85
5. Programmering: draadloos systeem
Bij de programmering van de IP-alarmmodule gaat u stap voor
stap te werk. Eerst wordt de module via de 12 V netadapter van
spanning voorzien. Daarna volgt de programmering.
5.1 Programmering starten
Om de programmering te starten, gaat u als volgt te werk:
1. Zorg ervoor dat het dekselcontact geopend is.
De groene LED voor spanning brandt (netadapter).
2. Druk op de toets SELECT.
Bovendien gaat LED nummer 1 blauw branden.
3. U bevindt zich nu in de programmeermodus.
5.2 Menupunten in het hoofdmenu
In het hoofdmenu kunt u uit de volgende menupunten kiezen:
1. Melder inlezen Æ LED 1 brandt
2. Melder wissen Æ LED 2 brandt
3. Kanaal kiezen Æ LED 3 brandt
4. Signaalsterkte testen Æ LED 4 brandt
5. Uitgangen instellen Æ LED 5 brandt
6. Bedrijfsmodus Æ LED 6 brandt
7. Niet in gebruik
8. Reset Æ LED 8 brandt
In de programmeermodus drukt u op de toets SELECT om tussen
de menupunten te wisselen. Bij elke druk op deze toets springt de
weergave een menupunt verder en begint bij het bereiken van de
laatste weergave weer van voren. De weergave van LED 7 wordt
daarbij overgeslagen.
5.3 Draadloze componenten inlezen
Ga bij het inlezen van draadloze componenten in de
IP-alarmcentrale als volgt te werk:
- Zet dip-schakelaar 1 op ON (aan).
- In het hoofdmenu van de programmeermodus kiest u punt
1 (LED 1 brandt).
- Bevestig dit punt met de toets SET.
- De LED’s tonen de toestand van de ingelezen draadloze
componenten. Brandt er een LED, dan wijst dit erop dat dit
kanaal al toegewezen is. Knippert de LED, dan kan daar
nog een component ingelezen worden.