692542
40
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/68
Pagina verder
FI9011E
FI9070E
Handleiding
Fornuis
Manual
Cooker
NL Handleiding NL 3 - NL 34
EN Manual EN 3 - EN 34
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip
NL 3
INHOUD
Uw fornuis
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 6
Gebruik
Instellen van de ovenklok 7
Gebruik van de oven 7
Gebruik van de inductiekookplaat 9
Pannen 10
Inductiegeluiden 12
Bediening van de oven
Handbediening van de oven 14
Ovenfuncties 14
Bediening van de oven met klok 15
Tussentijds uitschakelen van de oven 17
Het geluidssignaal instellen 17
Bediening inductiekookplaat
Inschakelen van een kookzone 19
Automatische aankookfunctie 20
Het koppelen van de Bridge zones 21
Kinderslot gebruiken 21
Comfortabel koken
Kookstanden 22
Onderhoud
Let op 23
Algemeen 23
Reinigen van de oven 24
Reinigen van de inductiekookplaat 27
Storingen
Storingstabel 29
Installatie
Algemeen 31
Elektrische aansluiting 32
Plaatsen 32
Afmetingen 33
Technische gegevens 33
Milieuaspecten
Verpakking en toestel afvoeren 34
NL 4
Inleiding
U heeft gekozen voor een fornuis van ATAG. Optimaal gebruiks comfort
en een eenvoudige bediening stonden voorop bij de ontwikkeling van
dit product. De uitgebreide instelmogelijkheden maken het mogelijk
exact dìe bereidingswijze te kiezen die u voor ogen staat.
De inductiekookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is
comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer
laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan
de kook brengen zeer snel. De ruime afstanden tussen de kookzones
maken het koken ook comfortabel.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel
toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om
warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige
pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u hierover meer
informatie.
De ovenfuncties zijn in een logische volgorde op de functieknop
ondergebracht. Daarnaast heeft de oven een schakelklok. Deze
schakelt de oven automatisch uit als de bereidingstijd verstreken is.
Doelmatig en zonder poespas.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u het fornuis zo
optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de bediening
treft u ook achtergrondinformatie aan die u van dienst kan zijn bij het
gebruik van dit product.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Het gegevensplaatje bevat alle informatie die de servicedienst nodig
heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
UW FORNUIS
NL 5
Beschrijving
UW FORNUIS
1. Kookzone ø 180 mm / 1850 W (boost 3000 W)
2. Kookzone ø 180 mm / 1850 W (boost 3000 W)
3. Kookzone ø 210 mm / 2300 W (boost 3700 W)
4. Bridge kookzone 220 x 190 mm / 2100 W (boost 3700 W)
5. Bridge kookzone 220 x 190 mm / 2100 W (boost 3700 W)
6. Kookplaat displays
7. Bedieningspaneel
8. Oven
9. Stelvoetjes
2
3
4
5
6
7
8
9
1
NL 6
Bedieningspaneel
UW FORNUIS
1. Bedieningsknop kookzone linksvoor
2. Bedieningsknop kookzone linksachter
3. Bedieningsknop middelste kookzone
4. Bedieningsknop keukenwekker
5. Bedieningsknop Bridge kookzone rechtsvoor
6. Bedieningsknop Bridge kookzone rechtsachter
7. Ovenklok:
a. Toets kookwekker
b. Toets tijdsduur
c. Toets eindtijd
d. Toets handmatig
e. - toets
f. + toets
8. Functieknop oven
9. Controlelampje ovenfunctie
10. Thermostaatknop oven
11. Controlelampje temperatuur
7a
7
7b 7c 7d 7e 7f
1 2 3 4 5 6 7 8 109 11
NL 7
Instellen van de ovenklok
Als u het toestel voor de eerste keer aansluit, knipperen ‘auto’ en ‘0 00’
in de ovenklok display. De juiste dagtijd moet nog worden ingesteld.
1. Druk op de toets ‘handmatig’.
‘0 00’ stopt met knipperen en het kooksymbool verschijnt.
2. Druk binnen 5 seconden op de + toets of - toets om de tijd in te
stellen.
De dagtijd is vast gelegd en het toestel is ingesteld op hand-
bediening.
Elke druk op de toets verhoogt/verlaagt de tijd met een minuut.
U kunt de + of - toets ingedrukt houden om sneller de gewenste
tijd in te stellen.
Gebruik van de oven
Verwijder alle delen van het toebehoren uit de oven en reinig ze met
een warm sopje. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen.
Schakel de oven één uur lang in op de hoogste temperatuur
met boven- en onderwarmte. Tijdens de fabricage gebruikte
beschermingsvetten worden dan verwijderd.
Als de oven voor de eerste maal sterk verhit wordt, zult u een
‘nieuwigheidsluchtje’ ruiken. Dit is normaal. Schakel eventueel de
wasemkap in.
Na het afkoelen de oven met warm water reinigen.
Verwarm de oven alleen voor als dit in het recept of in de tabellen
van deze gebruiksaanwijzing is vermeld.
Bak- en braadtips / energiebewust ovengebruik
Open de ovendeur zo weinig mogelijk.
Bereid gerechten met ongeveer dezelfde bereidingstemperatuur
(bijvoorbeeld appeltaart en een ovenschotel) tegelijk op hetzelfde
rooster of met een hete lucht functie boven elkaar. Vlees laten
meestoven kan ook.
Bereid meer gerechten na elkaar, bijvoorbeeld een ovenmaaltijd na
een cake. Vaak kan de bereidingstijd van het tweede gerecht dan
10 minuten korter zijn omdat de oven nog veel warmte in zich heeft.
Dankzij de ovenisolatie kunnen gerechten met een langere
bereidingstijd (vanaf 1 uur) nagaren op de restwarmte van de oven.
Schakel de oven 10 minuten eerder uit dan aangegeven staat, maar
laat de deur dicht.
GEBRUIK
NL 8
GEBRUIK
Voorverwarmen is in het algemeen niet nodig, met uitzondering van
gerechten waarvan de bereidingstijd korter dan 30 minuten is of
wanneer een recept dit aangeeft.
Haal alles wat u niet nodig heeft voor de bereiding uit de oven.
Schakel de oven uit voordat u het gare gerecht eruit haalt.
Ovenservies
In principe kunt u elk soort hittebestendig servies gebruiken.
Spoel glazen servies niet direct na gebruik af onder koud water.
Door het plotselinge temperatuurverschil kan het glas barsten.
Gebruik donkere of zwarte bakvormen. Deze geleiden de warmte
beter en laten het gerecht gelijkmatiger garen.
Bodem niet afdekken
Het afdekken van de ovenbodem met bijvoorbeeld aluminiumfolie
of een bakplaat kan tot oververhitting en beschadiging van het
email leiden.
Vervuiling van de ovenbodem door het lekken uit een springvorm
wordt voorkomen door van aluminiumfolie een bakje te vouwen en
dat onder de vorm op het rooster te zetten of door bakpapier onder
de vorm te leggen.
Tijdinstelling
Kies een 5 minuten kortere bereidingstijd dan in het recept staat
aangegeven. Daardoor kunt u in de laatste fase controleren of het
gerecht of gebak gaar en goed van kleur is. Zo niet, sluit dan de
ovendeur en controleer na enige tijd opnieuw. Het openen en sluiten
van de deur moet langzaam gebeuren. Bij voorkeur niet voordat
driekwart van de bereidingstijd is verstreken.
Warm houden
U kunt de oven gebruiken voor het warm houden van reeds bereide
gerechten. Kies hiervoor de hete lucht functie en een temperatuur
van 75 °C. Dek gerechten die u warm wilt houden af om uitdrogen
te voorkomen.
NL 9
GEBRUIK
Vlees braden
Het meest geschikt is ‘groot vlees’ vanaf 1 kg. Het vlees krijgt
een regelmatig gevormde, krokante korst, waarbij vrijwel geen
gewichtsverlies optreedt.
Wrijf het vlees een kwartier van tevoren in met zout en kruiden.
Gebruik voor het braden 80 tot 100 g boter of vet (of een mengsel
hiervan) per 500 g vlees.
Braadtijden
Platte, dunne stukken hebben gemiddeld 5 minuten minder
braadtijd nodig dan dikke of opgerolde stukken vlees. Bij gebruik
van grotere stukken vlees moet per 500 gram meer een 15 tot
20 minuten langere braadtijd worden aangehouden.
Leg het vlees in een braadslede en overgiet het met hete boter en/
of vet. Als het vlees een vette kant heeft, dan legt u deze tijdens
het braden boven. Vlees zonder vette kant om de 15 minuten
bedruipen. Vlees met vette kant om de 30 minuten bedruipen.
Voeg, als de jus te donker wordt, tijdens het braden nu en dan
enkele lepels water toe.
Laat het vlees na de bereiding 10 minuten rusten, afgedekt met
aluminiumfolie, voordat u het aansnijdt.
Gebruik van de inductiekookplaat
Reinig het apparaat met een vochtige doek en droog het zorgvuldig.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die een afwijkende kleuring van
het glas kunnen veroorzaken.
Op het moment van de eerste inschakeling zullen alle displays
van alle kookzones gelijktijdig verlicht worden. De displays gaan
onmiddellijk daarna uit zonder een enkel geluidssignaal te laten
klinken.
Als een of meer knoppen op het moment van de eerste
inschakeling niet op stand nul (0) staan, zullen de bijbehorende
displays normaal verlicht worden maar zal de kookzone in kwestie
niet in werking treden.
Door aan de knop te draaien, zal op het bijbehorende display het
symbool van de afbeelding hiernaast getoond worden, dat aangeeft
dat het kookzone niet werkzaam is. Het element kan pas in werking
treden nadat de knop opnieuw op stand “0” gezet is en een
gewenste vermogenswaarde ingesteld is.
NL 10
Pannen
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
niet meer geschikt voor inductiekoken.
Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en
inductiekoken met:
een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
een vlakke bodem.
Het beste zijn pannen met het ‘Class Induction’ keurmerk.
Tip!
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn.
Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
Geschikt
Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrijstaal
Solide geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper
Kunststof
Aluminium
Let op!
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te
droog is;
door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
Let op!
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
GEBRUIK
NL 11
Let op!
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of
bolle bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging
belemmeren. Het toestel kan dan te warm worden waardoor de
glasplaat kan barsten en de panbodem kan smelten.
Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of
droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
De minimale pandiameter bedraagt 14,5 cm.
Het beste resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde
diameter als de kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de
kookzone niet in.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook
snel op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het
kookproces direct.
Herkenning pan
Een elektronische sensor detecteert de aanwezigheid of de
afwezigheid van de pan op een kookzone. Als de gebruikte pan
ongeschikt is voor magnetisch inductiekoken, of een pan die te
klein is, zal het hiernaast getoonde symbool weergegeven worden.
Als een pan tijdens het koken van de kookzone weggenomen
wordt, zonder dat de betreffende knop op stand “0” gezet is, zal de
vermogenswaarde, die eerder ingesteld werd en op het betreffende
display weergegeven werd, automatisch door het symbool
vervangen worden.
Als de pan correct op de kookzone teruggezet wordt, zal het
symbool uitgeschakeld worden en het koken normaal hervat
worden; wordt de pan niet teruggezet, dan zal het symbool na 10
minuten hoe dan ook uitgeschakeld worden.
Om de kookzone dan weer opnieuw te kunnen gebruiken, moet de
betreffende knop eerst op stand “0” gezet worden en moet opnieuw
een gewenste vermogenswaarde ingesteld worden.
GEBRUIK
NL 12
Het vermogen past zich aan
Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan
zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het
vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het
gerecht in de pan aan de kook is.
Vermogensverdeling
Het maximum vermogen dat toegepast kan worden, wordt tussen
de actieve kookzones verdeeld.
Het laatste vermogensniveau dat ingesteld is, heeft voorrang op de
vorige instellingen van de andere kookzones. De displays van de
kookzones die eerder ingesteld werden, beginnen te knipperen en
tonen het aangepaste vermogen.
Op het moment waarin het vermogen van ongeacht welk kookzone
handmatig verlaagd wordt, zal het vermogensverschil opnieuw over
de resterende kookzones verdeeld worden.
De automatische verspreiding vindt plaats tussen de drie linker
kookzones en de twee rechter Bridge kookzones.
Inductiegeluiden
Tikkend geluid
Een licht tikkend geluid wordt veroorzaakt door de
vermogensverdeling van de voorste en de achterste zone. Ook bij
lage kookstanden kan een zacht tikkend geluid optreden.
Pan maakt geluid
De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt
veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat
naar de pan. Met name bij een hoge kookstand is dit normaal
bij bepaalde pannen. Het is niet schadelijk voor de pan of de
kookplaat.
Ventilator maakt geluid
Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat
voorzien van een ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt,
wordt de ventilator ingeschakeld en hoort u een zoemend geluid.
Ook nadat u het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator
nog geluid maken.
GEBRUIK
NL 13
GEBRUIK
Kookduurbegrenzing
De kookduurbegrenzer is een beveiliging van uw kookplaat.
Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd in
werking is, wordt deze automatisch uitgeschakeld.
Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld na:
1 360 minuten
2 360 minuten
3 300 minuten
4 300 minuten
5 240 minuten
6 90 minuten
7 90 minuten
8 90 minuten
9 90 minuten
boost (P) 10 minuten
Restwarmte-indicatie
Na intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog
enkele minuten warm blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er
een ‘H’ in de display branden.
Temperatuurbeveiliging
Elke kookzone is voorzien van een sensor. Deze sensor controleert
ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan en
van de onderdelen van de kookplaat om elk risico op oververhitting,
bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te vermijden.
Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookzone
automatisch verlaagd of schakelt de kookzone helemaal uit.
NL 14
Handbediening van de oven
1. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
Het groene programmalampje en het oranje lampje van de
temperatuur gaan branden; de oven is ingeschakeld.
Zie de volgende tabel voor meer informatie over de verschillende
ovenfuncties die u kunt kiezen.
2. Zet de thermostaatknop en de functieknop na afloop van de
bereidingstijd op ‘0’ om de oven uit te schakelen.
Ovenfuncties
Ovenverlichting
De ovenverlichting gaat branden.
Boven- en onderwarmte (conventioneel)
Een boven- en onderelement verwarmen het gerecht, geschikt voor de bereiding van één gerecht.
Deze functie wordt gebruikt voor luchtig gebak en taarten, waarbij de warmtetoevoer van boven
en onder gelijk moet zijn om een luchtig resultaat te krijgen. Het gerecht bij voorkeur in een voor-
verwarmde oven plaatsen, d.w.z. als het indicatielampje naast de thermostaatknop uitgegaan is.
Bovenwarmte
Deze functie is geschikt voor het kortstondig extra doorbakken van soufflé’s, schuimgebak etc.
Aan het einde van het bakproces draait u de functieknop op bovenwarmte.
Onderwarmte
Deze functie wordt aanbevolen voor gerechten waarbij de bodem goed gaar moet worden. De
bodems van gerechten worden goed doorbakken.Vóór het einde van het bakproces (met nog een
kwart van de baktijd te gaan) draait u de functieknop op onderwarmte. Stel de temperatuurknop
in op de maximale stand. Het gerecht wordt dan voornamelijk door het onderelement verwarmd,
maar kleurt wel door aan de bovenzijde.
Grill
Het bovenelement verhit het gerecht. Deze functie is geschikt voor het grillen van biefstuk,
worstjes en tosties. De ventilator verspreidt de warmte van het grillelement door de oven.
Hierdoor worden de gerechten gelijkmatig gaar. Ideaal voor grotere grillgerechten zoals gevogelte
en grotere stukken vlees. Zet een ovenschaal onder het gerecht om afdruipend vet op te vangen.
Ventilator met grill
U kunt grillen met ingeschakelde ventilator. De stralingswarmte wordt door de ventilator rondom
het gerecht geblazen.
Conventioneel met ventilator
Het boven- en onderelement zijn ingeschakeld. De ventilator verspreidt de warmte gelijkmatig
door de ovenruimte. Deze functie is geschikt voor het braden van vlees en het bakken van
taarten. Met deze functie kunt u ook voedsel ontdooien. Zet hiervoor de thermostaatknop op ‘0’.
BEDIENING VAN DE OVEN
NL 15
BEDIENING VAN DE OVEN
Hetelucht
De lucht in de oven wordt verwarmd door het heteluchtelement. De ventilator in de achterwand
blaast hete lucht in de oven. Hiermee worden de gerechten verwarmd. U kunt op meer niveaus
tegelijk bakken, waardoor u energie kunt besparen. Door de intensieve warmte overdracht kunt u
een ca. 20 - 30 °C lagere temperatuur kiezen dan bij conventionele recepten staat aangegeven.
Ontdooien
Deze functie wordt gebruikt voor langzaam ontdooien van levensmiddelen. U hoeft geen
temperatuur in te stellen. De ventilator gaat draaien en de lucht circuleert in de oven.
Bediening van de oven met klok
De elektronische schakelklok kunt u op twee manieren gebruiken:
U kunt de tijdsduur van het bakken/braden/grillen bepalen.
De oven schakelt uit zodra de ingestelde tijd is verstreken. Is de tijd
verstreken, dan klinkt er een geluidssignaal.
Tevens kunt u zowel een tijdsduur als ook een eindtijd ingeven
(een automatisch bakproces). De oven start automatisch en eindigt
automatisch. Als het automatische bakproces is afgelopen, klinkt er
een geluidssignaal.
De duur van de baktijd programmeren
1. Druk op de toets ‘tijdsduur’.
In de display verschijnt ‘0 00’.
2. Druk binnen 5 seconden op de + toets of - toets om de tijdsduur in
te stellen.
Bij de eerste druk op de + of - toets verschijnt ‘auto’ in de
display.
U kunt de + of - toets ingedrukt houden om sneller de gewenste
tijd in te stellen.
Wanneer de toets ‘tijdsduur’ wordt losgelaten, begint het aftellen
van de geprogrammeerde baktijd en verschijnt de huidige tijd
weer in de display.
3. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
Het rode programmalampje en het oranje lampje van de
temperatuur gaan branden; de oven is ingeschakeld.
4. Zodra de ingestelde baktijd is verstreken, klinkt er een geluids-
signaal en de oven schakelt automatisch uit.
5. Schakel het geluidssignaal uit door op de toets ‘handmatig’ te
drukken.
NL 16
BEDIENING VAN DE OVEN
6. Zet de thermostaatknop en de functieknop na afloop van de
bereidingstijd op ‘0’ om ook de indicatielampjes van de oven uit te
schakelen.
U kunt op elk gewenst moment de resterende baktijd in de
display zien door op de toets ‘tijdsduur’ te drukken.
Wilt u de tijdsduur aanpassen, dan drukt u op de toets ‘tijdsduur’
en meteen daarna op de + toets of - toets om de tijd aan te
passen.
Programmering van het automatische bakproces
U kunt de oven automatisch laten in- en uitschakelen door een
tijdsduur en een eindtijd in te stellen. De oven berekent zelf de starttijd,
en schakelt na het verstrijken van de bereidingstijd automatisch uit.
1. Druk op de toets ‘tijdsduur’.
In de display verschijnt ‘0 00’.
2. Druk binnen 5 seconden op de + toets of - toets om de tijdsduur in
te stellen.
Bij de eerste druk op de + of - toets verschijnt ‘auto’ in de
display.
U kunt de + of - toets ingedrukt houden om sneller de gewenste
tijd in te stellen.
3. Druk op de toets ‘eindtijd’.
In de display verschijnt de huidige tijd vermeerderd met de
ingestelde tijdsduur.
4. Druk binnen 5 seconden op de + toets of - toets om de eindtijd in
te stellen.
Bij de eerste druk op de + of - toets verdwijnt het kooksymbool
in de display.
U kunt de + of - toets ingedrukt houden om sneller de gewenste
tijd in te stellen.
Wanneer de toets ‘eindtijd’ wordt losgelaten, begint het aftellen
van de geprogrammeerde tijd en verschijnt de huidige tijd weer
in de display.
5. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
Het rode programmalampje en het oranje lampje van de
temperatuur gaan branden zodra de berekende begintijd is bereikt;
de oven wordt ingeschakeld.
6. Zodra de ingestelde baktijd is verstreken, klinkt er een geluids-
signaal en de oven schakelt automatisch uit.
NL 17
BEDIENING VAN DE OVEN
7. Schakel het geluidssignaal uit door op de toets ‘handmatig’ te
drukken.
8. Zet de thermostaatknop en de functieknop na afloop van de
bereidingstijd op ‘0’ om ook de indicatielampjes van de oven uit te
schakelen.
U kunt op elk gewenst moment de resterende baktijd in de
display zien door op de toets ‘tijdsduur’ te drukken.
U kunt op elk gewenst moment de eindtijd in de display zien
door op de toets ‘eindtijd’ te drukken.
Wilt u de tijdsduur aanpassen, dan drukt u op de toets ‘tijdsduur’
en meteen daarna op de + toets of - toets om de tijd aan te
passen.
Voorbeeld:
Huidige tijd: 17.30, ingestelde duur van het bakproces: 1 uur en
15 minuten, ingestelde eindtijd van het bakproces: 19.45 uur.
De oven start om 18.30 uur met het bakproces op de
vooringestelde temperatuur en functie en zal om 19.45 uur stoppen.
Tussentijds uitschakelen van de oven
1. Druk op de toets ‘tijdsduur’.
2. Druk op de - toets totdat de tijd in de display op 0.00 staat.
Er klinkt een geluidssignaal.
3. Schakel het geluidssignaal uit door op de toets ‘handmatig’ te
drukken.
Het geluidssignaal instellen
Als u geen ovenfunctie hebt ingesteld, kunt u met de - toets het
geluidssignaal aanpassen. Er zijn drie verschillende signalen.
1. Druk twee keer op de - toets.
U hoort een geluidssignaal.
2. Druk meteen daarna een derde keer op de - toets.
U hoort een ander geluidssignaal.
3. Druk meteen daarna een vierde keer op de - toets.
U hoort weer een ander geluidssignaal.
4. Maak een keuze uit deze drie signalen door (meerdere keren) op de
- toets te drukken.
NL 18
BEDIENING VAN DE OVEN
Kookwekker
De kookwekker geeft alleen een signaal na het verstrijken van de
ingestelde tijd. De kookwekker schakelt de oven niet uit.
1. Druk op de toets ‘kookwekker’.
In de display verschijnt ‘0 00’.
2. Druk nogmaals op de toets ‘kookwekker’ en houd deze ingedrukt.
3. Stel met de + toets en de - toets de gewenste tijd in.
Bij de eerste druk op de + of - toets verschijnt het
kookwekkersymbool in de display.
U kunt de + of - toets ingedrukt houden om sneller de gewenste
tijd in te stellen.
Wanneer de toets ‘kookwekker’ wordt losgelaten, begint het
aftellen van de tijd en verschijnt de huidige tijd weer in de
display.
4. Zodra de tijd is verstreken, klinkt er een geluids signaal en verdwijnt
het kookwekkersymbool.
5. Schakel het geluidssignaal uit door op de toets ‘handmatig’ te
drukken.
U kunt op elk gewenst moment de resterende tijd in de display
zien door op de toets ‘kookwekker’ te drukken.
Wilt u de tijd aanpassen, dan drukt u op de toets ‘kookwekker’ en
meteen daarna op de + toets of - toets om de tijd aan te passen.
De keukenwekker
De keukenwekker geeft alleen een signaal na het verstrijken van de tijd.
1. Draai de keukenwekker rechtsom helemaal op 55 minuten. Hiermee
spant u de veer.
2. Draai de keukenwekker terug (linksom) tot aan de gewenste tijd.
NL 19
BEDIENING INDUCTIEKOOKPLAAT
Inschakelen van een kookzone
Alvorens een kookzone te starten, zet u een geschikte pan op de
betreffende kookzone.
Door ongeacht welke knop met de wijzers van de klok mee te
draaien, zal een geluidssignaal klinken en zullen alle displays
ingeschakeld worden. Het display dat bij de geactiveerde knop
hoort, zal het geselecteerde kookvermogen tonen terwijl de andere
displays de waarde nul (0) tonen.
Door aan een tweede knop te draaien, zal op het display de voor
die knop ingestelde vermogen weergegeven worden.
Er klinkt dan geen geluidssignaal.
Veranderen van het kookvermogen
Het kookvermogen van de kookzones neemt toe door ongeacht
welke knop van uit stand “0” met de wijzers van de klok mee te
draaien en neemt af door de knop vanuit de bereikte positie tegen
de wijzers van de klok in te draaien. Het kookvermogen is in te
stellen tussen stand “0” en stand “9”. Tevens is een “Boost”stand
te selecteren.
Het gekozen vermogen wordt weergegeven in het betreffende
display.
De “default”-positie van de knop komt overeen met stand “0”
(waarde op het betreffende display).
1. Draai aan de knop om de gewenste vermogenswaarde in te stellen
(zie vermogenstabel).
Het gekozen vermogen wordt weergegeven in het betreffende
display.
2. Selecteer de “Boost” stand door de knop met de wijzers van de
klok mee voorbij vermogensniveau “9” te draaien.
Er klinkt een geluidssignaal en in de display verschijnt “P”.
3. Draai de knop daarna terug naar niveau “9”.
Handmatige uitschakeling
Draai alle knoppen op stand “0” waarna op ieder display een
knipperend puntje verschijnt, zoals de afbeelding hiernaast
toont; na 15 seconden zullen alle displays uitgaan, klinkt een
geluidssignaal en gaat de kookplaat op “stand-by”.
NL 20
Automatische aankookfunctie
Met deze functie is het mogelijk het gewenste vermogensniveau sneller
te bereiken maar de functie blijft zeer korte tijd actief.
Wanneer de knop vanuit stand “0” tegen de wijzers van de klok
in gedraaid wordt, tot een mechanische klik verkregen wordt en
deze positie 2 seconden gehandhaafd blijft, zal het display verlicht
worden en het symbool A tonen.
Vanaf dit moment heeft men 10 seconden de tijd om de knop naar
de gewenste kookstand te draaien.
Het display begint te knipperen en toont afwisselend het symbool
en het nieuwe vermogensniveau dat met de knop ingesteld is.
Kookstand Automatische opwarmtijd (seconden)
1 48
2 144
3 230
4 312
5 408
6 120
7 168
8 216
9 -
Warmhoudfunctie
Deze functie maakt het mogelijk de bodem van een pan, die
geschikt is voor inductiekoken, te verwarmen waardoor binnenin
deze pan een constante temperatuur verkregen wordt.
Dit is nuttig voor het verwarmen van de eerder bereide etenswaren
die zo warm blijven in de pan waarin ze bereidt werden.
Op deze wijze wordt het energieverbruik geoptimaliseerd.
De maximumtijd van de constant afgegeven warmte is beperkt
tot 120 minuten.
Draai de knop met de wijzers van de klok mee tussen kookstand
“0” en kookstand “1”.
Op het overeenkomstige display wordt het symbool hiernaast
in drie fasen weergegeven (het verwarmingsvermogen wordt
automatisch geregeld).
Fase 1 (1 streepje): 42° C
Fase 2 (2 streepjes): 70° C
Fase 3 (3 streepjes): 94° C
BEDIENING INDUCTIEKOOKPLAAT
NL 21
Het koppelen van de Bridge zones
Deze functie maakt het mogelijk de twee Bridge kookzones te
koppelen. Hierdoor ontstaat een enkele kookzone die door de knop
voor de kookzone rechtsvoor geregeld kan wordt.
Met gekoppelde Bridge-zones is het niet mogelijk de “Boost”-
functie te gebruiken.
1. Draai de knoppen voor de kookzones rechtsvoor en rechtsachter
gelijktijdig rechtsom tot een mechanische klik verkregen wordt
samen met een geluidssignaal. Draai voorbij stand 9 naar
positie “P”.
2. Houd de knoppen minstens 2 seconden in deze positie.
Op het display worden de symbolen hiernaast weergegeven, die
de geactiveerde functie aangeven.
3. Draai de knop van de kookzone rechtsvoor op het gewenste
vermogensniveau.
Als een pan tijdens het koken van de kookzones wordt
verwijderd en niet binnen 10 minuten teruggeplaatst wordt, dan
wordt de functie automatisch gestopt.
Om de functie handmatig te stoppen moeten de knoppen op
stand “0” teruggezet worden.
Kinderslot gebruiken
Het is mogelijk de kookzones te vergrendelen om ongewild gebruik
door kinderen te voorkomen.
1. Draai de knoppen van de koozones linksvoor en linksachter
gelijktijdig linksom en houd ze minstens 2 seconden in deze positie
tot op alle displays het symbool L verschijnt.
Na enkele minuten zullen de symbolen uitgaan maar door aan
ongeacht welke knop te draaien zullen deze blokkeringssymbolen
opnieuw op alle displays verschijnen en zullen de kookzones niet
gediend kunnen worden.
De vergrendeling heeft geen tijdlimiet. Een langdurige
onderbreking van de elektrische stroom kan de uitgevoerde
vergrendeling echter annuleren.
2. Om de kookzones te ontgrendelen moeten de eerste twee knoppen
links gelijktijdig opnieuw tegen de wijzers van de klok in gedraaid
worden.
BEDIENING INDUCTIEKOOKPLAAT
NL 22
COMFORTABEL KOKEN
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht en de pan.
Gebruik ‘boost’ en stand 9 voor:
snel aan de kook brengen;
slinken van bladgroenten;
verhitten van olie en vet;
onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
aanbraden van vlees;
bakken van vis;
bakken van omeletten;
bakken van gekookte aardappelen;
frituren.
Gebruik stand 7 voor:
bakken van dikke pannenkoeken;
bakken van dik, gepaneerd vlees;
uitbakken van spek of bacon;
bakken van rauwe aardappelen;
bakken van wentelteefjes;
bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 6 en 5 voor:
doorkoken;
ontdooien van harde groenten;
bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 t/m 4 voor:
trekken van bouillon;
bereiden van stoofvlees;
smoren van groenten;
smelten van chocolade;
smelten van kaas.
NL 23
Let op!
Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie of schoonmaken
wordt gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen
of de schakelaar in de meterkast op nul te zetten.
Gebruik geen stoomreiniger of hogedruk-stoomreiniger om het
toestel te reinigen.
Algemeen
Voorzijde van toestel
Reinig het oppervlak met een vloeibaar, niet-schurend schoonmaak-
middel voor gladde oppervlakken en een zachte doek. Breng het
schoonmaakmiddel aan op de doek en veeg het vuil weg; spoel
daarna met water. Breng het schoonmaakmiddel niet rechtstreeks
op het oppervlak aan. Gebruik geen agressieve of schurende
reinigingsmiddelen, scherpe voorwerpen of staalwol, want hierdoor
ontstaan er krassen op het toestel.
Aluminium oppervlakken
Aluminium oppervlakken moeten worden gereinigd met niet-schurende,
vloeibare schoonmaakmiddelen die voor dergelijke materialen bedoeld
zijn. Breng het schoonmaakmiddel aan op een vochtige doek en reinig
het oppervlak; spoel het oppervlak vervolgens met water. Breng het
reinigingsmiddel niet rechtstreeks op het aluminium oppervlak aan.
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of schuursponsjes. Het
oppervlak mag niet in contact komen met ovensprays.
Roestvrijstalen frontpanelen
Reinig het oppervlak met een zacht reinigingsmiddel (zeepsop) en een
zacht sponsje dat het materiaal niet krast. Gebruik geen schurende
of op oplosmiddelen gebaseerde reinigingsmiddelen. Als u deze
instructies niet opvolgt, kan de behuizing beschadigd raken.
Gelakte en kunststof oppervlakken
Reinig de knoppen / toetsen en de deurhandgreep met een zachte
doek en vloeibare schoonmaakmiddelen die geschikt zijn om gladde,
gelakte oppervlakken te reinigen. U kunt ook reinigingsmiddelen
gebruiken die speciaal voor dit soort oppervlakken werden ontwikkeld.
In dit geval volgt u de instructies van de fabrikant.
ONDERHOUD
NL 24
Geëmailleerde delen
De binnenkant van de ovendeur, de gehele binnenoven alsook de bak-
en braad plaat zijn geheel geëmailleerd. U kunt ze het beste reinigen
met een warm sopje.
Glas
Reinig onderdelen van glas met een sopje of met Glassex.
Reinigen van de oven
De binnenkant van de oven kan op de klassieke manier worden
gereinigd (met schoonmaakmiddelen, ovenspray), maar alleen
wanneer de oven zeer vuil is en wanneer de vlekken zeer
hardnekkig zijn.
Om de oven regelmatig te reinigen (na elk gebruik), wordt de
volgende procedure aanbevolen:
Gebruik de ovenfunctie ‘onder- en bovenwarmte’. Stel de
thermostaatknop in op 50 °C.
Giet 0,6 l water in het bakblik en plaats het op de onderste richel. Na
een half uur worden de voedselresten op het email van de oven zacht
en kunt u ze met een vochtige doek afvegen.
Voor hardnekkige vlekken dient u rekening te houden met het
volgende:
Laat de oven iets afkoelen voor u hem reinigt.
Reinig de oven en de accessoires na elk gebruik, om te voorkomen
dat het vuil inbrandt in de oven.
De eenvoudigste manier om vet te verwijderen, is met behulp van
warm zeepsop terwijl de oven nog warm is.
Bij zeer hardnekkig vuil gebruikt u de klassieke ovenreinigings-
middelen. Spoel de oven daarna grondig met schoon water om alle
resten van het reinigingsmiddel te verwijderen.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen zoals staalwol,
schuursponsjes, vlekverwijderaars enz.
Gelakte, roestvrijstalen en verzinkte oppervlakken en aluminium
onderdelen mogen nooit in contact komen met ovensprays, want
daardoor raken ze beschadigd en verkleuren ze.
Hetzelfde geldt voor de thermostaatsensor (als het toestel uitgerust
is met een timer met een sensor) en voor de verwarmingselementen
die aan de bovenzijde toegankelijk zijn.
ONDERHOUD
NL 25
Wanneer u schoonmaakmiddelen aankoopt en gebruikt, dient u
rekening te houden met het milieu en met de instructies van de
fabrikant van het reinigingsmiddel.
Let op: gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen
schrapers om het glas van de ovendeur te reinigen. Deze kunnen
krassen op het oppervlak veroorzaken, waardoor het glas zou kunnen
breken.
Praktische tips
Wanneer u grote stukken vetrijk vlees bereidt, is het aan te bevelen
ze in aluminiumfolie of een geschikte braadzak te plaatsen, zodat
het vet niet op de ovenwanden kan spatten.
Wanneer u vlees op het rooster grilt, dient u een druipschaal onder
het vlees te plaatsen.
Accessoires
Was de accessoires (bakplaten, rooster, enz.) met warm water en een
klassiek afwasmiddel.
Speciale emailcoating
De oven, de binnenzijde van de deur en de bakplaten zijn behandeld
met speciaal email, dat een glad en sterk oppervlak vormt. Dankzij deze
speciale coating is reinigen bij kamertemperatuur gemakkelijker.
Het ovenlampje vervangen
De lamp in dit huishoudelijke apparaat is uitsluitend bedoeld voor
verlichting van dit apparaat. De lamp is niet geschikt voor de
verlichting van een huishoudelijke ruimte.
U heeft een lampje nodig met de volgende specificaties: fitting G9,
230 V / 50 Hz, 15 W, geschikt voor hoge temperaturen (300 °C).
Draai het glazen kapje los (tegen de wijzers van de klok in),
verwissel de ovenlamp en draai het glazen kapje weer vast.
ONDERHOUD
NL 26
ONDERHOUD
Demontage van de ovendeur
Bij normaal gebruik hoeft de ovendeur niet uitgenomen te worden.
Mocht u dit toch willen doen, volg dan de onderstaande instructies op.
Let op! De ovendeur is erg zwaar en moet goed ondersteund worden.
1. Open de deur en kantel de vergrendeling A in beide scharnieren
volledig naar buiten.
2. Sluit de ovendeur half, zodat de spanning van de veren
weggenomen wordt (de ovendeur zal een hoek van circa 30°
vormen).
3. Pak de deur aan weerszijden goed vast, beweeg mee met de
sluitende beweging van de deur en til de deur gelijktijdig op.
4. Draai het onderste deel van de deur met de scharnieren B naar u
toe. De deur is nu gedemonteerd.
5. Maak de deur schoon. De deur kan eventueel gekanteld worden om
zo met een zachte flessenwisser de tussenruimte tussen de glazen
schoon te maken.
Om de deur opnieuw te monteren gaat u in omgekeerde volgorde te
werk. De deurscharnieren zijn in uitgeklapte stand.
6. Schuif de deurscharnieren in de scharnieropeningen.
7. Kantel de deur in horizontale positie en klik de scharnieren vast
door de vergrendeling A weer naar binnen te kantelen.
NL 27
ONDERHOUD
Let op! Na de hernieuwde montage van de ovendeur moeten de
beveiligingen van de scharnieren altijd opnieuw vastgezet worden.
Verwijderen van de geleiders
U kunt beide geleiders uitnemen om de binnenkant van de oven
eenvoudiger te reinigen. De geleiders zijn op drie punten aan de
ovenwand bevestigd (zie afbeelding).
1. Duw de geleider in het midden van de bovenkant uit de borging.
2. Til de geleider iets naar boven op en trek de geleider naar buiten.
Om de geleiders opnieuw te plaatsen gaat u in omgekeerde volgorde
te werk.
3. Plaats het onderste deel van de geleider op de twee onderste
bevestigingspunten.
4. Druk het bovenste gedeelte vervolgens weer vast aan het bovenste
bevestigingspunt.
Reinigen van de inductiekookplaat
Uw inductieplaat is vervaardigd uit hoogwaardige materialen, die u
eenvoudig reinigt.
Tip!
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
NL 28
ONDERHOUD
Hardnekkige vlekken
Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig
te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper.
Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een
glasschraper.
Nooit gebruiken!
Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin
zich kalk en vuil ophopen.
Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
NL 29
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel, betekent
dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de
volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie op
de website www.atag.nl
Inductiekookplaat
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat. Normale werking.
De kookplaat geeft bij de
eerste kookbeurten een lichte
geur af.
Opwarmen nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt na
enkele keren koken.Ventileer
de keuken.
U hoort een licht tikkend geluid
op uw kookplaat.
Ook bij lage kookstanden
kan een zacht tikkend geluid
optreden.
Normale werking.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie
van de kookplaat naar de
kookpan.
Bij een hoge kookstand is dit
normaal bij bepaalde pannen.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld blijft de display
knipperen. Er verschijnt een
pan detectie symbool ( U ) in
het display.
De gebruikte kookpan is
niet geschikt voor koken op
inductie of heeft een diameter
kleiner dan 14,5 cm.
Gebruik een goede pan.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets op de display.
Geen stroomtoevoer door
defecte voeding of foutieve
aansluiting.
Controleer de zekering of de
elektrische schakelaar (bij
een toestel zonder stekker).
Bij het inschakelen van de
kookplaat slaat de zekering
van de installatie door.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de elektrische
aansluiting.
STORINGEN
NL 30
STORINGEN
Inductiekookplaat
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Foutcode
Het bedieningspaneel is
vervuild of er ligt water op.
Bedieningspaneel schoon-
maken.
U hebt 2 of meerdere toetsen
tegelijk bediend.
Bedien maar één toets
tegelijk.
Software fout. Reset het toestel door deze
kortstondig spanningsloos te
maken. Verwijder de stekker
uit het stopcontact of schakel
de zekering automaat uit.
Foutcode E Ander defect. Neem contact op met de
servicedienst.
Oven
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven schakelt niet in. De oven staat niet op
handbediening.
Zet de oven op hand-
bediening (zie ‘Bediening van
de oven’).
De oven schakelt niet in
nadat de stekker in het
stopcontact is gedaan.
Er is geen dagtijd ingesteld. Stel als eerste een dagtijd in
(zie ‘Gebruik’). Daarna is de
oven klaar voor gebruik.
De oven wordt niet warm. Geen temperatuur ingesteld. Stel met de thermostaatknop
de temperatuur in (zie
‘Bediening van de oven’).
NL 31
Algemeen
Dit toestel mag alleen door een erkend installateur worden aangesloten.
De elektrische aansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale
voorschriften.
Let op!
Dit toestel moet altijd geaard zijn.
Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend
uitvoeren door vakmensen die door de fabrikant zijn geautoriseerd,
anders vervalt de garantie.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het
apparaat spanningsvrij gemaakt worden. Het apparaat is alleen
spanningsvrij als:
de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld, of
de zekering van de huisinstallatie er geheel is uitgedraaid, of
de stekker uit het stopcontact is getrokken.
Defecte onderdelen mogen alleen vervangen worden door originele
ATAG onder delen. Alleen van die onderdelen kan ATAG garanderen dat
zij aan de veiligheidseisen voldoen.
Indien de aansluitkabel beschadigd is mag deze alleen worden
vervangen door de fabrikant, zijn service-organisatie of gelijkwaardig
gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
INSTALLATIE
NL 32
Elektrische aansluiting
230V~/400V 3N~ - 50/60 Hz
Wandcontactdoos en stekker moeten altijd bereikbaar blijven.
Zorg ervoor dat de aansluitkabel niet in contact kan komen met
delen van het apparaat die heet kunnen worden.
Als u een vaste aansluiting wilt maken, moet u er voor zorgen dat er
een omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal
3 mm in de toevoerleiding wordt aangebracht.
Het apparaat mag niet via een verdeelstekker of verlengsnoer op
het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hiermee kan veilig gebruik
van het apparaat niet worden gewaarborgd.
Plaatsing
Wanneer het fornuis wordt geplaatst naast een hoge kast of een
andere wand van brandbaar materiaal, houd dan minimaal 50 mm
afstand tussen het fornuis en deze wanden.
Houd ook een afstand van minimaal 650 mm aan tussen de
kookplaat en een eventueel boven de kookplaat geplaatste
afzuigkap.
Als het fornuis in een keukenmeubel wordt geplaatst moet de
minimale ruimte worden aangehouden.
Als het fornuis vast tussen keukenkastjes wordt ingebouwd dan
moet de bekleding van het meubel bestand zijn tegen temperaturen
van minimaal 90 °C.
INSTALLATIE
NL 33
Waterpas stellen
Met de stelvoetjes is het fornuis in hoogte verstelbaar.
Wilt u het fornuis op een verhoging plaatsen, zorg er dan voor dat deze
hier niet vanaf kan glijden.
Let op!
Controleer na installatie van het toestel of deze goed werkt.
Afmetingen
900-
930
900
600
Technische gegevens
Op het gegevensplaatje worden de totale aansluitwaarde, de vereiste
spanning en de frequentie aangegeven.
Dit toestel voldoet aan alle relevante CE richtlijnen.
Aansluiting 230V~/400V 3N~ - 50/60 Hz
Vermogen 10,3 kW
INSTALLATIE
NL 34
Verpakking en toestel afvoeren
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame
materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op
verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hieromtrent
informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
karton;
polyethyleenfolie (PE);
CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de overheids-
bepalingen afvoeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische
huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool
van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het
apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil
mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor
gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar
een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk
negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een
ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen
waaruit het apparaat bestaat, teruggewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde
Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn
vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
MILIEUASPECTEN
EN 3
CONTENTS
Your cooker
Introduction 4
Description 5
Control panel 6
Use
Setting the clock 7
Using the oven 7
Using the induction hob 9
Pans 10
Induction noises 12
Operating the oven
Manual operation of the oven 14
Oven functions 14
Operating the oven with clock 15
Turning off the oven in between uses 17
Setting the audible signal 17
Operating the induction hob
Switching on a cooking zone 19
Rapid heating function 20
How to link ‘bridge’ induction zones 21
Child safety 21
Comfortable cooking
Cooking settings 22
Maintenance
Please note 23
General 23
Cleaning the oven 24
Cleaning the induction hob 27
Faults
Faults table 29
Installation
General 31
Electrical connection 32
Installation 32
Dimensions 33
Technical data 33
Environmental aspects
Disposal of packaging and appliance 34
EN 4
Introduction
You have chosen an ATAG cooker. Optimum user comfort and easy
operation were paramount during the development of this product. The
extensive adjustment options allow you to always choose the perfect
method of preparation.
This hob has been designed for the real lover of cooking. Cooking
on an induction hob has a number of advantages. It is easy, because
the hob reacts quickly and can also be set to a very low power level.
Because it can also be set to a high power level, it can bring dishes to
the boil very quickly. The ample space between the cooking zones also
makes cooking comfortable.
Cooking on an induction hob is different from cooking on a traditional
appliance. Induction cooking makes use of a magnetic field to generate
heat. This means that you cannot use just any pan on it. The pans
section gives more information about this.
The oven functions are logically grouped on the function knob. The
oven is also fitted with a timer. The timer switches off the oven when
the cooking time has elapsed. Efficient and hassle free.
This manual describes how you can make the best possible use of the
cooker. In addition to information about its operation, you will also find
background information that may assist you when using the appliance.
Read the manual thoroughly before using the appliance, and store
these instructions in a safe place for future reference.
The manual also serves as reference material for the Service
Department. The appliance identification card contains all the
information the Service Department will need in order to respond
appropriately to your needs and questions.
Enjoy your cooking!
YOUR COOKER
EN 5
Description
YOUR COOKER
1. Cooking zone ø 180 mm / 1850 W (boost 3000 W)
2. Cooking zone ø 180 mm / 1850 W (boost 3000 W)
3. Cooking zone ø 210 mm / 2300 W (boost 3700 W)
4. Bridge Cooking zone 220 x 190 mm / 2100 W (boost 3700 W)
5. Bridge Cooking zone 220 x 190 mm / 2100 W (boost 3700 W)
6. Induction hob displays
7. Control panel
8. Oven
9. Levellers
2
3
4
5
6
7
8
9
1
EN 6
Control panel
YOUR COOKER
1. Front left cooking zone control knob
2. Rear left cooking zone control knob
3. Middle cooking zone control knob
4. Control knob kitchen timer
5. Front right Bridge cooking zone control knob
6. Rear right Bridge cooking zone control knobr
7. Oven timer:
7a. Timer button
7b. Duration button
7c. End time button
7d. Manual control button
7e. − button
7f. + button
8. Oven function knob
9. Oven function indicator light
10. Oven temperature knob
11. Temperature indicator light
7a
7
7b 7c 7d 7e 7f
1 2 3 4 5 6 7 8 109 11
EN 7
Setting the clock
When connecting the unit for the first time, ‘auto’ and ‘0:00’ will flash
on the display. The correct time of day has yet to be set.
1. Press the ‘manual’ button.
‘0:00’ will stop flashing and the cooking symbol will appear.
2. Press ‘+’ or ‘−’ within 5 seconds to set the correct time.
The time of day is set and the unit is set to manual (for the large
oven).
Each press of the button increases/decreases the time by one
minute.
You can press and hold the ‘+’ or ‘−’ button to set the desired
time quicker.
Using the oven
Remove all accessories from inside the oven and clean them with
warm soapy water. Do not use any abrasive cleaning agents.
Set the oven at its highest setting for one hour with top and
bottom heat. This will remove any protective grease used during
manufacture.
When you heat the oven for the first time you will notice a ‘new-
oven smell’. Don’t worry, this is normal. If necessary, switch on the
cooker hood.
After letting it cool down, clean the oven with hot water.
Only preheat the oven if it is required in the recipe or in the tables
of this manual.
Cooking tips/energy-conscious use of the oven
Open the oven door as little as possible.
Prepare dishes with the same cooking temperature simultaneously
(e.g., an apple pie and an oven dish) on the same grid, or above
each other using hot air. You can also let meat stew at the same
time.
Prepare more meals after each other, for example an oven meal
after a cake. Often, the preparation time of the second dish will be
10 minutes shorter because the oven is still hot.
Because the oven is insulated, the residual heat from the oven will
continue to cook dishes with longer cooking times (from 1 hour).
Turn the oven off 10 minutes earlier than indicated, but leave the
door closed.
USE
EN 8
USE
Pre-heating is generally not necessary, with the exception of dishes
with cooking times of less than 30 minutes, or when indicated by a
recipe.
Remove everything you don’t need for the dish from the oven.
Turn the oven off before taking out the cooked dish.
Ovenware
In principle, you can use any type of heat-resistant ovenware.
Do not rinse glass ovenware with cold water immediately after use.
The sudden temperature difference can cause the glass to crack.
Use black or dark baking tins. These conduct heat better and allow
the food to cook more evenly.
Do not cover the oven floor
Covering the oven bottom with, for example, aluminium foil or a
baking tray can lead to overheating and damage to the enamel.
It is possible to prevent spring forms from leaking onto the oven
floor by folding a container out of aluminium foil and placing it on
the grid under the form or by laying baking paper under it.
Time setting
Choose a 5 minute shorter cooking time than indicated in the
recipe. This will allows you to check whether your food or cake
is cooked through and golden brown at the last moment. If not,
close the oven door and check again after some time. Opening and
closing of the door should be done slowly. Preferably not before
three quarters of the cooking time has elapsed.
Keeping food warm
You can use the oven to keeping already prepared dishes warm. To
do so, select the hot air setting and a temperature of 75°C. Cover
dishes you want to keep warm to prevent them from drying out.
Roasting meat
Large pieces of meat, from 1 kg, are the most suitable. The meat
will get a regularly shaped, crispy crust, with virtually no weight
loss.
EN 9
USE
Rub the meat with salt and spices fifteen minutes beforehand. Use
80 to 100 g of butter or fat (or mixture of the two) per 500 g of meat
for roasting.
Cooking times
Flat, thin pieces require approximately 5 minutes less cooking time
than thick or rolled pieces of meat. When cooking larger pieces of
meat, cook for 15 to 20 minutes longer per 500 grams extra.
Put the meat in a roasting pan and douse in hot butter or fat. Place
the meat in the roasting pan with the fatty side facing up. Make
sure to baste meat without a fatty side every 15 minutes. Meat with
a fatty side should be basted every 30 minutes.
If the gravy is too dark, add a few spoonfuls of water now and then
during roasting.
Cover the meat loosely with foil and let stand for 10 minutes before
serving.
Using the induction hob
Clean the hob with a damp cloth, and then dry the surface
thoroughly.
Do not use detergent which risks causing blue-tinted colour on the
glass surface.
When the hob is first switched on the displays of all the radiant
elements light up simultaneously displaying the symbols as shown
in the figure; the displays will then switch off immediately without
emitting any sound.
If one or more knobs is not in “0” position when the hob is first
switched on, the relative displays light up as normal, but the radiant
element will not work.
On turning the knob, the relative display will show the adjacent
symbol, signalling the radiant element failed to work. The element
will only work properly again once the knob is returned to “0”
position and a new power value is set.
EN 10
Pans
Pans for induction cooking
Induction cooking requires a particular quality of pan.
Please note
Pans that have already been used for cooking on a gas hob are no
longer suitable for use on an induction hob.
Only use pans that are suitable for electric and induction cooking
with:
a thick base of a minimum 2.25 mm;
a flat base.
The best pans are those with the ‘Class Induction’ quality mark.
Tip
You can use a magnet to check whether your pans are suitable.
A pan is suitable if the base of the pan is attracted by the magnet.
Suitable Unsuitable
Special stainless steel pans Earthenware
Class Induction Stainless steel
Solid enamelled pans Porcelain
Enamelled cast-iron pans Copper
Plastic
Aluminium
Please note!
Be careful with enamelled sheet-steel pans:
the enamel may come loose from the steel at high settings when
the pan is too dry;
high power level settings may cause the base of the pan to warp.
Please note!
Grains of grit may cause scratches which cannot be removed. Only
put pans with a clean base on the cooking surface and always pick
pans up to move them.
Do not use the hob as a worktop.
To avoid energy loss, always keep the lid on the pan when cooking.
USE
EN 11
Please note!
Never use pans with a misshapen base. A hollow or rounded base can
interfere with the operation of the overheating protection, causing the
appliance to become too hot. This may lead to the glass top cracking
and the pan base melting. Damage caused by using unsuitable pans or
boiling dry is excluded from the guarantee.
Minimum pan diameter
The diameter of a pan must be at least 14.5 cm.
The best results are achieved by using a pan with the same
diameter as the cooking zone. If a pan is too small the zone will not
work.
Pressure cookers
Induction cooking is very suitable for pressure cookers. The fast-
reacting cooking zone brings the pressure cooker to pressure
quickly. As soon as you switch a cooking zone off, the cooking
process stops immediately.
The power level adjusts itself
In induction cooking, only the zone on which the pan in placed
is used. If you use a small pan on a large zone, the power will be
adjusted to the diameter of the pan. The power will thus be lower
and it will take longer before the food in the pan comes to the boil.
Pan recognition
An electronic sensor detects if a pan is present or absent on
the radiant element. If the type of pan is unsuitable for magnetic
induction cooking or if the pan is too small (see Minimum pan
diameter), the adjacent pan detection symbol is displayed.
If during cooking a pan is removed from the radiant element without
having first returned the relative knob to “0” position, the power
value, previously set and shown on the relative display, will be
automatically replaced with the symbol .
If the pan is repositioned correctly on the radiant element, the pan
detection symbol switches off and cooking will resume normally;
otherwise, after 10 minutes, the symbol will switch off, the knob
will have to be returned to “0” position and a new power value set
before the radiant element can be used again.
USE
EN 12
If a knob is turned to any position before placing a pan on the
radiant element, the relative display shows the set power value
and then immediately replaces it with the pan detection symbol
(the radiant element stands by for 10 minutes). If in the meantime
a pan is placed correctly on the radiant element, cooking will
begin; otherwise the radiant element does not activate and the pan
detection symbol switches off. To reactivate the radiant element,
the relative knob must be returned to “0” position and a new power
value set.
The power level adjusts itself
In induction cooking, only the zone on which the pan in placed
is used. If you use a small pan on a large zone, the power will be
adjusted to the diameter of the pan. The power will thus be lower
and it will take longer before the food in the pan comes to the boil.
Power distribution
The maximum applicable power is distributed among the active
cooking zones.
The last power level set takes priority over the previous settings on
the other zones. On activating the last cooking zones, the values
on the displays of the previously set zones, will start to flash,
automatically showing the new lower power level supplied.
If the heating value of any of the radiant elements is manually
reduced, the difference in power will be redistributed among the
remaining elements.
Power is distributed automatically among the three cooking zones
on the left and the two Bridge zones on the right.
Induction noises
A ticking sound
This is caused by the capacity limiter on the front and back zones.
Ticking can also occur at lower settings.
Pans are making noise
Pans can make some noise during cooking. This is caused by the
energy flowing from the hob to the saucepan. At high settings this is
perfectly normal for some pans. It will not damage either the pans or
the hob.
USE
EN 13
USE
The fan is making noise
To enlarge the lifespan of the electronics, the appliance is equiped with
a fan. If you use the appliance intense, the fan is activated to cool down
the appliance and you will hear a buzzing sound. The fan runs on for
several minutes after the hob has been switched off.
Automatic shut-off
The cooking-time limiter is a safety function of your hob. If a cooking
zone is on for an unusually long time, this will be switched off
automatically.
Depending on the setting you have chosen, the cooking time will be
limited as follows:
Setting The cooking zone switches off automatically after:
1 360 minutes
2 360 minutes
3 300 minutes
4 300 minutes
5 240 minutes
6 90 minutes
7 90 minutes
8 90 minutes
9 90 minutes
boost (P) 10 minutes
Residual heat indicator
After intensive use, the cooking zone used may stay hot for several
minutes. As long as the cooking zone is still hot an “H” will flash in
the display.
Temperature safety
A sensor continuously measures the temperature of certain parts
of the hob. Every cooking zone is equipped with a sensor that
measures the temperature of the bottom of the pan to avoid any
risk of overheating when a pan boils dry.
In case of temperatures rising too high, the power is reduced or
switched off automatically.
EN 14
Manual operation of the oven
1. Select a temperature with the temperature knob and an oven
function with the function knob.
The green function indicator light and the orange temperature
indicator light will light up; the oven is switched on.
See the table below for more information on the various oven
functions that are available.
2. After the cooking time has elapsed, turn the temperature knob and
the function knob to ‘0’ to switch the oven off.
Oven functions
Oven light
The oven light switches on.
Top and bottom heat (conventional)
A top and bottom heating element heat the food, suitable for the preparation of one dish. This
mode is used for light pastry and cake where the heat supply from above and below needs to
be equal to obtain an airy result. The dish should preferably be placed in a preheated oven, i.e.,
once the indicator light next to the temperature knob has gone out.
Top heat
This mode is suitable for quickly baking soufflé’s, meringues, etc., a little longer. When you are
finished baking, turn the function knob to ‘top heat’.
Bottom heat
This mode is recommended for dishes where the bottom should be well cooked. The bottoms of
dishes are cooked well.Before you are finished baking (with a quarter of the baking time to go),
switch the function knob to ‘bottom heat’ mode. Adjust the temperature knob to the maximum
setting. The dish will be heated mainly by the bottom element, while continuing to brown on top.
Grill
The top element heats the dish. This mode is suitable for grilling steaks, sausages, and making
cheese on toast. The fan distributes the heat from the grill through the oven. This makes sure
that the food is cooked evenly. Ideal for larger dishes such as poultry and larger pieces of meat.
Put a baking dish under the dish to catch dripping fat.
Fan with grill
You can grill with the fan running. The radiant heat is distributed around the dish by the fan.
Conventional with fan
The top and bottom heating element are turned on. The fan evenly distributes the heat
throughout the oven. This function is suitable for roasting meat and baking cakes. This function
can also defrost food. To do so, set the temperature knob to ‘0’.
OPERATING THE OVEN
EN 15
OPERATING THE OVEN
Hot air circulation
The air in the oven is heated by the hot air element. The fan in the rear wall blows hot air in the
oven. This is how the dishes are heated. You can bake on multiple levels simultaneously, allowing
you to save energy. Because of the intensive heat transfer, you can choose a temperature that is
approximately 20–30°C lower than indicated in conventional recipes.
Defrost
This function may be used for slowly defrosting food. You do not need to set a temperature. The
fan will start running, causing the air to circulate through the oven.
Operating the oven with clock
The electronic timer can be used in two ways:
It allows you to determine the duration of baking / roasting / grilling.
The oven switches off when the set time has elapsed. An audible
signal will sound once the time is up.
You can also enter a duration or an end time (for an automatic
baking process). The oven will start and stop automatically. An
audible signal will sound once the automatic baking process is
finished.
Programming baking time
1. Press the ‘duration’ button.
The display will read ‘0:00’.
2. Press ‘+’ or ‘−’ within 5 seconds to set the duration.
Pressing the ‘+’ or ‘−’ button for the first time will call up ‘auto’
in the display.
You can press and hold the ‘+’ or ‘−’ button to set the desired
time quicker.
When the ‘duration’ button is released, the countdown of the
programmed baking time will start and the current time will once
again be shown in the display.
3. Select a temperature with the temperature knob and an oven
function with the function knob.
The red function indicator light and the orange temperature
indicator light will light up; the oven is switched on.
4. When the set baking time has elapsed, an audible signal will sound
and the oven will switch off automatically.
5. Switch off the audible signal by pressing the ‘manual’ button.
6. After the cooking time has elapsed, turn the temperature knob and
the function knob to ‘0’ to also switch off the indicator lights of the
oven.
EN 16
OPERATING THE OVEN
You can see the remaining baking time in the display at any time
by pressing the ‘duration’ button.
If you want to adjust the duration, press the ‘duration’ button
and immediately after that the ‘+’ or ‘−’ button.
Programming the automatic baking process
You can program the oven to turn on and off automatically by setting a
duration and end time. The oven will calculate the start time and switch
off automatically after the end of the cooking time.
1. Press the ‘duration’ button.
The display will read ‘0:00’.
2. Press ‘+’ or ‘−’ within 5 seconds to set the duration.
Pressing the ‘+’ or ‘−’ button for the first time will call up ‘auto’
in the display.
You can press and hold the ‘+’ or ‘−’ button to set the desired
time quicker.
3. Press the ‘end time’ button.
In the display you will see the current time multiplied by the set
duration.
4. Press ‘+’ or ‘−’ within 5 seconds to set the end time.
Pressing the ‘+’ or ‘−’ button will cause the cooking symbol in
the display to disappear.
You can press and hold the ‘+’ or ‘−’ button to set the desired
time quicker.
When the ‘end time’ button is released, the countdown of the
programmed time will start and the current time will once again
be shown in the display.
5. Select a temperature with the temperature knob and an oven
function with the function knob.
The red function indicator light and the orange temperature
indicator light will light up as soon as the start time is reached; the
oven is switched on.
6. When the set baking time has elapsed, an audible signal will sound
and the oven will switch off automatically.
7. Switch off the audible signal by pressing the ‘manual’ button.
8. After the cooking time has elapsed, turn the temperature knob and
the function knob to ‘0’ to also switch off the indicator lights of the
oven.
You can see the remaining baking time in the display at any time
by pressing the ‘duration’ button.
EN 17
OPERATING THE OVEN
You can see the end time in the display at any time by pressing
the ‘end time’ button.
If you want to adjust the duration, press the ‘duration’ button
and immediately after that the ‘+’ or ‘−’ button.
Example:Current time: 17:30, the set duration of the baking
process: 1 hour and 15 minutes, the set end time of the baking
process: 19:45.The oven will start the baking process at 18:30 with
the preset temperature and function and will stop at 19:45.
Turning off the oven in between uses
1. Press the ‘duration’ button.
2. Press the ‘−’ button until the time in the display shows ‘0.00’.
You will hear an audible signal.
3. Switch off the audible signal by pressing the ‘manual’ button.
Setting the audible signal
If you have not set an oven function, you can change the audible signal
using the ‘−’ button. There are three different types.
1. Press the ‘−’ button twice.
You will hear an audible signal.
2. Then immediately press the ‘−’ button a third time.
You will hear a different audible signal.
3. Then immediately press the ‘−’ button a fourth time.
You will hear yet another audible signal.
4. Choose from these three signals by pressing the ‘−’ button (several
times).
Kitchen timer
The audible signal of the kitchen timer will only sound after the expiry of
the set time. The timer will not turn off the oven.
1. Press the ‘kitchen timer’ button.
The display will read ‘0:00’.
2. Press the ‘kitchen timer’ button again and hold.
3. Use the ‘+’ or ‘−’ button to adjust the desired time.
Pressing the ‘+’ or ‘−’ button for the first time will call up kitchen
timer symbol in the display.
You can press and hold the ‘+’ or ‘−’ button to set the desired
time quicker.
When the ‘kitchen timer’ button is released, the countdown of
the time will start and the current time will once again be shown
in the display.
EN 18
OPERATING THE OVEN
4. When the time has elapsed, an audible signal will sound and the
kitchen timer symbol will disappear.
5. Switch off the audible signal by pressing the ‘manual’ button.
You can see the remaining time in the display at any time by
pressing the ‘kitchen timer’ button.
If you want to adjust the time, press the ‘kitchen timer’ button
and immediately after that the ‘+’ or ‘−’ button to adjust the time.
The cooking timer
The timer only gives a signal when the time has elapsed.
1. Turn the timer knob clockwise all the way to 55 minutes. This way
you tighten the spring.
2. Turn the timer knob back (anti-clockwise) to the desired time.
EN 19
OPERATING THE INDUCTION HOB
Switching on a cooking zone
Before activating a cooking zone, place a suitable pan on the relative
cooking circumference.
On turning any knob clockwise, a beep is emitted and all the
displays switch on; the one corresponding to the turned knob will
show the selected power value, while the others will show the value
On turning a second knob, no beep is emitted and the display
shows the power value set for that knob.
Changing the power level
The heating power of the cooking zones is increased by turning any
knob clockwise from “0” position, and is decreased by turning the
knob anticlockwise from the position reached. A power level can
be set between setting “0” and “9”. There is also a “Boost”setting
available.
The display shows the chosen power level.
The knob’s default position corresponds to level “0” (value display).
1. Turn the knob to set the desired power level (see “Cooking
settings”).
The display shows the chosen level.
2. Turn the knob clockwise beyond power level “9” to select the
“Boost” setting.
An audible signal will be sound and the display shows “P”.
3. Then reposition the knob on level “9”.
Switching off manually
Turn all the knobs to “0” position. Each display will show a flashing
dot as in the adjacent figure; after 15 seconds all the displays will
switch off, a beep will be emitted and the appliance with go to
stand-by.
EN 20
Rapid heating function
This function enables the required power level to be reached more
quickly, although it remains active for a very limited period of time.
Starting from “0” position, turn the knob anticlockwise until it clicks
and hold it in that position for 2 seconds; the display will light up
showing the adjacent symbol A.
You will then have 10 seconds to turn the knob to the required
power level.
The display will start flashing alternating the symbol with the new
power level set with the knob.
Setting The cooking zone switches off automatically after:
1 48
2 144
3 230
4 312
5 408
6 120
7 168
8 216
9 -
Food warming function
This function warms the bottom of a pan suitable for induction
cooking, maintaining a constant temperature (*) inside the pan.
It is useful for keeping previously cooked food warm inside the pan,
thus optimising energy consumption.
The maximum time for constant warming is limited to 120 minutes.
Turn the knob clockwise between position “0” and power level “1”.
The corresponding display shows the adjacent symbol in three
phases (heating power is automatically adjusted).
Phase 1 (1 dash): 42° C
Phase 2 (2 dashes): 70° C
Phase 3 (3 dashes): 94° C
OPERATING THE INDUCTION HOB
EN 21
How to link ‘bridge’ induction zones
This function links the two ‘bridge’ induction zones into a single
cooking zone. The linked zones are controlled only by the knob
from the right front cooking zone.
The Booster function cannot be used when the Bridge function is
active.
1. Simultaneously turn the knobs from the right front cooking zone
and the right rear cooking zone clockwise (beyond power level “9”
to position “P”) until they click and a beep is emitted.
2. Hold them in this position for at least 2 seconds.
The corresponding display shows the adjacent symbols
signalling the function is active.
3. Turn the knob from the cooking zone right front to the desired
power level.
If a pan is removed from the radiant elements during cooking
and not replaced within 10 minutes, the function automatically
deactivates.
To deactivate the function manually, return the knobs to “0”
position.
Child safety
The cooking zones can be locked.
1. Turn the knobs from the cooking zones left front and left rear
anticlockwise simultaneously and keep them in this position for
least 2 seconds, until all the displays show symbol L.
After a few minutes the symbols switch off, but the zones will
not activate and the above-mentioned lock symbols appear on
all displays if any knob is turned.
The deactivation has no time limit. A prolonged power failure
may cancel this deactivation.
2. To unlock the cooking zones, turn the first two knobs on the left
anticlockwise simultaneously.
OPERATING THE INDUCTION HOB
EN 22
COMFORTABLE COOKING
Cooking settings
Because the settings depend on the quantity and composition of the
contents of the pan, the table below is intended as a guideline only.
Use ‘boost’ setting and setting 9 to:
bring food or liquid to the boil quickly;
‘shrink’ greens;
heat oil and fat;
bring a pressure cooker up to pressure.
Use setting 8 to:
sear meats;
fry flatfish, thin slices or fillet;
fry omelettes;
fry boiled potatoes;
deep frying.
Use setting 7 to:
fry thick pancakes;
fry thick slices of breaded meat;
fry bacon (fat);
fry raw potatoes;
make French toast;
fry breaded fish.
Use setting 6 and 5 to:
cook food through;
defrost hard vegetables;
fry thin slices of meat.
Use settings 1-4 to:
simmer bouillon;
stew meats;
simmer vegetables;
melt chocolate;
melt cheese.
EN 23
Please note
Disconnect the appliance from the power supply before beginning
repairs. Preferably unplug the appliance, switch off the fuses, or set the
switch in the meter cupboard to zero. Turn off the gas tap on the supply
line.
Do not use steam cleaners or high-pressure steam cleaner to
clean the device.
General
Front of the unit
Clean the surface with a liquid, non-abrasive cleaner for smooth
surfaces and a soft cloth. Apply the cleaning agent to the cloth and
wipe away the dirt; then rinse with water. Do not apply the cleaning
agent directly onto the surface. Do not use harsh or abrasive cleaning
agents, sharp objects, or steel wool, as this can cause scratches on the
unit.
Aluminium surfaces
Aluminium surfaces should be cleaned with non-abrasive, liquid
cleaning agents designed for such materials. Apply the cleaning agent
to a damp cloth and wipe the surface clean; then rinse the surface with
water. Do not apply the cleaning agent directly onto the aluminium
surface. Do not use any abrasive cleaning materials or scourers. The
surface must not come into contact with oven sprays.
Stainless steel front panels
Clean the surface with a mild detergent (soapsuds) and a soft sponge
that doesn’t scratch the surface. Do not use abrasive or solvent-based
cleaning agents. If you do not follow these instructions the casing may
become damaged.
Painted and plastic surfaces
Clean the knobs/buttons and door handle with a soft cloth and liquid
cleaning agent suitable for cleaning smooth, painted surfaces. You can
also use cleaning agents specifically designed for this type of surfaces.
In this case, follow the instructions of the manufacturer.
MAINTENANCE
EN 24
Enamelled parts
The inside of the oven door, the entire oven interior, and the baking tray
and griddle are entirely enamelled. They can best be cleaned with warm
soapy water.
Glass
Clean glass parts with soapy water or Glassex.
Cleaning the oven
The inside of the oven can be cleaned in the traditional way (with
cleaning agents or oven spray), but only when the oven is very dirty
and the stains are very stubborn.
The following procedure is recommended for regular cleaning (after
each use):
Set the oven to ‘top and bottom heat’ mode. Set the
temperature knob to 50°C.
Pour 0.6 litres of water into a baking tin and place it on the
bottom rack. After half an hour the food residues on the enamel
of the oven will become soft and you can gently wipe them off
with a damp cloth.
In the event of stubborn stains, the following should be observed:
The oven should be cooled down before cleaning.
Clean the oven and the accessories after each use, in order to
prevent the dirt from burning into the oven.
The easiest way to remove grease is by using warm soapy water
while the oven is still warm.
For very stubborn dirt, use conventional oven cleaners. Make sure
to thoroughly rinse the oven afterwards with clean water, to remove
any residual cleaning agent.
Never use aggressive cleaning agents such as steel wool, scouring
pads, stain removers, etc.
Varnished, stainless steel, and galvanised surfaces, and aluminium
parts must never come into contact with oven sprays, because
this will damage and discolour them. The same applies to the
thermostat sensor (if the device is equipped with a timer with a
sensor), and to the heating elements that are accessible at the top.
When purchasing and using cleaning agents, be sure to take
account of the environment and heed the instructions of their
manufacturer.
MAINTENANCE
EN 25
Please Note: never use abrasive cleaning agents or sharp metal
scrapers to clean the glass of the oven door. These can scratch the
surface, which could cause the glass to break.
Practical tips
It is recommended to wrap large pieces of fatty meat in aluminium
foil or put them in a suitable roasting bag to prevent grease from
splashing on the oven walls.
Put a drip tray under the meat when grilling.
Accessories
Wash any accessories (baking trays, grids, etc.) with warm water and
standard washing-up liquid.
Special enamel coating
The oven, the inside of the door, and the baking trays have been
treated with special enamel, which has a smooth and strong surface.
This special coating makes cleaning at room temperature easier.
Replacing the oven bulb
You need a bulb with the following specifications: G9 socket, 230V /
50 Hz, 15W, suitable for high temperatures (300°C).
Remove the glass cover (counter-clockwise), switch the oven light
bulb, and replace the glass cover.
MAINTENANCE
EN 26
MAINTENANCE
Disassembly of the oven door
In normal use, the oven door will not need to be removed. However,
should you want to do this, please follow the instructions below.
Warning! The oven door is very heavy and should be well supported.
1. Open the door and tilt lock A in both hinges fully to the outside.
2. Close the oven door halfway, so that the tension is off of the
springs (the oven door will be at an angle of approximately 30°).
3. Hold the door securely at both sides, move along with the closing
movement of the door, while simultaneously lifting the door.
4. Turn the lower part of the door with the hinges B towards you. The
door has now been removed.
5. Clean the door. The door may optionally be tilted so as to clean the
space between the glass with a soft bottlebrush.
To put the door back in place, proceed in reverse order. The door
hinges are in the extended position.
6. Slide the door hinges into the hinge openings.
7. Tilt the door in the horizontal position and click the hinges in place
by tilting lock A back inwards.
EN 27
MAINTENANCE
Please note:the hinge protectors must always be secured again after
replacing the oven door.
Removing the runners
You can remove both runners to clean the oven easier. The runners are
attached to the oven wall at three points (see figure).
1. Click the runner out of the lock by pushing in the middle of the top
of the runner.
2. Lift the runner upwards slightly and pull it outwards.
To put the runners back in place, proceed in reverse order.
3. Place the lower part of the runner on the two lower attachment
points.
4. Then press and click the upper part back into the upper attachment
point.
Cleaning the induction hob
Your induction hob has been manufactured from high-grade, easy to
clean materials.
Tip!
Activate the child lock before cleaning the hob.
Daily cleaning
Although food spills cannot burn into the glass, we nevertheless
recommend you clean the hob immediately after use.
For daily cleaning a damp cloth with a mild cleaning agent is best.
Dry off with kitchen paper or a dry tea towel.
EN 28
MAINTENANCE
Stubborn stains
Stubborn stains can also be removed with a mild cleaning agent,
washing-up liquid, for example.
Special products are available for this purpose.
Traces of metals (caused by sliding pans) can be difficult to remove.
Special products are available for this.
Use a glass scraper to remove food spills. Melted plastic and sugar
is also best removed with a glass scraper.
Never use
Never use abrasives. These leave scratches in which dirt and
limescale can accumulate.
Never use anything sharp such as steel wool or scourers.
EN 29
Faults table
When in doubt about the proper operation of your appliance, this does
not automatically mean there is a defect. Make sure to check the points
mentioned below in the table first, or visit our website www.atag.nl for
more information.
Induction hob
Problem Possible cause Solution
The fan runs on for several
minutes after the hob has been
switched off.
The hob is cooling down. Normal operation.
A slight smell is noticeable the
first few times the hob is used.
The new appliance is heating
up.
This is normal and will
disappear once it has been
used a few times. Ventilate
the kitchen.
You can hear a ticking sound in
your hob.
Ticking can also occur at lower
settings.
Normal operation.
The pans make a noise while
cooking.
This is caused by the energy
flowing from the hob to the
saucepan.
This is caused by the energy
flowing from the hob to the
saucepan. This is not harmful
for the pans or hob.
You have switched a cooking
zone on but the display keeps
flashing. A pan detection
symbol (U) will appear in the
display.
The pan you are using is not
suitable for induction cooking
or has a diameter of less than
14.5 cm.
Use a good pan.
A cooking zone suddenly
stops working and you hear
a signal.
The preset time has ended. Switch off the signal by
pushing a random key.
The hob is not working and
nothing appears in the display.
There is no power supply due
to a defective cable or a faulty
connection.
Check the fuses or the
electric switch (if there is no
plug).
FAULTS
EN 30
FAULTS
Induction hob
Problem Possible cause Solution
Error code
The control panel is dirty or has
water lying on it.
Clean the control panel.
You have pressed two or more keys
at the same time.
Do not operate more than one
key at the same time.
Software failure.
Reset the appliance by
disconnecting it from the power
supply. Remove the plug from the
socket or switch the automatic
circuit breaker to Off.
Error code F
Other defect Contact the service department.
Oven
Problem Possible cause Solution
The oven does not switch on. The oven is not set to manual
operation.
Switch the oven to manual
operation (see ‘Operating the
oven’).
The oven does not switch on
after it has been plugged in.
No time of day has been set. Set a time of day first (see
‘Operating the oven’). The
oven is then ready for use.
The oven does not heat up. No temperature set. Set the temperature using the
temperature knob
(see ‘Operating the oven’).
EN 31
General
This appliance should only be connected by a registered installer!
The electrical connection must comply with national and local
regulations.
Warning!
This appliance must be earthed at all times.
Installation, maintenance, or repairs should only be carried out by
professionals who are authorised by the manufacturer, as failure to do
so will void the guarantee.
The device should be disconnected from the mains prior to installation,
maintenance or repairs. The device is only disconnected from the
electric power if:
the main switch of the domestic electrical system is switched off, or
the fuse of the domestic electrical system has been completely
removed, or
the plug has been pulled out of the socket.
Faulty parts may only be replaced by original ATAG parts. Only those
parts are guaranteed by ATAG to meet the safety requirements.
To avoid dangerous situations resulting from any damage to the
connecting cable, this should only be replaced by the manufacturer, the
manufacturer’s service organisation or suitably qualified persons.
INSTALLATION
EN 32
Electrical connection
230V~/400V 3N~ - 50/60 Hz
Wall socket and plug must be accessible at all times.
Make sure that the cable does not come into contact with parts of
the oven that may become hot.
If you want to make a fixed connection, ensure that a multi-pole
switch with a distance between contacts of 3 mm is installed in the
supply cable.
Do not use a multiple socket or an extension lead to connect the
device to the electrical mains. Safe use of the device cannot be
guaranteed with such accessories.
Installation
When placing the cooker next to a tall cupboard or another wall
made of flammable material, keep at least 50 mm distance between
the cooker and the walls.
Also keep a minimum distance of 650 mm between the hob and
any cooker hood placed above the cooker.
If you place the cooker in a kitchen unit, the minimum space must
be adhered to.
If the cooker is built in between kitchen cabinets, the lining of the
units must be able to withstand temperatures up to 90°C.
INSTALLATION
EN 33
Levelling
The height of the cooker can be adjusted with the adjusting feet.
If you want to install the cooker on a platform, make sure that it is
securely fastened.
Warning!
After installation of the device, check whether the burners work
properly. The flame pattern should be regular and stable on the high
setting, and the burners must not go out on low.
Dimensions
900-
930
900
600
Technical data
The appliance identification card lists the total connected load, the
required voltage, and the frequency.
This appliance meets all relevant CE guidelines.
Connection 230V~/400V 3N~ - 50/60 Hz
Power 10,5 kW
INSTALLATION
EN 34
Disposal of packaging and appliance
Durable materials were used in the manufacture of this appliance. Make
sure to dispose of the unit responsibly at the end of its life cycle. Ask
your local authorities for more information about how to do so.
The appliance packaging is recyclable. The following may have been
used:
cardboard;
polyethylene film (PE);
CFC-free polystyrene (PS rigid foam).
Dispose of these materials in a responsible manner and in accordance
with government regulations.
The product is marked with a crossed-out dustbin symbol to remind
you to dispose of household appliances separately. This means that
at the end of its working life, the product must not be disposed of as
urban waste. The appliance must be taken to a special municipal centre
for separated waste collection or to a dealer providing this service.
Separate collection of household appliances helps to prevent potential
negative impact on the environment and on human health caused by
improper disposal. It ensures that the materials that make up the unit
can be recycled to achieve a significant saving in terms of energy and
raw materials.
Declaration of Conformity
We hereby declare that our products satisfy the applicable European
directives, orders and regulations, as well as the requirements stated in
the referenced standards.
ENVIRONMENTAL ASPECTS
EN 35
Het toestel-identificatieplaatje bevindt zich aan de binnenzijde van het toestel.
The appliance rating label is located on the inside of the appliance.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling,
het complete typenummer bij de hand.
When contacting the service department,
have the complete type number to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
722491
*722491*
722491 / VER 1 / 11-07-2018
40

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw ATAG FI9011E bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van ATAG FI9011E in de taal/talen: Nederlands, Engels als bijlage per email.

De handleiding is 4,43 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van ATAG FI9011E

ATAG FI9011E Gebruiksaanwijzing - Deutsch, Français - 68 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info