1-5
Hoofdstuk 1 Gebruik volgens voorschrift
Het ABUS draadloze alarmsysteem is bedoeld voor de beveiliging van woningen, huizen en kleine tot middelgrote bedrijfsobjecten.
Als de alarminstallatie en de bijbehorende componenten correct worden toegepast en geïnstalleerd, waarschuwt het draadloze
alarmsysteem bij inbraak en brand en roept hulp in noodgevallen.
De draadloze alarminstallatie en de bijbehorende componenten zijn uitsluitend ontworpen voor gebruik binnenshuis (milieuklasse 1) en
mogen ook alleen daar worden gebruikt. Let er op dat de geldende milieueisen worden nageleefd. Indien de milieubepalingen niet in
acht worden genomen is het correcte functioneren van de draadloze alarminstallatie en de bijbehorende componenten niet meer
gegarandeerd. Behalve vals alarm, kan ook bij kortstondig onder- of overschrijden van de omgevingsvoorwaarden, blijvende schade
aan componenten ontstaan die tot volledige uitval van onderdelen of het complete systeem kan leiden.
De buitensirenen en de draadloze Handzendersen zijn uitgezonderd van de hiervoor beschreven milieuklasse. Neem s.v.p. de
geldende milieueisen voor deze producten in acht.
Het draadloze alarmsystemen kan inbraak, brand of vandalisme niet verhinderen. Bij correcte installatie dient het voor plaatselijke
informatie en doorgave van informatie via telefoon door middel van gesproken tekst.
Het draadloze alarmsysteem werkt op een frequentiebereik in de 868MHz-band, die speciaal voor alarminstallaties is gereserveerd.
Daarmee wordt uitgesloten dat andere producten op de consumentenmarkt, zoals bv. babyfoons, de ongestoorde werking van
draadloze alarminstallaties kunnen storen. Permanente of tijdelijke storing van de radiografische verbinding door defecte onderdelen
van elektrische of elektronische apparatuur van bv. ventilatoren of antenneversterkers kan echter niet worden uitgesloten. Bovendien
kan de radiografische verbinding ook bewust en moedwillig van buitenaf worden gestoord. Het draadloze alarmsysteem is echter in
staat deze storingen te herkennen en te melden zodra een ongestoorde verbinding niet meer gegarandeerd is.
Alle bijbehorende componenten van het draadloze alarmsysteem werken op batterijen die een beperkte levensduur hebben. De
installatie bewaakt de status van de batterijen van de componenten en meldt vooraf als de batterijen in de componenten moeten
worden vervangen. Vervang de batterijen zo snel mogelijk. De componenten werken slechts zolang er voldoende energie voor een
ongestoorde werking beschikbaar is. Als dit niet meer het geval is, worden de componenten automatisch uitgeschakeld. Deze melder
kan zijn functie dan niet meer uitvoeren.
De draadloze alarminstallatie wordt door het openbare elektriciteitsnet van energie voorzien en beschikt voor noodgevallen over
oplaadbare noodaccu’s. Deze kunnen de volledige werking van de draadloze alarminstallatie voor enkele uren in stand houden. De
batterijen zijn niet bedoeld voor langdurig gebruik. Bij langdurige stroomuitval kan de energie van de noodaccu’s opraken. De
alarminstallatie werkt slechts zolang er voldoende energie voor een ongestoorde werking beschikbaar is. Als dit niet meer het geval is,
wordt de installatie automatisch uitgeschakeld. De genoemde functies zijn dan niet meer beschikbaar.
Alle informatie en geprogrammeerde instellingen worden opgeslagen in een langetermijngeheugen (EEPROM) en zijn ook na het
volledig uitvallen van de installatie (zelfs na maanden) nog beschikbaar. Als een dergelijk systeem opnieuw in gebruik wordt genomen
hoeven slechts de datum en de tijd opnieuw te worden ingesteld.