5
BEDIENING ontsteken en instellen
Elke brander kan traploos worden geregeld tussen vol- en kleinstand.
HG61/76/91/96
Druk de bedieningsknop in en draai hem linksom.
De brander ontsteekt.
HG41
Druk de bedieningsknop in en draai hem linksom naar de ontsteekzone.
De brander ontsteekt.
vlambeveiliging (HG61..B/HG76..B/HG91..B/HG96..B)
De vlambeveiliging zorgt ervoor dat de gastoevoer gesloten wordt als de
vlam tijdens het kookproces dooft.
Houd de bedieningsknop, in volstand, ongeveer 5 seconden ingedrukt.
De vlambeveiliging schakelt in.
4
VEILIGHEID waar u op moet letten
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik
–Houd natuurlijke ventilatieopeningen open.
–Bij langdurig gebruik van de kookplaat is extra ventilatie noodzakelijk.
Zet bijvoorbeeld een raam open of installeer een mechanische ventilator.
Gebruik de kookplaat alleen voor het bereiden van gerechten
–Het toestel is niet geschikt om ruimtes te verwarmen.
Flambeer nooit onder een afzuigkap
–Door de hoge vlammen kan brand ontstaan, ook bij een uitgeschakelde
ventilator.
De branderdelen zijn heet tijdens en direct na het gebruik
–Vermijd directe aanraking en contact met niet-hittebestendige
materialen.
–Dompel hete branderdoppen en kookroosters nooit onder in koud
water. Door de snelle afkoeling kan het email beschadigen.
De afstand van de pan tot een knop of niet-hittebestendige wand moet
altijd groter zijn dan twee centimeter
–Bij kleinere afstanden kunnen door de hoge temperatuur de knoppen of
de wand verkleuren en/of vervormen.
Gebruik altijd de kookroosters en geschikt kookgerei
–Plaats de pan altijd op het kookrooster. Het plaatsen van de pan direct
op de branderkop kan tot gevaarlijke situaties leiden.
– Aluminium bakjes of folie zijn niet geschikt als kookgerei. Ze kunnen
inbranden op de branderkoppen en kookroosters.
Plaatsen van branderdelen en kookroosters
–De kookplaat kan alleen goed functioneren wanneer de branderdelen via
de geleidingsnokken in elkaar zijn gezet (zie pag. 8).
–Zorg er voor dat de kookroosters recht tegen elkaar en vlak op de
vangschaal liggen. Alleen op deze manier kunnen de pannen stabiel
geplaatst worden.
0-stand
volstand
kleinstand
branderaanduiding
0-stand
ontsteekzone
volstand
kleinstand
branderaanduiding