installatie
inbouwen
NL 31
aansluitkabel monteren
1. Open het deksel van de aansluitkast met een
schroevendraaier.
2. Monteer de aansluitkabel en maak met de
bijgeleverde bruggen de juiste doorverbindingen
(zie aansluitschema). In het deksel van het
aansluitblok staat een illustratie waarop staat hoe u
de doorverbindingen met de bruggen moet maken.
3. Zet de kabel vast met de trekontlasting en sluit het
deksel.
Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er dan voor
dat er een omnipolaire schakelaar met een
contactafstand van minimaal 3 mm in de
toevoerleiding aan wordt gebracht.
Gebruik voor het aansluiten een goedgekeurde kabel,
afhankelijk van de voorschriften.
De kabelommanteling moet van rubber zijn.
installatie
inbouwmogelijkheden
attentie
Let er op dat de aansluitkabels vrij hangen. Is er een
lade onder de inductiekookplaat, zorg er dan voor dat
de lade niet boven de rand gevuld is om de beluchting
niet te belemmeren.
installatie van de inductiekookplaat boven een combitron,
magnetron, ATAG oven van 90 cm of een oven van een
ander merk
e
Zaag de beluchtingsopening(en) uit zodat de
totale oppervlakte van de gaten minimaal
100 cm
2
is. Zie bijvoorbeeld figuur met
twee gaten van 50 cm
2
.
r
Plaats een schermplaat tussen de oven en de
kookplaat. De plaat moet minimaal 10 mm dik zijn
en hittebestendig (85 °C). De ruimte tussen de
onderzijde van de kookplaat en schermplaat moet
minimaal 50 mm bedragen.
t
Plaats, voor afscherming van de luchtstroom, een
schermpaneel, van het zelfde materiaal als de
schermplaat, tussen de schermplaat en de
kookplaat. Ontluchting vindt plaats via de
naastliggende kasten.
NL 30
min.