NL 5
ingebruikname
afvoeren verpakking en toestel
Tijdens productie en transport worden
beschermingsmaterialen gebruikt om het
fornuis tegen beschadigingen te beschermen.
Daarbij wordt uit milieu-overwegingen alleen
het hoogst noodzakelijke materiaal gebruikt.
Voer de gebruikte beschermingsmaterialen
en de verpakking op verantwoorde wijze en
conform de overheidsbepalingen af.
Let op: Verwijder bij RVS fornuizen de blauwe
beschermfolie.
De overheid kan u ook informatie verschaffen
over het op verantwoorde wijze afvoeren van
afgedankte huishoudelijke apparaten. Maak
het afgedankte toestel onbruikbaar, door de
stekker uit de contactdoos te halen en het
aansluitsnoer door te knippen.
Alle gebruikte materialen zijn recyclebaar en
dus milieuvriendelijk. Door hergebruik van
deze materialen zijn minder grondstoffen
nodig en wordt de hoeveelheid afval
verminderd.
oven gebruiksklaar maken
Verwijder de sticker van de ovenruit.
Verwijder het bakplaat en het rooster uit de
oven en reinig ze met een sopje van een
afwasmiddel of allesreiniger.
Schakel de oven 90 min. lang in op 200 °C.
Stel daarvoor de functieknop in op infra en
de thermostaatknop op 200 °C. Zie hiervoor
ook pagina 9.
Opmerking
Als de oven voor de eerste maal sterk verhit
wordt, zult u een “nieuwigheidsluchtje”
ruiken. Dit is normaal.
Na het afkoelen de oven met warm water
schoonmaken.
instellen van de dagtijd (indien van
toepassing)
Let op: U moet de dagtijd instellen, om de
oven en de functies van de elektronische
schakelklok te kunnen gebruiken!
fig. 3: Elektronische schakelklok
Als u geen dagtijd hebt ingesteld knippert het
cijfer 0.00 in het display.
Houd de toetsen en gelijktijdig
ingedrukt en stel met de toetsen – en + de
dagtijd in.
Let op:
Door stroomuitval kan de tijdsaanduiding
verdwijnen. In het venster knippert dan het
cijfer 0.00. Stel de dagtijd dan opnieuw in.
NL 4
algemene informatie
over temperaturen bij het gebruik van
een fornuis
Elektro- en gasfornuizen behoren tot de
categorie verwarmingsapparatuur. Vanwege
natuurkundige principes is een warmte-
overdracht tussen oven of kookplaat en de
omgeving onvermijdelijk. Deze overdracht kan
door isolatie beïnvloedt, maar niet verhinderd
worden.
Bij het gebruik van de oven wordt de
ovendeur warm. Hoe warm de ovendeur
wordt, hangt af van de ingestelde
oventemperatuur en de bereidingstijd.
De meeste recepten gebruiken
oventemperaturen beneden de 200 °C. In
sommige gevallen is een temperatuur van
250 °C (kort braden) nodig. Bij deze hoge
temperaturen kunnen de kookplaat, het
bedieningspaneel en de handgreep relatief
warm worden, afhankelijk van de tijdsduur.
Deze verhoging van de temperatuur valt
binnen de door de norm toegestane waarde,
hetgeen blijkt uit het keurmerk (zie
typeplaatje).
Bij het gebuik van een brander van de
gaskookplaat worden de vangschaal en de
andere branders warm, dit is normaal.
mantelkoeling
De RVS fornuizen zijn voorzien van een
mantelkoeling. Bij gebruik van de oven
schakelt de koeling automatisch in. Door de
spleet tussen het bedieningspaneel en de
ovendeur kunt u dan een luchtstroom voelen.