In-/uitgang geactiveerd
Gebruik deze optie om de activering van een deelgebied af te sluiten door een
laatste uitgangsdeur te sluiten. Deze deur heeft een melder met het zonetype
“In-/uitgang”. Als de deur gesloten is, wordt het deelgebied na afloop van de
hersteltijd geactiveerd.
U dient er rekening mee te houden dat de uitgangstijd bij deze optie oneindig is,
d.w.z. dat bij gesloten zone (gesloten deur) de centrale bij het activeren wacht
totdat deze zone geopend en weer gesloten is.
De centrale slaat de starttijd van de activering op in het logboek (en niet de
activering zelf).
Probeert u niet om een PIR-zone als in-/uitgang voor een bereik te gebruiken.
Draadloze PIR-melders hebben een “blokkerings”-tijd na iedere activering om
batterijstroom te besparen. Als u een bereik activeert (resp. gedeeltelijk
inschakelt) kan een PIR-melder nog geblokkeerd zijn. Tijdens deze periode
kan hij geen signaal voor voltooiing van het activeringsproces zenden.
Directe inschakeling
Het deelgebied wordt meteen geactiveerd zonder een akoestische waarschuwing.
Als het deelgebied geactiveerd is, wordt dit akoestisch bevestigd.
Opmerking: Deze optie is niet conform BS8243:2010.
Stille inschakeling
Het deelgebied wordt na afloop van de uitgangstijd geactiveerd. Onder
uitgangstijd kiest u de bijbehorende tijd. Tijdens deze tijd worden er echter geen
waarschuwingstonen gegeven. Als het deelgebied geactiveerd is, wordt dit
akoestisch bevestigd. De centrale slaat de starttijd op in het logboek.
Tijdens de ingangstijd zijn de waarschuwingstonen te horen.
Opmerking: Deze optie is niet conform BS8243:2010.
Vergrendeling geactiveerd
De modus “Vergrendeling geactiveerd” beïnvloedt zowel de activering als de
deactivering van het deelgebied.
Voor deze modus moet u aan de laatste uitgangsdeur een melder van het zonetype
“Vergrendeling geactiveerd” en een melder met het zonetype “In-/uitgang”
inplannen. De melder met het zonetype “Vergrendeling geactiveerd” wordt met
een grendelschakelcontact op een geschikt slot gebruikt.
Het deelgebied activeren
De gebruiker moet eerst de activeringssequentie starten met behulp van zijn
gebruikerscode, zijn prox of zijn afstandsbediening.
De centrale geeft de uitgangstoon weer en slaat de starttijd op in het logboek.
Als de zone van het type “In-/uitgang” geopend is, geeft de centrale een
ononderbroken uitgangstoon weer.
Het uitgangssignaal klinkt zolang tot de gebruiker
a) de laatste uitgangsdeur gesloten heeft en dan
b) de deur vergrendelt en daarmee het grendelschakelcontact activeert.
Na bediening van het grendelschakelcontact wordt de partitie na afloop van de
hersteltijd geactiveerd. Bovendien wordt de zone van het type “In-/uitgang” in
een zone van het type “Normaal alarm” omgezet.
De centrale slaat de activering van de zone van het type “Vergrendeling
geactiveerd” op het in het logboek.