NL 7
bediening van de gaskookplaat
algemeen
Gebruik alleen pannen met een stevige,
egale, liefst dikke bodem. Pannen met een
aluminium of koperen bodem geleiden de
warmte beter en besparen energie. Door met
een deksel op de pan te koken kunt u ook
energie besparen.
Plaats eerst de pan op de kookplaat en
schakel daarna de brander in. Zo benut u de
afgegeven warmte optimaal.
Gebruik pannen met een voldoende grote
diameter. Let op dat de vlampunten niet om
de pan heen spelen. De vlampunten zijn
namelijk het heetst. Als vlammen om de pan
heen spelen gaat er veel warmte verloren.
In de tabel hieronder staan de aanbevolen
pandiameters voor de verschillende branders:
Brander Aanbevolen pandiameter
Normaal 20,0 tot 22,0 cm
Sudder 12,0 tot 16,0 cm
Sterk/Vario 24,0 tot 26,0 cm
positie van de branders
Een symbool boven de bedieningsknop geeft
aan welke brander wordt bediend.
fig. 3: Positie van de branders
1 bedieningsknop normaalbrander linksachter
2 bedieningsknop normaalbrander linksvoor
3 bedieningsknop sterk/variobrander
rechtsvoor
4bedieningsknop sudderbrander rechtsachter
NL 6
fout goed
fig. 2: Plaatsen van de pannen
bediening van de gaskookplaat
aansteken en instellen van de
branders
Druk de bedieningsknop in en draai deze naar
vol-open. Houd de bedieningsknop ingedrukt
en wacht tot de overspringende vonken de
brander onstoken hebben.
Draai de bedieningsknop naar de gewenste
kookstand wanneer de brander ontstoken is.
Tussen vol-open en de kleinstand is de
brander traploos regelbaar.
fig. 4: Instellen van de branders
Schakel de branders na gebruik uit.
bijzonderheden
Onsteekt de brander niet, controleer dan of:
– De brander schoon en droog is.
– De bougie schoon en droog is.
– De branderdop goed op de branderkelk
ligt.
De brander moet gelijkmatig branden.
Bij stroomuitval kunt u de branders ook met
een lucifer of een aansteker ontsteken.
let op:
– Als de brander niet binnen 5 seconden
ontsteekt, draai dan de brander uit en
wacht even alvorens opnieuw te
ontsteken.
– Wees voorzichtig met licht ontvlambare
materialen in de omgeving van het toestel;
denk bijvoorbeeld aan kleding.
vol-open
kleinstand
uitgeschakeld