11
Onderhoud
Binnenkant van het apparaat
Maak de deurafdichting, het afwasmiddelbakje en het
glansmiddelreservoir regelmatig schoon met een
vochtige doek.
Laat de machine elke drie maanden een
65°C-programma afwerken, zonder servies, met
afwasmiddel.
Reiniging van de afvoerzeef
(Na iedere afwasbeurt)
Voedselresten kunnen zich in de afvoerzeef (A)
ophopen; daarom dient u de zeef regelmatig onder
stromend water schoon te maken.
- U tilt de zeef met behulp van het handgreepje uit de
machine.
Na het reinigen klikt u de zeef weer in de
machinebodem terug.
Reiniging van de bodemzeef
(iedere week)
Maak, indien noodzakelijk, de grote zeef (B) aan beide
kanten onder stromend water met een borsteltje
schoon.
Grote zeef losnemen:
1. Verwijder hiertoe de sproeiarm door deze omhoog
te trekken
2. Draai het asje (C) 90° naar links en haal de zeef uit
de machine.
3. Na het reinigen de zeef in omgekeerde volgorde
weer terugplaatsen.
4. Controleer of de zeef weer goed op z’n plek zit. De
hendel moet naar de voorkant van het toestel
wijzen.
Gebruik de machine nooit zonder de zeven.
Zorg er bovendien voor dat de zeven correct
op hun plaats zitten.
Het is belangrijk de zeven te reinigen om een
goede werking van de machine te
garanderen.