13
Voor installatie van de ULTIMA dient rekening te worden
gehouden met de volgende voorschriften:
a. Het bouwbesluit 680, waarin o.a. naar de
normen die hieronder staan wordt verwezen.
b. NEN 1078 voorschriften voor aardgasinstallaties
GAVO met bijbehorende praktijkrichtlijn (NPR3378).
c. Richtlijnen bestaande gasinstallaties,
opgesteld door EnergieNed.
d. NEN 3028 veiligheidseisen voor centrale
verwarmingsinstallaties.
e. NEN 1010 veiligheidsbepalingen voor
laagspanningsinstallaties.
f. NEN 1006: Algemene voorschriften voor drinkwater-
installaties AVWI met bijbehorende werkbladen.
g. NEN 1087 de norm voor ventilatie in woongebouwen
met bijbehorende toelichting (NPR 1088).
h. NEN 2757 de norm voor toevoer van verbrandings-
lucht en afvoer van rookgassen.
i. NEN 3215 de norm voor binnenriolering in woningen
en woongebouwen.
j. Brandweervoorschriften.
Voor alle voorschriften geldt dat aanvullingen op
normen of voorschriften of latere voorschriften op het
moment van installeren van toepassing zijn.
Het gaswandtoestel is uitsluitend te gebruiken voor
gesloten verwarmingssystemen tot een maximale
temperatuur van 90
o
C.
De installatie van het toestel mag alleen geschieden
door daartoe erkende personen. Erkenningen worden
afgegeven door de energiebedrijven en water-
distributie-organisaties.
Uitdrukkelijk wordt gesteld dat deze technische
montagehandleiding als aanvulling op de boven
genoemde voorschriften moet worden gezien en dat
deze voorschriften prevaleren boven de informatie in
deze handleiding.
7. VOORSCHRIFTEN 8. AANDACHTSPUNTEN
VÓÓR MONTAGE
8.1 Leveringsomvang
Standaard aanwezig in of bij het toestel:
Overstort voor de cv-installatie (3 bar).
Drukmeter voor de cv-installatie (analoog).
Waterdruksensor (digitaal).
Automatische ontluchter.
1 pijp ø15 mm (ca. 30 cm lang), incl. pakking.
Handleiding + A3 met aandachtspunten voor installatie.
Ingebouwd toestelsifon met vuilopvangbeker.
Condensafvoerslang.
Snoer: ca. 1,5 meter lang, incl. stekker met randaarde.
Ophangstrip.
Een voedingsaansluiting voor evt. externe
cv-installatiepomp (in de elektrakast)
Afsluiters voor cv-aanvoer en cv-retour
Zeef in de cv-retouraansluiting
2x ¾ afdichtdoppen voor boileraansluiting
(incl. pakkingen).
2 pijpen ø22 (ca. 30 cm lang) incl. twee aansluit-
mogelijkheden, voor een vul-/aftapkraan en een
expansievat (incl. pakkingen) en 2x ½ afdichtdoppen.
Ingebouwde bypass voor cv (instelbaar)
Benodigde onderdelen voor een boileraansluiting:
Boileraansluitset (zie toestelaccessoires).
Inlaatcombinatie (KIWA; 8 bar).
Benodigde onderdelen voor de installatie:
Vul-/aftapmogelijkheid t.b.v. de cv-installatie.
Drukvat (grootte afhankelijk van de installatie).
Gasafsluiter.
Rioolafsluitend sifon of stankafsluiter en een kunststof
afvoerpijp naar de riolering (buitenmaat ø32 mm).
Stopcontact 230V met randaarde
(deze dient goed bereikbaar te zijn).
Kamerthermostaat.
Bij gebruik van RVS of kunststof rookgasafvoerpijp: pas
direct boven het toestel een condensafscheider toe.
Eventueel een open verdeler en een extra cv-installatie-
pomp.
Vuistregel:
Plaats een open verdeler en een extra cv-installatiepomp
als het opgestelde cv-vermogen meer dan 25 kW is.
Zie bladzijde 38 en 39 voor meer informatie.
Bij een gewenst gelijktijdig gebruik van een keuken en
een bad- of douchekraan moet de bad- of douchekraan
voorzien zijn van een goede automatische
thermostatische regeling.