3227
10
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/16
Pagina verder
voorschrift
Bewaar dit installatievoorschrift
goed in de buurt van het cv-toestel.
Bij onderhoud of reparatie kan
het belangrijk zijn, dat dit boekje
voorhanden is.
www.awb.nl
Installatie
23T
AAN DE INSTALLATEUR
Met het toestel dat u gaat plaatsen,
installeert u een kwaliteitsproduct.
Ondanks de bekendheid van het
AWB-concept, heeft deze ketel zaken
die nieuw voor u zullen zijn. Lees daarom
goed de bijgevoegde instructies.
De tijd die u daaraan besteedt, wint u
terug bij het installeren. Daarnaast kan
een goede uitleg aan de bewoner,
over de werking en bediening van de
cv-installatie, u veel werk en hem
veel ongenoegen besparen.
Zijn er problemen of vragen, neem
dan contact op met AWB.
Met vriendelijke groeten,
AWB CV-KETELS
2
INHOUDSOPGAVE
Verplichte waarschuwing voor EU-landen
Deze apparaten zijn ontworpen, goedgekeurd en geïnspec-
teerd volgens de vereisten van de Nederlandse markt.
Het identificatieplaatje dat zich aan de binnenzijde van het
apparaat bevindt waarborgt de productielocatie van het
product en het land waarvoor het bestemd is.
Indien u een uitzondering op deze regel ziet, neem dan
contact op met uw dichtstbijzijnde leverancier.
Bij voorbaat dank voor uw hulp.
1 GEBRUIKSAANWIJZINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
1.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
1.1.1 Gaslek of defect
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
1.1.2 In geval van stroomstoring
. . . . . . . . . . . . . 3
1.1.3 In geval van waterverlies uit het systeem . . . 3
1.1.4 Lucht in het verwarmingsysteem . . . . . . . . . 3
1.1.5 Maximaal thermostaat . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
1.1.6 Vorstbeveiliging
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
1.2 Bedieningsknoppen en verlichting . . . . . . . . 3
1.2.1 De volgende informatie wordt weergegeven
3
1.2.2 De functies van de Bar/Mode knop . . . . . . . 3
1.2.3 De ketel starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
1.2.4 De ketel stopzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
1.2.5 De ketel instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
1.3 Warm water instelling
. . . . . . . . . . . . . . . . . 4
1.3.1 Instellen temperatuur verwarmingswater /
zomermodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
1.3.2 Weersafhankelijke besturing -
helling van de kromme
. . . . . . . . . . . . . . . . 4
1.3.3 Modus voor weersafhankelijke
regeling -schakeling die parallel loopt aan
de kromme
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
1.4 Veiligheidsuitschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . 5
1.5 Leeglopen en vullen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
1.5 Overstortventiel verwarming
. . . . . . . . . . . . 5
1.7 Service/onderhoud
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2 INSTALLATIE VOORSCHRIFTEN
. . . . . . . . . . . . . 6-12
2.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2.1.1 Gasveiligheidsvoorschriften
. . . . . . . . . . . .
(voor installatie en gebruik)
. . . . . . . . . . . . . 6
2.1.2 Gaslek of mankement . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2.1.3 Bedieningsknoppen van de ketel . . . . . . . . . 6
2.2 Montagevoorschrift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Deze AWB-installatie is zodanig ontwikkeld en gefabriceerd dat hij voldoet aan alle veiligheids-
standaards. Neem altijd de richtlijnen in dit voorschrift in acht, om ervoor te zorgen dat de in deze
AWB-installatie aangebrachte veiligheidsvoorzieningen intact blijven. AWB is niet aansprakelijk
voor welke schade dan ook, ontstaan door het onjuist of onoordeelkundig installeren, gebruiken,
onderhouden en repareren van de installatie.
2.3 Technische specificaties . . . . . . . . . . . . . . . 6
2.4 Afmetingen ketel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.5 Pompcapaciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.6 Schematische afbeelding ketel
. . . . . . . . . . 8
2.7 Ontwerp verwarmingssysteem
. . . . . . . . . . 9
2.7.1 Ontwerp van warm watersysteem . . . . . . . . 9
2.8 Gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
2.8.1 Gasveiligheidsvoorschriften
(voor installatie en gebruik)
. . . . . . . . . . . . . 9
2.8.2 Wettelijke vereisten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
2.9 Onderdelen van metaalplaat
. . . . . . . . . . . . 9
2.10 Installeren van de ketel
. . . . . . . . . . . . . . . . 9
2.11 Rookgasafvoer en ventilatie . . . . . . . . . . . . . 9
2.11.1 Rookgasafvoerkanaal
. . . . . . . . . . . . . . . . . 9
2.11.2 Richtlijnen voor rookgasafvoerkanaal . . . . . . 9
2.12 Kamerthermostaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
3 INBEDRIJFNEMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10-11
3.1 Het systeem vullen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
3.2 De ketel starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.3 Eerste keer opstartem . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.4 Controle gasvoordruk
. . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.5 Controle branderdruk
. . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3.6 De gewenste warmteafgifte instellen . . . . . . 11
3.7 De instellingsprocedure is als volgt
. . . . . . . 11
4 BEVEILIGINGSSYSTEMEN
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
5 DEFECTEN OPSPOREN
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
6 FOUTMELDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
EG-VERKLARING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
PAGINAPAGINA
Opmerking:
Het serienummer van de ketel staat op het informatie-
etiket dat bevestigd is op de rand achter het voorpaneel.
Zie de paragraaf ‘Inleiding’ voor een beschrijving van de
basisfuncties van de ketel. In de paragraaf
‘Gebruiks-
aanwijzingen’ wordt beschreven hoe u de ketel veilig
kunt bedienen.
Handel altijd volgens de laatste eisen zoals omschreven
in de NEN 1010, bouwbesluit, NPR 3378, NEN 1078,
NEN 3028 en AWVI 1006 en voorschriften van plaatselijke
Nutsbedrijven.
LET OP:
Maximaalthermostaat en TTB zijn 230 V~!
3
1.1 Inleiding
De ThermoBasic VR 23T is een ketel die aan de wand
wordt opgehangen, en zorgt voor centrale verwarming en
warm water.
Deze instructies moeten nauwgezet worden gevolgd om het
veilige en economische gebruik van uw ketel te garanderen.
1.1.1 Gaslek of defect
In geval van een (vermoedelijke) gaslek of storing dient u de
ketel uit te schakelen, de gastoevoer af te sluiten en uw gas
-
bedrijf of uw installateur/onderhoudsbedrijf te raadplegen.
1.1.2 In geval van stroomstoring
De ketel werkt niet meer.
Zodra de stroomstoring verholpen is, wordt de ketel auto
-
matisch weer gestart.
1.1.3 In geval van waterverlies uit het systeem
LET OP:
Indien de drukled (2) knippert, is de druk in het
CV-systeem lager dan 0,8 bar en moet het systeem
worden bijgevuld.
Belangrijke opmerking:
Een centraal verwarmingssysteem kan alleen goed werken
als het op de juiste wijze met water is gevuld en als de lei
-
dingen goed zijn ontlucht. Als niet aan deze voorwaarden
is voldaan, zal de lucht lawaai in het systeem veroorzaken,
en kan het voorkomen dat de ketel niet werkt.
1.1.4 Lucht in het verwarmingssysteem
De blijvende aanwezigheid van lucht in het verwarmings-
systeem kan duiden op lekkages in het systeem. Bel uw
installateur/onderhoudsbedrijf.
1.1.5 Maximaal thermostaat
In het geval van een probleem zorgt de maximaal thermos
-
taat ervoor dat de ketel wordt uitgeschakeld.
Bel als dit gebeurt uw installateur/onderhoudsbedrijf.
1.1.6 Vorstbeveiliging
Het toestel is voorzien van een vorstbeveiliging. Bij een aan
-
voertemperatuur van 10 °C start de pomp. Bij een tempera
-
tuur lager dan 8 °C ontsteekt tevens het toestel. Indien in de
winterperiode het toestel voor een bepaalde tijd buiten ge-
bruik wordt genomen, wordt aanbevolen de installatie inclu
-
sief ketel leeg te laten lopen om bevriezing van de ketel en
installatie te voorkomen.
1.2 Bedieningsknoppen en verlichting
Het bedieningspaneel bevindt zich onder aan de voorzijde
van de ketel. De bedieningsknoppen op het bedieningspa-
neel stellen u in staat de ketel te starten, uit te schakelen, in
te regelen, en tijdens het gebruik te controleren (Zie figuur 1).
1.2.1 De volgende informatie wordt weergegeven:
Werkelijke temperatuur verwarmingswater (°C) -led (3) is
verlicht, wordt weergegeven in de basisstatus van de ketel.
Werkelijke temperatuur van warm water (°C) -led (5) is ver
-
licht, wordt automatisch weergegeven wanneer er warm
water wordt gevraagd.
Systeemdruk (bar) -led (2) is verlicht gedurende 25 secon
-
den nadat u op de knop Bar/Mode heeft gedrukt.
Foutmeldingen - weergegeven als de letter F plus een
nummer van 0 tot en met 4.
Aangepaste gegevens in het instellingsproces (verwarmings-
en warm watertemperaturen).
1.2.2 De functies van de Bar/Mode knop
1
e
maal op de knop gedrukt:
- de systeemdruk in bar wordt weergegeven led (2)
is verlicht.
2
e
maal op de knop gedrukt:
- aanpassingsmodus voor warm water led (5) knippert.
3
e
maal op de knop gedrukt:
- aanpassingsmodus voor verwarmingswater led (3)
knippert.
4
e
maal op de knop gedrukt:
- systeem keert terug naar de basismodus.
1.2.3 De ketel starten
Schakel de ketel aan met behulp van de aan/uit-schakelaar
(de display wordt verlicht). De softwareversie die wordt
gebruikt, wordt 2 sec. weergegeven.
1 GEBRUIKSAANWIJZINGEN
1 aan/uit-schakelaar
2 druk
3 centrale verwarmingsled
4 display
5 warm water led
6 resetknop
7 verhogingsknop
8 verlagingsknop
9 druk/modusknop
10 comfort indicator
Figuur 1. Bedieningsknoppen
4 5
1.2.4 De ketel stopzetten
Schakel de ketel uit met behulp van de aan/uit-schakelaar
(de display gaat uit).
Indien de ketel voor lange tijd buiten werking wordt gesteld,
draai dan de gaskraan van de ketel dicht.
1.2.5 De ketel instellen
Alle parameters kunnen worden aangepast met behulp van
3 knoppen. Als u op de RESET knop drukt, wordt de ketel
opnieuw gestart.
De knoppen moeten in het midden van de trapeziumvormige
velden worden ingedrukt.
Zorg ervoor dat:
de ketel is aangesloten op het elektriciteitsnet.
de gaskraan van de ketel open staat.
het CV-systeem gevuld is en een druk tussen de 1,2 en
2 bar heeft.
De ketel is nu klaar om te worden gestart.
1.3 Warm water instelling
Druk op de knop Bar/Mode (9) zie figuur 1, totdat led (5)
begint te knipperen (Zie figuur 2).
Stel met behulp van de knoppen (7) en (8) de gewenste
warm water temperatuur in.
Instellingsstappen: 40, 42, 45, 48, 50, 52, 55, 58, 60 °C.
Stel de temperatuur in op ”– –” , indien er geen warm
water nodig is.
Sla de nieuwe parameters op door op de knop Bar/Mode
te drukken.
Door in de "bedrijfsmode" de knop (7) kortstondig in te
drukken schakelt het toestel in de "comfort modus".
In deze mode schakelt het toestel elke 20 minuten in om de
platenwisselaar op temperatuur te houden, waardoor bij het
openen van een tappunt sneller warm water wordt verkregen.
De "comfort modus" kan ook permanent worden ingescha
-
keld, druk hiervoor de Bar/Mode knop gedurende 8 secon
-
den in tot de letter "n" in het display verschijnt.
Druk nogmaals op de Bar/mode knop zodat "c-" in het dis
-
play verschijnt. Druk nu op de knoppen (7) en (8) om de
instelling te wijzigen zodat "c1" in het diplay verschijnt.
Druk als laatste op de Bar/Mode toets om de instelling te
bevestigen.
1.3.1 Instellen temperatuur
verwarmingswater / zomermodus
Druk op de knop Bar/Mode (9) zie figuur 1, totdat led (3)
begint te knipperen (zie figuur 3).
Stel met behulp van de knoppen (7) en (8 ) de gewenste
temperatuur van het verwarmingswater in.
Instellingsstappen: 45, 50, 55, 60, 65, 70, 75, 80, 85 °C.
Stel de temperatuur in op ”– –”, als alleen warm water
nodig is = zomermodus.
Sla de instelling op door op de knop Bar/Mode te drukken.
Warm water (WW) krijgt altijd prioriteit boven de centrale
verwarming (CV).
Figuur 2.
Opmerking:
Alle nieuw ingestelde parameters worden opgeslagen door
op de knop Bar/Mode te drukken. Wanneer de knop Bar/
Mode niet wordt ingedrukt na het instellen, zullen de basis
-
waarden na 20 seconden weer van kracht worden (weer
-
gegeven CV-temperatuur), en worden de ongewijzigde
(voormalige) parameters in het geheugen bewaard.
1.3.2 Weersafhankelijke besturing -
helling van de kromme
Druk op de knop Bar/Mode. Code "E" + een nummer tussen
de 1 en 9, of een streepje, wordt weergegeven.
De curve wordt geselecteerd met behulp van de knoppen
(8) en (7) - hoe hoger het nummer in de code, hoe steiler de
kromme.
Opmerking:
Als we gebruik willen maken van de weersafhankelijke
besturing, moet een buitenvoeler worden aangesloten en
mag de ketel niet in de ZOMERMODUS staan.
Indien er geen buitenvoeler is aangesloten, wordt de fout-
code F5 weergegeven! Buitenvoeler bestelnr.: 023100.
De waarde wordt in het geheugen ingesteld door op de Bar/
Mode knop te drukken en de volgende modus te activeren.
1.3.3 Modus voor weersafhankelijke regeling -
schakeling die parallel loopt aan de kromme
Druk op de knop Bar/Mode. Code "P" + een nummer tus
-
sen de 1 en 9, of een streepje, wordt weergegeven.
De gewenste shift, of "P-" voor geen schakeling, wordt als
volgt geselecteerd met de knoppen (8) en (7):
De waarden met het minteken ervoor worden afgetrokken
van de temperatuur van het verwarmingswater (en de
waarden met het plusteken ervoor worden erbij opgeteld),
die wordt bepaald door weerkromme aan de hand van de
buitentemperatuur.
Voorbeeld:
Als de geselecteerde helling van de kromme E6 is, en de
buitentemperatuur -10 °C, zal de temperatuur van het water
uit de centrale verwarming die wordt bepaald door de krom
-
me van E6 73 °C zijn:
- Indien de P3 schakeling is geselecteerd (d.w.z., bij -6 °C),
is de daarbij horende temperatuur van het water uit de
centrale verwarming 73 - 6 = 67 °C.
De waarde wordt in het geheugen ingesteld door op de
knop Bar/Mode te drukken, en de volgende modus te
activeren.
Figuur 3.
P– Zonder schakeling
P1 -15 °C
P2 - 9 °C
P3 - 6 °C
P4 - 3 °C
P5 + 3 °C
P6 + 6 °C
P7 + 9 °C
P8 +15 °C
P9 +21 °C
4 5
1.4 Veiligheidsuitschakeling
In het geval dat de ketel voor de veiligheid automatisch
wordt uitgeschakeld, geeft de digitale display de melding
'F1' weer.
Reset de ketel door op de RESET knop te drukken.
BELANGRIJK:
Indien de ketel vaker automatisch wordt uitgescha
-
keld, of als er sprake is van een andere foutmelding,
neem dan contact op met uw installateur/onder
-
houdsbedrijf.
1.5 Leeglopen en vullen
LET OP:
Wanneer de druk onder de 0,8 bar komt, begint de
led op de Bar/Mode knop te knipperen. De ketel
werkt dan nog goed, maar de knipperende led waar
-
schuwt u dat de druk in het CV-systeem laag is en
dat het CV-systeem moet worden bijgevuld. Wanneer
het CV-systeem op druk is, zal de drukled (2) worden
uitgeschakeld.
Opmerking:
Indien er sprake blijft van drukverlies in het systeem, dient
u uw installateur/onderhoudsbedrijf te raadplegen.
1.6 Overstortventiel verwarming
LET OP:
Deze ketel is uitgerust met een overstortventiel. Wanneer
het ventiel water loost, dient u de ketel uit te schakelen.
Neem contact op met uw installateur/onderhoudsbedrijf.
17 Service/onderhoud
Om voor een blijvende efficiënte en veilige werking van de
ketel te zorgen, wordt aangeraden de ketel regelmatig te
laten controleren en onderhouden door een erkend service/
onderhoudsbedrijf. De frequentie van het onderhoud is
afhankelijk van de installatieomstandigheden en het gebruik,
maar gewoonlijk is eenmaal per twee jaar voldoende.
Figuur 4. Figuur met modusinstellingen
6 7
2 INSTALLATIEVOORSCHRIFT
2.1 Inleiding
De ThermoBasic VR 23T is een ketel die aan de wand
wordt opgehangen, en die zorgt voor centrale verwarming en
warm water.
De ketel valt in de I2L categorie, en is geschikt voor G25 en
aardgas dat in Nederland wordt geleverd.
Deze instructies moeten nauwgezet worden opgevolgd voor
het veilige en economische gebruik van uw ketel.
De ketel valt in de B
11BS categorie en dient geplaatst te
worden in een goed geventileerde ruimte volgens
Bouwbesluit en NPR 3378.
2.1.1 Gasveiligheidsvoorschriften
(voor installatie en gebruik)
In het belang van de veiligheid op het gebied van gassen,
is het verplicht dat
ALLE gasapparatuur wordt geïnstalleerd
en onderhouden door een deskundige in overeenstemming
met de wetgeving.
2.1.2 Gaslek of mankement
In geval van een (vermoedelijke) gaslek of mankement, dient
u de ketel uit te schakelen, de gastoevoer af te sluiten en uw
gasbedrijf of uw installateur/onderhoudsbedrijf te raadplegen.
2.1.3 Bedieningsknoppen van de ketel
Het bedieningspaneel, dat zich onder aan de voorzijde van
de ketel bevindt, stelt u in staat de ketel te starten, uit te
schakelen, in te regelen en tijdens het gebruik te controleren.
Zie de
‘Gebruiksinstructies’.
BELANGRIJKE OPMERKING:
De ketel is uitgerust met een thermische terugslag-
beveiliging, die de ketel uitschakelt wanneer er
sprake is van lekkage van rookgas.
Deze terugslagbeveiliging mag IN GEEN ENKEL
GEVAL worden aangepast of uitgeschakeld.
De ketel mag niet worden geïnstalleerd in een ruimte die nu
of in de toekomst wordt gebruikt als slaapruimte.
De ketel is niet geschikt voor installatie in de buitenlucht.
2.2 Montagevoorschrift
Raadpleeg voor het plaatsen de maatschets van het toestel
(figuur 5), om de juiste stand te bepalen.
Het toestel mag niet worden geplaatst in stoffige ruimtes of
plaatsen waar chemische stoffen worden gebruikt of opge-
slagen (bijv. meel, haarlak, chemische reinigingsmiddelen,
verf, enz.).
De siermantel dient gemakkelijk te kunnen worden verwijderd
i.v.m. service en onderhoud.
Controleer het toestel na het uitpakken op eventuele be-
schadigingen. Meld deze direct aan de leverancier.
2.3 Technische specificaties
ThermoBasic VR 23T
Klasse I2L
Type B
11BS
Gastype G25
Max. branderbelasting (ow) kW 25,6
Min. branderbelasting (ow) kW 11,4
Max. vermogen kW 23,2
Min. vermogen kW 10,1-23,2
Rendement
Nominaal rendement (ow) % 91
Bij 30% belasting (ow) % 91,5
Verwarming
Temperatuurbereik °C 45 - 85
Max. werkdruk bar 3
Max. systeemtemperatuur °C 85
Warm water
Tapdebiet bij
T=50 K (T=30 K) l/min 6,5 (10,8)
Min. waterdoorstroming l/min 2
Max. toevoerdruk bar 8
Min. toevoerdruk bar 1
Temperatuurbereik °C 40-62
Elektrische specificaties
Spanning/frequentie V/Hz ~ 230/50
Stroom A 0,5
Vermogen W 95
Beschermingsniveau IP 40
Afmetingen
Breedte mm 410
Hoogte mm 740
Diepte mm 315
Gewicht kg 29
Druk gastoevoer
Branderdruk mbar 2,2-10
Aansluitdruk mbar 25
Gasverbruik
Q max m3/h 3,1
Q min m3/h 1,4
6 7
2.4 Afmetingen ketel
186
130
1 Aanvoer CV (G 3/4")
2 Sanitair warm (G 1/2")
3 Gastoevoer (G 3/4")
4 Sanitair koud (G 1/2")
5 Retour CV (G 3/4")
6 Buitenmuur
7 Ophanging (aan de wand)
8 Buitenmantel
Bij de ketel wordt een standaard
aansluitset geleverd bestaande
uit een 5-tal pijpjes inclusief
koppelingen volgens genoemde
maten 1 t/m 5 waardoor de
aansluitmaten worden:
- cv
22m
- sanitair
15 mm
- gas 1/2"
(buitendraad)
Figuur 5.
Figuur 6.
2.5 Pompcapaciteit
8 9
2.6 Schematische afbeelding ketel
Figuur 7.
01 TTB 230 V~
02 Trekonderbreker
03 Verbrandingskamer
04 Warmtewisselaar
05 Brander
06 Pomp
07 Gasklep
08 Doorstroomsensor voor water
09 Afsluiter vulopening (optie)
10 Overstortventiel
11 Retourleiding verwarming
12 Sanitair koud
13 Gastoevoer
14 WW-sensor
15 WW-uitgang
16 Bypass leiding
17 Aanvoer CV
18 Afvoer
19 Waterdruksensor
20 Driewegklep
21 Klep motor
22 Platenwisselaar
23 Temperatuursensor CV
24 Maximaal thermostaat 230 V~
8 9
2.7 Ontwerp verwarmingssysteem
De ThermoBasic VR 23T kan worden aangesloten op
elk type gesloten verwarmingssysteem, d.w.z. radiatoren,
ventilator-convectorkachels, etc.
De leidingdoorsneden dienen volgens de normale handels-
wijze te worden bepaald, met behulp van de pompcurve.
Zie ‘Technische specificaties’.
Het distributiesysteem zal worden berekend in overeenstem
-
ming met de afgiftevereisten van het eigenlijke systeem, niet
aan de hand van de maximum afgifte van de ketel. Er dient
echter voor voldoende doorstroming te worden gezorgd,
zodat het temperatuurverschil tussen het uitgaande verwar
-
mingswater en het water in de retourleidingen minder is dan
of gelijk is aan 20 °C.
De minimale doorstroomhoeveelheid is 400 liter per uur.
Het leidingsysteem zal zo worden aangelegd dat het ont
-
staan van luchtzakken wordt voorkomen en permanente
ontluchting van de installatie mogelijk is.
Er moet voor ontluchtingsventielen worden gezorgd op elk
hoog punt in het systeem en op alle radiatoren.
De totale hoeveelheid water waarmee het verwarmings-
systeem mag worden gevuld, is onder andere afhankelijk
van de statische drukhoogte in koude toestand.
2.7.1 Ontwerp van warm watersysteem
Voor het warm watersysteem mogen koperen leidingen of
kunststofleidingen worden gebruikt. Onnodig drukverlies
moet worden voorkomen.
2.8 Gasaansluiting
De toevoer vanaf de gasmeter moet een voldoende grote
doorsnede hebben om een constante ingaande werkdruk
van 25 mbar voor aardgas G25 te leveren.
2.8.1 Gasveiligheidsvoorschriften
(voor installatie en gebruik)
In uw belang en in het belang van de veiligheid, is het wet-
telijk verplicht ALLE gasapparaten te laten installeren en
onderhouden door een deskundige in overeenstemming
met o.a. de voorschriften genoemd op pagina 2.
2.8.2 Wettelijke vereisten
Het installeren van deze ketel moet worden uitgevoerd door
een deskundige in overeenstemming met de relevante ver
-
eisten van de recente versies van de volgende voorschriften:
De gasveiligheidsvoorschriften (voor installatie en gebruik).
De bouwvoorschriften.
De verordeningen van de locale drinkwaterbedrijven.
2.9 Onderdelen van metaalplaat
WAARSCHUWING:
Wanneer deze ketel wordt geïnstalleerd of onder-
houden, dient u voorzichtig te zijn met de randen
van de plaatmetalen onderdelen om persoonlijk
letsel te voorkomen.
2.10 Installeren van de ketel
Om de ketel te installeren, gaat u als volgt te werk:
Plaats de meegeleverde ophangbeugel goed waterpas
tegen een vlakke, verticale wand van brandwerend
materiaal, waarbij u voldoende ruimte overlaat voor
onderhoud/reparatie.
Teken de ophanggaten af.
Boor vier gaten voor de bijgeleverde ophangbeugel.
Schroef de bijgeleverde ophangbeugel aan de muur.
Hang de ketel in de ophangbeugel.
Opmerking:
De bevestigingsgaten aan de bovenkant van de ketel heb
-
ben de vorm van een sleutelgat, waardoor de ketel even
-
tueel zonder ophangbeugel kan worden opgehangen.
Schroef de bijgeleverde bevestigingsschroeven in muur
-
pluggen, en laat ze ongeveer 10 mm uitsteken.
Hang de ketel op de schroeven en draai de schroeven
vast.
Indien het een oude installatie betreft, is het mogelijk dat
deze vervuild kan zijn. Wij adviseren u dan ook de instal
-
latie te spoelen of om een vuilafscheider voor de installatie
te plaatsen.
2.11 Rookgasafvoer en ventilatie
De ketel is uitgerust met een thermische terugslagbeveili
-
ging, die de ketel uitschakelt wanneer er sprake is van lekka
-
ge van rookgas bij de trekregelaar.
Deze terugslagbeveiliging mag IN GEEN ENKEL GEVAL
worden aangepast of uitgeschakeld.
2.11.1 Rookgasafvoerkanaal
De lengte van het rookgasafvoerkanaal moet ten minste
gelijkstaan aan 0,5 m verticale lengte.
2.11.2 Richtlijnen voor rookgasafvoerkanaal
Het rookgasafvoerkanaal moet zo kort mogelijk worden
gehouden. Het horizontaal of relatief vlak weglopen van het
rookgasafvoerkanaal moeten worden vermeden, aangezien
dit voor locale afkoeling kan zorgen.
Kies altijd voor een rookgasafvoerroute die voor zo min
mogelijk afkoeling in het rookgasafvoerkanaal zorgt.
Er moet een verticale afvoerpijp van ten minste 600 mm zijn
geplaatst voordat u een bocht gebruikt. Eindig met een
goedgekeurd eindopzetstuk op de rookgasafvoer, bij voor
-
keur uitkomend boven de nok van het dak, maar ten minste
boven de dakrand van een schuin dak.
BELANGRIJK:
Onderbreek de netvoeding van de ketel niet met
een tijdschakelaar of programmeringsinrichting.
De ThermoBasic VR 23T wordt stekkerklaar aangeleverd.
10 11
2.12 Kamerthermostaten
De ketel is geschikt voor voor twee draads aan/uit kamer
-
thermostaten die voorzien zijn van een spanningsvrij contact
en voorzien zijn van een eigen voeding middels batterijen of
externe voedingsadapter.
Toepassen van (klok)kamerthermostaten die de 24V schakel-
draad van de ketel gebruiken als voeding, voor bijvoorbeeld
een display, is niet mogelijk.
WAARSCHUWING:
In geen geval mogen de polen van de aansluiting
voor de externe besturingsinrichtingen onder span
-
ning worden gezet.
WAARSCHUWING:
de ketel moet worden aangesloten in overeenstem
-
ming met deze instructies. Defecten die ontstaan
als gevolg van een incorrecte aansluiting vallen niet
onder de garantievoorwaarden.
Buitentemperatuursensor Kamerthermostaat
Netsnoer
Koppeling �
alleen verwijderen
als u een
externe
kamerthermostaat
aansluit
Aansluiting buitenvoeler
Figuur 8.
2.11.7 De instellingsprocedure is als volgt:
Houd de knop Bar/Mode (zie figuur 10) minimaal
8 seconden ingedrukt. De display zal overschakelen naar
de servicemodus. Het symbool (n-) wordt weergegeven.
Stel aan de hand van de volgende tabel de gewenste
output n1 tot n9 in met behulp van de knoppen (7) en (8)
(zie figuur 1 pagina 3).
Druk op de knop Bar/Mode (zie figuur 10) om de instelling
op te slaan en om terug te gaan naar de basismodus.
10 11
De inbedrijfneming en het voor het eerst branden
van de ketel mag alleen worden uitgevoerd door een
deskundige.
Om de ketel te openen draait u de schroef aan de onder
-
kant van de ketel, waarmee het voorpaneel vast zit, los, ver
-
wijdert u het voorpaneel door het naar voren te trekken, en
tilt u het van de ketel af.
Opmerking:
de bovenrand van de voorzijde van de behuizing zit met
twee pennen aan de ketel vast.
2.11.1 Het systeem vullen
Controleer of de kraan van de gasmeter dicht is.
Sluit de ketel aan op het elektriciteitsnet.
Zet schakelaar 1 uit figuur 1 op de stand "I".
F0 wordt weergegeven, en de pomp loopt ongeveer een
minuut lang.
Druk op de Bar/Mode drukknop, zie figuur 1. De huidige
druk (0,0) wordt weergegeven, en de led (2) uit figuur 1 is
verlicht.
Opmerking:
De druk wordt ongeveer 25 seconden weergegeven.
Daarna gaat de display terug naar de basisweergave. De
druk kan worden weergegeven nadat u weer op de druk
-
knop Bar/Mode heeft gedrukt.
Draai de deksel van de automatische ontluchtingsopening
bovenop de pomp iets losser, maar verwijder hem niet.
Vul het systeem door de vulleiding van het systeem te
openen totdat een druk tussen 1,2 en 2 bar wordt weer-
gegeven op de display.
Ontlucht elke radiator.
Zorg ervoor dat de druk tussen 1,2 en 2 bar blijft.
Voer de druk indien nodig op.
2.11.2 De ketel starten
Controleer voordat u de ketel start of:
de gaskraan van de ketel geopend is.
de ketel is aangesloten op de netvoeding.
2.11.3 Eerste keer opstarten
Zet de aan/uit-schakelaar (1) (figuur 1) op de stand "I".
Stel de maximale temperatuur van het verwarmingswater
in (85 °C), zoals is beschreven in
‘Gebruiksinstructies’
en zet de kamerthermostaat hoog.
2.11.4 Controle gasvoordruk
Schakel de ketel uit.
Draai de schroef los bij testpunt
van de gasingang op
de gasklep (figuur 9).
Sluit een geschikte drukmeter aan.
Start de ketel zoals is beschreven in de
‘Gebruiks-
instructies’.
Controleer of er een constante druk van 25 mbar aan-
wezig is. Indien de druk te laag is, moeten de gastoevoer/
gasleidingen worden gecontroleerd en eventuele manke
-
menten worden verholpen.
Schakel de ketel uit.
Verwijder de drukmeter, draai de schroef op het testpunt
vast en controleer of de gasaansluitingen goed zijn.
2.11.5 Controle branderdruk
Draai de schroef los bij testpunt
van de gasingang op
de gasklep (figuur 9).
Sluit een geschikte drukmeter aan.
Start de ketel zoals is beschreven in de
‘Gebruiks-
instructies’.
Zet de gewenste warmte afgifte op "n1" (zie pagina 12).
De branderdruk dient 2,2 mbar te zijn. Stel deze zonodig
bij met de stelschroef
.
Zet de gewenste warmte afgifte op "n-" (zie pagina 12).
De branderdruk dient nu 10 mbar te zijn. Stel deze zo-
nodig bij met de stelschroef
.
Het toestel is nu afgesteld, stel nu de gewenste warmte-
afgifte in naar wens volgens pagina 12.
2.11.6 De gewenste warmteafgifte instellen
De warmteafgifte van de centrale verwarming moet worden
ingesteld in overeenstemming met de systeemvereisten.
Figuur 9.
Figuur 10.
n1 – 10,1 kW n6 – 18,0 kW
n2 – 11,0 kW n7 – 20,0 kW
n3 – 12,0 kW n8 – 22,5 kW
n4 – 14,0 kW n9 – 23,2 kW
n5 – 16,0 kW n- – 23,2 kW (max. afgifte)
2.11 INBEDRIJFNEMING
12 13
2.12 Beveiligingssystemen
2.12.1 Thermische terugslagbeveiliging
Wanneer het rookgasafvoerkanaal wordt geblokkeerd, zal
de ingebouwde beveiliging de ketel uitschakelen. De digitale
display geeft dan foutcode F1 weer. De ketel is klaar om te
worden opgestart wanneer het obstakel is weggenomen.
Opmerking:
de bedrading van de TTB is 230 V~!
2.12.2 In geval van stroomstoring
De ketel werkt niet meer. Zodra de stroomstoring verholpen
is, zal de ketel weer automatisch opstarten. Indien de ketel
niet opstart, kan het nodig zijn de maximaal thermostaat te
resetten.
2.12.3 Maximaal thermostaat
In het geval van oververhitting schakelt de maximaal ther
-
mo-staat de ketel uit voorzorg uit. De digitale display geeft
foutcode F1 weer zie figuur 11. Laat de ketel afkoelen voor
-
dat u hem reset. Druk op de resetknop op de maximaal
thermostaat en reset de besturing van de ketel met behulp
van de resetknop.
Opmerking:
de bedrading van de maximaalthermostaat is 230 V~.
BELANGRIJKE OPMERKING
Een centraal verwarmingssysteem kan alleen goed
werken als het op de juiste wijze met water is
gevuld, en als de leidingen goed zijn ontlucht. Als
niet aan deze voorwaarden is voldaan, kan de lucht
lawaai in het systeem veroorzaken en kan het voor
-
komen dat de ketel niet werkt.
Om de ketel te resetten (indien er tenminste geen sprake is
van een maximaal storing) gebruikt u de resetknop (figuur 10).
De ThermoBasic VR 23T ketel heeft een ingebouwde
vorst-beveiliging die de ketel beschermt tijdens vorsttempe
-
raturen. Deze inrichting werkt onafhankelijk van de instellin
-
gen van de kamerthermostaat en beschermt alleen de ketel.
Mocht de temperatuur binnen het centrale verwarmings-
systeem of de ketel onder 7 °C komen, dan wordt de pomp
ingeschakeld, mits de ketel aangesloten blijft op de netvoe
-
ding. Indien de temperatuur onder 5 °C komt, zal de bran
-
der worden ingeschakeld totdat de watertemperatuur in de
ketel toeneemt tot 25 °C.
2.13 Defecten opsporen
2.13.1 Zorg voordat u op zoek gaat naar de oorzaak
van een storing dat:
de gaskraan open is en dat er een ingaande gasdruk van
25 mbar is.
de druk in het verwarmingssysteem tenminste 1 bar is.
de ketel permanent is aangesloten op netvoeding.
de zekering op de print moet intact zijn.
de kamerthermostaat op de juiste manier is aangesloten
en om warmte vraagt.
2.13.2 De digitale display geeft het volgende weer:
temperatuur verwarmingswater (zonder decimaalpunt).
WW-temperatuur (met decimaalpunt).
foutmeldingen.
druk in CV-systeem.
ingestelde temperatuur van de ketel.
Zodra de ketel wordt ingeschakeld, wordt op de display korte
tijd de gebruikte softwareversie weergegeven.
Deze is niet belangrijk voor de werking van de ketel.
2.13.3 Defecte zekering
Indien de aan/uit-schakelaar is aangeschakeld en het display
niet wordt verlicht, controleer dan de zekering (figuur 12).
2.13.4 Waarschuwingsbericht
Indien de druk in het CV-systeem zakt naar 1,0 bar begint
de led op de knop Bar/Mode te knipperen.
Dit geeft aan dat de druk in het CV-systeem zeer laag is en
dat het systeem opnieuw op druk moet worden gebracht.
De ketel blijft echter werken tot een druk van 0,6 bar, bij een
lagere druk schakelt de ketel zichzelf uit en wordt F0 weer
-
gegeven.
2.13.5 Slechte doorstroming van warm water
Als de doorstroming van warm water slecht is, of als de ketel
niet start wanneer de warm waterkraan wordt geopend,
controleer dan het volgende:
Controleer of de voordruk van sanitair water ten minste
1 bar is.
Controleer of de koud waterfilter of de doorstroom-
regelaar (plastic O-ring) niet geblokkeerd zijn.
Controleer of de magnetische shunt vrij kan bewegen
(deze bevindt zich in de koud waterfilter).
Opmerking:
de doorstroomsensor is fasegevoelig, wat inhoudt dat
de magneet in exact dezelfde stand moet worden terug-
geplaatst. Voordat u de doorstroomdetector volledig
demonteert, dient u het zichtbare oppervlak van de mag
-
neet te markeren, zodat u hem weer op de juiste manier
kunt terugplaatsen.
Figuur 11.
12 13
De gebruikte temperatuur sensoren hebben een
weerstand volgens de volgende waarde:
10 k
bij 25 °C
12,7 k
bij 20 °C
16 k
bij 15 °C
Code Defect Commentaar Maatregel/actie
F0 Verlies van water uit het De ketel wordt uitgeschakeld, Vul het water bij, pas de druk aan,
systeem (drukverlies). de pomp draait 1 minuut. controleer op lekkages.
Een defecte druksensor. De ketel wordt weer gestart door Controleer de sensor.
hem uit en aan te schakelen met
de aan/uit-knop.
F1 Geen vlam. De ketel wordt uitgeschakeld Controleer de gastoevoer.
en geblokkeerd. Controleer de vlamsensor.
Hij kan weer worden gestart met Controleer de ontstekingselektrode.
de resetknop. Controleer de ontstekingseenheid op de
gasklep.
Oververhitte ketel. Reset de maximaal thermostaat
Controleer de pomp.
Slecht trekkende schoorsteen. De ketel wordt uitgeschakeld. Controleer het rookgasafvoerkanaal en/of
de schoorsteen op obstakels.
F2 Een defecte verwarmings- De ketel wordt uitgeschakeld. Controleer de CV sensor.
watersensor, of de temperatuur Controleer of het systeem bevroren is.
van het verwarmingswater is
lager dan 3 °C.
F3 De temperatuur van het De ketel wordt uitgeschakeld en Controleer de warmtewisselaar.
verwarmingswater is boven de pomp draait. Controleer de platenwarmtewisselaar.
de 95 °C. Controleer de pompsnelheid.
De ketel wordt automatisch weer
gestart nadat hij is afgekoeld.
F4 Een defecte WW-sensor. WW wordt verwarmd, maar de Controleer de WW-sensor en
temperatuur ervan fluctueert. de WW-leidingen.
F5 Defecte buitenvoeler. De ketel zorgt voor verwarming Controleer de aansluiting van de sensor.
met verwarmingswater van een Controleer de sensor.
constante temperatuur,
zoals is ingesteldin de CV-modus.
Geen Lage doorstroomhoeveelheid De ketel start niet wanneer Controleer of de magneet in de
code warm water. een warm waterkraan doorstroomsensor vrij kan bewegen,
wordt opengedraaid. reinig de filter.
Controleer de WW-druk.
2.13.6 Foutmeldingen
In geval van storing worden de volgende foutmeldingen
weergegeven:
14 15
Figuur 12. Elektrisch schema
V1 V2
PE
PE
PE
PE
1
2
3
4
L
L
N
N
N
L
L
J1
J5
1
1
1
4
5
5
4
2
2
3
3
12
9
10
11
8
7
5
4
2
1
3
6
Gasblok Honeywell
X3 X4 X1 X5 X6
RPKB2
XT2
XT7
PCB
XT1
Zekering
T1,6A 250V
XT8
1
1
1
+
-
Ionisatiepen
Ontsteekelectrode
gr-y
gr-y
gr-y
Honeywell
Ontstekingsmodule
Pomp
3-weg
klep
blauw
blauw
bruin
bruin
Regelkast
Aan/uit
Schakelaar
XT6 XT4
XT3 XT5
1
1
1
zwart
zwart
wit
blauw
wit
wit
wit
blauw
blauw
rood
Druk
Sensor
Sanitair
Schakelaar
Sanitair
Sensor
CV
Sensor
M
N
L
L
Display
geel
rood
rood
rood
+
-
blauw
Kamerthermostaat
&
Buitenvoeler
TTB
Maximaal
Thermostaat
Reset
Fault
blauw
bruin
blauw
bruin
wit
zwart
rood
wit
zwart
bruin
rood
blauw
4377
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
Fabrikant: Apparatenfabriek Warmtebouw BV
Adres: Ringovenweg 4 - 5708 JX HELMOND
Verklaart hiermede dat de ketel:
ThermoBasic VR 23T
- voldoet aan de bepalingen van de Machine richtlijn (89/932 EEG)
zoals gewijzigd in de richtlijn (93/68 EEG) en aan de nationale
wetgeving ter uitvoering van deze richtlijn.
- voldoet aan de bepalingen van de volgende EEG richtlijnen:
- Laagspanningsrichtlijn (73/23 EEG)
zoals gewijzigd in richtlijn (93/68 EEG).
- Richtlijn Elektro Magnetische Compatibiliteit (89/336 EEG)
zoals gewijzigd in richtlijn (93/68 EEG).
Hoogachtend,
V.P.M.M. De Vries
Algemeen Directeur
14 15
A0007803351 H01/2005
Postbus 2138,
5700 DA Helmond
T (0492) 46 95 00
F (0492) 46 95 09
E info@awb.nl
I www.awb.nl
10

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw AWB Thermobasic 23 VT bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van AWB Thermobasic 23 VT in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,81 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van AWB Thermobasic 23 VT

AWB Thermobasic 23 VT Bijvullen ketel - Nederlands - 2 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info