15
5 Bediening
5.2 Magnetronfuncties
• Waarschuwing! Verhitting van vloeistoffen in de magnetron kan resulteren in
kookpuntvertraging. Dit houdt in dat de vloeistof pas na verwijdering uit de
magnetron heftig kan gaan koken met het risico dat u zich brandt. Het effect van
kookpuntvertraging kunt u opheffen door een kunststof of glazen lepeltje in de
vloeistof te zetten alvorens de vloeistof op te warmen in de magnetron.
• Waarschuwing! Let op met babyvoeding:
º Let op! Schud of roer de inhoud van babyfl esjes of potjes babyvoeding na
verwarming.
º Let op! Controleer de temperatuur van de voeding zorgvuldig vóór consumptie
om brandwonden te voorkomen.
• Waarschuwing! Bestek en serviesgoed kunnen heet zijn na gebruik van de magnetron.
1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te
schakelen.
‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie
icoon is zichtbaar.
2. Draai aan de selectieknop om de kookduur in te stellen.
De maximale kookduur is afhankelijk van het ingestelde
vermogen.
3. Druk op de vermogen-/gewichttoets om het
magnetronvermogen in te instellen.
’900’ knippert in de display.
4. Draai aan de selectieknop om het magnetronvermogen
in te stellen (tussen 100 W en 900 W). Druk ter bevestiging
nogmaals op de vermogen-/gewichttoets of wacht totdat het vermogen in de
display stopt met knipperen.
U hoort een geluidssignaal.
5. Druk op de start-/pauzetoets om het kookproces te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na
15 minuten automatisch uit.