger
2 tel.
Protocollen
DTMF-basis
Scancom, Scanfast, Tunstall
Spraakkiezer
Ontvanger
8 tel. of VoIP/SIP ID
MFV / DTMF herkenning VoIP/SIP
Bevestiging
RFC 2833
Codec VoIP/SIP
PCM G711 A law (RTP AV Profile 8)
ITU-T G.711 PCM A-Law audio 64 kbit/s
Referentie RFC 3551
Bijlage
317
Sms
Ontvanger
8
PSTN SMS Rapporten
TAP 8N1
TAP 7E1
UCP 8N1
UCP 7E1
ETSI protocol 1
E-mail
Ontvanger
8
Afstandsbediening via telefoon
Ja
ATS Alarm Transmission System
Categorieën en classificaties
ATS (Alarm Transmission System)
categorieën, SPT (Supervised Premises
Transceiver) classificatie
De centrale heeft een ingebouwde SP2 (ATS2) communicator
zodat aan EN 50131 voor veiligheidsgraad 2 wordt voldaan.
Het alarmtransmissiesysteem voldoet aan EN 50136-1:2012 als
een SP2 (ATS2) communicator.
De centrale ondersteunt opties A, B en C voor graad 2 zoals
vermeld in tabel 10 van EN 50131-1:2006+A1:2009
Classificatie van de overdrachtsduur
D2 -> SP2
Overdrachtsduur, hoogste waarden
M2 -> SP2
Classificatie van de meldingstijd
T2 -> SP2
Classificatie van de beschikbaarheid
A0 (geen vereiste)-> SP2 (optioneel)
Er is geen methode om overeenstemming te bereiken met EN
50136-1:2012, 6.7.3 (onbeschikbaarheid van het
alarmtransmissiesysteem) aangezien A0, geen vereiste.
Beveiliging tegen verwisseling
S0 (geen maatregelen) -> SP2 (optioneel)
Er is geen methode om overeenstemming te bereiken met EN
50136-1:2012, 6.7.2 (redundantie/dubbeling) aangezien S0, geen
maatregelen
Informatiebeveiliging
I0 (geen maatregelen)-> SP2 (optioneel)
Er is geen methode om overeenstemming te bereiken met EN
50136-1:2012, 6.8.3 (beveiliging van de informatie) aangezien I0,
geen maatregelen.
Bewaking a/b, ethernet en GSM/mobiel
Zie installateurshandleiding hoofdstuk Communicatieopties.
Installateursmodus -> Communicatie -> Comm.-opties -> Reactie
comm.-kan. storing
Ethernet, PSTN (a/b), GSM/mobiel
Installateursmodus -> Communicatie -> Comm.-opties ->
Vertraging comm.-kan. storing
Ethernet, PSTN (a/b), GSM/mobiel
Methode voor de bevestigingsmodus
Bedrijfsmodus/methode:
Aanreiken
(EN 50136-2:2013 hoofdstuk 6 Werking)
Bijlage
318
Software >= 3.00.06
Functie
PSTN
Ethernet
LAN
2G
GSM, GPRS
4G
LTE
Mobiele module
of aansluitingen
a/b
LAN
ESMO50000
FUMO50001
FUMO50000
ESMO50000
Reporting alarmontvanger/meldkamer (op
basis van DTMF en FSK)
Ja
Nee
Ja
Nee
Reporting alarmontvanger/meldkamer (op IP-
basis, bijv. DC-09)
Nee
Ja
Ja
Ja
Zorgmelding (op DTMF-basis)
Ja
Nee
Ja
Nee
Spraakkiezer (analoog)
Ja
Nee
Ja
2G fall back
Spraakkiezer (VoIP/SIP)
Nee
Ja
Nee
Nee
Spraakkiezer (VoLTE)
Nee
Nee
Nee
Nee
2-weg communicatie
Ja
Ja
Ja
2G fall back
Afstandsbediening per telefoon
Ja
Nee
Ja
2G fall back
Sms
Ja
Nee
Ja
Ja
als de
netwerkexploitant
dit ondersteunt
E-mail (met foto's)
Nee
Ja
Nee
Ja
E-mail (zonder foto's)
Nee
Ja
Ja
Ja
Webserver
Nee
Ja
Nee
Nee
DynDNS ABUS-server
Nee
Ja
Nee
Nee
SNTP (tijdsynchronisatie)
Nee
Ja
Ja
Ja
IP-camera
Nee
Ja
Nee
Nee
Smartphone "App"
Nee
Ja
Nee
Nee
Pushnotificaties
Nee
Ja
Ja
Ja
Overige
Configuratie
Webbrowser via geïntegreerde webserver of direct aan de
centrale
Bijlage
319
EG-richtlijnen
RED: 2014/53/EU
EMC: 2014/30/EU
RoHS: 2011/65/EU
WEEE: 2012/19/EU
ErP: 2009/125/EU
Laagspanning: 2014/35/EU
Algemene veiligheid: 2001/95/EG
Overeenstemmingsverklaringen
voor de systemen Secvest draadloos alarmcentrale FUAA50000, FUAA50500, FUAA50010, FUAA50510,
FUAA50100, FUAA50600, FUAA50110, FUAA50610.
Normen en standaarden waaraan de centrale zegt te voldoen.
Certificeringsinstantie / Certification body: Telefication B.V.
EN 50131-1:2006+A1:2009
EN 50131-3:2009
EN 50131-5-3:2005+A1:2008
EN 50131-6:2008+A1:2014
EN 50131-10:2014
EN 50136-2:2013
Certificeringsinstantie / Certification body: ANPI
INCERT TO31 2014 edition
Veiligheidsgraad: Graad 2
Milieuklasse: Klasse II
Bij een correcte installatie van de centrale voldoet de Secvest aan EN 50131 Graad 2.
De Secvest voldoet aan EN 50131-1 en EN 50130-5 Milieuklasse II.
PSU voldoet aan EN 50131-1:2006+A1 2009 par.9 en EN 50131-6:2008+A1:2014 bij een correcte installatie van de
centrale.
Het alarmtransmissiesysteem (Engels ATS) voldoet aan EN 50136-1:2012 als een SP2-communicator.
Bij graad 2 maakt de ingebouwde SP2-communicator een conforme communicator voor de Secvest mogelijk,
op voorwaarde dat
a) deze volgens de installatiehandleiding wordt geïnstalleerd,
b) de aangesloten PSTN, LAN en GSM/mobiele telefonie normaal werken,
c) de alarmontvanger overeenkomstig is uitgerust.
De mobiele module (typen zie Technische gegevens -> Communicatie) kan worden gebruikt als een optionele
communicator voor graad 2.
Software >=3.00.06
Variant 1
Variant 2
TS eerste netwerkinterface
Communicator
Mobiele module
TS vervangingsnetwerkinterface
Mobiele module
Communicator
Bijlage
320
De centrale ondersteunt opties A, B en C voor graad 2 zoals vermeld in tabel 10 van EN 50131-1:2006+A1:2009
Als de installateur een niet-conforme configuratie kiest, moet de normetikettering worden verwijderd of gecorrigeerd.
De controle van de conformiteit door een externe instantie is uitgevoerd door ANPI en Telefication B.V.
Bijlage
321
Compatibele uitrusting
Draadloze componenten
Naam
Artikelnummer
Aanwijzing
Melder
Openingsmelder CC (bruin)
FUMK50000B
Openingsmelder CC (wit)
FUMK50000W
Openingsmelder FSL (bruin)
FUMK50010B
Openingsmelder FSL (wit)
FUMK50010W
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (bruin)
FUFT50010B
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (zilver)
FUFT50010S
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (wit)
FUFT50010W
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (bruin)
FUFT50011B
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (zilver)
FUFT50011S
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (wit)
FUFT50011W
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (bruin)
FUFT50020B
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (zilver)
FUFT50020S
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (wit)
FUFT50020W
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (bruin)
FUFT50021B
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (zilver)
FUFT50021S
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (wit)
FUFT50021W
Mini-openingsmelder (bruin)
FUMK50020B
Mini-openingsmelder (zilver)
FUMK50020S
Mini-openingsmelder (wit)
FUMK50020W
Smalle openingsmelder (wit)
FUMK50030W
Smalle openingsmelder (wit)
FUMK50031W
Raambeveiliging FTS 96 E - AL0089 (bruin)
FUFT50000B
Raambeveiliging FTS 96 E - AL0089 (wit)
FUFT50000W
Raambeveiliging FTS 96 E - AL0125 (bruin)
FUFT50001B
Raambeveiliging FTS 96 E - AL0125 (wit)
FUFT50001W
Raambeveiliging FTS 96 E - AL0145 (bruin)
FUFT50002B
Raambeveiliging FTS 96 E - AL0145 (wit)
FUFT50002W
Ombouwset voor FTS 96 (bruin)
FUFT50008B
Ombouwset voor FTS 96 (wit)
FUFT50008W
Venstergreep FG 350 E (bruin)
FUFT50040B
Venstergreep FG 350 E (zilver)
FUFT50040S
Venstergreep FG 350 E (wit)
FUFT50040W
Vensterstangslot FOS 550 E - AL0089 (bruin)
FUFT50030B
Vensterstangslot FOS 550 E - AL0089 (wit)
FUFT50030W
Vensterstangslot FOS 550 E - AL0125 (bruin)
FUFT50031B
Vensterstangslot FOS 550 E - AL0125 (wit)
FUFT50031W
Vensterstangslot FOS 550 E - AL0145 (bruin)
FUFT50032B
Vensterstangslot FOS 550 E - AL0145 (wit)
FUFT50032W
Ombouwset voor FOS 550 - AL0089 (bruin)
FUFT50036B
Ombouwset voor FOS 550 - AL0089 (wit)
FUFT50036W
Ombouwset voor FOS 550 - AL0125 (bruin)
FUFT50037B
Ombouwset voor FOS 550 - AL0125 (wit)
FUFT50037W
Ombouwset voor FOS 550 - AL0145 (bruin)
FUFT50038B
Ombouwset voor FOS 550 - AL0145 (wit)
FUFT50038W
Venstergreepbeveiliging FO 400 E - AL0089 (bruin)
FUFT50050B
Venstergreepbeveiliging FO 400 E - AL0089 (wit)
FUFT50050W
Venstergreepbeveiliging FO 400 E - AL0125 (bruin)
FUFT50051B
Bijlage
322
Venstergreepbeveiliging FO 400 E - AL0125 (wit)
FUFT50051W
Ombouwset voor FO 400
FUFT50058
Bewegingsmelder PIR
FUBW50000
Bewegingsmelder (PET)
FUBW50010
Buitenbewegingsmelder
FUBW50020
FUBW50021
FUBW50022
Rookmelder
FURM50000
Glasbreukmelder
FUGB50000
Trillingsmelder
FUEM50000
Watermelder
FUWM50000
Overvalmelder
FUAT50010
Overvalmelder
Brandmelder
FUAT50020
Bedieningspanelen
Bedieningspaneel
FUBE50000
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Bedieningspaneel met RC
FUBE50001
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Software >= V2.00.06
Sleutelschakelaar
FUBE50060
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Sleutelschakelaar met RC
FUBE50061
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Software >= V2.00.06
Buitensirenes
Buitensirene
FUSG50000
Buitensirene
FUSG50100
Sirenen software 1.8
Aanwijzing:
Herhalen niet mogelijk.
Buitensirene
FUSG50101
Sirenes software >= 1.10
Binnen-signaalgever
Binnen-signaalgever
FUSG50110
Software >=3.00.05
Infomodule / binnensirenes
Informatiemodule
FUMO50030
Binnensirene
FUSG50010
UVM
Universele modules (UVM)
FUMO50020
Deursloten
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (bruin)
FUFT50010B
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (zilver)
FUFT50010S
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (wit)
FUFT50010W
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (bruin) met RC
FUFT50011B
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Software >= V2.00.06
Bijlage
323
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (zilver) met RC
FUFT50011S
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Software >= V2.00.06
Deur-bijzetslot met draaiknop 7010 E (wit) met RC
FUFT50011W
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Software >= V2.00.06
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (bruin)
FUFT50020B
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (zilver)
FUFT50020S
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (wit)
FUFT50020W
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (bruin) met RC
FUFT50021B
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Software >= V2.00.06
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (zilver) met RC
FUFT50021S
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Software >= V2.00.06
Deur-bijzetslot met binnencilinder 7025 E (wit) met RC
FUFT50021W
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Software >= V2.00.06
Secvest-Key
FUSK5xxxx
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Secvest Key met RC
FUKE53030-58080
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Software >= V2.00.06
RF Repeater
Repeater module Secvest
FUMO50010
Software >= V2.01.08
Hybride module
Hybride module Secvest
FUMO50110
Software >= V3.01.14
Uitgangen
Stopcontact
FUHA50010
Chipsleutel
Proximitysleutel
FUBE50020
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Afstandsbedieningen
Afstandsbediening
FUBE50010
FUBE50011
FUBE50012
FUBE50013
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Afstandsbediening met RC
FUBE50014
FUBE50015
Activeren / deactivering
(actief / inactief)
Software >= V2.00.06
Overvalnoodoproepzender
Noodoproepzender
FUAT50000
Overvalzender
Noodoproepzender medisch
Noodoproepzender
FUAT50000
Bijlage
324
Noodoproepzender zorg
Noodoproepzender
FUAT50000
Testapparaten
Testbox
FU3801
Bijlage
325
Bekabelde componenten, toebehoren
Naam
Artikelnummer
Aanwijzing
Camera TVIP41550
PIR-netwerkcamera
TVIP41550
IP-camera's
Binnen IP Dome IR 3MPx
IPCA33500
Software >= V1.01.00
IP-boxtype 2 MPx (1080p, 3 × WDR)
IPCA52010
Universeel IP Boxtype 3MPx
IPCA53000
Software >= V1.01.00
IP-boxtype 8 MPx (4K, 3 × WDR)
IPCA58000
IP Tube 2 MPx (1080p, 3 - 9 mm, 3 × WDR)
IPCA62510
IP Tube 2 MPx (1080p, 5 - 50 mm, 3 × WDR)
IPCA62515
Buiten IP Tube IR Ultra Low-Light 1080p
IPCA62520
Software >= V1.01.00
Buiten IP Tube IR 3MPx
IPCA63500
Software >= V1.01.00
Buiten IP Tube IR 6MPx
IPCA66500
Software >= V1.01.00
IP Tube 8 MPx (4K, 4.3 - 8.6 mm, 3 × WDR)
IPCA68500
IP Dome 2 MPx (1080p, 3 - 9 mm, 3 × WDR)
IPCA72510
IP Dome 2 MPx (1080p, 5- 50m, 3 × WDR)
IPCA72515
Buiten IP dome IR Ultra Low-Light 1080p
IPCA72520
Software >= V1.01.00
Buiten IP Dome IR 3MPx
IPCA73500
Software >= V1.01.00
Buiten IP Dome IR 6MPx
IPCA76500
Software >= V1.01.00
IP Dome 8 MPx (4K, 4.3 - 8.6 mm, 3 × WDR)
IPCA78500
Buiten IP Mini Dome IR 1080p
IPCB42500
IPCB42501
Software >= V1.01.00
IP Mini Dome 2 MPx (1080p, 2,8 mm)
IPCB42510A
IP Mini Dome 2 MPx (1080p, 4 mm)
IPCB42510B
IP Mini Dome 2 MPx (1080p, 6 mm)
IPCB42510C
IP Mini Dome WLAN 2 MPx (1080p, 2.8 mm)
IPCB42515A
Buiten IP Mini Dome IR WLAN 1080p
IPCB42550
IPCB42551
Software >= V1.01.00
IP Mini Dome 4 MPx (2.8 mm)
IPCB44510A
IP Mini Dome 4 MPx (4 mm)
IPCB44510B
IP Mini Dome 4 MPx (6 mm)
IPCB44510C
Universal IP Mini Tube IR 1080p
IPCB62500
Software >= V1.01.00
IP Mini Tube 2 MPx (1080p, 2.8 mm)
IPCB62510A
IP Mini Tube 2 MPx (1080p, 4 mm)
IPCB62510B
IP Mini Tube 2 MPx (1080p, 6 mm)
IPCB62510C
IP Tube 2 MPx (1080p, 2.8 - 12 mm)
IPCB62520
IP Mini Tube 4 MPx (2.8 mm)
IPCB64510A
IP Mini Tube 4 MPx (4 mm)
IPCB64510B
IP Mini Tube 4 MPx (6 mm)
IPCB64510C
IP Tube 4 MPx (2.8 - 12 mm)
IPCB64520
IP Mini Tube 8 MPx (4K, 2.8 mm)
IPCB68510A
IP Mini Tube 8 MPx (4K, 4 mm)
IPCB68510B
IP Mini Tube 8 MPx (4K, 6 mm)
IPCB68510C
IP Tube 8 MPx (4K, 2.8 - 12 mm)
IPCB68520
Bijlage
326
Universeel IP Dome IR 720p
IPCB71500
Software >= V1.01.00
Universal IP Dome IR 1080p
IPCB72500
IPCB72501
Software >= V1.01.00
IP Dome 2 MPx (1080p, 2.8 mm)
IPCB72515A
IP Dome 2 MPx (1080p, 2.8 - 12 mm)
IPCB72520
IP Dome 4 MPx (4 mm)
IPCB74515B
IP Dome 4 MPx (2.8 - 12 mm)
IPCB74520
IP Dome 8 MPx (4K, 2.8 mm)
IPCB78515A
IP Dome 8 MPx (4K, 2.8 - 12 mm)
IPCB78520
Dual Flex Encoder
IPCS10020
Ultra Low-Light IP Tube IR 1080p
IPCS62520
Software >= V1.01.00
Ultra Low-Light IP Dome IR 1080p
IPCS72520
Software >= V1.01.00
IP PTZ 2 MPx (1080p, 20x)
IPCS82500
IP PTZ 2 MPx (1080p, 23x, Ultra Low-Light)
IPCS82520
IP PTZ 3 MPx (36x)
IPCS83500
IP Mini PTZ 4 MPx (4x)
IPCS84510
IP-videobewaking 2MPx WLAN compacte binnencamera
TVIP11560
TVIP11561
Draai- en kantelbare WLAN HD 720p Binnencamera
TVIP21560
IR HD 720p Netwerk Buiten Dome Camera
TVIP41500
WLAN HD 720p Buiten Dome Camera
TVIP41560
WLAN HD 720p PTZ Domecamera
TVIP41660
ABUS IP-videobewaking 2MPx WLAN mini domecamera
TVIP42560
WDR dag-/nacht HD 1080p netwerkcamera
TVIP52502
IR HD 720p Netwerk Buiten Camera
TVIP61500
IR HD 720p WLAN Netwerk Buiten Camera
TVIP61550
WLAN HD 720p Buitencamera
TVIP61560
ABUS IP-videobewaking 2MPx WLAN Mini Tube-Camera
TVIP62560
Dag/nacht PTZ HD 720p Netwerk Dome Camera
TVIP81000
Dag/nacht PTZ 720p Netwerk Buiten Dome Camera
TVIP81100
Dag/nacht PTZ HD 1080p Netwerk Dome Camera
TVIP82000
Dag/nacht PTZ 1080p Netwerk Buiten Dome Camera
TVIP82100
Fisheye HD 1080p Netwerk Binnen Camera
TVIP82900
IP Fisheye 3 MPx
TVIP83900
Hemispheric Buiten IP Dome 6 MPx
TVIP86900
Communicatieapparaten
Mobiele module
FUMO50000
Mobiele module
FUMO50001
Software >= V1.01.00
Mobiele module
ESMO50000
Software >= V3.00.05
Mobiele antenne
AZ6310W
Simkaart
Standaard SIM 1,8V / 3,0V
Micro SIM
FUMO50001
ESMO50000
Bijlage
327
WiFi-adapter
FUMO50040
Ethernet <-> WiFi
Externe PSU
Voedingsstekker 13,8 V/1,7A
AZZU10000
AZZU10030
FU3819
Voedingskast 13,8V / 2A
TVAC35500
Voedingskast 13,8V / 3A
TVAC35510
Voedingskast 13,8V / 5A
TVAC35520
Noodstroomvoeding
Reserveaccu 7,4 V/2500 mAh
FUBT50000
SD-kaart
Micro SD-opslagkaart 4 GB
TVAC40970
4 GB Micro SDHC
Touch Cover
Secvest Touch Cover afzonderlijk
FUZU50000
Software >= 2.01.08
Bekabelde componenten die aan de elektrische specificatie van de overeenkomstige aansluitingen (zones, uitgangen,
ingangen) voldoen.
Bijlage
328
Software voor bediening, besturing en communicatie
Naam
Artikelnummer
Aanwijzing
Browser
IE8
IE7 en oudere zijn NIET compatibel
Firefox
Chrome
Safari
App
Secvest APP (iOS)
APP50000
Versie
2.3.1
2.1.1
2.1.0
2.0.1
1.3.5
1.3.1
1.2.5
1.2.2
1.1.7
1.1.2
iOS 10 of hoger
iPhone, iPad, iPod Touch
Secvest APP (Android)
APP50200
Versie
2.3.1
2.1.1
2.1.0
2.0.1
1.3.40
1.3.38
1.3.1
1.2.1
1.1.6
Android 5.0 (Lollipop) of hoger
Update software
Secvest Update Utility
Versie 1.02.05 of hoger
Bijlage
329
Standaardwaarden / fabrieksinstellingen HW
In de afleveringstoestand levering is een draadbrug aangesloten tussen de TR (Tamper Return) en 0V klemmen en
tussen de TRB (Trouble) en 0V klemmen.
Er verschijnt dus geen foutmelding (sabotage of storing) als er geen bedrade sirene is aangesloten.
Bijlage
330
Standaardwaarden / fabrieksinstellingen SW
Aanwijzing
De Secvest-centrale voldoet aan de vereisten van EN 50131, wanneer de standaardwaarden met inachtneming
van de aanwijzingen worden bijgehouden. Als u dergelijke instellingen wijzigt, kan de installatie niet meer
voldoen aan de conformiteit. Als de Secvest-centrale niet meer in overeenstemming is met EN 30131, dan
moet u alle aanduidingen verwijderen die naar deze overeenstemming verwijzen.
Installateursmodus
MENU-optie
Fabrieksinstellingen
Standaardwaarden
Opmerkingen
1. COMPONENTEN
Melder
IP-zones
Melders
toevoegen/verwijderen
Zone 1nn
Zone 101 tot 103
Zone 101 tot 106 (software 1.01.00
en nieuwer)
Apparaattype
IPCx-serie
Trigger modus
Extern
Trigger gebeurtenissen
Nee
Verschijnt alleen wanneer "Trigger
modus" = "Extern" of "Int. + Ext."
Camera-actie
Video's Nee
Foto's Ja
Verschijnt alleen bij de IPCx-serie
Trigger deelgebieden
Deelgebied 1 Ja
Deelgebied 2 Ja
Deelgebied 3 Ja
Deelgebied 4 Ja
Alle deelgebieden Ja
Verschijnt alleen wanneer "Trigger
modus" = "Extern" of "Int. + Ext."
IP-adres
Leeg
HTTP Poort Lokaal
80
HTTP Poort Extern
Leeg
RTSP Poort Lokaal
554
RTSP Poort Extern
Leeg
Gebruikersnaam
Leeg
Wachtwoord
Leeg
Reactietijd
20s
Variërend van 1s tot 99s
Zones bewerken
Naam
Zone 10x
Zone 101 tot 103
Zone 101 tot 106 (software 1.01.00
en nieuwer)
Type
Niet gebruikt
Bijlage
331
Deelgebieden
Geen
Verschijnt alleen wanneer het
zonetype anders is dan "Niet
gebruikt".
Eigenschappen
Geen
Intern bewaakt
Uit
Deurbel
Uit
Belastingstest
Uit
Activiteitsbewaking
Uit
Verbergbaar geforceerd
actief
Uit
Openbreken negeren
Uit
Overbruggen mogelijk
Uit
Omgekeerd
Uit
Supervisie
Aan
Verschijnt alleen wanneer de zone
een type krijgt dat anders is dan
"Niet gebruikt".
Sommige eigenschappen zijn alleen
bij bepaalde zonetypes beschikbaar.
Alles verwijderen
Draadloze zones
Melders
toevoegen/verwijderen
Zone 2nn
Zone 201 tot 248
Zones bewerken
Naam
Zone 2xy
Zone 201 tot 248
Type
Niet gebruikt
Deelgebieden
Geen
Verschijnt alleen wanneer het
zonetype anders is dan "Niet
gebruikt".
Eigenschappen
Geen
Intern bewaakt
Uit
Deurbel
Uit
Belastingstest
Uit
Activiteitsbewaking
Uit
Verbergbaar geforceerd
actief
Uit
Openbreken negeren
Uit
Overbruggen mogelijk
Uit
Supervisie
Software
>=3.01.16
Aan
Verschijnt alleen wanneer de zone
een type krijgt dat anders is dan
"Niet gebruikt".
Sommige eigenschappen zijn alleen
bij bepaalde zonetypes beschikbaar.
Alles verwijderen
Bedrade zones
Zones bewerken
Naam
Zone 30x
Zone 301 tot 304
Type
Niet gebruikt
Deelgebieden
Geen
Verschijnt alleen wanneer het
zonetype anders is dan "Niet
gebruikt".
Eigenschappen
Geen
Intern bewaakt
Uit
Deurbel
Uit
Verschijnt alleen wanneer de zone
een type krijgt dat anders is dan
"Niet gebruikt".
Sommige eigenschappen zijn alleen
bij bepaalde zonetypes beschikbaar.
Bijlage
332
Belastingstest
Uit
Activiteitsbewaking
Uit
Verbergbaar geforceerd
actief
Uit
Openbreken negeren
Uit
Overbruggen mogelijk
Uit
Omgekeerd
Uit
Alles verwijderen
HyMo-zones
Zones bewerken
Naam
Zone 40x
Zone 401 tot 420
Type
Niet gebruikt
Deelgebieden
Geen
Verschijnt alleen wanneer het
zonetype anders is dan "Niet
gebruikt".
Eigenschappen
Geen
Intern bewaakt
Uit
Deurbel
Uit
Belastingstest
Uit
Activiteitsbewaking
Uit
Verbergbaar geforceerd
actief
Uit
Openbreken negeren
Uit
Overbruggen mogelijk
Uit
Omgekeerd
Uit
Verschijnt alleen wanneer de zone
een type krijgt dat anders is dan
"Niet gebruikt".
Sommige eigenschappen zijn alleen
bij bepaalde zonetypes beschikbaar.
Alles verwijderen
Draadloos
bedieningspaneel
Bedp.
toevoegen/verwijderen
Draadloos Bedp. 0n
Draadloos Bedp. 01 tot 08
Bedieningspaneel bewerken
Naam
Draadloos BDP 0x
Draadloos Bedp. 01 tot 08
Deelgebieden
Deelgebied 1-4: Ja
Alle deelgebieden: Ja
Toets C
Intern actief
Directe activering
Ja
Alles verwijderen
Buitensirenes
Draadloze sirenes
Sirene
toevoegen/verwijderen
Draadloze sirene 0n
Draadloze sir. 01 tot 04
Sirene bewerken
Naam
Draadloze sir. 0n
Draadloze sir. 01 tot 04
Deelgebieden
Deelgebied 1-4: Ja
Alle deelgebieden: Ja
Bijlage
333
Alles verwijderen
Bedrade sirenes
Bedrade sirene 01
Naam
Bedrade sirene 01
Binnen-signaalgever
Toevoegen/verwijderen
Binnen-SG 0n
Binnen-SG 01 tot 04
Bewerken
Naam
Binnen-SG 0n
Binnen-SG. 01 tot 04
Deelgebieden
Deelgebied 1: Ja
Deelgebied 2-4: Nee
Alle deelgebieden: Nee
Alles verwijderen
Binnensirenes/infomodule
Toevoegen Centrale
Bijwerken
Geblokkeerd
LED gereed
Geblokkeerd
UVM
UVM toevoegen/verwijderen
UVM 0n
UVM 01 tot 08
UVM bewerken
Naam
UVM 0x
UVM 01 tot 08
Modus
Alles verwijderen
Deursloten
Deurslot
toevoegen/verwijderen
Deurslot 0n
Deurslot 01 tot 08
Deurslot bewerken
Naam
Deurslot 0x
Deurslot 01 tot 08
Deelgebieden
Deelgebied 1-4: Ja
Alle deelgebieden: Ja
Inactief na inbraak
Ja
Software >= 3.01.16
Alles verwijderen
RF Repeater
Toevoegen/verwijderen RF
Repeater
RF Repeater 1 tot 4
RF Repeater 1 tot 4
Deurslot bewerken
Naam
RF Repeater 1 tot 4
RF Repeater 1 tot 4
Repeat centrale
Nee
Bijlage
334
Repeat melder
Nee
Na het toevoegen van een repeater
verschijnen alle geprogrammeerde
melders van de centrale.
Repeat draadloze
bedieningspanelen
Nee
Na het toevoegen van een repeater
verschijnen alle geprogrammeerde
draadloze bedieningspanelen van
de centrale.
Binnen-SG herhalen
Nee
Na het toevoegen van een repeater
verschijnen alle geprogrammeerde
binnen-signaalgevers van de
centrale.
Repeat buitensirenes
Nee
Na het toevoegen van een repeater
verschijnen alle geprogrammeerde
buitensirenes van de centrale.
Repeat deursloten
Nee
Na het toevoegen van een repeater
verschijnen alle geprogrammeerde
deursloten van de centrale.
HyMo herhalen
Nee
Na het toevoegen van een repeater
verschijnen alle geprogrammeerde
hybride modules van de centrale.
Alles verwijderen
Hybride modules
Toevoegen/verwijderen
HyMo n
Hybride module 1 tot 2
Bewerken
Naam
HyMo x
Hybride module 1 tot 2
Deelgebieden
Deelgebied 1-4: Ja
Alle deelgebieden: Ja
Type bedrade zone
2-draads FSL 2K2/4K7
Luidspreker opties
Deelgebieden
Deelgebied 1-4: Ja
Alle deelgebieden: Ja
Alles verwijderen
2. UITGANGEN
Draadloze uitgangen
Uitgangen toevoegen
Uitgang 2nn
Uitgang 201 tot 232
Uitgangen bewerken
Naam
Uitgang 2nn
Uitgang 201 tot 232
Type
Niet gebruikt
Polariteit
Normaal
Deelgebieden
Deelgebied 1-4: Ja
Alle deelgebieden: Ja
Alles verwijderen
Bedr. uitgangen
Uitgangen bewerken
Bijlage
335
Naam
Uitgang 3nn
Uitgang 301 tot 304
Type
Niet gebruikt
Polariteit
Normaal
Deelgebieden
Deelgebied 1-4: Ja
Alle deelgebieden: Ja
Alles verwijderen
HyMo-uitgangen
Uitgangen bewerken
Naam
Uitgang 40n
Uitgang 401 tot 408
Type
Niet gebruikt
Polariteit
Normaal
Deelgebieden
Deelgebied 1-4: Ja
Alle deelgebieden: Ja
Alles verwijderen
Combi uitgangen
Combi uitgangen 1-10
Modus
Eén (OF)
Ingangen 1-10
Niet gebruikt
3. DEELGEBIEDEN
Deelgebied 1-4
Naam
Deelgebied n
Deelgebied 1 tot 4
Alles actief
Uitgangsmodus
Vertraagde activering
Uitgangstijd
40 seconden
Verschijnt alleen wanneer de
uitgangsmodus "Vertraagde
activering" of "Stille activering" is.
Hersteltijd
15 seconden
Verschijnt alleen wanneer de
uitgangsmodus "In-/uitgang
geactiveerd", "Vergrendeling actief"
of "Annuleren uitgangsvertraging" is.
Ingangstijd
40 seconden
Voor de vervulling van EN 50131-1
clausule 8.3.8.2, maximum 45
seconden
Alarmreactie
Sirene + communicatie
Intern alarm ingesloten
Sirenevertraging
0 minuten
Sirenetijd ext.
15 minuten
3 minuten, wanneer land = Duitsland
Om te voldoen aan EN 50131-1
clausule 8.6 minimum 90 seconden,
maximum 15 minuten.
Flitser actief
Uit
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Flitser inactief
Uit
Pieptoon actief
Uit
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Pieptoon inactief
Uit
Sirenetijd int.
Continu
Bijlage
336
Intern actief
Uitgangsmodus
Directe activering
Uitgangstijd
40 seconden
Verschijnt alleen wanneer de
uitgangsmodus "Vertraagde
activering" of "Stille activering" is.
Hersteltijd
15 seconden
Verschijnt alleen wanneer de
uitgangsmodus "In-/uitgang
geactiveerd", "Vergrendeling actief"
of Annuleren uitgangsvertraging" is.
Ingangstijd
40 seconden
Voor de vervulling van EN 50131-1
clausule 8.3.8.2, maximum 45
seconden
Alarmreactie
Sirene
Intern alarm ingesloten
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Sirenevertraging
0 minuten
Sirenetijd ext.
15 minuten
3 minuten, wanneer land = Duitsland
Om te voldoen aan EN 50131-1
clausule 8.6 minimum 90 seconden,
maximum 15 minuten.
Part. inschakelen bij
laatste zone
In-/uitgang
Ingangsroute bij intern
als
Ingangsroute
Flitser actief
Uit
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Flitser inactief
Uit
Pieptoon actief
Uit
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Pieptoon inactief
Uit
Sirenetijd int.
Continu
Inactief
Software >=2.00.00
Alarmreactie
Sirene + communicatie
Intern alarm ingesloten
Sirenevertraging
0 minuten
Sirenetijd ext.
15 minuten
3 minuten, wanneer land = Duitsland
Om te voldoen aan EN 50131-1
clausule 8.6 minimum 90 seconden,
maximum 15 minuten.
Sirenetijd int.
Continu
Overval reactie
Stil (software >= 2.00.00)
Akoestisch (software < 2.00.00)
Compl. act. link
Deelgebied 2-4: Nee
Alle deelgebieden: Nee
Deelgebied 1 is
gemeenschappelijke partitie.
4. SYSTEEM
Algemeen
Bijlage
337
Taal
Duits
Deze waarde hangt af van hoe u de
taalvraag tijdens de eerste
inbedrijfstelling beantwoordt.
Display tekst
Secvest
Resetten
Fabrieksinstellingen
Landinstellingen
Verschijnt alleen als deel van het
fabrieksinstellingsproces.
Storing stroomnet
Melding A/C storing
Aan
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Vertraging AC-storing
0 minuten
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Melding ext. DC-storing
Aan
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Vertraging ext. DC-
storing
0 minuten
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Installateurgegevens
Naam installateur
Deze waarde hangt af van hoe u de
vragen "Lengte toegangscode" en
"Nieuwe installateurscode" tijdens
de eerste inbedrijfstelling
beantwoordt.
Installateurscode
Deze waarde hangt af van hoe u de
vragen "Lengte toegangscode" en
"Nieuwe installateurscode" tijdens
de eerste inbedrijfstelling
beantwoordt.
Installateur tel.nr.
Gebruikerstoegang
Memo opnemen
Ja
Functie dubbele toets
Nee
Toetsen zorgoproep
Nee
Alle overbruggen
Ja
Snel actief
Nee
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Snel overbruggen
Nee
Gebruikerscode vereist
Ja
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
EN 50131-1, hoofdstuk 8.3.1 (dat
betrekking heeft top EN 50131-3,
hoofdstuk 8.3.1)
2WAY respons
Ja
AB meteen actief
Ja
Bedreigingscode
vrijgegeven
Nee
Verander naar Ja voor gebruik van
de bedreigingscode
Gebruiker resetten
Zone alarm
Ja
Deze optie verschijnt alleen
wanneer de bevestigingsmodus
"Basis" is.
Zone sabotages
Ja
Voor INCERT-erkenning op NEE
zetten.
Bijlage
338
Systeem sabotages
Nee
Voor INCERT-erkenning op NEE
zetten.
Bevestiging
Bevestigingsmodus
Basis
Standaard voor systemen buiten UK
Deze waarde hangt af van hoe u de
vraag "Landinstellingen" tijdens de
eerste inbedrijfstelling beantwoordt.
DD243
BS8243
Standaard voor VK-systemen
wanneer VK als land is geselecteerd.
Deze waarde hangt af van hoe u de
vraag "Landinstellingen" tijdens de
eerste inbedrijfstelling beantwoordt.
Bevestigingstijd
30 minuten
Zichtbaar voor DD243 of BS8243.
Kan tussen 1 en 60 minuten worden
ingesteld. Let op dat alleen een
waarde van 30 minuten of meer in
overeenstemming met DD243 of
BS8243 is.
Na ingang
1 zone
Zichtbaar voor DD243 of BS8243.
De standaardinstelling wordt naar 2
zones gewijzigd wanneer de
bevestigingsmodus DD243 is.
Ingang Bedp. blokkering
Uit
Zichtbaar voor DD243 of BS8243.
Alarmgever aan
Niet bevestigen
Zichtbaar voor DD243, BS8243 en
Basis.
Sirene aan
Niet bevestigen
Zichtbaar voor DD243, BS8243 en
Basis.
Resetten onbevestigd
Gebruiker
Zichtbaar voor DD243 of BS8243.
Resetten bevestigd
Installateur
Zichtbaar voor DD243 of BS8243.
Tijd bevestiging
overvalalarm
8 uur
Alleen zichtbaar voor BS8243. Moet
tussen 8 en 20 uur zijn om in
overeenstemming met BS8243:2010
te zijn.
Sabotage als alleen
sabotage
Ingeschakeld
Zichtbaar voor BS8243.
Hardware
Type bedrade zone
2-draads FSL 2K2/4K7
Deze waarde hangt af van hoe u de
vraag "Type bedrade zone" tijdens
de eerste inbedrijfstelling
beantwoordt.
Draadloze sirenes opties
Sirene + flitser
Accu 2
Geblokkeerd
SD-kaart
Gsm/mobiele antenne
Intern
Veiligheid
Supervisie
Storing
Sabotage, wanneer land = VK
"SABOTAGE" voor VK om aan
PD6662:2010 te voldoen
Jamming
Storing
Sabotage, wanneer land = VK
"SABOTAGE" voor VK om aan
PD6662:2010 te voldoen
Level4 Updates
Geblokkeerd
Sabotage overbruggen
Geblokkeerd
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Bijlage
339
Geforceerd actief
Uit
Als u geforceerd actief toestaat,
voldoet het systeem niet meer aan
EN 50131.
AB inactief actief
Altijd
AB inactief intern actief
Altijd
AB inactief bij ingangstijd
Altijd
AB inactief intern actief
Altijd
Systeem automatisch
actief
Nooit
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Verschijnt alleen wanneer de
bevestigingsmodus Basis is.
Stille waarschuwingen
Gebruikerscode
Annuleringstijd
120 seconden
Sirenevert. (gebr.)
0 minuten
Ingang alarmvertraging
Ingeschakeld
Deze instelling is vereist om aan EN
50131-1 8.3.8.2 te voldoen.
Zenden van de
centralestatus bezig
Nee
Upgrade centrale
"V3.00.03 Geïnstalleerd"
Op upgrade controleren?
Na het selecteren controleert de
centrale automatisch of een
nieuwere softwareversie op de
ABUS FTP-server beschikbaar is.
Back-up/herstellen
Back-up config naar SD-
kaart
Laden config van SD-
kaart
"Secvest04-12-2017-0932.cfg"
Bericht
Alleen op WEB-interface
5. COMMUNICATIE
Netwerk
Netwerkconfiguratie
Webserver
Ingeschakeld
DHCP
Aan
IP-adres
Leeg
Deze optie wordt alleen
weergegeven,
Software >= 2.00.00 DHCP=uit
IP-poortnummer
80
Software <2.00.00
Interne HTTP-poort
80
Interne HTTPS-poort
4433
IP-subnetmask
Leeg
Deze optie wordt alleen
weergegeven,
Software < 2.00.00 wanneer een IP-
adres wordt ingevoerd.
Software >= 2.00.00 DHCP=uit
Gateway IP-adres
Leeg
Deze optie wordt alleen
weergegeven,
Software < 2.00.00 wanneer een IP-
adres wordt ingevoerd.
Software >= 2.00.00 DHCP=uit
Bijlage
340
IP-adres primaire DNS
Leeg
Deze optie wordt alleen
weergegeven,
Software < 2.00.00 wanneer een IP-
adres wordt ingevoerd.
Software >= 2.00.00 DHCP=uit
DYNDNS ABUS-server
Status
Ingeschakeld
Gebruikersnaam
Leeg
Wachtwoord
Leeg
Externe poort
443
Software <2.00.00
Externe HTTPS-
poort
4433
IP-mobiel setup
Software >=3.01.01
Deze optie wordt alleen
weergegeven wanneer een mobiele
module is ingebouwd.
APN
Leeg
Gebruikersnaam
Leeg
Wachtwoord
Leeg
IP-gateway
Ethernet
E-Mail instellingen
Servernaam
Leeg
Server IP Port Nummer
587
Account
Leeg
Gebruikersnaam
Leeg
Wachtwoord
Leeg
SSL
Geblokkeerd
Installeren VoIP-kiezer
SIP testoproep
Bestemming SIP
gebruikers-ID
Leeg
Start test
SIP-servernaam
Leeg
Software <2.00.00
SIP-domeinnaam
Leeg
SIP-proxy
Leeg
SIP gebruikers-ID
Leeg
SIP
gebruikerswachtwoord
Leeg
SIP poort
5060
RTP-poort
10000
RFC 2833 DTMF
detectie
Ingeschakeld
SIP-kiezer vrijgegeven
Ingeschakeld
Meldkamer reporting
Oproepmodus
Enkel
Instelling "Enkelvoudig" of
"Afwisselend" is vereist om aan EN
50131 te voldoen.
Protocol
Fast Format
Communicatie prioriteit
Ethernet 2
PSTN 1
Bijlage
341
Ontvanger
Geen
Codering
Geen
Klant-ID
Klant-ID DG 1: 000000
Klant-ID DG 2: 000000
Klant-ID DG 3: 000000
Klant-ID DG 4: 000000
Een klant-ID per deelgebied
Kanalen Fast Format
Kanaal 1: Brand
Kanaal 2: Overvalalarm
Kanaal 3: inbraakalarm
Kanaal 4: Open/gesloten
Kanaal 5: Zones zijn overbrugd
(systeem)
Kanaal 6: Sabotage
Kanaal 7: Alarm bevestigd
Kanaal 8: Algemene storing
Verschijnt alleen wanneer protocol =
Fast Format
CID/SIA gebeurtenissen
Brand
Ja
Overvalalarm
Ja
Medisch Alarm
Ja
inbraakalarm
Ja
Techniek
Nee
Sabotages
Ja
Activeren/deactiveren
Ja
zie
aanwijzing
2
Intern actief
Ja
zie
aanwijzing
2
Resetten
Ja
zie
aanwijzing
2
Uitgang
tijdoverschrijding
Ja
Overbruggen
Ja
Sleutelkast
Nee
RF Supervisie
Ja
RF Jamming
Ja
zie
aanwijzing
2
RF batterij laag/PSU
Ja
zie
aanwijzing
2
Accu centrale
Ja
zie
aanwijzing
2
Storing stroomnet
Ja
zie
aanwijzing
2
Storingen
Ja
Aanwijzingen:
1. Verschijnt wanneer protocol =
CID of SIA.
2. Deze instelling is vereist om aan
EN 50131 te voldoen.
Bijlage
342
zie
aanwijzing
2
Installateursmodus
Ja
zie
aanwijzing
2
Gebruikerscode
gewijzigd
Ja
Tijd/datum resetten
Nee
Camera-supervisie
Nee
Herstellen:
Ingeschakeld
Inbraak communicatie
weer actief
Ingeschakeld
Verschijnt alleen wanneer protocol =
Fast Format EN wanneer
bevestigingsmodus = "Basis"
21CN bevestigingstijd
800ms
Verschijnt alleen wanneer protocol =
Fast Format.
Sabotage als inbraak
Geblokkeerd
Verschijnt wanneer protocol = CID
of SIA.
Dynamische testoproep
Ingeschakeld
Verschijnt alleen wanneer Stat.
Testoproep geblokkeerd
Stat. testoproep
Geblokkeerd
Verschijnt alleen wanneer Dynam.
testoproep geblokkeerd.
Om aan EN 50131 te voldoen, moet
ofwel de statische ofwel de
dynamische testoproep zijn
geactiveerd.
Communicatie inactief
Ingeschakeld
Zorgmelding
Oproepmodus
Geblokkeerd
Protocol
Scancom
Communicatie prioriteit
PSTN 1
Ontvanger
Geen
Klant-ID
Klant-ID DG 1: 000000
Klant-ID DG 2: 000000
Klant-ID DG 3: 000000
Klant-ID DG 4: 000000
Een klant-ID per deelgebied
Oproepbevestiging
Ingeschakeld
21CN bevestigingstijd
800ms
Verschijnt alleen wanneer protocol =
Scancom of Scanfast
Spraakkiezer
Oproepmodus
Geblokkeerd
Communicatie prioriteit
Ethernet 2
PSTN 1
Berichten
Geen
Gebeurtenis
Geen
Melding 1
Gebeurtenis 1: Geen
Gebeurtenis 2: Geen
Gebeurtenis 3: Geen
Gebeurtenis 4: Geen
Gebeurtenis 5: Geen
Melding 2
Gebeurtenis 1: Geen
Bijlage
343
Gebeurtenis 2: Geen
Gebeurtenis 3: Geen
Gebeurtenis 4: Geen
Gebeurtenis 5: Geen
Melding 3
Gebeurtenis 1: Geen
Gebeurtenis 2: Geen
Gebeurtenis 3: Geen
Gebeurtenis 4: Geen
Gebeurtenis 5: Geen
Melding 4
Gebeurtenis 1: Geen
Gebeurtenis 2: Geen
Gebeurtenis 3: Geen
Gebeurtenis 4: Geen
Gebeurtenis 5: Geen
Bestemmingen
Geen
Oproepbevestiging
Ingeschakeld
Stat. testoproep
Maandelijks, dag: 1, uur: 12:00
Sms
Oproepmodus
Geblokkeerd
Communicatie prioriteit
PSTN 1
Berichten
Leeg
Gebeurtenis
Geen
PSTN SMS
Protocol
ETSI protocol 1
Tel. service center
1470,17094009
BT
Eigen telnr.
Leeg
Verschijnt alleen wanneer protocol =
UCP
Bestemmingen
Geen
Stat. testoproep
Maandelijks, dag: 1, uur: 12:00
E-mail
Oproepmodus
Geblokkeerd
Communicatie prioriteit
Ethernet 1
Berichten
Leeg
Gebeurtenis
Geen
Bestemmingen
Geen
Stat. testoproep
Maandelijks, dag: 1, uur: 12:00
Comm. Opties
Reactie communicatie
storing
Ethernet = akoestisch
PSTN = akoestisch
IP-mobiel / mobiel = akoestisch
Vertraging storing
communicatiekanaal
Ethernet = 9 seconden
PSTN = 9 seconden
IP-mobiel / mobiel = 9 seconden
Deze instelling is vereist om aan EN
50131 te voldoen. IP-mobiel / mobiel
alleen zichtbaar als er een mobiele
module is geïnstalleerd.
Waardebereik: 0 tot 60 seconden
Afstandsbediening per
telefoon
Bijlage
344
Aansturing uitgaande
oproep
Uit
Aansturen
binnenkomende oproep
Uit
Oproepsignalen voor
opnemen
5 oproepsignalen
Verschijnt alleen wanneer
Aansturen binnenkomende oproep =
Aan
Opnemen na 1e
oproepsignaal
Uit
Verschijnt alleen wanneer
Aansturen binnenkomende oproep =
Aan
Gsm/mobiel zonder
buitenlijntoegang
Nee
Verschijnt alleen als mobiele module
is ingebouwd.
Contacten
Ontvanger A-L
Naam
Ontvanger A-L
Deelgebieden
1-4
Software >= 2.00.00
Spraak/sms/e-mail
Inactief: Ja
Actief: Ja
Intern actief: Ja
Software >= 3.01.01
Tel.-nr. 1
Leeg
Tel.-nr. 2
Leeg
E-mail
Leeg
IP-adres
Leeg
SIP gebruikers-ID
Leeg
6. ZORGMELDING
Start bewaking
08:00 (hh:mm)
Einde bewaking
20:00 (hh:mm)
Bewakingsinterval
4 uur
Volume
Centrale gemiddeld, Web - 5
7. TEST
Looptest
Geen zones in gebruik
Toetsenbord
Sirenes en signaalgevers
Int. sirenes
Uit
Ext. Draadloze sirenes
Geen component!
Sirenemodule
Geen component!
Luidspreker
Gestopt
Draadloos
bedieningspaneel
Deursloten
Geen component!
Signaalsterktes
Melder
Geen melder
Draadloos
bedieningspaneel
Geen component!
Bijlage
345
Buitensirenes
Geen component!
Binnensirene
Geen component!
UVM
Geen component!
Deursloten
Geen component!
Hybride modules
Geen component!
RF Repeater
Geen component!
RF repeater
componenten
Geen component!
Uitgangen
Draadloze uitgangen
Geen uitgangen beschikbaar
Bedr. uitgangen
Geen uitgangen beschikbaar
Chipsleutel
Geen chipsleutel ingelezen
Afstandsbedieningen
Geen AB geprogrammeerd
Noodoproepzender
Geen noodoproepzenders
geprogrammeerd
Meldkamer reporting
Ethernet
Geen ontvangers!
PSTN
Geen ontvangers!
Gsm/mobiel
Geen ontvangers!
Verschijnt alleen als mobiele module
is ingebouwd.
Spraakkiezer
Communicatie niet vrijgegeven
Sms
Communicatie niet vrijgegeven
E-mail
Communicatie niet vrijgegeven
Zones weerstanden
Geen zones in gebruik
Centrale PSU
Ext. DC spanning in
bijv. 14,2 volt
Spanningswaarde verschijnt alleen
wanneer ext. PSU is aangesloten.
Accu centrale 1
bijv. 8.3 volt
Accu centrale 2
bijv. 0.1 volt
AUX spanning uit
bijv. 13.9 volt
HyMo PSU
Geen component!
8. LOGBOEK
Algemene gebeurtenissen
Verplichte gebeurtenissen
Niet verplichte
gebeurtenissen
Opslaan
Alleen op WEB-interface
beschikbaar
Printen
Alleen op WEB-interface
beschikbaar
9. INFO
Centrale
Bijlage
346
Versie
Toont softwareversie, S/N, Artikelnr.
en taal.
Customisation
Toont de code voor de
klantspecifieke centrale aanpassing.
Communicatie
PSTN
Gsm/mobiel
Verschijnt alleen als mobiele module
is ingebouwd.
Netwerk
Toont de service provider voor
mobiele telefonie en RSSI
(ontvangstveldsterkte)
IMEI
Klantnr.
IMSI
Versie
bijv. 13.210.11.07.00
Modem firmware van de mobiele
module
Resetten
Ethernet
IP-adres
IP-subnetmask
Gateway IP-adres
IP-adres primaire DNS
MAC-adres
IP link-status
Hybride modules
Geen component!
Bijlage
347
Gebruikersmenu
MENU-optie
Fabrieksinstellingen
Standaardwaarden
Opmerkingen
1. GEBRUIKER
Gebruikers toevoegen
Alleen zichtbaar voor de
administrator
Gebruikers bewerken
"Gebruiker 001"
Niet wisbaar
Naam
Deze waarde hangt af van hoe u de
vragen "Lengte toegangscode" en
"Administratorcode" tijdens de eerste
inbedrijfstelling beantwoordt.
Type
Administrator
Deelgebieden
1-4
Code
Deze waarde hangt af van hoe u de
vragen "Lengte toegangscode" en
"Administratorcode" tijdens de eerste
inbedrijfstelling beantwoordt.
Chipsleutel
Geen
Afstandsbediening
Geen
Overvalalarm
Geen
Noodoproepzender
medisch
Geen
Noodoproepzender
zorg
Geen
Gebruikers verwijderen
Alleen zichtbaar voor de
administrator
2. SPRAAKBERICHT
Opname
Maximale opnametijd = 30 seconden
Weergave
Geen
Melding wissen
3. ZONES OVERBRUGGEN
Geen zones om te overbruggen
4. UITGANGEN AAN/UIT
Verschijnt alleen wanneer de
installateur uitgangen van het type
"Door gebr. gedefinieerd" heeft
ingesteld.
5. CONFIGURATIE
Functies
Toetsenfront
Deurbel
Aan
Bijlage
348
gesproken bericht
Aan
acitiviteitenmonitor
Uit
contrast display
100%
verlichting helderheid
Hoog
verlichting lcd
Aan
verlichting menutoetsen
Uit
verlichting actief-toetsen
Uit
verlichting cijfertoetsen
Uit
gesproken zonenamen
Maximale opnametijd = 2 seconden
voor elke zone
Ingeschakeld
Uit
IP-zones
Opname
Weergave: Geen
Melding wissen
Zone 101 tot 106
Draadloze zones
Opname
Weergave: Geen
Melding wissen
Zone 201 tot 248
Bedrade zones
Opname
Weergave: Geen
Melding wissen
Zone 301 tot 304
Herstart centrale
Alleen zichtbaar voor de
administrator en wanneer:
er op het tijdstip geen
communicatie plaatsvindt
de centrale zich in inactieve
toestand bevindt
Toetstonen
Aan
Software >= 2.01.08
Functies
Touch Cover, software >= 2.01.08
Deurbel
Aan
gesproken bericht
Aan
acitiviteitenmonitor
Uit
contrast display
100%
verlichting helderheid
Hoog
Achtergrondverlichting
Aan tijd
gesproken zonenamen
Maximale opnametijd = 2 seconden
voor elke zone
Ingeschakeld
Uit
IP-zones
Opname
Weergave: Geen
Melding wissen
Zone 101 tot 106
Draadloze zones
Opname
Weergave: Geen
Melding wissen
Zone 201 tot 248
Bedrade zones
Opname
Weergave: Geen
Melding wissen
Zone 301 tot 304
Herstart centrale
Alleen zichtbaar voor de
administrator en wanneer:
er op het tijdstip geen
communicatie plaatsvindt
de centrale zich in inactieve
toestand bevindt
Bijlage
349
Toetstonen
Aan
Dynamische verlichting
Aan
Reinigingsmodus
Aan
Datum en tijd
Alleen zichtbaar voor de
administrator
SNTP tijd sync
SNTP tijd sync
Uit
Handmatige modus
DATUM INSTELLEN
01/01/2015
TIJD INSTELLEN
00:00 (hh:mm)
ZOMER/WINTER
Automatisch
Uitgangen bewerken
Alleen zichtbaar voor de
administrator en verschijnt alleen
wanneer de installateur uitgangen
van het type "Door gebr.
gedefinieerd" heeft ingesteld.
Afstandsbedieningen
Geen
Alleen zichtbaar voor de
administrator
Volume instellingen
Alleen zichtbaar voor de
administrator
Bedieningstonen
5
Infotonen
5
Alarmtonen
10
Volume spraak
50 %
Bericht volume
33 %
Webtoegang
Ingeschakeld
Alleen zichtbaar voor de
administrator
Level4-updates
Geblokkeerd
Alleen zichtbaar voor de
administrator
Tijdschema actief/inactief
Alleen zichtbaar voor de
administrator
Ingeschakeld
Nee
Weekplanner
Gebeurtenissen: 160
Uitzonderingen: 20
Pushnotificatie
Geen
6. CONTACTEN
Alleen zichtbaar voor de
administrator
Ontvanger A-L
Naam
Ontvanger A-L
Tel.nr. 1
Leeg
Tel.nr. 2
Leeg
E-mail
Leeg
IP-adres
Leeg
SIP gebruiker- ID
Leeg
7. TEST
Alleen zichtbaar voor de
administrator
Bijlage
350
Looptest
Geen zones in gebruik
Sirenes en signaalgevers
Int. sirenes
Uit
Ext. Draadloze sirenes
Geen component!
Sirenemodule
Geen component!
Luidspreker
Gestopt
Deursloten
Geen component!
Uitgangen
Geen uitgangen beschikbaar
Chipsleutel
Geen chipsleutel ingelezen
Afstandsbedieningen
Geen AB geprogrammeerd
Noodoproepzender
Geen noodoproepzenders
geprogrammeerd
telefonische oproep
Leeg
8. LOGBOEK
9. INFO
Alleen zichtbaar voor de
administrator
Centrale
Versie
Toont softwareversie, S/N, Artikelnr.
en taal.
Communicatie
PSTN
Gsm/mobiel
Verschijnt alleen als mobiele module
is ingebouwd.
Netwerk
Toont de service provider voor
mobiele telefonie en RSSI
(ontvangstveldsterkte)
IMEI
Klantnr.
IMSI
Versie
bijv. 13.210.11.07.00
Modem firmware van de mobiele
module
Resetten
Ethernet
IP-adres
IP-subnetmask
Gateway IP-adres
IP-adres primaire DNS
MAC-adres
IP link-status
Bijlage
351
Startwizard
TAAL
UPGRADE CENTRALE APPLICATIE
LANDINSTELLING
DATUM INSTELLEN
TIJD INSTELLEN
ZOMER-/WINTERTIJD
Automatisch (standaardinstelling)
Handmatig
MELDING A/C STORING
UIT
AAN (standaardinstelling)
MELDING EXT DC STORING
UIT
AAN (standaardinstelling)
ACCU 2
TYPE BEDRADE ZONE
WEBSERVER
Geblokkeerd
Vrijgegeven (standaardinstelling)
DHCP Uit Indien UIT geselecteerd
IP-ADRES
IP-SUBNETMASK
GATEWAY IP-ADRES
IP-ADRES PRIMAIRE DNS
AAN (standaardinstelling)
INTERNE HTTP-POORT
OVERZICHT
OPROEPMODUS (ALARMONTVANGER-/MELDKAMER-REPORTING)
Geblokkeerd
Enkelvoudig (standaardinstelling vanwege de eisen van EN 50131)
Afwisselend
TOEGANGSCODE LENGTE
Aanwijzing
U kunt dit menu ook gebruiken om alle gebruikers te verwijderen.
Let op de instructies onder Systeem -> Veiligheid -> 6-cijferige gebruikerscode.
INSTALLATEURSCODE
BEVESTIGING INSTALLATEURSCODE
ADMIN GEBRUIKERSCODE
BEVESTIGING ADMIN GEBRUIKERSCODE
INLOGGEN
Instructie op het display:
"Controleer of nieuwe software beschikbaar is."
Instructie op het display:
Voor het gebruik van veilige codes.
Instructie op het display:
Aanmaak van certificaten
Stand-by display (met datum en tijd)
Bijlage
352
Signaaltonen, akoestisch
De centrale is in staat een aantal verschillende akoestische signaaltonen op te wekken. Op componenten zoals het
bedieningspaneel, de binnensirene/infomodule, de binnen-signaalgever en de luidspreker op de hybride module zijn
deze vergelijkbaar met de alarmtonen, infotonen en bedieningstonen van de draadloze alarmcentrale.
De volgende tabel geeft een overzicht van de signaaltonen en de indeling in groepen.
Signaaltonen
Betekenis
Alarmtonen
Inbraak/overval
Brand
Medisch alarm
Zorgmelding
Infotonen
Deurbel
Uitgangstoon
Bijvoorbeeld
Lange doorlopende pieptoon (beeeeeeeeeeeep):
Tijdens de uitgangsvertragingstijd. Alle zones gesloten, centrale wordt na afloop
van de vertragingstijd geactiveerd.
Uitgangstoon bij storing
Bijvoorbeeld
Onderbroken pieptonen (beep…beep…beep):
Een zone werd tijdens de uitgangsvertragingstijd geopend. Deze moet voor afloop
van de vertragingstijd worden gesloten.
Ingangstoon
Bijvoorbeeld
Onderbroken pieptonen (beep…beep…beep):
Tijdens de ingangsvertragingstijd.
Zorgmelding-waarschuwing, waarschuwing voor inactiviteit
Bedieningsto
nen
Bevestiging
Bijvoorbeeld
Dubbele piep (beep, beep):
Centrale is geactiveerd.
Fout Bijvoorbeeld
Korte pieptoon (beep):
Storing aan de installatie, de centrale kan niet worden geactiveerd
Bijlage
353
Aanwijzing
Het volume van de signaaltonen kan voor iedere groep apart worden ingesteld.
Gebruikersmenu -> Configuratie -> Volume instellingen
Bedieningstonen 0-10
Infotonen 0-10
Alarmtonen 0-10
Aanwijzing
Deze volume-instellingen hebben tegelijkertijd invloed op het volume
de centrale en
de binnen-signaalgever en
de luidspreker op de hybride module.
Bijlage
354
Onderhoud
Onderhoud en service door installateur
De centrale moet een keer per jaar worden gecontroleerd. Bij elke inspectie:
Controleer de Secvest op zichtbare tekenen van schade aan de behuizing of de frontafdekking.
Controleer de werking van de behuizingssabotageschakelaar en de wandsabotageschakelaar
(wandaftrekcontact)
Controleer de toestand van de noodstroomaccu
Controleer de bekabeling op tekenen van schade of slijtage
Controleer het toetsenbord op zichtbare tekenen van schade
Test de werking van alle toetsen van het toetsenbord
Reinig het oppervlak van het toetsenbord, de display en de behuizing
o Gelieve de oppervlakken met een droge, zachte doek schoon te vegen.
o Gebruik geen water of oplos- of reinigingsmiddelen.
Controleer de signaalsterkte en de batterij-/accutoestand van alle melders, bedieningspanelen, buitensirenes,
binnensirenes, binnen-signaalgevers, deursloten, hybride modules, afstandsbedieningen,
overvalnoodoproepzenders, medische noodoproepzenders, zorgnoodoproepzenders.
Vervang de batterijen of accu's zoals volgens de instructies van de fabrikant.
Test elke component.
Reinig voorzichtig de objectieven van alle PIR-melders en camera's met een schone, droge, zachte doek.
Gebruik geen water of oplos- of reinigingsmiddelen.
Voer een looptest van alle melders uit.
Test alle externe signaalgevers
Test de communicatie.
De EN 50131-7 "Alarmsystemen - Inbraak- en overvalalarminstallaties - Deel 7: Gebruiksregels" moet
bovendien in acht worden genomen.
Gebruik de testfuncties in de installateursmodus -> Test
Er zijn geen controles van eender welke kalibraties of adaptaties vereist.
Onderhoud en reiniging door gebruiker
De administrator gebruikt de testfuncties in het gebruikersmenu -> Test
Reinig de sirene
o Gelieve de oppervlakken met een droge, zachte doek schoon te vegen.
o Gebruik geen water of oplos- of reinigingsmiddelen.
De gebruiker hoeft verder geen onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
Bijlage
355
Software-upgrade
Aanwijzing
Software >=3.00.03
Er zijn 4 mogelijkheden voor de software-upgrade.
Software-upgrade met nieuwe bestanden die op de SD-kaart opgeslagen zijn.
Software-upgrade met nieuwe bestanden die op de pc opgeslagen zijn.
Software-upgrade met nieuwe bestanden die op de FTP-server opgeslagen zijn.
Software-upgrade met de Secvest Update Utility
Aanwijzing
Software-update van 3.01.14 tot 3.01.17
Software-update eerdere versies naar 3.01.17
Het Secvest draadloze alarmsysteem kan terugkeren naar de fabrieksinstellingen bij het updaten naar V3.01.17.
Het is daarom absoluut noodzakelijk om de configuratie van de centrale op te slaan. Na afloop van de update
kan de configuratie (incl. alle component-ID's) worden hersteld.
De update van het taalbestand moet worden uitgevoerd VOOR de update van het applicatiebestand!
"Level4-gebruikers" rechtenniveau voor software-updates
o Software-updates via het installateursmenu van de webserver zijn niet meer mogelijk.
o De vrijgave voor "Level4-gebruikers" moet in het gebruikers- en installateursmenu worden gegeven.
o Gebruikerscode voor "Level4-gebruikers" wordt na de vrijgave gegeven.
PUSH-instellingen kunnen tijdens de update verloren gaan en moeten worden gecontroleerd en getest!
Registratie op de ABUS-server
Als het draadloze alarmsysteem Secvest in combinatie met de ABUS-server wordt gebruikt, moet het mogelijk
handmatig worden verwijderd in het ABUS-serveraccount.
o U kunt de Trace-functie gebruiken om dit te controleren. Met X = 4 = "HTTPS Client" ziet u het
communicatieprotocol tussen de centrale en de ABUS-server. Als daar "MAC already in use" (MAC reeds in
gebruik) verschijnt, moet de centrale worden verwijderd uit het ABUS-serveraccount. Nu kan de centrale zich
opnieuw registreren.
De registratie op de ABUS-server vindt automatisch plaats binnen maximaal 30 minuten nadat de configuratie is
hersteld.
Browsergeschiedenis
Wis de cache (browsegeschiedenis) om er zeker van te zijn dat de nieuwste JavaScript-, CSS- en
afbeeldingsbestanden vanuit de centrale worden geladen.
Bijlage
356
Wachttijd toegang tot webserver na herstart
Wacht minstens drie minuten na het herstarten van de centrale voordat u de webserver van de centrale opent.
Tijdens de eerste toegang worden het https-certificaat en andere veiligheidskenmerken "uitgewisseld".
De configuratie bewaren en herstellen
Belangrijk
Bij een omvangrijke update valt het draadloze alarmsysteem Secvest terug op de fabrieksinstellingen.
Daarom wordt altijd vereist om de configuratie van de centrale vooraf op te slaan:
1. "Installateursmodus"
2. "Systeem"
3. "Backup/Herstellen"
4. "Backup"
Na afloop van de update kan de configuratie (incl. alle component-ID's) worden hersteld:
5. "Installateursmodus"
6. "Systeem"
7. "Backup/Herstellen"
8. "Configuratie laden"
Aanwijzing
Als een upgradeproces loopt, ziet u aan de centrale volgende 3 bewerkingen.
1) Menutoetsen branden
Toetsen actief/inactief knipperen
Cijfertoetsen zijn donker
2) Menutoetsen branden
Toetsen actief/inactief zijn donker
Cijfertoetsen knipperen
3) Menutoetsen zijn donker
Toetsen actief/inactief knipperen opnieuw tot de signalering dat het upgradeproces meteen beëindigd
zal zijn.
Cijfertoetsen zijn donker
Het eerste punt van de startwizard verschijnt (taalkeuze)
Belangrijk
Wacht tot dit proces volledig is afgerond. Onderbreek nooit de voeding tijdens het upgradeproces. Dit kan
leiden tot een totale crash/uitval van de software.
Als er een touch-front is gemonteerd, gaan er tijdens dit proces geen toetsen branden.
Bijlage
357
Belangrijk
Wacht tot er weer iets op het display verschijnt. Onderbreek nooit de voeding tijdens het upgradeproces. Dit
kan leiden tot een totale crash/uitval van de software.
Set softwarebetanden voor V3.01.17
Software
Titel
Software
Versie
Software
Bestandsnaam
Bestandsgrootte
op
gegevensdrager
Pc-weergave van
het
besturingssysteem
Core
V3_01_17
13410164_FUAA50XXX_App_V3_01_17.bin
Bestandsgrootte in bytes
GUI-display: 2.949.120
2880 KB
Talen
Duits
V1_42
13404974_FUAA50XXX_Deutsch_V1_42.lng
2347 KB
Engels
V1_35
13404973_FUAA50XXX_English_V1_35.lng
1864 KB
Nederlands
V1_17
13404976_FUAA50XXX_Nederlands_V1_17.lng
2281 KB
Frans
V1_17
13404975_FUAA50XXX_Francais_V1_17.lng
2328 KB
Italiaans
V1_16
13404978_FUAA50XXX_Italiano_V1_16.lng
2521 KB
Deens
V1_19
13404977_FUAA50XXX_Dansk_V1_19.lng
1791 KB
Zweeds
V1_13
13405100_FUAA50XXX_Svenska_V1_13.lng
2346 KB
Spaans
V1_13
13404979_FUAA50XXX_Espanol_V1_13.lng
2379 KB
Pools
V1_13
13405101_FUAA50XXX_Polski_V1_13.lng
2177 KB
Russisch
V1_10
13405102_FUAA50XXX_Pycck_V1_10.lng
2534 KB
Confidence Test
ConfTest
V1_03
12551477_FUAA50XXX_ConfTest_V1_03.lng
32 KB
Hulpprogramma's
Toebehoren
Setup Secvest Update
Utility 32
V1.02.05
Setup Secvest Update Utility 1_02_05 (32 bit).msi
Setup Secvest Update
Utility 64
V1.02.05
Setup Secvest Update Utility 1_02_05 (64 bit).msi
Bootloader
V1_00_00
12526869_FUAA50XXX_Boot_V1_00_00.bin
42
Bijlage
358
Software-upgrade met nieuwe bestanden van SD-kaart
Centrale
Installateursmodus -> Systeem -> Algemeen -> Taal
Installateursmodus -> Systeem -> Upgrade centrale
Aanwijzing
De update van het taalbestand moet worden uitgevoerd VOOR de update van het applicatiebestand!
Welke taalbestandsversie compatibel is met welke applicatiebestandversie, vindt u in de betreffende release note
"Secvest_Software_Release_Notes_Va_bc_de_yyyy_mm_dd".
Voorbeeld
Installateursmodus -> Systeem -> Upgrade centrale
UPGRADE CENTRALE APPLICATIE
V3.01.14
Geïnstalleerd
V1.01.00
10/02/2016
(2293760)
V2.00.00
04/10/2016
(2621440)
V2.00.06
06/03/2017
(2621440)
V2.01.08
15/06/2017
(2686976)
V3.00.04
12/12/2017
(2883584)
V3.01.01
10/05/2018
(2883584)
V3.01.11
17/10/2018
(2883584)
V3.01.14
11/03/2019
(2949120)
V3.01.16
25/11/2019
(2949120)
Bijlage
359
Software-upgrade met nieuwe bestanden de pc
Belangrijk
De configuratie bewaren en herstellen
Bij een omvangrijke update valt het draadloze alarmsysteem Secvest terug op de fabrieksinstellingen.
Daarom wordt altijd vereist om de configuratie van de centrale vooraf op te slaan:
1. Webserver "Installateursmodus"
2. "Systeem"
3. "Backup/Herstellen"
4. "Backup"
Na afloop van de update kan de configuratie (incl. alle component-ID's) worden hersteld:
5. Webserver "Installateursmodus"
6. "Systeem"
7. "Backup/Herstellen"
8. "Configuratie laden"
Belangrijk
Software >= 3.00.06, een back-up maken van de configuratie en herstellen
Voordat de centrale de upgrade start, worden de configuratiegegevens en het SSL-certificaat automatisch opgeslagen
in de interne flash. De nieuwe software wordt dan geïnstalleerd en de centrale wordt opnieuw opgestart. Op dit punt
wordt eerst de fabrieksinstelling gebruikt, maar de centrale herstelt dan automatisch de configuratiegegevens en het
SSL-certificaat vanuit de flash (vergelijkbaar met wat u zou hebben gedaan als u de configuratie handmatig had
opgeslagen/teruggezet). Dit betekent dat de startwizard niet wordt uitgevoerd, het SSL-certificaat niet opnieuw wordt
gegenereerd en, nog belangrijker, de installateur hoeft niet langs te komen om de prompts van de startupwizard te
beantwoorden.
Belangrijk
In softwareversie 2.00.00 zijn wijzigingen bij de volgende menu's aangebracht
Installeren VoIP-kiezer
Contacten -> SIP gebruiker ID
Uitgangen -> Type "Gebr. gedefinieerd"
Alarmontvanger/meldkamer reporting -> IP-poort
Controleer na het laden van de configuratie deze menu's en pas de instellingen overeenkomstig aan.
Level4-updates
Voorbereiding:
Nieuwe "Level4-gebruiker" toevoegen
Centrale
Bijlage
360
Installateursmodus -> Systeem -> Level4-updates -> Vrijgegeven
Of
WBI
Installateursmodus -> Systeem -> Instellingen veiligheid -> Level4-updates -> Vrijgegeven (aangevinkt)
Als deze optie is vrijgegeven, moet een nieuwe Level4-code worden ingevoerd. Maar alleen als deze Level4-
code nooit voordien werd geprogrammeerd (fabrieksinstelling of sinds de laatste reset naar de
fabrieksinstellingen). Deze Level4-code heeft hetzelfde aantal tekens als de installateurscode of de
gebruikerscodes.
Invoer "Nieuwe Level4-code" en "Level4-code bevestigen" (code nogmaals invoeren ter bevestiging).
Er wordt automatisch een nieuwe gebruiker aangemaakt. Zie gebruikersmenu "Gebruiker".
Naam: "Level4"
Aanwijzing:
Om veiligheidsredenen moet u de standaardnaam "Level4" van de gebruiker van de niveau 4 wijzigen.
Aanwijzing:
Meer details vindt u bij de verklaringen van de menu's in de overeenkomstige handleidingen.
Start van de procedure "Update op afstand":
Gelieve te verzekeren dat
Centrale
Installateursmodus -> Systeem -> Level4-updates -> Vrijgegeven
Gebruikersmenu -> Configuratie -> Updates Level4-updates -> Vrijgegeven
Of
WBI
Installateursmodus -> Systeem -> Instellingen veiligheid -> Level4-updates -> Vrijgegeven (aangevinkt)
Gebruikersmenu -> Configuratie -> Instellingen veiligheid -> Level4-updates -> Vrijgegeven (aangevinkt)
Bijlage
361
Als een Level4-gebruiker zich op de webserver aanmeldt met behulp van zijn Level4-gebruikersnaam en Level4-
gebruikerscode, voor zover beide opties voor "Updates op afstand" zijn vrijgegeven, dan krijgt deze gebruiker slechts
3 menu-opties:
Gegevens Level4-gebruiker voor verandering
Naam Level4-gebruiker
Code Level4-gebruiker
en
Upgrade centrale
Deze opties worden niet weergegeven wanneer u zich als installateur aanmeldt.
Software >=3.00.03
Aanwijzing
Door op dit symbool te klikken ontvangt u het bestand "Release-Notes" als pdf.
Klik op "Upgrade centrale"
Bijlage
362
Software >=3.00.03
Belangrijk
Let erop dat u alleen
een compatibel taalbestand met het bestaande applicatiebestand of
een compatibel applicatiebestand met het bestaande taalbestand of
een taalbestand en een applicatiebestand die onderling compatibel zijn,
laadt.
Bijlage
363
Raadpleeg daarvoor de overeenkomstige release notes.
Kies een "Taalbestand"
Klik op de knop "Zoeken" om het pad en de bestandsnaam van het taalbestand dat moet worden geladen,
aan te geven.
Klik op de knop "Versturen" om het geselecteerde bestand in het draadloze alarmsysteem te importeren.
Kies een "Applicatiebestand"
Klik op de knop "Zoeken" om het pad en de bestandsnaam van het applicatiebestand dat moet worden
geladen, aan te geven.
Klik op de knop "Versturen" om het geselecteerde bestand in het draadloze alarmsysteem te importeren.
U kunt beide dingen ook gelijktijdig doen.
Kies een "Taalbestand".
Kies een "Applicatiebestand".
Klik op "Versturen".
Als de download is afgesloten, zal de centrale het configuratienummer van de huidige software controleren met het
configuratienummer van de gedownloade software. Als ze overeenkomen, wordt de centrale automatisch opnieuw
gestart en installeert de centrale de nieuwe software.
Als ze niet overeenstemmen, waarschuwt de webserver de gebruiker dat de centrale opnieuw start, haar configuratie
verliest en de installateur ter plaatse moet komen om de centrale opnieuw te configureren (de centrale blijft in de
"Start-assistent").
Als de gebruiker "Nee" kiest, wordt het gedownloade bestand van de SD-kaart gewist.
Dit voorkomt dat een Level3-gebruiker ter plaatse komt en de nieuwe software van de SD-kaart installeert zonder de
centrale te openen. Dit is voor een Level3-gebruiker niet toegestaan, tenzij de centrale wordt geopend.
Bijlage
364
Let erop dat de bovengenoemde controle van het configuratienummer alleen plaatsvindt op centrales waarop reeds
een versie van de software met deze functie draait (1.01.00 en hoger).
Zie ook Gebruikershandleiding Hoofdstuk Updates op afstand / Level4-updates
Bijlage
365
Centrale
Gebruikersmenu -> Configuratie -> Level4-updates
Of
WBI
Gebruikersmenu -> Configuratie -> Instellingen veiligheid -> Level4-updates
Geblokkeerd (gedeactiveerd- geen haakje)
Een Level4-gebruiker kan alleen de "Level4-code" en de "Level4-gebruikersnaam" wijzigen.
Vrijgegeven (geactiveerd haakje)
Als een Level4-gebruiker zich op de webserver aanmeldt met behulp van zijn Level4-gebruikersnaam en
Level4-gebruikerscode, voor zover ook de optie "Updates op afstand" in de installateursmodus is vrijgegeven,
dan krijgt deze gebruiker slechts 3 menu-opties:
Gegevens Level4-gebruiker voor verandering
Naam Level4-gebruiker
Code Level4-gebruiker
en
Upgrade centrale
Aanwijzing
SSL-certificaat wordt gemaakt, dit kan enkele minuten duren (ca. 3 min).
Gedurende deze tijd zijn er geen netwerkfuncties beschikbaar.
Bijlage
366
Aanwijzing
De volgende aanwijzing verschijnt: Netwerkinitialisatie, een ogenblik geduld a.u.b. ...
Aanwijzing
Als een upgradeproces loopt, ziet u aan de centrale volgende 3 bewerkingen.
1) Menutoetsen branden
Toetsen actief/inactief knipperen
Cijfertoetsen zijn donker
2) Menutoetsen branden
Toetsen actief/inactief zijn donker
Cijfertoetsen knipperen
3) Menutoetsen zijn donker
Toetsen actief/inactief knipperen opnieuw tot de signalering dat het upgradeproces meteen beëindigd
zal zijn.
Cijfertoetsen zijn donker
Het eerste punt van de startwizard verschijnt (taalkeuze)
Belangrijk
Wacht tot dit proces volledig is afgerond. Onderbreek nooit de voeding tijdens het upgradeproces. Dit kan
leiden tot een totale crash/uitval van de software.
Als er een touch-front is gemonteerd, gaan er tijdens dit proces geen toetsen branden.
Belangrijk
Wacht tot er weer iets op het display verschijnt. Onderbreek nooit de voeding tijdens het upgradeproces. Dit
kan leiden tot een totale crash/uitval van de software.
Bijlage
367
Software-upgrade met nieuwe bestanden FTP-server
Software >=3.00.03
Aanwijzing
Let ook op de aanwijzingen in het bovenstaande hoofdstuk.
Deze functie is ook direct op de centrale beschikbaar. Details hierover vindt u in het hoofdstuk Systeem -> Controleren
op upgrade?
Log in op de webserver als een Level4-gebruiker.
De software vraagt na het inloggen automatisch aan de ABUS FTP-server: "Is er nieuwe software beschikbaar?".
Deze procedure kunt u bovendien nogmaals handmatig starten.
Klik op "Controleren op upgrade?"
Als de FTP-server deze vraag met "Ja " beantwoordt, verschijnen de volgende pop-upmenu's.
Bijlage
368
Aanwijzing
De actuele software bestaat uit een nieuw applicatiebestand en spraakbestand. Deze bestanden worden op de SD-
kaart opgeslagen.
Klik op "Herstart centrale".
De centrale installeert de nieuwe bestanden en voert een herstart uit.
Belangrijk
Software >= 3.00.06, een back-up maken van de configuratie en herstellen
Voordat de centrale de upgrade start, worden de configuratiegegevens en het SSL-certificaat automatisch opgeslagen
in de interne flash. De nieuwe software wordt dan geïnstalleerd en de centrale wordt opnieuw opgestart. Op dit punt
wordt eerst de fabrieksinstelling gebruikt, maar de centrale herstelt dan automatisch de configuratiegegevens en het
SSL-certificaat vanuit de flash (vergelijkbaar met wat u zou hebben gedaan als u de configuratie handmatig had
opgeslagen/teruggezet). Dit betekent dat de startwizard niet wordt uitgevoerd, het SSL-certificaat niet opnieuw wordt
gegenereerd en, nog belangrijker, de installateur hoeft niet langs te komen om de prompts van de startupwizard te
beantwoorden.
Bijlage
369
Software-upgrade met de Secvest Update Utility
Deze variant is bedoeld voor speciale gevallen.
Voor details kunnen installateurs contact opnemen met onze supportafdeling
Bijlage
370
Alarmontvanger/meldkamer reporting
Alarmontvanger/meldkamer reporting protocolformaten
Aanwijzing:
Om aan EN 50131 te voldoen, moet alarmontvanger (meldkamer) reporting zijn ingeschakeld.
De klassieke protocollen worden door de centrale automatisch gebruikt wanneer PSTN of GSM van de centrale als
uitgaand communicatiekanaal wordt gebruikt.
Fast Format
Bij gebruik van Fast Format bestaat elk naar de alarmontvanger (meldkamer) overgedragen bericht uit het volgende:
4-, 5- of 6-cijferig klant-ID.
8 gegevenskanalen.
Elk kanaal communiceert de status van een uitgang. Het type van de betreffende uitgang (kanaal) wordt onder
het menupunt "FF kanalen" (zie pagina xyz) ingesteld. Elk kanaal kan de volgende waarden overdragen:
1 = nieuw alarm en tot nog toe niet gemeld
2 = toestand van de uitgang is open/gedeactiveerd
3 = alarm gereset en tot nog toe niet gemeld
4 = toestand van de uitgang is gesloten/geactiveerd
5 = geen alarm
6 = alarm, maar vroeger reeds gemeld
Testsignaal of status
Contact ID
Het formaat Contact-ID draagt gegevens van de logboekitems over naar de alarmontvanger (meldkamer).
Voorbeelden van berichten in het formaat Contact-ID zijn:
Voorbeeld 1
1234 18 1137 01 015 2
1234
is de klant-ID, zoals in het menupunt klant-ID is gespecificeerd (pagina xyz).
18
is het gebruikte berichttype om het bericht als contact-ID te identificeren
1137
Is het gebeurteniskenmerk voor een nieuwe gebeurtenis (1), gevolgd door een gebeurteniscode voor een
systeemsabotagealarm (137)
01
is het nummer van het deelbereik
015
is het zonenummer
2
is de checksomwaarde die de alarmontvanger (meldkamer) nodig heeft om te controleren en te bevestigen
dat een geldig bericht werd ontvangen
Voorbeeld 2
Bijlage
371
1234 18 3137 01 015 3
Het enige verschil tussen dit en het eerste voorbeeld is het gebeurteniskenmerk van 3 om een herstel van het
systeemsabotagealarm aan te geven, en de checksomwaarde.
SIA 1, SIA 2, SIA 3, Extended SIA 3 en Extended SIA 3 V2
De SIA-formaten dragen gegevens van de logboekitems over naar de alarmontvanger (meldkamer).
De vier SIA-formaten onderscheiden zich in de hoeveelheid gegevens die met elk bericht wordt overgedragen.
Type
Formaat
SIA1
#AAAAAA|NCCcc
SIA2
#AAAAAA|Nidnnn/rinn/CCcc
SIA3
#AAAAAA|Ntihh:mm/idnnn/rinn/CCcc
#AAAAAA|AS
Extended SIA 3
#AAAAAA|Ntihh:mm/idnnn/rinn/CCcc/AS
Extended SIA 3 V2
#AAAAAA|Ntihh:mm|idnnn|rinn|CCcc|AS
Extended SIA 3 V3
#AAAAAA|Ntihh:mm/idnnn/rinn/CCcc^AS^
Waarbij:
AAAAAA
6-cijferig instelbaar klant-ID (bijv. 123456).
"N"
Nieuwe gebeurtenis (altijd N)
"ti"hh:mm/
Tijd (bijv. ti10:23/).
"id"nnn/
Gebruikersnummer, indien bruikbaar, anders wordt het niet verzonden (bijv. id123/ of id6/)
"ri"nn/
Deelgebiednummer (bijv. ri12/ of ri3).
CC
Gebeurteniscode (bijv. FA = brandalarm).
cc
Zone- of bedieningspaneelnummer, indien bruikbaar, anders wordt het niet verzonden (bijv.
23 of 5)
"A"S
Tekstbeschrijving van de gebeurtenis, gewoonlijk de gebeurtenisbeschrijving uit het logboek
Aanwijzing:
De centrale stuurt de tekens die tussen " en " hierboven zijn aangegeven letterlijk door zoals ze hierboven in de tabel
worden vermeld.
Voorbeeld
Bij een brandalarm van zone 2 van deelgebied 4 om 10:15 uur met klant-ID 10 voor deelgebied 4 zien de
verschillende formaten voor het SIA-protocol er als volgt uit:
SIA1
#000010|NFA2
SIA2
#000010|N/ri4/FA2
SIA3
#000010|Nti10:15/ri4/FA2
#000010|AFire Zone 2
Extended SIA3
#000010|Nti10:15/ri4/FA2/AFire Zone 2
Extended SIA3 V2
#000010|Nti10:15|ri4|FA2|AFire Zone 2
Extended SIA3 V3
#000010|Nti10:15/ri4/FA2^AFire Zone 2^
Bijlage
372
Aanwijzing voor Extended SIA3 V2:
Sommige softwareversies die in de SIA-ontvangers werken, herkennen niet altijd het tekstscheidingsteken "/". Dit kan
problemen veroorzaken. Er verschijnen ten onrechte berichten "Stroomstoring" bij de alarmontvanger (meldkamer). Dit
kan gebeuren bij het activeren of deactiveren van de centrale of bij het betreden of verlaten van de
installateursmodus.
In versie 2 van Extended SIA3 werd daarom het tekstscheidingsteken "/" vervangen door "|".
Zo bijv. de volgende string:
#000010|Nti10:15/ri4/FA2/AFire Zone 2
vervangen door:
#000010|Nti10:15|ri4|FA2|AFire Zone 2
Als u problemen heeft met onjuiste "netstroom -fout" meldingen heeft, probeert u deze uitgebreide SIA3 V2 optie.
Aanwijzing voor Extended SIA3 V3:
Sommige softwareversies die in de SIA-ontvangers werken, herkennen niet altijd het tekstscheidingsteken "/". Dit kan
problemen veroorzaken.
In versie 3 van Extended SIA3 werd daarom op twee posities het tekstscheidingsteken "/" vervangen door een
aangevuld met het tekstscheidingsteken"^".
Zo bijv. de volgende string:
#000010|Nti10:15/ri4/FA2/AFire Zone 2
vervangen door:
#000010|Nti10:15/ri4/FA2^AFire Zone 2^
DC-09
Aanwijzing
Hier worden de regels uit het volgende document toegepast.
ANSI/SIA DC-09-2013: Internet Protocol Event Reporting
SIA Digital Communication Standard Internet Protocol
Event Reporting
Software <= v3.00.03 meldingen worden zonder codering (ongecodeerd) verzonden.
Software >= v3.00.03 meldingen kunnen ook met codering worden verzonden.
Het IP-gebaseerde protocol DC-09 wordt door de centrale automatisch gebruikt wanneer ethernet (LAN) van de
centrale als uitgaande communicatiekanaal wordt gebruikt.
Hierbij worden de gegevens van het klassieke protocol in IP-pakketten verpakt en overgedragen.
Aanwijzing:
Meer details vindt u in de specificatie DC-09 en DC-07 van SIA en in de bijbehorende normen die in deze
documenten worden genoemd.
De gebruikte tokens zijn de volgende:
Protocol
Token
Definitie
FF
"SCN-S8"
Scancom 4-8-1, 5-8-1, 6-8-1
CID
"ADM-CID"
Ademco Contact-ID
SIA 1, SIA 2, SIA 3, Ex SIA 3,
Ex SIA 3 V2, Ex SIA 3 V3
"SIA-DCS"
SIA DCS
TCP
Bij de overdracht wordt het internetprotocol TCP gebruikt.
Bijlage
373
Aanwijzing
TCP gebruikt poort 9999.
Als meldingen niet kunnen worden verzonden, kan dat onder bepaalde omstandigheden eraan liggen dat de firewall
ook verschillende uitgaande poorten blokkeert. Controleer daarom de firewall-instellingen op de router of IAD.
Aanwijzingen voor de implementatie in de Secvest met betrekking tot hoofdstuk 5.5.1 "Event Messages (PE)" van de
specificatie DC-09.
Inhoud
Hoofdstuk
DC-09
Spec
Gebruik in de
Secvest
Opmerkingen
LF
5.5.1.1
Ja
CRC
5.5.1.2
Ja
0LLL
5.5.1.3
Ja
Id
5.5.1.4
Ja
Token, zie boven
Seq
5.5.1.5
Ja
Rrcvr Receiver
Number
5.5.1.6.3
Nee
Niets wordt verzonden
Lpref Account-prefix
5.5.1.6.2
Nee
L0 wordt verzonden
#acct Account
Number
5.5.1.6.1
Ja
Pad
5.5.1.7
Ja
Binnen haakjes "[" en "]"
Data
5.5.1.7
Ja
Binnen haakjes "[" en "]"
Timestamp
5.5.1.9
Ja
Alleen in gecodeerde meldingen.
Is GMT
Tijdverschil (onnauwkeurigheid) tussen tijd van
centrale en tijd van alarmontvanger/meldkamer mag
maximaal +20/-40 seconden bedragen.
CR
5.5.1.10
Ja
Aanwijzing
Een tijdzone is een gebied dat bestaat uit meerdere staten en delen van grotere staten, waarin dezelfde door de staat
gereguleerde tijd geldt.
De zonetijd is de afwijkingen van de lokale tijd ten opzichte van de UTC-tijd (Universal Time Coordinated) resp. GMT-
tijd (Greenwich Mean Time).
Voor Duitsland geldt bijvoorbeeld:
Wintertijd: UTC/GMT +1
Zomertijd: UTC/GMT +2
Bijlage
374
CID / SIA gebeurtenissen
Dit menu verschijnt alleen wanneer u "Contact-ID" of een van de SIA-versies op de volgende plaatsen selecteert:
Installateursmodus -> Communicatie -> Meldkamer-reporting -> Protocol
Een gedetailleerde beschrijving van de CID- en SIA-formaten vindt u in de bijlage "Alarmontvanger (meldkamer)
reporting protocolformaten"
Voor de vereenvoudiging van de programmering zijn de mogelijke CID/SIA gebeurtenissen in overeenkomstige
groepen ingedeeld. In tabel 1 en 3 vindt u de CID/SIA gebeurtenissen met de overeenkomstige groepsindeling. In
tabel 2 en 4 vindt u de groepen met de overeenkomstige CID/SIA gebeurtenissen.
Als u een groep vrijschakelt met Ja, dan kan de centrale elke gebeurtenis uit deze groep verzenden.
Aanwijzingen:
CID/SIA alarmoverdrachten nemen aanzienlijk meer tijd in beslag dan Scancom Fast Format, aangezien het systeem
uitgebreide alarmgegevens overdraagt naar de alarmontvanger (meldkamer).
Aanwijzing
De centrale vertraagt de meldkamer-reporting of de invoering in het logboek met ca. 15-22 minuten (toevallige keuze),
ofwel bij stroomuitval ofwel bij het verlaten van de installateursmodus met een bestaande stroomuitval.
De centrale vertraagt de meldkamer-reporting of de invoering in het logboek met ca. 60-90 seconden (toevallige
keuze), ofwel wanneer de voeding opnieuw in orde is ofwel bij het verlaten van de installateursmodus en wanneer de
voeding opnieuw in orde is.
Bijlage
375
Tabel 1 CID codes - CID report groepen
CID code
Omvat:
CID-rapporteringsgroep
100
Medisch alarm
Medisch Alarm
101
Zorgnoodoproep (zorg alarm)
Medisch Alarm
110
Brand en brand ok
Brand
120
Zone overval (paniek) en ok
Overval (paniek) stil en ok
Toetsenbord overval (paniek) en ok
RF overval (paniek) en ok
Draadloos bedieningspaneel overval (paniek) en ok
Overvalalarm
121
Bedreigingscode alarm
Overvalalarm
129
Overval (paniek) alarm bevestigd
Overvalalarm
130
Inbraak en inbraak ok
inbraakalarm
131
Buitenkant/omtrek en buitenkant/omtrek ok
Openbreekpoging en glasbreuk bijvoorbeeld van
de FTSE
inbraakalarm
137
Centrale voorgevel sabotage en ok
Toetsenbord sabotage en ok
Melder sabotage en ok
Bedieningspaneel sabotage en ok
Signaalgever sabotage en ok
Draadloos bedieningspaneel sabotage en ok
Externe sirenes sabotage en ok
UVM sabotage en ok
Deurslot sabotage en ok
Sabotages
139
Alarm bevestiging
inbraakalarm
150
Technisch alarm en ok
Techniek
150
Sleutelkast open en gesloten
Sleutelkast
300
Storing en ok voor: Aux 12 V, systeem 12 V
Storingen
301
Storing A/C stroomnet en ok
Centrale, HyMo
Storing stroomnet
302
Accu centrale leeg/storing en ok
Accu centrale
305
Systeem of deelgebied gereset
Resetten
311
Accu centrale leeg/ontbreekt en ok
Accu centrale
311
Externe accu storing en ok
Storingen
320
Storing zone externe signaalgever en ok
UVM storing en ok
Storingen
337
Binnen-SG, bedieningspaneel, repeater, HyMo,
rookmelder, UVM
PSU-storing en ok
RF batterij laag/PSU
337
Externe PSU storing en ok via zone n
HyMo
Storingen
338
Externe sirene, UVM, repeater
Lege batterij/accu storing en ok
RF batterij laag/PSU
Bijlage
376
338
Externe PSU lage spanning via zone n
Storingen
342
Externe PSU AC storing en ok
Storingen
344
Jamming storing en ok 1)
RF Jamming
351
Communicatiekanaal storing en ok
Storingen
373
Rookmelder storing en ok
Storingen
375
Zone overvalcomponenten storing en ok
Storingen
380
IP-zone camera supervisie storing en ok
bijv. IP Zone Missing, IP-Zone Timeout).
Camera-supervisie
381
Zone supervisie storing en ok
Draadloos bedieningspaneel supervisie storing en ok
Externe sirene supervisie storing en ok 1)
Binnen-SG, supervisie storing en ok
UVM Supervisie storing en ok
Deursloten supervisie storing en ok
Repeater supervisie storing en ok
HyMo supervisie storing en ok
RF Supervisie
384
Zone lege batterij storing en ok
RF batterij laag/PSU
401
Systeem of deelgebied geactiveerd en gedeactiveerd
Activeren/deactiveren
401
Systeem of deelgebied intern geactiveerd
Intern actief
406
Alarm afbreken
inbraakalarm
409
Systeem of deelgebied met sleutelschakelaar geactiveerd
en gedeactiveerd
Activeren/deactiveren
409
Systeem of deelgebied met sleutelschakelaar intern
geactiveerd
Intern actief
412
Downloaden succesvol
Downloaden
457
Uitgang tijdoverschrijding en ok
Uitgang tijdoverschrijding
461
Invoer van 4 foute gebruikerscodes na elkaar (ook
"Gebruikerscode sabotage" genoemd)
Sabotages
573
Gebruiker/systeem zone overbrugd, zone getoond
Overbruggen
601
Handmatig activeren testrapport 2)
/
602
Periodiek/Automatisch testrapport 2)
/
625
Tijd en datum opnieuw ingesteld
Tijd/datum resetten
627
Installateursmodus start centrale (web)
Installateursmodus
628
Installateursmodus einde centrale (web)
Installateursmodus
Aanwijzing:
1) De centrale communiceert jamming en supervisie, wanneer het systeem wordt gedeactiveerd.
2) onafhankelijk van een groep/zonder betrekking tot een groep
Bijlage
377
Tabel 2 CID report groepen CID codes
CID-
rapporteringsgroep
CID code
Omvat:
Brand
110
Brand en brand ok
Overvalalarm
120
Zone overval (paniek) en ok
Overval (paniek) stil en ok
Toetsenbord overval (paniek) en ok
RF overval (paniek) en ok
Draadloos bedieningspaneel overval (paniek) en ok
Overvalalarm
121
Bedreigingscode alarm
Overvalalarm
129
Overval (paniek) alarm bevestigd
Medisch Alarm
100
Medisch alarm
Medisch Alarm
101
Zorgnoodoproep (zorg alarm)
inbraakalarm
130
Inbraak en inbraak ok
inbraakalarm
131
Buitenkant/omtrek en buitenkant/omtrek ok
Openbreekpoging en glasbreuk bijvoorbeeld van de FTSE
inbraakalarm
139
Alarm bevestiging
inbraakalarm
406
Alarm afbreken
Techniek
150
Technisch alarm en ok
Sabotages
137
Centrale voorgevel sabotage en ok
Toetsenbord sabotage en ok
Melder sabotage en ok
Bedieningspaneel sabotage en ok
Signaalgever sabotage en ok
Draadloos bedieningspaneel sabotage en ok
Externe sirenes sabotage en ok
UVM sabotage en ok
Deurslot sabotage en ok
Sabotages
461
Invoer van 4 foute gebruikerscodes na elkaar (ook "Gebruikerscode sabotage"
genoemd)
Activeren/deactiveren
401
Systeem of deelgebied geactiveerd en gedeactiveerd
Activeren/deactiveren
409
Systeem of deelgebied met sleutelschakelaar geactiveerd en gedeactiveerd
Intern actief
401
Systeem of deelgebied intern geactiveerd
Intern actief
409
Systeem of deelgebied met sleutelschakelaar intern geactiveerd
Resetten
305
Systeem of deelgebied gereset
Bijlage
378
Uitgang
tijdoverschrijding
457
Uitgang tijdoverschrijding en ok
Overbruggen
573
Gebruiker/systeem zone overbrugd, zone getoond
Sleutelkast
150
Sleutelkast open en gesloten
RF Supervisie
381
Zone supervisie storing en ok
Draadloos bedieningspaneel supervisie storing en ok
Externe sirene supervisie storing en ok 1)
Binnen-SG, supervisie storing en ok
UVM Supervisie storing en ok
Deursloten supervisie storing en ok
Repeater supervisie storing en ok
HyMo supervisie storing en ok
RF Jamming
344
Jamming storing en ok 1)
RF batterij laag/PSU
337
Binnen-SG, bedieningspaneel, repeater, HyMo, rookmelder, UVM
PSU-storing en ok
RF batterij laag/PSU
338
Externe sirene, UVM, repeater
Lege batterij/accu storing en ok
RF batterij laag/PSU
384
Zone lege batterij storing en ok
Accu centrale
302
Accu centrale leeg/storing en ok
Accu centrale
311
Accu centrale leeg/ontbreekt en ok
Storing stroomnet
301
Storing A/C stroomnet en ok
Centrale, HyMo
Storingen
300
Storing en ok voor: Aux 12 V, systeem 12 V
Storingen
311
Externe accu storing en ok
Storingen
320
Storing zone externe signaalgever en ok
UVM storing en ok
Storingen
337
Externe PSU storing en ok via zone n
HyMo
Storingen
338
Externe PSU lage spanning via zone n
Storingen
342
Externe PSU AC storing en ok
Storingen
351
Communicatiekanaal storing en ok
Storingen
373
Rookmelder storing en ok
Storingen
375
Zone overvalcomponenten storing en ok
Installateursmodus
627
Installateursmodus start centrale (web)
Installateursmodus
628
Installateursmodus einde centrale (web)
Bijlage
379
Gebruikerscode
gewijzigd
/
/
Tijd/datum resetten
625
Tijd en datum opnieuw ingesteld
Camera-supervisie
380
IP-zone camera supervisie storing en ok
bijv. IP Zone Missing, IP-Zone Timeout).
Downloaden
412
Downloaden succesvol
/
601
Handmatig activeren testrapport 2)
/
602
Periodiek/Automatisch testrapport 2)
Aanwijzing:
1) De centrale communiceert jamming en supervisie, wanneer het systeem wordt gedeactiveerd.
2) onafhankelijk van een groep/zonder betrekking tot een groep
Bijlage
380
Tabel 3 SIA codes - SIA report groepen
SIA code
Omvat:
SIA rapporteringsgroep
AT, AR
Storing stroomnet en ok
Centrale, HyMo
Storing stroomnet
AT, AR
Externe PSU AC storing en ok
Centrale, HyMo
Storingen
BA, BR
Inbraak en inbraak ok
inbraakalarm
BA, BR
Buitenkant/omtrek en buitenkant/omtrek ok
Openbreekpoging en glasbreuk bijvoorbeeld van
de FTSE
inbraakalarm
BA, BR
Sleutelkast open en gesloten
Sleutelkast
BB, BU
Gebruiker/systeem zone overbrugd, zone getoond
Overbruggen
BC
Alarm afbreken
inbraakalarm
BV
Alarm bevestiging
inbraakalarm
BZ
Zone supervisie storing en ok
Draadloos bedieningspaneel supervisie storing en ok
Externe sirene supervisie storing en ok 1)
Binnen-SG, supervisie storing en ok
UVM Supervisie storing en ok
Deursloten supervisie storing en ok
Repeater supervisie storing en ok
HyMo supervisie storing en ok
RF Supervisie
BZ
IP-zone camera supervisie storing en ok
bijv. IP Zone Missing, IP-Zone Timeout).
Camera-supervisie
CA, OA
Tijdschema activering, tijdschema deactivering
Activeren/deactiveren
CE
Tijdschema-activering tijdelijk verschoven
Activeren/deactiveren
CL
Systeem of deelgebied intern geactiveerd
Intern actief
CL, OP
Systeem of deelgebied geactiveerd en gedeactiveerd
Activeren/deactiveren
CS
Systeem of deelgebied met sleutelschakelaar intern
geactiveerd
Intern actief
CS, OS
Systeem of deelgebied met sleutelschakelaar geactiveerd
en gedeactiveerd
Activeren/deactiveren
EA
Uitgang tijdoverschrijding en ok
Uitgang tijdoverschrijding
FA, FR
Brand en brand ok
Brand
FT, FJ
Rookmelder storing en ok
Storingen
HA, HR
Bedreiging en ok
Overvalalarm
HV
Overval (paniek) alarm bevestigd
Overvalalarm
JA
Invoer van 4 foute gebruikerscodes na elkaar (ook
"Gebruikerscode sabotage" genoemd)
Sabotages
JT
Tijd en datum opnieuw ingesteld
Tijd/datum resetten
JV
Gebruiker A heeft de code van gebruiker B gewijzigd
Gebruikerscode gewijzigd
JX
Gebruiker A heeft gebruiker B gewist
Gebruikerscode gewijzigd
LB (RB)
Installateursmodus start centrale (web)
Installateursmodus
LS (RS)
Installateursmodus einde centrale (web)
Installateursmodus
Bijlage
381
LT, LR
Communicatiekanaal storing en ok
Storingen
MA; MH
Medisch alarm en ok
Medisch Alarm
OA, CA
Tijdschema deactiveert, tijdschema activering
Activeren/deactiveren
OR
Systeem of deelgebied gereset
Resetten
PA, PR
Zone overval (paniek) en ok
Toetsenbord overval (paniek) en ok
RF overval (paniek) en ok
Draadloos bedieningspaneel overval (paniek) en ok
Overvalalarm
PT, PJ
Zone overvalcomponenten storing en ok
Storingen
QA, QH
Zorgnoodoproep (zorg alarm)
Medisch Alarm
RH
Gebruikerscodes teruggezet naar standaard
Gebruikerscode gewijzigd
RP
Periodiek/Automatisch testrapport 2)
/
RS
Downloaden succesvol
Downloaden
RU
Downloaden mislukt
Downloaden
RX
Handmatig activeren testrapport 2)
/
TA, TR
Toetsenbord sabotage en ok
Melder sabotage en ok
Centrale voorgevel sabotage en ok
Signaalgever sabotage en ok
Draadloos bedieningspaneel sabotage en ok
Externe sirenes sabotage en ok
UVM sabotage en ok
Bedieningspaneel sabotage en ok
Deurslot sabotage en ok
Sabotages
TA, TR
UVM storing en ok
Storingen
UA, UR
Technisch alarm en ok
Techniek
XQ, XH
Jamming storing en ok 1)
RF Jamming
XT, XR
Zone lege batterij storing en ok
RF batterij laag/PSU
YA, YH
Storing zone externe signaalgever en ok
Storingen
YM, YR
Accu centrale leeg/ontbreekt en ok
Accu centrale
YM, YR
Externe accu storing en ok
Storingen
YP, YQ
Binnen-SG, bedieningspaneel, repeater, rookmelder,
UVM
PSU-storing en ok
RF batterij laag/PSU
YP, YQ,
Storing en ok voor: Aux 12 V, systeem 12 V
Storingen
YP, YQ
Externe PSU storing en ok via zone n
Storingen
YT, YR
Externe sirene, UVM, repeater
Lege batterij/accu storing en ok
RF batterij laag/PSU
YT, YR
Accu centrale leeg/storing en ok
Accu centrale
YT, YR
Externe PSU lage spanning via zone n
HyMo
Storingen
YW
Systeemfout
Storingen
Aanwijzing
Bijlage
382
1) De centrale communiceert jamming en supervisie, wanneer het systeem wordt gedeactiveerd.
2) onafhankelijk van een groep/zonder betrekking tot een groep
Bijlage
383
Tabel 4 SIA report groepen - SIA codes
SIA
rapporteringsgroep
SIA code
Omvat:
Brand
FA, FR
Brand en brand ok
Overvalalarm
HA, HR
Bedreiging en ok
Overvalalarm
HV
Overval (paniek) alarm bevestigd
Overvalalarm
PA, PR
Zone overval (paniek) en ok
Toetsenbord overval (paniek) en ok
RF overval (paniek) en ok
Draadloos bedieningspaneel overval (paniek) en ok
Medisch Alarm
MA; MH
Medisch alarm en ok
Medisch Alarm
QA, QH
Zorgnoodoproep (zorg alarm)
inbraakalarm
BA, BR
Inbraak en inbraak ok
inbraakalarm
BA, BR
Buitenkant/omtrek en buitenkant/omtrek ok
Openbreekpoging en glasbreuk bijvoorbeeld van de FTSE
inbraakalarm
BC
Alarm afbreken
inbraakalarm
BV
Alarm bevestiging
Techniek
UA, UR
Technisch alarm en ok
Sabotages
JA
Invoer van 4 foute gebruikerscodes na elkaar (ook "Gebruikerscode
sabotage" genoemd)
Sabotages
TA, TR
Toetsenbord sabotage en ok
Melder sabotage en ok
Centrale voorgevel sabotage en ok
Signaalgever sabotage en ok
Draadloos bedieningspaneel sabotage en ok
Externe sirenes sabotage en ok
UVM sabotage en ok
Bedieningspaneel sabotage en ok
Deurslot sabotage en ok
Activeren/deactiveren
CA, OA
Tijdschema activering, tijdschema deactivering
Activeren/deactiveren
CE
Tijdschema-activering tijdelijk verschoven
Activeren/deactiveren
CL, OP
Systeem of deelgebied geactiveerd en gedeactiveerd
Activeren/deactiveren
CS, OS
Systeem of deelgebied met sleutelschakelaar geactiveerd en gedeactiveerd
Intern actief
CL
Systeem of deelgebied intern geactiveerd
Intern actief
CS
Systeem of deelgebied met sleutelschakelaar intern geactiveerd
Resetten
OR
Systeem of deelgebied gereset
Bijlage
384
Uitgang
tijdoverschrijding
EA
Uitgang tijdoverschrijding en ok
Overbruggen
BB, BU
Gebruiker/systeem zone overbrugd, zone getoond
Sleutelkast
BA, BR
Sleutelkast open en gesloten
RF Supervisie
BZ
Zone supervisie storing en ok
Draadloos bedieningspaneel supervisie storing en ok
Externe sirene supervisie storing en ok 1)
Binnen-SG, supervisie storing en ok
UVM Supervisie storing en ok
Deursloten supervisie storing en ok
Repeater supervisie storing en ok
HyMo supervisie storing en ok
RF Jamming
XQ, XH
Jamming storing en ok 1)
RF batterij laag/PSU
XT, XR
Zone lege batterij storing en ok
RF batterij laag/PSU
YP, YQ
Binnen-SG, bedieningspaneel, repeater, rookmelder, UVM
PSU-storing en ok
RF batterij laag/PSU
YT, YR
Externe sirene, UVM, repeater
Lege batterij/accu storing en ok
Accu centrale
YM, YR
Accu centrale leeg/ontbreekt en ok
Accu centrale
YT, YR
Accu centrale leeg/storing en ok
Storing stroomnet
AT, AR
Storing stroomnet en ok
Centrale, HyMo
Storingen
AT, AR
Externe PSU AC storing en ok
Centrale, HyMo
Storingen
FT, FJ
Rookmelder storing en ok
Storingen
LT, LR
Communicatiekanaal storing en ok
Storingen
PT, PJ
Zone overvalcomponenten storing en ok
Storingen
TA, TR
UVM storing en ok
Storingen
YA, YH
Storing zone externe signaalgever en ok
Storingen
YM, YR
Externe accu storing en ok
Storingen
YP, YQ,
Storing en ok voor: Aux 12 V, systeem 12 V
Storingen
YP, YQ
Externe PSU storing en ok via zone n
Storingen
YT, YR
Externe PSU lage spanning via zone n
HyMo
Storingen
YW
Systeemfout
Bijlage
385
Installateursmodus
LB (RB)
Installateursmodus start centrale (web)
Installateursmodus
LS (RS)
Installateursmodus einde centrale (web)
Gebruikerscode
gewijzigd
JV
Gebruiker A heeft de code van gebruiker B gewijzigd
Gebruikerscode
gewijzigd
JX
Gebruiker A heeft gebruiker B gewist
Gebruikerscode
gewijzigd
RH
Gebruikerscodes teruggezet naar standaard
Tijd/datum resetten
JT
Tijd en datum opnieuw ingesteld
Camera-supervisie
BZ
IP-zone camera supervisie storing en ok
bijv. IP Zone Missing, IP-Zone Timeout).
Downloaden
RS
Downloaden succesvol
Downloaden
RU
Downloaden mislukt
/
RP
Periodiek/Automatisch testrapport 2)
/
RX
Handmatig activeren testrapport 2)
Aanwijzing
1) De centrale communiceert jamming en supervisie, wanneer het systeem wordt gedeactiveerd.
2) onafhankelijk van een groep/zonder betrekking tot een groep
Bijlage
386
E-mail, foutmeldingen
In de volgende tabel vindt u de antwoordcodes van de SMTP-server:
200
non standard success response, see RFC876
211
System status, or system help reply
214
Help message
220
<domain> service ready
221
<domain> service closing transmission channel
235
successful authentication
250
Requested mail action OK, completed
251
User not local, will forward to <forward-path>
252
Cannot VRFY user, but will accept message and attempt delivery
253
Pending message for node started
334
server challenge
354
Start mail input, end with <CRLF>.<CRLF>
355
Octet offset is the transaction offset
421
<domain> service not available, closing transmission channel
432
A password transition is needed
450
Requested mail action not taken: mailbox unavailable
451
Requested action aborted: error in processing
452
Requested action not taken: insufficient system storage
453
no mail
454
TLS not available due to temporary reason. Encryption required for requested authentication mechanism
455
Server unable to accommodate parameters
458
Unable to queue message for node
459
Node not allowed: <reason>
500
Syntax error, command unrecognized
501
Syntax error in parameters or arguments
502
Command not implemented
503
Bad sequence of commands
504
Command parameter not implemented
510
Check the recipient address
512
<domain> cannot be found. Unknown host
515
Destination mailbox address invalid
517
Problem with senders mail attribute, check properties
521
<domain> does not accept mail (see RFC1846)
522
Recipient has exceeded mailbox limit
523
Server limit exceeded. Message too large
530
Encryption required for authentication mechanism
531
Mail system full
533
Remote server has insufficient disk space to hold email
534
Authentication mechanism is too weak. Message too big
535
Authentication unsuccessful/Bad username or password
538
Encryption required for authentication mechanism
550
Requested action not taken: mailbox unavailable
551
User not local, please try <forward-path>
552
Requested mail action aborted: exceeded storage allocation
553
Requested action not taken: mailbox name not allowed
554
Transaction failed
555
MAIL FROM/RCPT TO parameters not recognised or not implemented
Bijlage
387
TCP/IP-foutmeldingen
In de volgende tabel vindt u TCP/IP-foutmeldingen:
1001
General Error
1002
Invalid socket descriptor
1003
Invalid parameter
1004
It would have blocked
1005
Not enough memory in memory pool
1006
Connection is closed or aborted
1007
Socket is locked in RTX environment
1008
Socket, Host Resolver timeout
1009
Host Name resolving in progress
1010
Host Name not existing
Een overzicht van de SSL-relevante meldingen
In de onderstaande tabel vindt u SSL-relevante meldingen die we in de SSL-stack gebruiken deze kunnen bij
een toekomstige update wijzigen:
10064
Failed to get an IP address for the given hostname
10066
Failed to open a socket
10068
The connection to the given server / port failed
10070
Binding of the socket failed
10072
Could not listen on the socket
10074
Could not accept the incoming connection
10076
Reading information from the socket failed
10078
Sending information through the socket failed
10080
Connection was reset by peer
10082
Connection requires a read call
10084
Connection requires a write call
37520
A counter would wrap (eg, too many messages exchanged).
37648
Internal error (eg, unexpected failure in lower-level module)
37776
Unknown identity received (eg, PSK identity)
37904
Public key type mismatch (eg, asked for RSA key exchange and presented EC key)
38032
Session ticket has expired.
38160
Processing of the NewSessionTicket handshake message failed.
38288
Handshake protocol not within min/max boundaries
38416
Processing of the compression / decompression failed
38544
Hardware acceleration function skipped / left alone data
38800
The requested feature is not available
38928
Bad input parameters to function
39056
Verification of the message MAC failed
39184
An invalid SSL record was received
39312
The connection indicated an EOF
39440
An unknown cipher was received
39568
The server has no ciphersuites in common with the client
39696
No RNG was provided to the SSL module
39824
No client certification received from the client, but required by the authentication mode
39952
Our own certificate(s) is/are too large to send in an SSL message
40080
The own certificate is not set, but needed by the server
40208
The own private key or pre-shared key is not set, but needed
40336
No CA Chain is set, but required to operate
40464
An unexpected message was received from our peer
40592
A fatal alert message was received from our peer
40720
Verification of our peer failed
Bijlage
388
40848
The peer notified us that the connection is going to be closed
40976
Processing of the ClientHello handshake message failed
41104
Processing of the ServerHello handshake message failed
41232
Processing of the Certificate handshake message failed
41360
Processing of the CertificateRequest handshake message failed
41488
Processing of the ServerKeyExchange handshake message failed
41616
Processing of the ServerHelloDone handshake message failed
41744
Processing of the ClientKeyExchange handshake message failed
41872
Processing of the ClientKeyExchange handshake message failed in DHM / ECDH Read Public
42000
Processing of the ClientKeyExchange handshake message failed in DHM / ECDH Calculate Secret
42128
Processing of the CertificateVerify handshake message failed
42256
Processing of the ChangeCipherSpec handshake message failed
42384
Processing of the Finished handshake message failed
42512
Memory allocation failed
42640
Hardware acceleration function returned with error
Bijlage
389
VOIP foutmeldingen
In de volgende tabel vindt u gebruikersrelevante foutmeldingen:
VOIP_CALL_NO_RESULT
0
VOIP_CALL_FAIL_NO_LINK
1
VOIP_CALL_FAIL_NO_LOCAL_ADDRESS
2
VOIP_CALL_REJECTED
3
VOIP_CALL_TIMEOUT_NO_ANSWER
4
VOIP_CALL_CANCELLED
5
VOIP_CALL_DECLINED
6
VOIP_CALL_FORBIDDEN
7
VOIP_CALL_NOT_FOUND
8
VOIP_CALL_INIT_SIP_URL_ERROR
9
VOIP_CALL_CALLER_ABORT
10
VOIP_CALL_DISCONNECT
11
VOIP_CALL_PASSWORD_ERROR
12
VOIP_CALL_LINK_LOST_ERROR
13
In de volgende tabel vindt u interne foutmeldingen:
VOIP_CALL_INIT_PARAM_ERROR
14
VOIP_CALL_PJSIP_APP_ERROR
15
VOIP_CALL_ICE_CREATE_ERROR
16
VOIP_CALL_ICE_PROCEDURE_ERROR
17
VOIP_CALL_ICE_INVITE_CREATION_ERROR
18
VOIP_CALL_ICE_REINVITE_CREATION_ERROR
19
VOIP_CALL_ICE_REINVITE_SEND_ERROR
20
VOIP_CALL_ICE_UPDATE_CREATION_ERROR
21
VOIP_CALL_ICE_UPDATE_SEND_ERROR
22
VOIP_CALL_ICE_SDP_POINTER_ERROR
23
VOIP_CALL_ICE_NEGOTIATION_FAIL_ERROR
24
VOIP_CALL_REGISTRATION_CREATION_ERROR
25
VOIP_CALL_REGISTRATION_INIT_ERROR
26
VOIP_CALL_REGISTRATION_CRED_ERROR
27
VOIP_CALL_REGISTRATION_REG_ERROR
28
VOIP_CALL_REGISTRATION_SEND_ERROR
29
VOIP_CALL_REGISTRATION_SERVER_RESPONSE_TIMEOUT
30
VOIP_CALL_REGISTRATION_RESULT_INTERNAL_ERROR
31
VOIP_CALL_REGISTRATION_SERVER_RESPONSE_ERROR
32
VOIP_CALL_PJSIP_ASSERT_ERROR
33
VOIP_CALL_AUDIO_PLAYBACK_NOT_CONNECTED_ERROR
40
Bijlage
390
GSM CME/CMS foutmeldingen
In de volgende tabel vindt u gebruikersrelevante foutmeldingen:
CME Error Codes
GSM Equipment related codes
0
Phone failure
1
No connection to phone
2
Phone-adapter link reserved
3
Operation not allowed
4
Operation not supported
5
PH-SIM PIN required
6
PH-FSIM PIN required
7
PH-FSIM PUK required
10
SIM not inserted
11
SIM PIN required
12
SIM PUK required
13
SIM failure
14
SIM busy
15
SIM wrong
16
Incorrect password
17
SIM PIN2 required
18
SIM PUK2 required
20
Memory full
21
Invalid index
22
Not found
23
Memory failure
24
Text string too long
25
Invalid characters in text string
26
Dial string too long
27
Invalid characters in dial string
30
No network service
31
Network timeout
32
Network not allowed - emergency call only
40
Network personalization PIN required
41
Network personalization PUK required
42
Network subset personalization PIN required
43
Network subset personalization PUK required
44
Service provider personalization PIN required
45
Service provider personalization PUK required
46
Corporate personalization PIN required
47
Corporate personalization PUK required
48
Hidden key required
49
EAP method not supported
50
Incorrect parameters
99
Resource limitation
100
Unknown
103
Illegal MS
106
Illegal ME
Bijlage
391
107
GPRS services not allowed
111
PLMN not allowed
112
Location area not allowed
113
Roaming not allowed in this location area
132
Service option not supported
133
Requested service option not subscribed
134
Service option temporarily out of order
148
Unspecified GPRS error
149
PDP authentication failure
150
Invalid mobile class
201
Alternate SIM conflict
256
Operation temporarily not allowed
257
Call barred
258
Phone is busy
259
User abort
260
Invalid dial string
261
SS not executed
262
SIM Blocked
263
Invalid block
500
CTS Handover on Progress
501
Cellular Protocol Stack Out of service state
502
CTS Unspecified Error
650
General AVMS error
651
Communication error
652
Session in progress
654
RDMS services are in "deactivated" state
655
RDMS services are in "prohibited" state
656
RDMS services are in "to be provisioned" state; no available NAP
772
SIM powered down
800
SIM Security unspecified error
902
No more sockets available; the maximum number has been reached
903
Memory problem
904
DNS error
905
TCP disconnection by the server
906
TCP/UDP connection error
907
Generic error
908
Fail to accept client request's
909
Data send by KTCPSND/KUDPSND are incoherent
910
Bad session ID
911
Session is already running
912
No more sessions can be used (maximum session is 32)
913
Socket connection timer timeout
914
Control socket connection timer timeout
915
A parameter is not expected
916
A parameter has an invalid range of values
917
A parameter is missing
918
Feature is not supported
919
Feature is not available
920
Protocol is not supported
921
Error due to invalid state of bearer connection
922
Error due to invalid state of session
923
Error due to invalid state of terminate port data mode
924
Error due to session busy, retry later
925
Failed to decode HTTP header's name, missing ':'
926
Failed to decode HTTP header's value, missing 'cr/lf'
Bijlage
392
927
HTTP header's name is an empty string
928
HTTP header's value is an empty string
929
Format of input data is invalid
930
Content of input data is invalid or not supported
931
The length of a parameter is invalid
932
The format of a parameter is invalid
CMS Error Codes
GSM Network related codes
1
Unassigned (unallocated) number
8
Operator determined barring
10
Call barred
21
Short message transfer rejected
27
Destination out of service
28
Unidentified subscriber
29
Facility rejected
30
Unknown subscriber
38
Network out of order
41
Temporary failure
42
Congestion
47
Resources unavailable, unspecified
50
Requested facility not subscribed
69
Requested facility not implemented
81
Invalid short message transfer reference value
95
Invalid message, unspecified
96
Invalid mandatory information
97
Message type non-existent or not implemented
98
Message not compatible with short message protocol state
99
Information element non-existent or not implemented
111
Protocol error, unspecified
127
Interworking, unspecified
128
Telematic interworking not supported
129
Short message Type 0 not supported
130
Cannot replace short message
143
Unspecified TP-PID error
144
Data coding scheme (alphabet) not supported
145
Message class not supported
159
Unspecified TP-DCS error
160
Command cannot be executed
161
Command unsupported
175
Unspecified TP-Command error
176
TPDU not supported
192
SC busy
193
No SC subscription
194
SC system failure
195
Invalid SME address
196
Destination SME barred
197
SM Rejected-Duplicate SM
198
TP-VPF not supported
199
TP-VP not supported
208
D0 SIM SMS storage full
Bijlage
393
209
No SMS storage capability in SIM
210
Error in MS
211
Memory Capacity Exceeded
212
SIM Application Toolkit Busy
213
SIM data download error
255
Unspecified error cause
300
ME failure
301
SMS service of ME reserved
302
Operation not allowed
303
Operation not supported
304
Invalid PDU mode parameter
305
Invalid text mode parameter
310
SIM not inserted
311
SIM PIN required
312
PH-SIM PIN required
313
SIM failure
314
SIM busy
315
SIM wrong
316
SIM PUK required
317
SIM PIN2 required
318
SIM PUK2 required
320
Memory failure
321
Invalid memory index
322
Memory full
330
SMSC address unknown
331
no network service
332
Network timeout
340
NO +CNMA ACK EXPECTED
500
Unknown error
512
User abort
513
Unable to store
514
Invalid Status
515
Device busy or Invalid Character in string
516
Invalid length
517
Invalid character in PDU
518
Invalid parameter
519
Invalid length or character
520
Invalid character in text
521
Timer expired
522
Operation temporary not allowed
532
SIM not ready
534
Cell Broadcast error unknown
535
Protocol stack busy
538
Invalid parameter
615
Network failure
616
network is down
639
service type not yet available
640
operation of service temporary not allowed
764
missing input value
765
invalid input value
767
operation failed
Bijlage
394
Logboek
Logboekitems
Deze bijlage biedt korte uitleg bij de berichten die in de log van de centrale kunnen verschijnen.
U dient er rekening mee te houden dat veel van deze berichten betrekking hebben op specifieke componenten met
het desbetreffende componentnummer. Daarom is het niet mogelijk in deze lijst de exacte logberichten te tonen die u
in een bepaalde installatie zult zien.
De lijst op zich is alfabetisch volgens de berichtteksten gerangschikt. In de kolom "Logboekitem" ziet u "==" of soms
"#". Deze tekens staan voor het zone-, gebruikers- of componentnummer dat de centrale voor de gebeurtenis heeft
opgeslagen. In de kolom "Verklaring" wordt dit als "nn" of "n" weergegeven.
In de weergegeven communicatieberichten staat "$m" voor het type van het gebruikte communicatiekanaal.
Logboekitem
Verklaring
"$m Alarm OK"
Succesvolle alarmtransmissie naar alarmontvanger/meldkamer via het
betreffende transmissiekanaal (PSTN / IP / GSM)
"$m e-mail storing"
$m e-mail storing
"$m comm-kan. ok
Communicatiekanaal weer hersteld
"$m comm-kanaal-storing"
Communicatiekanaal gestoord
"$m modem storing"
"$m modem gestoord"
"$m modem weer ok"
$m modem weer ok
"$m storing meldkamer protocol"
Communicatiestoring meldkamerprotocol van $m
"$m storing zorgprotocol"
$M storing bij verzenden van zorgrapport
"$m storing SMS"
$m storing SMS communicatie
"$m storing spraakkiezer"
$m spraakkiezer gestoord
"$m WAM storing"
Storingen in het IP-communicatiekanaal
o Openbare ruimte (WAN)
o Private ruimte (LAN)
In aanvulling op het "Ethernet-communicatiekan." direct op de centrale
"$m WAN ok"
IP-communicatiekanaal weer hersteld
"== AC storing"
Uitbreiding == storing van voeding
"== AC storing ok"
Uitbreiding == voeding weer hersteld
"== Aux fuse fout"
Uitbreiding == zekering ontbreekt
"== Storing AUX zekering OK"
Uitbreiding == zekering ok
"== Aux1 uit. fout"
Uitbreiding == spanning van uitgang 1 gestoord
"== Aux1 uit. ok"
Uitbreiding == spanning van uitgang 1 ok
"== Aux2 uit. fout"
Uitbreiding == spanning van uitgang 2 gestoord
"== Aux2 uit. ok"
Uitbreiding == spanning van uitgang 2 ok
"== batt 1 ontbreekt"
Uitbreiding == batterij 1 ontbreekt
"== batt 1 OK"
Uitbreiding == batterij 1 ok
"== batt 2 ontbreekt"
Uitbreiding == batterij 2 ontbreekt
"Batt 2 ok"
Uitbreiding == batterij 2 ok
"== code sabotage ok"
Sabotage door
teveel onjuiste
Bijlage
395
code-invoer
werd gereset
"== oplader 1 F."
Uitbreiding == oplader batterij 1 fout
"== oplader 1 OK"
Uitbreiding == oplader batterij 1 ok
"== oplader 2 F."
Uitbreiding == oplader batterij 2 fout
"== oplader 2 OK"
Uitbreiding == oplader batterij 2 ok
"== laden 1 OK"
Uitbreiding == laden van accu 1 ok
"== laden 2 OK"
Uitbreiding == laden van accu 2 ok
"== lastteststoring accu1"
Uitbreiding == laden van accu 1 gestoord
"== lastteststoring accu2"
Uitbreiding == laden van accu 2 gestoord
"== low voltage"
Uitbreiding == voeding laag
"== zw. batt 1"
Uitbreiding == batterij 1 zwakke lading
"== zw. batt 2"
Uitbreiding == batterij 2 zwakke lading
"== sys sp. fout"
Uitbreiding == fout in systeemspanning
"== sys sp. ok"
Uitbreiding == systeemspanning ok
"== comm. uitg. OK"
Uitbreiding == communicatie-uitgang ok
"== comm. uitg. st."
Uitbreiding == fout communicatie-uitgang
"== voltage OK"
Uitbreiding == voeding ok
"12V Aux. ok"
12V uitgang van centrale ok
"12V Aux. storing"
12V uitgang van centrale gestoord
"12V Bedp. ok"
Bedieningspaneel storing van 12V voeding ok
"24h Z=== alarm"
24-uurs alarm in zone n.
"24h Z=== ok"
24-uurs alarm in zone n gereset.
"24uur Z== alarm"
24-uurs alarm in zone n.
"24uur Z== OK"
24-uurs alarm in zone n gereset.
"Afmelden"
Op de webserver afgemeld
"AC OK"
Netspanningsfout is gereset
"AC storing ok DG ##"
Storing van voeding in deelgebied ## is gereset
"AC storing DG ##"
Storing van voeding in deelgebied ##
"AC storing"
Netspanning ontbreekt
"Accu # laden OK"
Accu # geladen
"Accu # laden storing"
Accu # laadstoring
"Accu # last OK"
Accu # lasttest ok
"Accu # Lastteststoring"
Accu # lasttest gestoord
"Accu # storing ok"
"Accu # storing weer ok"
"Accu # diepontladen / ontbreekt"
"Accu # is diepontladen of ontbreekt"
"Accu lasttest storing"
"Accu lasttest niet doorstaan"
"Accu diepontladen/ ontbreekt"
"Accu is diepontladen of ontbreekt"
"Activeringsstoring Z=="
Activering niet mogelijk, zone == gestoord of open
"Alarm bevest webserver"
Alarm bevestigd door webserver
"Alarm bevest Z=="
Alarm bevestigd door zone ==
"Alarm bevest. "
Alarm bevestigd door bedieningspaneel
"Alarm bevest. Aux #"
Alarm bevestigd door sabotagecontact op apparaat #
"Alarm bevest.==ER"
Alarm bevestigd door externe proxy reader ==ER
Bijlage
396
"Alarm conf. =="
Alarm bevestigd door uitbreiding ==
"Alarm testoproep"
Testoproep alarm geactiveerd
"Alarmannulering B--"
Alarmannulering door gebruiker --
"Alarmbevest. BT=="
Bevestigd alarm op bedieningspaneel ==
"Alarmbevest. DLBPAN=="
Bevestigd alarm draadloos bedieningspaneel ==*
"Alarmbevest bel #"
Bevestigd alarm signaalgever#
"Alarmbev. geluidsgenerator"
Bevestigd alarm geluidsgenerator
"Alarmbevest. sir =="
Bevestigd alarm sirene ==
"Alarmbevest. UVM =="
Bevestigd alarm UVM ==
"Alarmbevest Z==="
Bevestigd alarm zone ==
"Alarmbevest centralebehuizing"
Bevestigd alarm sabotage centrale
"Alarmbevest. Aux"
Bevestigd alarm aangesloten toebehoren
"Alarmbevestiging"
Bevestigd alarm
"Alm bevest. RPT=="
Bevestigd alarm repeater
"Alm bevest.centr. jam"
Bevestigd alarm jamming van de centrale
"Aanmelden"
Op webserver aangemeld
"ATE L.F. Alle"
Alle lijnen alarmtransmissie-eenheden zijn gestoord
"ATE L.F. alleen"
Een lijn van alarmtransmissie-eenheden is gestoord
"ATE L.F. ok"
Alle lijnen alarmtransmissie-eenheden zijn weer hersteld
"Auto int. geact. #"
Systeem automatisch intern # geactiveerd
"Auto syst gedeact."
Systeem automatisch gedeactiveerd
"Auto systeem geact."
Systeem automatisch geactiveerd
"Auto DG # geact."
Deelgebied # automatisch geactiveerd
"Auto DG # gedeact."
Deelgebied # automatisch gedeactiveerd
"Autoact Uit DG #"
Autoactiv deelgebied # is gedeactiveerd
"Autoact In DG #"
Autoactiv deelgebied # is geactiveerd
"Autoact vertr B--"
Autoactivering is verschoven door gebruiker --
"Autoact vertraagd U-- P#"
Gebruiker -- heeft de autoactivering van deelgebied # vertraagd
"Autoact. uit"
Autoactivering is uitgeschakeld
"Autoact. aan"
Autoactivering is geactiveerd
"Autoact. storing DG #"
Autoactiv deelgebied # is gestoord
"AutoDG # int. geact."
Deelgebied # automatisch intern geactiveerd
"Aux # sabo ok"
Sabotage van voeding aan extern apparaat # gereset
"Aux 14V4 # storing"
14V uitgang van centrale gestoord
"Aux sabo ok"
Sabotage van voeding aan extern apparaat gereset
"Aux. # sabotage"
Sabotage van voeding aan extern apparaat #
"Aux. 14V4 # OK"
14V uitgang van centrale ok
"Aux. sabotage"
Sabotage van voeding aan extern apparaat
"B -- sys. intern actief #"
Gebruiker -- heeft het systeem intern geactiveerd
"B-- actief negeren"
Gebruiker -- heeft systeemactivering afgebroken
"B-- downld storing"
Gebruiker == download gestoord
"B-- instelling gewijzigd"
Configuratie door gebruiker == gewijzigd
"B--- inter A # uitgang"
Gebruiker -- heeft uitgangsvertraging van uitgang # gestart
Bijlage
397
"B--- medisch alarm"
Medisch noodoproepalarm door gebruiker -- geactiveerd
"B-- opnieuw starten centrale"
Gebruiker == heeft de centrale opnieuw opgestart
"B--- dwang OK"
Dwangalarm door gebruiker == gereset
"B--- dwang"
Dwangalarm door gebruiker ==
"B--- shunt code"
Shift code door gebruiker -- ingevoerd
"B-- SprTel = gewijz"
Gebruiker -- heeft een nummer van spraakkiezer gewijzigd
"B--- systeem uitgang"
Gebruiker -- heeft uitgangsvertraging gestart
"B--- DG ## uitgang"
Gebruiker -- heeft in deelgebied ## de uitgangsvertraging geactiveerd
"B--- DG ## bedreiging ok"
Bedreigingsalarm van gebruiker == in deelgebied ## gereset
"B--- DG ## bedreiging"
Bedreigingsalarm van gebruiker == in deelgebied ##
"B-- negeren"
Gebruiker -- heeft deelgebied # ondanks waarschuwing geactiveerd
"Batt zwak Z==="
Zwakke batterij zone ===
"Batt zwak Z===ok"
Batterij zone === ok
"Batt laag Z==ok"
Batterij zone == ok
"Batt. zwak Z=="
Zwakke batterij zone ==
"Batterij ok"
Batterij is ok
"Batterij zwak"
Batterij bijna op
"Bedp. == brand ok"
Brandalarm op bedieningspan. == gereset
"Bedp.== code sabotage"
Sabotage door teveel onjuiste code-invoer aan het bedieningspaneel ==
"Bedp. == brand"
Brandalarm op bedieningspan. == geactiveerd
"Bedp. == med."
Bedieningspaneel == medisch alarm geactiveerd
"Bedp. == OA"
Bedieningspaneel == overvalalarm geactiveerd
"Toewijzing act met#"
Logboek gebruikt door #
"Gebr -- wijzigen gebr =="
Gebruiker -- heeft de code van gebruiker == gewijzigd
"Gebr -- log in"
Gebruiker -- heeft menu geopend
"Gebr -- log out"
Gebruiker -- heeft menu verlaten
"Gebr -- wissen gebr =="
Gebruiker -- heeft de gebruiker == gewist
"Gebr -- systeem actief"
Gebruiker -- heeft het systeem geactiveerd
"Gebr -- systeem gedeact"
Systeem gedeactiveerd door gebruiker --
"Gebr -- systeem reset"
Gebruiker -- heeft het systeem gereset
"Gebr -- DG # geact"
Gebruiker -- heeft deelgebied # geactiveerd
"Gebr -- DG # gedeact"
Gebruiker -- heeft deelgebied # gedeactiveerd
"Gebr -- DG # intern actief"
Gebruiker -- heeft deelgebied # intern geactiveerd
"Gebr -- DG # gereset"
Gebruiker -- heeft deelgebied # gereset
"Gebr -- log in (web)"
Gebruiker -- heeft webmenu geopend
"Gebr -- log out (web)"
Gebruiker -- heeft webmenu verlaten
"Gebr-- tijd/datum"
Gebruiker == heeft tijd/datum gewijzigd
"Gebr-- zone== verborgen"
Gebruiker -- heeft de zone == verborgen
"Gebr--- zone=== verborgen ok"
Gebruiker --- heeft de zone === weer geactiveerd
"Gebr-- zone=== verborgen"
Gebruiker --- heeft de zone === verborgen
"Gebr--- zone=== overval verborgen"
Zone === overval door gebruiker --- verborgen
"Gebr.-- zorgnoodoproep"
Gebruiker -- heeft een zorgnoodoproep geactiveerd
"B--RemoteDownld"
Gebruiker == remote download succesvol
Bijlage
398
"Bedp. == gevonden"
Nieuw bedieningspaneel == gevonden
"Bedp. == gewist"
Bedieningspaneel == gewist
"Bedp. == toegevoegd"
Bedieningspaneel == is toegevoegd
"Bedp.== code sabotage"
Sabotage door teveel onjuiste code-invoer aan het bedieningspaneel ==
"Bedp. == ontbreekt"
Bedieningspaneel == ontbreekt
"Bedp.== ok"
Bedieningspaneel == is ok
"B--DG # negeren"
Gebruiker -- heeft systeem ondanks waarschuwing geactiveerd
"Care B-- batt zwak"
Noodoproepzender batterij zwak
"CO Z== alarm"
CO alarm zone ==
"CO Z== ok"
CO alarm zone == gereset
"Code sabotage"
Sabotage door teveel onjuiste code-invoer
"Codes gereset"
Codes werden gereset naar fabrieksinstelling. Codes werden gewist en
werden opnieuw ingevoerd.
"Downloader lockout"
Downloader geblokkeerd
"Bedrade SRN== storing"
Storing aan bedrade signaalgever ==
Controleer ook de bedrading tussen de aansluiting TRB (trouble) en 0V.
"Bedrade SRN== storing ok"
Storing aan bedrade signaalgever == werd gereset
"Dup. == OK"
Fout adres dubbel toegekend is gecorrigeerd
"Dupliceren=="
Fout adres dubbel toegekend
"Inbr. Z== alarm"
Inbraakalarm zone ==
"Inbr. Z== OK."
Inbraakalarm zone == gereset
"inbraak Z=== alarm"
Inbraakalarm zone ===
"Inbraak Z=== ok"
Inbraakalarm zone === gereset
"Ing gest. Z==="
Ingangsvertraging zone === gestart
"Ing. weg verlat. Z=="
Ingangsweg is verlaten, zone === geactiveerd
"Ingang afwijking Z==="
Ingangsweg is verlaten, zone == geactiveerd
"Inst.Z===versch."
Instellingen van zone === zijn verschoven
"Instelling gewijzigd"
Configuratie is gewijzigd
"E-mail fout ---"
E-mail fout ---
"E-mail fout $w"
E-mail fout "w
"E-mail testoproep"
E-mail testoproep
"Uitbr. == gevonden"
Nieuwe uitbreiding == gevonden
"Uitbr. == gewist"
Uitbreiding == is gewist
"Uitbr. == toegevoegd"
Nieuwe uitbreiding == is toegevoegd
"Ext AC OK Z=="
Externe voedingsspanning Z== weer hersteld
"Ext AC OK Z==="
Externe voedingsspanning Z=== weer hersteld
"Ext AC storing Z=="
Externe storing van voedingsspanning Z==
"Ext AC storing Z=="
Externe storing van voedingsspanning Z===
"Ext batt fout Z=="
Fout externe batterij Z==
"Ext batt fout Z==="
Fout externe batterij Z===
"Ext batt OK Z=="
Externe batterij Z== ok
"Ext batt OK Z==="
Externe batterij Z=== ok
"Ext DC ok DG ##"
Externe gelijkspanning in deelgebied ## weer hersteld
"Ext DC storing DG ##"
Externe gelijkspanning in deelgebied ## gestoord
Bijlage
399
"Ext low volts Z=="
Lage spanning externe voeding Z==
"Ext low volts Z==="
Lage spanning externe voeding Z===
"Ext PSU fault Z=="
Storing externe voeding Z==
"Ext PSU restr Z=="
Externe voeding Z=== ok
"Ext PSU OK Z=="
Externe voeding Z== ok
"Ext PSU storing zone =="
Storing externe voeding Z===
"Ext volts OK Z==="
Externe voeding Z=== ok
"Ext volts OK Z=="
Externe voeding Z== ok
"Externe DC storing"
Externe storing van gelijkspanning
"AB gebr -- batt zwak"
Gebruiker -- batterij van afstandsbediening is zwak
"DLBedp. == supervisiestoring"
Draadloos bedieningspaneel == storing draadloze bewaking vastgesteld
"DLBedp. == bewaking ok"
Draadloos bedieningspaneel == draadloze bewaking ok
"Ontbreekt == OK"
Uitbreiding == weer in systeem
"ontbreekt == ok"
Ontbrekend bedieningspaneel == is weer bereikbaar
"Ontbreekt =="
Uitbreiding == ontbreekt
"ontbreekt =="
Bedieningspaneel == ontbreekt
"ontbreekt ==ER ok"
Externe proxy reader == op bedieningspaneel ok
"ontbreekt ==ER"
Externe proxy reader == op bedieningspaneel ontbreekt
"Remote reset"
Systeem is remote gereset
"Rem.onderh. uitgevoerd"
Remote-onderhoud succesvol afgesloten
"Brand fout is gereset DG #"
Brandalarm deelgebied # ok
"Brand OK"
Brandalarm is gereset
"Brand OK"
Brandalarm op bedien.pan. gereset
"Brand resetten"
Brandalarm is gereset
"Brand Z== alarm"
Brandalarm zone ==
"Brand Z== OK"
Brandalarm zone == is gereset
"Brand Z=== alarm"
Brandalarm zone ===
"Brand Z=== ok"
Brandalarm zone === is gereset
"Brandalarm"
Brandalarm op bedieningspan. geactiv.
"Brand Bedp.== alarm"
Brandalarm op bedien.pan. == geactiveerd
"DLBedp.## zorgnoodoproep"
Draadloos bedieningspaneel ## zorgnoodoproep geactiveerd
"DLBedp.== 4/6 discrepantie"
Draadloos bedieningspaneel == codelengte (4/6) fout
"DLBedp.== batt. laag"
Batterij laag draadloos bedieningspaneel ==
"DLBedp.== code sabotage ok"
Sabotage door teveel onjuiste code-invoer aan het draadloze
bedieningspaneel == werd gereset
"DLBedp. == PSU ok"
Draadloos bedieningspaneel == externe voeding hersteld
"DLBedp. == PSU storing"
Draadloos bedieningspaneel == storing externe voeding
"DLBedp.== RF OK"
Draadloos bedieningspaneel == draadloze verbinding ok
"DLBedp.== RF waarschuwing"
Draadloos bedieningspaneel == meer dan 15 min geen draadloze verbinding
met de centrale
"DLBedp.== supervisie ok"
Draadloze bewaking gestoord draadloos bedieningspaneel == gereset
"DLBedp.== supervisiestoring"
Draadloze bewaking gestoord draadloos bedieningspaneel ==
"Vrijgegeven =="
…is vrijgegeven
"Draadl. Bedp.== sabo ok"
Draadloos bedieningspaneel == sabotage gereset
Bijlage
400
"Draadl. Bedp. == sabo"
Draadloos bedieningspaneel == sabotage geactiveerd
"Draadl. sir == batt ok"
Draadloze sirene == batterij ok
"Draadl. sir == batt zwak"
Draadloze sirene == batterij zwak
"Draadl sir == sabo ok"
Draadloze sirene == sabotage fout is gereset
"Draadl sir == sabo"
Draadloze sirene == sabotage
"Draadloze sirene ==
supervisiestoring"
Externe sirene == draadloze bewaking ok
"Zendfout OK"
Zendfout verholpen
"Zendfout"
Zendfout
"Voorgevel sabo OK"
Sabotage van centraal voorgevel is gereset
"Voorgevel sabo"
Sabotage van centraal voorgevel
"Geblokkeerd =="
…is geblokkeerd
"Glasbreuk ok Z==="
Glasbreuk zone == is gewist
"Glasbreuk Z==="
Glasbreuk gedetecteerd door zone ==
"GSM CME info --"
GSM CME info --
"GSM CME info $w"
GSM CME info $w
"GSM CMS info --"
GSM CMS info --
"GSM CMS info $w"
GSM CMS info $w
"H/M== Sabo"
Behuizing geopend op hybride module
"H/M== Sabo ok"
Behuizing gesloten op hybride module
"H/M== PSU accu leeg"
Lege accu van de voeding hybride module
"H/M== PSU accu ok"
Accu in orde van voeding hybride module
"H/M== superv storing"
Geen draadloze verbinding met hybride module voor meer dan 2 uur
"H/M== Superv ok"
Draadloze verbinding in orde met hybride module
"H/M== RF waarschuwing"
Geen draadloze verbinding met hybride module voor meer dan 20 minuten
"H/M== RF ok"
Draadloze verbinding OK met hybride module
"H/M== Jamming"
Hybride module heeft jamming gedetecteerd
"H/M== Jamming ok"
Geen jamming meer op de hybride module
"H/M== AC PSU storing"
Storing in de 230V-voeding op de hybride module
"H/M== AC PSU ok"
12V-voedingsstoring op de hybride module weer in orde
"H/M== DC storing"
Storing in de 12 V-voeding op de hybride module
"H/M== DC ok"
12V-voedingsstoring op de hybride module weer in orde
"H/M== Aux storing"
12V-uitgang voedingsstoring op de hybride module
"H/M== Aux ok"
12V-uitgang voedingsstoring op de hybride module weer in orde
"H/M== SG Sabo"
Behuizing signaalgever geopend, ingang TR op hybride module
"H/M== SG Sabo ok"
Behuizing signaalgever gesloten, ingang TR op hybride module
"Inactiviteit onderhoud DG #"
Zorgnoodoproep in deelgebied # door inactiviteit geactiveerd
"Binnen-SG== Sabotage"
Behuizing geopend op de binnen-signaalgever
"Binnen-SG== Sabotage OK"
Behuizing gesloten op de binnen-signaalgever
"Binnen-SG== batt zwak"
Lege batterijen op de binnen-signaalgever
"Binnen-SG== batt zwak OK"
Batterijen in orde op de binnen-signaalgever
"Binnen-SG== LT Sup storing"
Meer dan 2 uur geen draadloze verbinding met een binnen-signaalgever
"Binnen-SG== LT Sup storing OK"
Draadloze verbinding in orde met de binnen-signaalgever
Bijlage
401
"Binnen-SG = RF waarschuwing"
Meer dan 20 minuten geen draadloze verbinding met een binnen-
signaalgever
"Binnen-SG. == RF OK"
Draadloze verbinding in orde met de binnen-signaalgever
"Binnen-SG== Jamming"
Binnen-signaalgever heeft jamming gedetecteerd
"Binnen-SG== Jamming OK"
Geen jamming meer aan de binnen-signaalgever
"Binnen-SG== PSU storing"
12V-voedingsstoring op binnen-signaalgever
"Binnen-SG== PSU storing OK"
12V-voedingsstoring op de binnen-signaalgever weer in orde
"IP component verbroken"
IP component verbroken
"IP component verbonden"
IP component verbonden
"IP polling ok"
IP polling weer hersteld
"IP polling storing"
IP polling storing
"IP Z=== HTTP err."
IP zone === HTTP fout
"IP Z=== miss rest."
IP zone === weer verbonden
"IP Z=== missing"
IP zone === zone ontbreekt
"IP Z=== timeout"
IP zone === timeout
"IPZ=== IP err 404"
IP zone === IP fout "Pagina niet bereikbaar"
"IPZ=== IP err auth"
IP zone === IP fout autorisatie
"Jamming == OK"
Uitbreiding == jamming ok
"Jamming =="
Uitbreiding == jamming vastgesteld
"Communicatie 12V storing ok"
Communicatie 12V voeding weer ok
"Communicatie 12V storing"
Communicatie storing van 12V voeding
"Communicatiestoring"
Communicatie gestoord
"Configuratiestoring"
Onjuiste configuratie
"Geluidsgenerator # 12V OK"
12V-geluidsgenerator # weer beschikbaar
"Geluidsgenerator # 12V storing"
12 V storing geluidsgenerator #
"lege accu # ok"
"Accu # is ok"
"lege accu#"
Accu # is leeg
"LO"
Login is afgebroken
"Lockset Z=== set"
Sluitzone === is geactiveerd
"Lockset Z=== unset"
Sluitzone === is gedeactiveerd
"Log gebeurtenis typen"
Log gebeurtenis typen
"Log search cleared"
Doorzoeken van log beëindigd
"Mask OK Z==="
Afdekbewaking gestoord zone === weer hersteld
"Masker Z==="
Afdekking zone ===
"Maskering storing zone ==="
Afdekbewaking gestoord zone ===
"Medi B-- batt zwak"
Medische noodoproepzender van gebruiker -- heeft een zwakke batterij
"Medisch Bedp. alarm"
Medische noodoproep alarm door bedieningspaneel
"Medisch OK DG #"
Medisch alarm deelgebied # is gewist
"Medisch OK"
Medisch alarm is gewist
"MedNoodBedp.==alarm"
Medische noodoproep alarm door bedieningspaneel == geactiveerd
"Meldfout Z==="
Zone === fout eindweerstand
"Melder OK Z==="
Zone === fout eindweerstand is gereset
"Meldertest storing Z=="
Storing meldertest zone ==
"Alleen logboek"
Alleen logboek
Bijlage
402
"ok batterijstoring"
Batterijstoring weer ok
"OK externe DC storing"
Externe storing van gelijkspanning ok
"Perim. waarsch. Z=="
Perimeterwaarschuwing zone ==
"Zorgnoodoproep Bedp."
Zorgnoodoproep via bedieningspaneel geactiveerd
"ZNO gebr -- batt zwak"
Noodoproepzender van gebruiker -- heeft een zwakke batterij
"Controlesom fout"
Onjuiste controlesom
"PSTN comm-kanaal OK"
Communicatiestoring telefoonlijn verholpen
"PSTN comm-kanaal-storing"
Communicatiestoring telefoonlijn
"REP== batt zwak"
Repeater == lege batterij
"REP== jamming OK"
Repeater == geen jamming aan de repeater meer
"REP== jamming"
Repeater == heeft jamming vastgesteld
"REP== PSU storing OK"
Repeater == geen storing voeding aan de 12V-ingang
"REP== PSU storing"
Repeater == storing voeding aan de 12V-ingang
"REP== RF waarschuwing"
Repeater == meer dan 15 min geen draadloze verbinding met de centrale
"REP== sabotage OK"
Repeater == sabotage ok
"REP== sabotage"
Repeater == sabotage
"REP== sup storing OK"
Repeater == draadloze bewaking gestoord werd gereset
"REP== sup storing"
Repeater == draadloze bewaking gestoord
"RF jamming OK"
Interferentie ok
RF jamming
Interferentie
"Sabo ==ER ok"
Sabotage externe proxy reader == is gereset
"Sabo ==ER"
Sabotage externe proxy reader ==
"Sabotage == OK"
Uitbreiding == sabotage fout is gereset
"Sabotage == ok"
Bedieningspaneel == sabotagealarm is gereset
"Sabotage =="
Uitbreiding == sabotage geactiveerd
"Sabotage =="
Sabotagealarm door bedieningspaneel ==
"Sabotage Bedp.== ok"
Bedieningspaneel == sabotagealarm is gereset
"Sabotage Bedp.=="
Bedieningspaneel == sabotagealarm
"Sabotage Z== OK"
Sabotage zone == gereset
"Sabotage Z=="
Sabotage zone ==
"Sabotage Z==="
Sabotage zone ===
"Sabotage Z===ok"
Sabotage zone === gereset
"Geluidsgever # sabo ok"
Sabotagealarm signaalgever # is gereset
"Geluidsgever # sabo"
Sabotagealarm signaalgever #
"Geluidsgever sabo ok"
Sabotagealarm signaalgever is gereset
"Geluidsgever sabo"
Sabotagealarm signaalgever
"Sltlkst op Z=="
Sleutelkast open zone ====
"Sleutelkast gesloten Z=="
Sleutelkast gesloten zone ==
"Sltlkst open Z=="
Sleutelkast open zone ===
"Sltlkst voor Z==="
Sleutelkast gesloten zone ===
"Slot inbraakpog. ok Z==="
Inbraakpoging zone ==
"Slot inbraakpog Z==="
Inbraakpoging zone == is geactiveerd
"SleutSch DG # geact"
Deelgebied # is door sleutelschakelaar geactiveerd
Bijlage
403
"SleutSch DG # gedeact"
Deelgebied # is door sleutelschakelaar gedeactiveerd
"SleutSch sys geact"
Systeem is door sleutelschakelaar geactiveerd
"SleutSch sys gedeact"
Systeem is door sleutelschakelaar gedeactiveerd
"SleutSch systeem int geact"
Systeem is door sleutelschakelaar intern geactiveerd
"SleutSch DG # int geact."
Deelgebied # is door sleutelschakelaar intern geactiveerd
"SD kaartfout of niet geplaatst"
"SD kaartfout of kaart niet geplaatst"
"ShuntGrp ##UIT"
Verschuiven groep ## uit
"ShuntGrp ##IN"
Verschuiven groep ## in
"Sir == supervisie ok"
Draadloze sirene == draadloze bewaking ok
"Sir == supervisiestoring"
Draadloze sirene == draadloze bewaking gestoord
"Sir == bewaking ok"
Externe sirene == draadloze bewaking gestoord
"SIR== jamming ok"
Draadloze sirene == jamming ok
"SIR== jamming"
Draadloze sirene == jamming vastgesteld
"SIR== storing ok"
Draadloze sirene == storing ok
"SIR== storing"
Draadloze sirene == storing
"Software gewijzigd"
De Software is gewijzigd
"Spch tel = ack all"
Instellingen spraakkiezer: Alle opgeroepen personen moeten bevestigen
"Spch tel = no ack"
Instellingen spraakkiezer: Geen bevestiging vereist
"Speech tel = ack"
Instellingen spraakkiezer: Een opgeroepen persoon moeten bevestigen
"Srn== RF OK"
Draadloze sirene == draadloze verbinding ok
"Srn== RF waarschuwing"
Draadloze sirene == meer dan 15 min geen draadloze verbinding met de
centrale
"Insteekmodule comm-kanaal OK"
Inbouwmodule in centrale meldt communicatiekanalen ok
"Insteekmodule comm-kanaal-storing"
Inbouwmodule in centrale meldt storing van communicatiekanaal
"Storing 12V bedieningspaneel"
Bedieningspaneel storing van 12V voeding
"Storing activering Z=="
Activering niet mogelijk, zone === gestoord of open
"Storing autoactivering"
Autoactivering is gestoord
"Storing ext signaalgever Z==="
Storing externe bekabelde signaalgever Z ===
"Storing communicatie remote-
onderhoud"
Communicatiestoring van remote-onderhoud
"Storing meldertest Z=== alarm"
Storing meldertest zone === alarm geactiveerd
"Storing meldertest Z=== sabotage"
Storing meldertest zone === sabotage geactiveerd
"Storing ok ext signaalgever Z==="
Externe bekabelde signaalgever Z === ok
"Storing test Z==="
Storing meldertest zone ===
"Systeem 12V ok"
12 V voeding systeem hersteld
"Systeem 12V storing"
12 V storing systeem
"Systeem sabotage OK"
Systeem sabotage is gereset
"Systeem sabotage"
Systeem sabotage geactiveerd
"Systeem weer geactiveerd
Systeem is weer geactiveerd
"Systeemfout"
Storing in hoofdprocessor van centrale. Probeer een herstart.
"Systeemstart"
Het systeem is na een stroomuitval (hoofdvoeding en accu) opnieuw
opgestart.
"DG # AB gereset"
Deelgebied # is door afstandsbediening gereset
"Tech Z== alarm"
Technisch alarm in zone ==
"Tech Z== OK"
Technisch alarm in zone == is gereset
Bijlage
404
"Tech Z=== alarm"
Technisch alarm in zone ===
"Tech Z===OK
Technisch alarm in zone === is gereset
"Deelgebied # weer geactiveerd"
Deelgebied # is weer geactiveerd
"Testoproep OK"
Testoproep succesvol
"Testoproep storing"
Testoproep mislukt
"Testoproep zorg"
Testoproep zorgnoodoproep uitgevoerd
"Testoproep SMS"
Testoproep SMS uitgevoerd
"Testoproep spraak"
Testoproep spraakkiezer uitgevoerd
"Geluidsgenerator # Sabo ok"
Sabotagealarm geluidsgenerator # werd gereset
"Geluidsgenerator # Sabo"
Sabotagealarm geluidsgenerator #
Controleer ook de bedrading tussen de aansluiting TR (Tamper Return) en
0V.
" Geluidsgenerator # Sabo ok"
Sabotagealarm geluidsgenerator werd gereset
"Geluidsgenerator Sabo"
Sabotagealarm geluidsgenerator
Controleer ook de bedrading tussen de aansluiting TR (Tamper Return) en
0V.
"Trace =="
Trace ==
"Deur PSU storing Z==="
Deur storing van voeding zone ==
"Deur PSU ok Z==="
Deur voedingsspanning zone == weer ok
"Deurslot # lege batterij"
Batterij leeg bij deurslot #
"Comm. alle kanalen fout"
Transmissie alle comm.kanalen gestoord
"Comm. alle kanalen OK"
Transmissie alle comm.kanalen weer ok
"Comm. prim. kan. fout"
Primair transmissiekanaal gestoord
"Comm. prim. kanaal OK"
Primair transmissiekanaal weer ok
"Comm. sec. kan. fout"
Secundair transmissiekanaal gestoord
"Comm. sec. kan. OK"
Secundair transmissiekanaal weer ok
"OA Bedp.== alarm"
Overvalalarm op bedieningspan. == geactiveerd
"OA bevest. ==ER"
Overvalalarm bevestigd door externe proxy reader ==
"OA bevest.Cen jam"
Overvalalarm bevestigd door interferentie van centrale
"OA ok DG#"
Overvalalarm in deelgebied # is gereset
"OA ok"
Overval gereset
"OA OK"
Overvalalarm is gereset
"OA ok"
Overvalalarm is gereset
"OA Z=== alarm"
Overvalalarm in zone ===
"OA Z===ok"
Overvalalarm in zone === is gereset
"OA Z==alarm"
Overvalalarm in zone ==
"OA Z==OK"
Overvalalarm in zone == is gereset
"Overval storing ok Z==="
Storing van overvalzone === is gereset
"Overvalalarm bevest =="
Overvalalarm bevestigd door sabotagemelder op UVM--
"Overvalalarm bevest =="
Overvalalarm bevestigd door bedieningspaneel ==
"Overvalalarm bevest Aux #"
Bevestigd overvalalarm door externe voeding op apparaat #
"Overvalalarm bevest Aux"
Bevestigd overvalalarm door externe voeding op apparaat
"Overvalalarm bevest DLBedp.=="
Overvalalarm bevestigd door draadloos bedieningspaneel #
"Overvalalarm bevest HD =="
Overvalalarm bevestigd door paniekzender
Bijlage
405
"Overvalalarm bevest
geluidsgenerator #"
Bevestigd overvalalarm door geluidsgenerator #
"Overvalalarm bevest
geluidsgenerator"
Bevestigd overvalalarm door geluidsgenerator
"Overvalalarm bevest
noodoproepzender B---"
Overvalalarm bevestigd door noodoproepzender gebruiker ==
"Overvalalarm bevest Pa DLBedp.=="
Overvalalarm bevestigd door OAtoetsen op draadloos bedieningspaneel.
"Overvalalarm bevest SIR=="
Overvalalarm bevestigd door externe sirene--
"Overvalalarm bevest dodemansknop
B---"
Overvalalarm bevestigd door dodemansknop gebruiker ==
"Overvalalarm bevest UVM=="
Overvalalarm bevestigd door UVM
"Overvalalarm bevest webserver"
Overvalalarm bevestigd door webserver
"Overvalalarm bevest Z==="
Overvalalarm bevestigd door zone ===
"Overvalalarm bevest centrale"
Overvalalarm bevestigd door sabotagecontact van centrale
"Overvalalarm"
Overvalalarm op bedieningspan. geactiveerd
"Overval storing Z==="
Storing van overvalzone ===
"Negeren"
Systeem is ondanks waarschuwing geactiveerd
"OVZ gebr. -- alarm"
Alarm door afstandsbediening gebruiker --
"OVZ gebr. -- batt zwak"
Afstandsbediening van gebruiker -- zendt zwakke batterij
"Ongeldig"
Ongeldig
"UVM == supervisiestoring"
UVM == draadloze bewaking gestoord
"UVM== accu ok"
UVM== accu ok
"UVM== accu zwak"
UVM== accu zwak
"UVM== PSU ok"
UVM== storing van voeding
"UVM== PSU storing"
UVM== voeding ok
"UVM== RF OK"
UVM== draadloze verbinding ok
"UVM== RF waarschuwing"
UVM == meer dan 15 min geen draadloze verbinding met de centrale
"UVM== sabo ok"
UVM== sabotage ok
"UVM== sabo"
UVM== sabotage
"UVM== sir sabo"
UVM== sirenes sabotage
"UVM== sir storing"
UVM== sirenes storing
"UVM== SirSabo ok"
UVM== sirenes sabotage ok
"UVM== SirStor ok"
UVM== sirenes storing ok
"UVM== supervisie ok"
UVM== draadloze bewaking ok
"UVM== supervisie ok"
UVM== draadloze bewaking ok
"UVM== supervisiestoring"
UVM== draadloze bewaking gestoord
"Water Z== alarm"
Watermelder zone == alarm
"Water Z== ok"
Watermelder zone == is gereset
"Webserver code sabotage"
Sabotage door teveel onjuiste code-invoer aan de webservertoegang
"Websvr code sabo ok"
Sabotage door teveel onjuiste code-invoer aan de webservertoegang werd
gereset
"Fabrieksinstelling geladen"
Systeem ingesteld op fabrieksinstelling
"WSN== trouble OK"
Storing bekabelde sirene is gereset
"WSN== trouble"
Storing bekabelde sirene
"Z== volgend foto's"
Foto's werden opgeslagen omdat zone == geactiveerd is.
"Z== adapter ok"
Storing adapter rookmelder zone == gereset
Bijlage
406
"Z== adapter fout"
Storing adapter rookmelder zone ==
"Z== rook PSU ok"
Storing adapter rookmelder zone === gereset
"Z== rook PSU storing"
Storing adapter rookmelder zone ===
"Z== rook st. ok"
Storing rookmelder zone === gereset
"Z== rook storing ok"
Storing rookmelder zone == gereset
"Z== rook storing"
Storing rookmelder zone ==
"Z== RF OK"
Zone === draadloze verbinding ok
"Z== RF waarschuwing"
Zone == meer dan 15 min geen draadloze verbinding met de centrale
"Z== supervisie OK"
Draadloze bewaking zone == ok
"Z== supervisiestoring"
Draadloze bewaking gestoord zone ==
"Z=== geopend"
Zone === is open
"Z=== gesloten"
Zone === gesloten
"Z=== n.vrschovn"
Zone === is niet verschoven
"Z=== rook storing"
Storing rookmelder zone ===
"Z=== RF waarschuwing"
Zone == meer dan 15 min geen draadloze verbinding met de centrale
"Z=== supervisie OK"
Draadloze bewaking zone === ok
"Z=== supervisiestoring"
Draadloze bewaking gestoord zone ===
"Z=== verschoven"
Zone === is verschoven
"Z==bewak. OK"
Draadloze bewaking zone == ok
"Centrale AC OK"
Voeding van centrale is ok
"Centrale AC storing"
Storing voeding van centrale
"Centrale code sabotage OK"
Sabotage door teveel onjuiste code-invoer aan de centrale werd gereset
"Centrale code sabotage"
Sabotage door teveel onjuiste code-invoer aan de centrale
"Centrale ext DC ok"
Externe voeding van centrale ok
"Centrale ext DC storing"
Storing externe voeding van centrale
Bijlage
407
Gebruikersnummers
Software >=1.01.00
Gebruikersnummer
Verklaring
00
Installateur
01
Administrator
02-50
Gebruiker
51
Snel actief / Snel actief toetsen ingedrukt
52
Level 4 / toegangsniveau 4 gebruiker
53
Systeem / Centrale
bijv. bij zomer-/wintertijdomschakeling
B053 tijd/datum
Systeem
03:00:00 27/03/2015
54
Sleutelschakelaar
55
Toegang op afstand alarmontvanger/meldkamer, reset
56
Downloader
57
Virtueel bedieningspaneel via WBI
58
RF-proces
59
Uitgaande oproep centrale (zonder gebruikerscode), statuswijzigingen aan
de centrale
60
IP-Finder, ABUS IP-installer
Dit gebruikersnummer wordt geprotocolleerd wanneer de IP-Finder-
toepassing wordt gebruikt om de Secvest in het netwerk te vinden. Naam,
IP-adres, type, status en MAC-adres kunnen worden bepaald met de IP-
Finder.
61
ABUS-server DDNS Client
Dit gebruikersnummer wordt bij de configuratiewijziging geprotocolleerd,
tijdens de ontvangst van de toegewezen ID na het toevoegen van het
apparaat aan de ABUS-server.
Software <1.01.00
Gebruikersnummer
Verklaring
00
Installateur
01
Administrator
02-50
Gebruiker
51
Snel actief / Snel actief toetsen ingedrukt
52
Systeem / Centrale
bijv. bij zomer-/wintertijdomschakeling
B053 tijd/datum
Systeem
03:00:00 27/03/2015
53
Sleutelschakelaar
54
Toegang op afstand alarmontvanger/meldkamer, reset
55
Downloader
56
Virtueel bedieningspaneel via WBI
57
RF-proces
58
Uitgaande oproep centrale (zonder gebruikerscode), statuswijzigingen aan
de centrale
59
IP-Finder, ABUS IP-installer
Dit gebruikersnummer wordt geprotocolleerd wanneer de IP-Finder-
toepassing wordt gebruikt om de Secvest in het netwerk te vinden. Naam,
Bijlage
408
IP-adres, type, status en MAC-adres kunnen worden bepaald met de IP-
Finder.
60
ABUS-server DDNS Client
Dit gebruikersnummer wordt bij de configuratiewijziging geprotocolleerd,
tijdens de ontvangst van de toegewezen ID na het toevoegen van het
apparaat aan de ABUS-server.
Bijlage
409
Storingen oplossen en fouten opsporen
Handmatige nieuwe start (uitschakelen en opnieuw inschakelen)
Software >= 1.01.00
Bij problemen is dit soms nuttig om de centrale opnieuw in een bepaalde uitgangstoestand te krijgen. Alle instellingen
en configuraties blijven behouden.
Aanwijzing
Een nieuwe start is alleen mogelijk als
alle deelgebieden zich in "inactieve" toestand bevinden en
de centrale alle belangrijke communicatie, overdrachten en acties heeft beëindigd.
Er zijn 3 mogelijkheden
[1] In het gebruikersmenu op de centrale bij administratoraccount
[2] In het gebruikersmenu via de webserver bij toegang als administrator
[3] Op de centrale door op de navigatietoetsen "Omhoog"/"Omlaag" te drukken
[1] Centrale - gebruikersmenu
Gebruikersmenu -> Configuratie -> Functies -> Nieuwe start centrale
Hier kunt u de centrale handmatig opnieuw opstarten.
Aanwijzing
Dit menupunt is alleen voor de administrator zichtbaar. D.w.z. dat de administrator zich op het systeem moet
hebben aangemeld.
Kies "Nieuwe start centrale" door op de menutoets "Wijzigen" te drukken.
U wordt gevraagd om de nieuwe start te bevestigen.
Druk op de menutoets "Ja".
Hier kunt u de nieuwe start nog annuleren.
Druk op "Terug"
[2] WBI gebruikersmenu
Gebruikersmenu -> Configuratie -> Functies -> Nieuwe start centrale
Hier kunt u de centrale handmatig opnieuw opstarten.
Aanwijzing
Dit menupunt is alleen voor de administrator zichtbaar. D.w.z. dat de administrator zich op het systeem moet
hebben aangemeld.
beeld: Herstart_centrale_1
Bijlage
410
Klik op "Nieuwe start centrale".
U wordt gevraagd om de nieuwe start te bevestigen.
Bijlage
411
beeld: Herstart_centrale_2
Klik nogmaals op "Nieuwe start centrale".
Hier kunt u de nieuwe start nog annuleren.
Klik op "Nieuwe start annuleren"
De nieuwe start wordt als volgt aangegeven.
beeld: Herstart_centrale_3
Bijlage
412
Na de nieuwe start wordt u automatisch afgemeld van de webserver. Als u verder op de webserver wilt
werken, meldt u zich dan opnieuw aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord.
[3] Centrale - Navigatietoetsen "Omhoog"/"Omlaag"
Navigatietoetsen "Omhoog"/"Omlaag" tegelijkertijd meer dan 5 seconde ingedrukt houden.
De installateur bevindt zich in de installateursmodus
Als de navigatietoetsen "Omhoog"/"Omlaag" tegelijkertijd meer dan 5 seconden worden ingedrukt, wordt de
centrale onmiddellijk opnieuw opgestart
De administrator bevindt zich in het gebruikersmenu
Als de navigatietoetsen "Omhoog"/"Omlaag" tegelijkertijd meer dan 5 seconden worden ingedrukt, wordt de
centrale onmiddellijk opnieuw opgestart.
De centrale bevindt zich in de stand-bymodus
Als de navigatietoetsen "Omhoog"/"Omlaag" tegelijkertijd meer dan 5 seconden worden ingedrukt, verschijnt
er een scherm voor de invoer van een toegangscode.
Na de invoer van een geldige installateurscode of administratorcode en de bevestiging met "Ja" wordt de
centrale opnieuw opgestart.
Aanwijzing
SSL-certificaat wordt gemaakt, dit kan enkele minuten duren.
Gedurende deze tijd zijn er geen netwerkfuncties beschikbaar.
Aanwijzing
Bijlage
413
De volgende aanwijzing verschijnt: Netwerkinitialisatie, een ogenblik geduld a.u.b. ...
Bijlage
414
GSM/mobiel testoproep handmatig uitvoeren, prepaid
Gevaar
en
Aanwijzing
U gebruikt een prepaid-simkaar met een prepaid-tarief.
bijv. CallYa, Xtra, MagentaMobil-Start
Maak elke maand of elke derde maand een GSM-testoproep en/of een GSM/mobiel SMS-verzending.
Het kan voorkomen dat, bij langere inactiviteit van het GSM-netwerk,
geen alarmoproep via GSM/mobiel kan plaatsvinden,
geen alarm-SMS via GSM/mobiel kan worden verstuurd,
de kaart tijdelijk door de netbeheerder is geblokkeerd.
De kaart kan het GSM-/mobiele netwerk niet meer gebruiken.
Dit wordt aangegeven door een foutmelding op de centrale.
Er kan dus geen alarmoproep of alarm-SMS worden verstuurd. Bovendien is de centrale niet langer via
GSM/mobiel bereikbaar.
Bij een langere inactiviteit doet de netbeheerder dit eventueel ook bij kaarten op basis van een contract.
Maak dus ook elke maand of elke derde maand een GSM-testoproep en/of een GSM/mobiel SMS-verzending.
Gsm / mobiele module en WiFi-module
Gevaar
Bij de installatie van de WIFI-module moet u bovendien gebruik maken van gedwongen voor de mobiele antenne
Extern. Systeem -> Hardware -> Mobiele antenne -> Extern
De interne mobiele antenne op de printplaat kan de aansluiting van het WiFi-signaal beïnvloeden of volledig
onderdrukken.
Bijlage
415
Diagnose-LED's op het moederbord en GSM-/mobiele module
LED-kenmerken op de printplaat
Verklaring
HEART BEAT
Bedrijfstoestandsweergave
Knipperen groen 1 Hz
Normale bedrijfstoestand
Secvest Update Utility in gebruik:
De "hartslag"-LED moet snel knipperen om aan te geven dat de
Secvest momenteel in de modus "Update" werkt.
BOM: LED9 Y/G
3V3
Interne voeding 3,3 V
Aan groen
Interne voeding 3,3 V is ok.
BOM: LED7 Y/G
13V8
Interne voeding 13,8 V
Aan groen
Interne voeding 13,8 V is ok.
BOM: LED6 Y/G
ACTIVITY
Ethernet activiteit
Uit Geen verbinding
Aan groen
Verbinding
Knipperen groen
Activiteit
BOM: LED10 Y/G
B1 STATUS
Accu 1 status
Aan rood
Laden Voorbehandeling of constante stroom (CC Constant
Current) of constante spanning CV (Constant Voltage).
Uit Laden beëindigd
Knipperen rood 0,1 Hz
Storing van de timer of celtemperatuur
BOM: LED2 red
B2 STATUS
Accu 2 status
Aan rood
Laden Voorbehandeling of constante stroom (CC Constant
Current) of constante spanning CV (Constant Voltage).
Uit Laden beëindigd
Knipperen rood 0,1 Hz
Storing van de timer of celtemperatuur
BOM: LED1 red
OFF HOOK
PSTN of a/b leidingstoestand
Aan
Bijlage
416
De installatie heeft voor PSTN de "Telefoon opgenomen"
Uit De installatie heeft voor PSTN de "Telefoon opgelegd"
BOM: LED3 red
RFTX
RF zender toestand
Aan RF zender actief
Uit RF zender niet actief
BOM: LED4 red
STATUS (GSM/mobiele module)
Status GSM/mobiele module
Uit Rustmodus
Knipperen 0.1s in een periode van 1s
Netwerk zoeken of status geen netwerk (inclusief de gevallen
waarin de simkaart niet is geplaatst en waarin het PIN-nummer is
vrijgegeven)
Knipperen 0.1s in een periode van 3s
Ingeboekt in een 2G-netwerk
Knipperen 0.1s in een periode van 0.125s
GPRS datadienst
Aan Spraakoproep
BOM: LEDx red
Bijlage
417
Trace, opname van communicatieprocessen
Ga op de centrale naar het volgende menu:
Installateursmodus -> Info -> Communicatie
Druk op de toets * en vervolgens op de cijfertoets <x>. Welk cijfer de "x" kan zijn, wordt hieronder aangegeven.
Er wordt een Live-Trace-Buffer (Live-modus) weergegeven.
Bij de weergave van de trace
Druk op de toets # om de tijdstempel te zien.
Druk op de toets * om een snapshot (snapshotmodus) te nemen. Gebruik de toetsen omhoog/omlaag om door
de Trace-Buffer te scrollen. Druk op de toets * om terug naar de live-modus te gaan.
Druk op de rechter menutoets in de live-modus of snapshotmodus om horizontaal naar rechts te scrollen. U
keert terug door op de toets omhoog of omlaag te drukken.
Om de relevante trace op de SD-kaart op te slaan, drukt u op de toets 0 in de live-modus of snapshotmodus.
Na de verwijdering van de SD-kaart kan de trace nu ook in alle rust op een computer worden geanalyseerd.
De trace wordt op de volgende manier opgeslagen:
\TRACE\trace_0X.txt
Welk cijfer de "x" kan zijn, wordt hieronder aangegeven.
Aanwijzing:
">" betekent "naar buiten", de centrale heeft verzonden of van de centrale overgedragen.
"<" betekent "naar binnen", de centrale heeft ontvangen of naar de centrale overgedragen.
Software <= v2.01.08
X = 0 = GSM/mobiel (bijv. "GSM HUAWEI MG 323-B" of "Insteekmodule")
De communicatie tussen het moederbord en GSM-/mobiele module, AT-commando's enz.
Bijvoorbeeld:
AT-commando CSQ
< +CSQ: <rssi>,<ber>
Parameterbeschrijving
<rssi>: receive signal strength indicator
0: -113 dBm
1: -111 dBm
2...30: -109...-53 dBm (stappen van 2dBm)
31: 51 dBm
99: unknown or immeasurable
<ber>: bit error rate in percentage. The value of ber can be queried only during the
call processing. Otherwise, only the value 0 or 99 is returned. Currently, only the
value 99 is returned.
Bijv.
+CSQ: 14,99
14 = -85 dBm (Secvest-weergave RSSI 4)
Waardebereik van boven de 0-31 komt overeen met waardenbereik op Secvest 0-9
X = 1 = e-mail
Het communicatieprotocol tussen de centrale en de SMTP-server.
X = 2 = VoiP SIP
Het communicatieprotocol tussen de centrale en de VoIP-server.
X = 3 = telefonische oproep
Bijlage
418
Het telefoonprotocol van de spraakkiezer via a/b (PSTN) of GSM/mobiel
of
Het telefoonprotocol van de alarmontvanger-/meldkamer-reporting via a/b (PSTN) of GSM/mobiel
Aanwijzing
Er is nog geen communicatieprotocol met betrekking tot DC-09 (alarmontvanger/meldkamer IP-overdracht).
Als u een trace van de alarmontvanger/meldkamer IP-overdracht wilt maken, gebruik dan een overeenkomstig
netwerktool, bijv. Wireshark. Sommige routers hebben ook de mogelijkheid om een netwerkopname te laten
maken. Voor de analyse kunt u opnieuw Wireshark gebruiken.
X = 4 = HTTPS Client
Het communicatieprotocol tussen de centrale en de ABUS-server.
X = 5 = HTTPS Server
Deze weergave toont elke vijf seconden een momentopname van de momenteel actieve HTTPS-verbindingen
op de webserver.
Voorbeeld van een snapshot:
00001286.98:< # 4 | up 4 | idle 1 | host 192.168.1.204:10510 | system/partitions _=1432112428380
00001286.98:< # 3 | up 4 | idle 3 | host 192.168.1.194:54252 | logs--1
00001286.98:< # 2 | up 4 | idle 3 | host 192.168.1.194:53100 | system/partitions-2/zones
00001286.98:<HTTP(S) stats 00:21:28
Het toont
hoelang de TCP-verbinding (in seconden) is geweest
hoelang de TCP-verbinding (in seconden) in de nullast was
Host-IP en poort
de gevraagde bestandsnaam, pad en aanvraagstring.
X = 6 = SNTP
Het communicatieprotocol tussen de centrale en de NTP-server.
Voorbeeld
>***Timesync from ntp.exnet.com***
Software >= v3.00.03
X = 0 = GSM/mobiel (bijv. "GSM HUAWEI MG 323-B" of "Insteekmodule")
zie boven
IP-mobiel/mobiel
>AT+CESQ
<+CESQ: 99,99,255,255,24,47
<+CESQ: <a>, <b>, <c>, <d>, <e>, <f>
a, b
informeert over signaalsterkte en kwaliteit in 2G
als de huidige voedende mobiele cel geen 2G-cel is, staat hier 99
Waardebereik
a = signaalsterkte, 0 (zeer slecht) - 63 (zeer goed)
b = kwaliteit, 0 (zeer slecht) - 7 (zeer goed)
c, d
informeert over signaalsterkte en kwaliteit in 3G
als de huidige voedende mobiele cel geen 3G-cel is, staat hier 255
Bijlage
419
e, f
informeert over signaalsterkte en kwaliteit in 4G
als de huidige voedende mobiele cel geen 4G-cel is, staat hier 255
Waardebereik
e = kwaliteit, 0 (zeer slecht) - 34 (zeer goed)
f = signaalsterkte, 0 (zeer slecht) - 97 (zeer goed)
X = 1 = e-mail
Zie boven
X = 2 = VoiP SIP
Zie boven
X = 3 = telefonische oproep
Zie boven
X = 4 = HTTPS Client
Zie boven
X = 5 = HTTPS Server
Zie boven
X = 6 = SIA-IP (DC-09)
Het communicatieprotocol tussen de centrale en de alarmontvanger/meldkamer. De eigenlijke DC-09-
meldingen zijn opgesteld in ASCII-notatie. De weergave van de DC-09-meldingen lijkt op die in de
voorbeelden in het hoofdstuk "Annex B: Example Message Frames" van DC-09 specificatie wordt uitgevoerd.
>A38700b6“*SIA-DCS“0013L0#7128[c499a115…….]….
Aanwijzing
Tijdstempel synchroniseren, zoals voor DC-09 gevraagd, met GMT.
X = 7 = SNTP
Het communicatieprotocol tussen de centrale en de NTP-server.
Voorbeeld
>***Timesync from ntp.exnet.com***
X = 8 = PPP
Point-to-Point protocol
Hoofdzakelijk voor mobiele transmissie
Voorbeeld
>ATDT*99***1H
<CONNECT
tone dialing
X = 9 = Cloud Connection
Het communicatieprotocol tussen de centrale en ABUS Cloud.
Bijvoorbeeld:
>Panel ID: U0yVq7k…..
X = 10 = systeem (software >= v3.01.01)
10 = druk hiervoor op de menutoets ▲ "Omhoog"
Deze weergave toont systeemfouten
X = 11 = camera's (software >= v3.01.09)
11 = druk hiervoor op de menutoets ▲ "Omlaag"
Deze weergave toont communicatiefouten tussen de centrale en de camera's.
Bijlage
420
X = 12 = ICMP-ping (software >= v3.01.16)
12 = druk hiervoor op de menutoets ▲ "Terug"
Deze weergave toont het ping-communicatieprotocoltussen de centrale en de ABUS-server.
Voorbeeld, als alles in orde is:
-Ping triggered
-Trying DNS for ping.abus-server.com
-Sent ping request to 91.250.95.198
-Ping reply OK
Aanwijzing
(Software >= v3.01.16)
Gebruik * gevolgd door de 1-toets en druk vervolgens herhaaldelijk op 1 om door de opnames (de schermen) van elk
communicatieproces te bladeren.
Router, IAD, Firewall
Alarmontvanger/meldkamer reporting en DC-09
Aanwijzing
Bij de overdracht wordt het internetprotocol TCP gebruikt. TCP gebruikt poort 9999.
Als meldingen niet kunnen worden verzonden, kan dat onder bepaalde omstandigheden eraan liggen dat de firewall
ook verschillende uitgaande poorten blokkeert. Controleer daarom de firewall-instellingen op de router of IAD.
TCP-poort 9999 maakt gebruik van het Transmission Control Protocol. TCP is een van de hoofdprotocollen in TCP/IP-
netwerken. TCP is een verbindingsgericht protocol, het vereist handshaking om end-to-end communicatie in te richten.
Gebruikersgegevens kunnen alleen bidirectioneel via de verbinding worden verzonden als er een verbinding is
opgezet.
Let op! TCP garandeert de levering van gegevenspakketten aan poort 9999 in de volgorde waarin ze zijn verzonden.
Gegarandeerde communicatie via TCP-poort 9999 is het belangrijkste verschil tussen TCP en UDP.
Bijlage
421
Tijdzones
Een tijdzone is een gebied dat bestaat uit meerdere
staten en delen van grotere staten, waarin dezelfde door
de staat gereguleerde tijd geldt.
De zonetijd is de afwijkingen van de lokale tijd ten
opzichte van de UTC-tijd (Universal Time Coordinated)
resp. GMT-tijd (Greenwich Mean Time).
Voor Duitsland geldt bijvoorbeeld:
Wintertijd: UTC/GMT +1
Zomertijd: UTC/GMT +2
Bijlage
422
Berichtencenter in het vaste net
Duitsland
F-SMSC-provider
Protocol
Tel. service center
Materna
UCP 8N1
09003 266 9002
Telekom
01930105
Meer informatie vindt u hier:
Materna
http://www.sms-im-festnetz.de/sms/
Telekom
http://hilfe.telekom.de/hsp/cms/content/HSP/de/12556/Startseite/SMS;jsessionid=1620596013AB81A8BADD3E34609
A213F
http://hilfe.telekom.de/hsp/cms/content/HSP/de/12538
Bijlage
423
Berichtencenter in het GSM-netwerk
Om in voorkomende gevallen een sms naar een vooraf
gedefinieerd telefoonnummer te kunnen sturen, moet het
nummer van de sms-centrale op de simkaart opgeslagen
zijn.
Hier vindt u een overzicht van de leveranciers met hun
mobiele netwerken en de erbij behorende
telefoonnummers van de SMS-centrales.
Aanwijzing
Neem voor goor gedetailleerde informatie a.u.b.
contact op met uw leverancier van mobiele
communicatie.
SMS-berichten
Serviceprovider
Mobiel netwerk
SMS-centrale
Telekom (D1)
Telekom
+491710760000
Vodafone (D2)
Vodafone
+491722270333
(alternatief: +491722270000)
o2
o2
+491760000443
BASE (E-Plus )
E-Plus
+491770610000
mobilcom- debitel
Telekom
+491710760315
Vodafone
+491722270880
o2
+491760000462
E-Plus
+491770602300
1&1
Vodafone
+491722270333
(alternatief: +491722270000)
blau.de
E-Plus
+491770610000
callmobile
Telekom
+491710760000
Vodafone
+491722270333
congstar
Telekom
+491710760000
FONIC
o2
+491760000443
klarmobil
Telekom
+491710760000
o2
+491760000466
McSIM
Vodafone
+491722270333
(alternatief: +491722270000)
PHONEX
o2
+491760000443
simyo
E-Plus
+491770610000
*Alle gegevens onder voorbehoud
Bijlage
424
E-mail berichten / e-mail instellingen
Om in voorkomende gevallen een e-mail naar een
vooraf
gedefinieerd e-mailadres te kunnen sturen, moeten de
SMTP-inloggegeven van de mailaccount in de Secvest
bekend zijn.
Aanwijzing
De SMTP-functionaliteit wordt niet door alle
freemailproviders kosteloos aangeboden!
Hier vindt u een overzicht van de e-mailproviders die
een kosteloze service aanbieden.
GMX
web.de
Yahoo
T-Online
Google Mail
Outlook
*Alle gegevens onder voorbehoud
Arcor
Servernaam
mail.arcor.de
Server IP Port Nummer
25 of 587
Account
< e-mailadres > bijv. naam@arcor.de
Gebruikersnaam
< e-mailadres > bijv. naam@arcor.de
Wachtwoord
< wachtwoord voor e-mailaccount>
SSL
Geblokkeerd
GMX
Servernaam
mail.gmx.net
Server IP Port Nummer
465
Account
< e-mailadres > bijv. naam@gmx.de
Gebruikersnaam
< e-mailadres > bijv. naam@gmx.de
Wachtwoord
< wachtwoord voor e-mailaccount>
SSL
Ingeschakeld
GMX
Servernaam
mail.gmx.net
Server IP Port Nummer
25 of 587
Account
< e-mailadres > bijv. naam@gmx.de
Gebruikersnaam
< e-mailadres > bijv. naam@gmx.de
Wachtwoord
< wachtwoord voor e-mailaccount>
SSL
Geblokkeerd
Googlemail
Servernaam
smtp.gmail.com
Server IP Port Nummer
465
Account
< e-mailadres > bijv. naam@gmail.com
Gebruikersnaam
< e-mailadres > bijv. naam@gmail.com
Wachtwoord
< wachtwoord voor e-mailaccount>
SSL
Ingeschakeld
Bijlage
425
Googlemail
Servernaam
smtp.gmail.com
Server IP Port Nummer
25 of 587
Account
< e-mailadres > bijv. naam@gmail.com
Gebruikersnaam
< e-mailadres > bijv. naam@gmail.com
Wachtwoord
< wachtwoord voor e-mailaccount>
SSL
Geblokkeerd
T-Online
Servernaam
securesmtp.t-online.de
Server IP Port Nummer
465
Account
< e-mailadres > bijv. naam@t-online.de
Gebruikersnaam
< e-mailadres > bijv. naam@t-online.de
Wachtwoord
< wachtwoord voor e-mailaccount>
SSL
Ingeschakeld
T-Online
Servernaam
securesmtp.t-online.de
Server IP Port Nummer
25 of 587
Account
< e-mailadres > bijv. naam@t-online.de
Gebruikersnaam
< e-mailadres > bijv. naam@t-online.de
Wachtwoord
< wachtwoord voor e-mailaccount>
SSL
Geblokkeerd
web.de
Servernaam
smtp.web.de
Server IP Port Nummer
25 of 587
Account
< e-mailadres > bijv. naam@web.de
Gebruikersnaam
< e-mailadres > bijv. naam@web.de
Wachtwoord
< wachtwoord voor e-mailaccount>
SSL
Geblokkeerd
Yahoo.de
Servernaam
smtp.mail.yahoo.de
Server IP Port Nummer
465
Account
< e-mailadres > bijv. naam@yahoo.de
Gebruikersnaam
< e-mailadres > bijv. naam@yahoo.de
Wachtwoord
< wachtwoord voor e-mailaccount>
SSL
Ingeschakeld
Bijlage
426
Yahoo.de
Servernaam
smtp.mail.yahoo.de
Server IP Port Nummer
25 of 587
Account
< e-mailadres > bijv. naam@yahoo.de
Gebruikersnaam
< e-mailadres > bijv. naam@yahoo.de
Wachtwoord
< wachtwoord voor e-mailaccount>
SSL
Geblokkeerd
Bijlage
427
IP-mobiel setup / communicatie mobiele gegevens
Aanwijzing
Hier vindt u enkele toegangsgegevens. Door de vele mobiele netwerkproviders in Europa en een nog groter aantal
simkaartuitgevers (serviceproviders) vindt u hier slechts enkele geselecteerde voorbeelden.
Alle gegevens onder voorbehoud.
Vodafone Duitsland
APN
web.vodafone.de
Gebruikersnaam
Geen / leeg
Wachtwoord
Geen / leeg
Telekom Duitsland
APN
internet.telekom
Gebruikersnaam
t-mobile
Wachtwoord
tm
blauw Duitsland
APN
internet.eplus.de
Gebruikersnaam
blauw
Wachtwoord
blauw
Eplus Duitsland
APN
internet.eplus.de
Gebruikersnaam
eplus
Wachtwoord
internet
Aldi Talk Duitsland
APN
internet.eplus.de
Gebruikersnaam
eplus
Wachtwoord
gprs
Sipgate (bijv. VoIP)
APN
internet
Gebruikersnaam
sipgate
Wachtwoord
sipgate
Bijlage
428
Klantenservice en support
Eindverbruikers
Wanneer u vragen heeft kunt u contact opnemen met uw speciaalzaak of installateur.
Speciaalzaken / installateurs
Wanneer u vragen heeft kunt u contact opnemen met uw support-hotline.
Informatie over het product vindt u op onze website.
ABUS Security-Center GmbH & Co. KG
86444 Affing
Linker Kreuthweg 5
DUITSLAND
www.abus.com
info@abus-sc.com
Bijlage
429
Buitenbedrijfname van de centrale
Selecteer:
Menu -> Installateursmodus
Open de centrale
Verwijder de noodaccu of -accu's
Verwijder de voeding, de netaansluiting of de externe PSU
Verwijder de installaties en demonteer de centrale
Gegevensbescherming
Gevaar
Aanwijzing
Bij het doorgeven, opsturen voor reparaties en bij de buitenbedrijfname van de centrale, dient u er rekening
mee te houden,
dat de mappen CONFIG
en
IMG_X
op de SD-kaart moet worden verwijderd.
of dat de SD-kaart wordt verwijderd.
De SD-kaart kan belangrijke informatie bevatten over de gebruiker en zijn eigendom.
In de map
CONFIG
bevindt zich de configuratie van de centrale die bij een back-up via de GUI is gemaakt.
In de configuratie bevinden zich bijvoorbeeld
de toegangsgegevens (wachtwoord) voor de ABUS-server
de toegangsgegevens (wachtwoord) voor het e-mailaccount
de toegangsgegevens (wachtwoord) voor VoIP
de toegangsgegevens (wachtwoorden) van de camera's
de contactgegevens in het telefoonboek
In de map
IMG_X bevinden zich de beelden van de TVIP41550-camera.
Afhankelijk van de montageplaats van de camera zijn dit foto's van uw privésfeer.
Bijlage
430
Afdanken
Voer het apparaat en de accu's af zoals beschreven in de EU-richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment). Bij vragen
wendt u zich tot de voor de afvoer bevoegde gemeentelijke dienst. Informatie over verzamelpunten voor
afgedankte apparatuur krijgt u bij de gemeente, regionale afvalbedrijven of bij uw verkoper.
Verwijder het verpakkingsmateriaal conform de ter plaatse geldende voorschriften.
Index
431
Index
2014/53/EU 3, 15
Aanmelden
aan de Secvest 44
Aansluitingen 15
Aansprakelijkheidsbeperking 2
ABUS Security-Center GmbH & Co. KG 8, 436
Accu-waarschuwingen 13
Actief 128
Actieve inbraakbeveiliging 21
Activeren, deactiveren 21
Administratornaam 10
Afdanken 430
Afmelden
van der Secvest 45
Alarmcentrale, centrale 21
Alarmering
Externe 24
Alarmgever 21
Alarmmelder 21
Alarmontvanger/meldkamer reporting 370
Alarmontvanger/meldkamer reporting protocolformaten
370
Alarmsoort 21
Alarmsysteem 21
Alarmzone 21
Apparaatoverzicht 17
Bedieningselement
Proximitylezer 17
Toets Deactiveren 17
Toets Inschakelen 17
Bedieningspanelen 47
bedrade melder 24
Begrippen, definities 21
Behandelingsprioriteit 16
Bekabelde alarmzone 24
Bekabelde melder 24
Bekabelde zone 24
Beoogd gebruik 9
Berichtencenter 422, 423
Beschermd buitengebied 25
Beveiliging van een ruimte 27
Bewegingsmelder 22
Bidirectioneel 2-weg draadloos 22
Binnen-signaalgever 91
Buitenbedrijfname 429
Centrale 52
Certificeringen 36
Chipsleutel 23
Proximity-swtch 23
CID codes 375, 377
CID rapporteringsgroepen 375, 377
CID/SIA gebeurtenissen 374
CME/CMS foutmeldingen 390
Code Reset Pins 19, 154, 159
Codering draadloze signalen 23
Combisignaalgever 28
Communicatie 56, 204
Communicatie mobiele gegevens 427
communicatie-opties 269
Communicatie-uitbreidingen 28
Compatibele uitrusting 321
Componenten 64
Componenten 28
aansluiten 41
Configureren
Randapparatuur draadloos alarmsysteem 8
Conformiteit 319
Conformiteitsverklaring 3
Contact ID 370
Customisation 62
DC-09 372
Deelgebieden 34, 127
DEOL 24
Deursloten 98
DHCP 23, 206
Diagnose-LED's 415
Display 23
Double end of line 24
Draadloos alarmsysteem 25
Draadloos bedieningspaneel 87
Draadloos bedieningspaneel 25
Draadloos bereik 25
Draadloze afstandsbediening 25
Draadloze alarmzone 24, 25
Draadloze melder 25
Draadloze raambeveiliging 25
Draadloze sleutelschakelaar 25
Draadloze werking 15
Draadloze licentie 15
R&TTE-conformiteit 15
Index
432
Draadloze zone 25
Eerste inbedrijfstelling 43
EG-richtlijnen 319
E-mail 261
E-Mail instellingen 424
E-mail, foutmeldingen 386
EN 50131-3 par.9.1 gg 46, 330
EN 50131-3 par.9.1 hh 46, 330
EN 50131-3 par.9.1 jj 330
EN 50131-3 par.9.1 m 46, 330
EN 50131-3 paragraaf 9.1 p 16
EN 50131-3 paragraaf 9.1 x 46, 128, 137
EN 50131-3 paragraaf 9.1 y 46, 128, 137
Ethernet 58
EU 3
Fabrieksinstelling 43, 155
Fabrieksinstellingen 153
Fabrieksinstellingen gefaseerd 154
Fabrieksinstellingen HW 329
Fabrieksinstellingen SW 330
Fabrieksreset 43
Fast Format 370
Firewall 420
Fout- en sabotagebewaking centrale 37
Fouten opsporen 409
Functietest
Secvest 8
Garantie 3
Gebruiker 22
In-/uitloggen 8
Installateur 44, 48
Gebruikersnavigatie 22
Gebruikersnummers 407
Gegevensbescherming 429
Gegevenscommunicatie mobiel 427
Gevarenalarmsysteem 25
Gevarenmeldsysteem 25
Glasbreukmelder 22, 25
GMT-tijd 373, 421
GSM CME/CMS foutmeldingen 390
GSM testoproep 414
GUI 25
Handleiding 8
Herstarten 409
Hoofdmenu's 47
Hybride module 26
Hybride modules 61
Hybride modules 104
IAD 420
In-/uitloggen 8
Inbraakalarminstallatie 24
Inbraakalarmsysteem 24
Index 431
Individuele identificatie 24
Info 52
Informatiebalk 47
Informatiemodule 94
Inhoud 4
Inhoud van de levering 16
Inlogbeeldscherm 44, 48
Inlogknop 47
Inschakelcomponenten 32
Inschakelen 32
Installateursnaam 10
Installatie 27
Draadloos alarmsysteem 8
Randapparatuur draadloos alarmsysteem 8
Secvest 8
Intern actief 137
Interne alarmering 27
Intuïtieve bediening 27
Invoerveld
Gebruikersnaam 48
Wachtwoord 48
IP-mobiel setup 427
Klantenservice en support 428
Knop
Aanmelden 48
Level 1-4 29, 36, 359
Logboek 302, 394
Logboekitems 394
Lokale alarmering 29
MAC-adres 58
Manipulatie 32, 34
Medisch noodgeval 29
Melder 68
Meldkamer reporting 217
Meldkamer/alarmontvanger reporting 370
MicroSD-kaart 42
Mobiel 59
Mobiel netwerk 423
Mobiele module inbouwen 41
Mobiele testoproep 414
Montageplaat
Wandbevestiging 40
Index
433
Montageplek 15
Netstekkervoeding 11, 40
Normen en standaarden 319
Notificaties per e-mail 424
Onderhoud 354
Onderhoud op afstand 25
Onlinehelp 47
Ontstoringsfilter 11
Openingsmelder 30
Opname van communicatieprocessen 417
Opslag van de instellingen 45
Overdrachtsprotocol 8
Overval reactie 150
Perimeterbewaking 31
Programmeren 31
Secvest 8
Proximitylezer 17
PSTN 57
RC 31
RED 3, 15
Reinigingsmodus 285
Relaisuitgangen 31
Repeater 100
Reset Code Pins 19, 154, 159
Resetten 153
RF Repeater 100
Rollingcode 31
Rookmelder 31
Router 420
Sabotage 32
Sabotagebescherming 32
Sabotageschakelaar voor behuizing 41
SD-kaart 42
Security-frequentieband 32
Secvest
Activeren/deactiveren 8
Inschakelen/uitschakelen 8
Montageplek 15
Seismische sensor 32
Selectie deelgebied 63
SIA 371
SIA codes 380, 383
SIA rapporteringsgroepen 380, 383
SIA/CID gebeurtenissen 374
Signaalgever 32
Signaalgever binnen 91
Signaaltonen, akoestisch 352
Sirenes binnensirenes 27, 94
Sirenes buitensirenes 22, 89
Sms 247
SMSC 422, 423
Sms-centrale 423
Software-upgrade 355
Spraakkiezer 33, 240
SSL meldingen 387
Standaard-administratorcode 10
Standaard-installateurscode 10
Standaardwaarden HW 329
Standaardwaarden SW 330
Startwizard 351
Status 33, 63
Statuscontrole 33
Statusindicatie 63
Statusterugkoppeling 33
Stil alarm 33
Storingen oplossen 409
Storingsalarm 11
Submenu's 47
Symbolen 9
Systeem 152
TCP/IP-foutmeldingen 387
Technische gegevens 306
Technische schade 34
Telefoonkiezer 16, 34
Test 281
Tijdschema actief/inactief 46, 128, 137
Tijdscondities 37
Tijdzones 421
Toegang op afstand 25
Toegangsgegevens veiligheidssystemen 10
Toegangsniveau 1-4 36, 359
Toetsenfront 42
Toetsindeling 18
Touchfront 42
Trace 417
Trillingsmelder 24
Uitgangen 108
Uitgangen combi 124
Uitgangen draad 119
Uitgangen draadloze apparatuur 109
Uitgangen hybride module 121
Uitschakelen 32
Uitwendige bewaking 22
Index
434
UTC-tijd 373, 421
UVM 96
VdS 114
Veiligheid 9
Verpakking 16
Virtueel bedieningspaneel 305
Voeding
Gevaren 11
VoIP foutmeldingen 389
Voorpaneel van het apparaat 17
Waarschuwing
Aanwijzing 9
Belangrijk 9
Gevaar 9
Wachtwoord 44, 48
Watermelder 35
WBI 35
Wizard, startwizard 351
Zone 36
Zones bedraad 83
Zones draadloze 81
Zones hybride module 84
Zones IP 68
Zorgmelding 236, 280
ABUS draadloos alarmsysteem
Secvest
V3.01.17
Fabrikant
ABUS Security-Center GmbH & Co. KG
Linker Kreuthweg 5
86444 Affing
415

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Abus fuaa50000 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Abus fuaa50000 in de taal/talen: Nederlands, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Deens als bijlage per email.

De handleiding is 9,56 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Abus fuaa50000

Abus fuaa50000 Gebruiksaanwijzing - Nederlands - 82 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info