3
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Bestemmingen
• Het apparaat is bestemd voor het koelen, invriezen en be-
waren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Het
apparaat is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Bij een
andere toepassing kan een probleemloze werking niet worden
gegarandeerd.
• Het apparaat is, afhankelijk van de klimaatklasse, geschikt
voor het gebruik binnen gelimiteerde omgevingstemperaturen.
Deze mogen niet worden onder- of overschreden! De voor
uw apparaat geldende klimaatklasse is op het typeplaatje
aangegeven. De betekenis:
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +18° C tot +38 °C
T +18 °C tot +43 °C
- Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op lekkages.
- Het apparaat voldoet in ingebouwde toestand aan de van
toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften en de EG-richtlijnen
73/23/EWG en 89/336/EWG.
Inhoudsopgave
Het apparaat in vogelvlucht ................................................2
Bestemmingen ....................................................................3
Tips voor het besparen van energie ...................................3
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen ......................3
Afvalverwerking/Recycling ..................................................3
Technische veiligheid ..........................................................3
Veiligheid tijdens het gebruik ..............................................3
Inbouw- en ventilatievoorschriften .......................................4
Aansluiten ...........................................................................4
In gebruik nemen en controle-elementen ............................4
In- en uitschakelen .............................................................4
De temperatuur instellen ....................................................4
Temperatuurdisplay ...........................................................5
Alarm - waarschuwingssignaal ...........................................5
Fast-Cool ..........................................................................5
Netstoring-/”FrostControl”-displaymelding .........................5
Aanvullende functies ...........................................................5
Koelgedeelte .......................................................................6
Indelen van de levensmiddelen ...........................................6
Aanwijzingen voor het koelen .............................................6
Uitrusting veranderen ..........................................................6
Climat-Freshbox-gedeelte ..................................................6
Richtwaarden voor de bewaarduur .....................................7
Vriesgedeelte ......................................................................7
Fast-Freeze .........................................................................7
Invriezen met Fast-Freeze ...................................................7
Aanwijzingen voor het invriezen en het bewaren .................7
Het Info-System* .................................................................8
Het invriesblad ....................................................................8
De koudeaccu’s .................................................................8
VarioSpace* ........................................................................8
Ontdooien, reinigen ............................................................9
Aanwijzingen voor het ontdooien ........................................9
Reinigen .............................................................................9
Storingen - problemen? ....................................................10
Klantendienst en typeplaatje .............................................11
Inbouwvoorschrift ............................................................11
Deurdraairichting veranderen ...........................................12
Bevestiging en montage ...................................................13
Deurpanelen monteren .....................................................14
Afvalverwerking/Recycling
De verpakking is samengesteld uit herbruikbare mate-
rialen.
- Golfkarton/Karton
- Gevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies uit polyetheen
- Spanbanden uit polypropeen
•
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinde-
ren - verstikkingsgevaar door folie!
•
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
Het afgedankte apparaat: bevat nog waardevolle
materialen en moet gescheiden van het huishoudelijk
afval worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf.
•
Maak een afgedankt apparaat onbruikbaar. Trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door
en maak de deursluiting onbruikbaar, zodat kinderen
zich niet kunnen insluiten.
•
Let er op dat het koelcircuit van het afgedankte apparaat
tijdens het transport niet wordt beschadigd.
•
Nadere informatie over het gebruikte koudemiddel vindt u op
het typeplaatje.
•
De afvalverwerking/recycling van afgedankte apparaten moet
vakkundig en volgens de lokaal geldende voorschriften en
wetgeving plaatsvinden.
Technische veiligheid
• Om persoonlijk letsel en materiële schade te voor-
komen, het apparaat alleen verpakt transporteren
en met twee personen plaatsen.
• Het gebruikte koudemiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar.
• Leidingen van het koelcircuit niet beschadigen. Eruit spuitend
koudemiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbranden.
• Wanneer er koudemiddel vrijkomt, open vuur of ontstekings-
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen, stekker
uit het stopcontact trekken en de ruimte goed ventileren.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - vóór
het aansluiten - contact op met de leverancier.
• Om een veilig gebruik te waarborgen, het apparaat alleen
volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren en
aansluiten.
• Koppel het apparaat bij een storing los van de netspanning.
Netstekker uit het stopcontact trekken (hierbij niet aan het
netsnoer trekken) of zekering uitschakelen resp. uitdraaien.
• Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door de
klantendienst laten uitvoeren, anders kunnen er aanzien-
lijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Dit geldt
eveneens voor het vervangen van het netsnoer.
Veiligheid tijdens het gebruik
• Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan,
pentaan enz., in het apparaat. Eventueel vrijkomende gassen
kunnen door elektrische onderdelen worden ontstoken. U
herkent dergelijke spuitbussen aan de opgedrukte vermelding
van de inhoud of aan een vlamsymbool.
• Producten met een hoog alcoholpercentage alleen goed
afgesloten en rechtop bewaren.
• Gebruik binnenin het apparaat nooit open vuur of ontstekings-
bronnen.
• Geen elektrische apparaten binnenin het apparaat gebruiken
(bijv. stoomreiniger, verwarmingsapparatuur).
• Plint, schuifladen, deuren enz. niet misbruiken als opstap of
om op te leunen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen)
met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen,
die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze eventueel
door aan de volgende eigenaar. De gebruiksaanwijzing is geldig
voor meerdere modellen, afwijkingen zijn dus mogelijk.
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen