nl
21
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
Zekering van de huisinstallatie niet
in orde.
De stekker zit niet in het stop-
contact.
De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
... aan het apparaat
De onderste sproeiarm draait
moeilijk.
Sproeiarm geblokkeerd.
De deur kan niet alleen moeilijk
geopend worden. *
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
De gebruiksaanwijzing voor de
deactivering bevindt zich achterin
in de omslag.
* afhankelijk van het model
De deur kan niet sluiten.
Het deurslot is omgesprongen.
Om het slot terug te zetten de deur
met grote kracht sluiten.
... bij het instellen
De instelling kan niet gewijzigd
worden, een programma start.
Verkeerde programmatoets
ingedrukt.
Het programma afbreken
(zie hoofdstuk „Programma
afbreken (Reset)”) en van voren
af aan beginnen.
Einde van het programma niet
afgewacht.
Deksel van het afwasmiddelbakje
kan niet gesloten worden.
Afwasmiddelbakje te vol of
mechanisme door vastgeplakte
afwasmiddelresten geblokkeerd.
Afwasmiddelresten in het
afwasmiddelbakje.
Afwasmiddelbakje was tijdens
het vullen vochtig.
Indicatie „Watertoevoer
controleren”
brandt.
Kraan dicht.
Watertoevoer onderbroken.
Watertoevoerslang geknikt.
Zeef aan de kraan verstopt.
Apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact
trekken.
Kraan dichtdraaien.
Zeef in de toevoerslang
schoonmaken.
Stroom weer inschakelen.
Kraan opendraaien.
Apparaat inschakelen.
Na afloop van het programma
blijft er water in het apparaat
staan.
(E24) Waterafvoerslang
verstopt of geknikt.
(E25) Waterafvoerpomp
geblokkeerd, afdekking van
de waterafvoerpomp niet
vastgeklikt (zie Schoonmaken
en onderhoud).
Zeven verstopt.
Programma nog niet
beëindigd. Wachten op het
einde van het programma
(de cijferindicatie geeft 0:00
aan) of functie „Reset”
uitvoeren.