NL 13
NL 12
bakken, braden en grilleren
kies een functie ]
stel de temperatuur in ]
zet het gerecht in de oven ]
controleer het gerecht ]
aan het einde van de baktijd
}
Draai de functieknop tot het
betreffende symbool tegenover de
markering staat. U heeft de keus uit:
a
: hete lucht
j
: conventioneel
k
: onderwarmte
d
: standaard-grill
f
: maxi-grill
}
Met de thermostaatknop kunt u zowel
bij het bakken als bij het grillen een
temperatuur kiezen. Stel bij het grillen
de hoogste stand in (275-285 °C). Kies
voor het grillen van dikkere stukken
vlees een lagere stand (200-225 °C).
}
Het niveau staat in het recept
aangegeven.
}
Bij het grilleren kunt u de intensiteit
van het element regelen door het
gerecht verder van het element te
plaatsen.
}
Open de ovendeur pas aan het einde
van de baktijd omdat anders de kans
bestaat dat pas gerezen deeg inzakt.
}
Het aan/uit indicatielampje gaat
branden.
}
Het indicatielampje voor de
thermostaat gaat branden. Zodra de
oven op temperatuur is dooft het
lampje. Het gaat weer branden zodra
de oven weer warmte nodig heeft.
}
Ontbreken gegevens bij het recept zorg
er dan voor dat het gerecht in het
midden van de oven staat.
}
Grilleer altijd met gesloten ovendeur.
}
Aan het einde van de ingestelde tijd
hoort u een signaal dat u kunt stoppen
door een willekeurige toets in te
drukken.