3146
5
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/37
Pagina verder
Verwarmingstoestel
AGPO F24E
Made by
Gebruikershandleiding
Montagehandleiding
Technische specificaties
Geachte gebruiker,
Gefeliciteerd met uw nieuwe cv-toestel. Dit toestel is de
nieuwste ontwikkeling van AGPO. Het biedt u naast een
hoog comfort een laag energieverbruik: gunstig voor u en
voor het milieu. Deze gebruikershandleiding biedt u
diverse adviezen om goed met uw toestel en de cv-
installatie om te gaan. Wij raden u daarom aan, deze
zorgvuldig te lezen en te bewaren.
Garantiebewijs
Aan het einde van dit handboek treft u een garantiebewijs
aan. Wij verzoeken u dit zorgvuldig in te vullen en binnen 8
dagen te retourneren aan AGPO b.v.
Installatie
Het toestel dient door een erkende installateur geïnstal-
leerd, in bedrijf gesteld en onderhouden te worden.
Wij behouden ons het recht voor wijzigingen in tekst, tekeningen en grafieken e.d. aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving
Documentnummer: DRS 2004 versie: 1 datum: november 2000
Geachte installateur,
Het tweede deel van deze handleiding is een montage-
handleiding, die tevens een storings-analyse en een uitleg
over de werking van het toestel bevat.
De montage handleiding biedt u een handzame hulp bij
het installeren van het toestel.
Aandachtspunten vóór montage
U wordt in dit hoofdstuk geattendeerd op belangrijke
zaken, die u voorafgaand aan de montage moet weten.
Montage-instructie
In deze instructie wordt aangegeven hoe het toestel
gemonteerd en in bedrijf gesteld wordt.
Inspectie, storingen en service
Raadpleeg dit hoofdstuk bij inspectiebeurten en storingen.
Werking en technische gegevens
In dit hoofdstuk wordt in het kort uitleg gegeven over de
werking van het toestel.
Tevens vindt u hier de technische gegevens en het
elektrisch aansluitschema.
Storingen
Kijk bij hoofdstuk 2 of de storing eenvoudig te
verhelpen is.
Als u de storing niet zelf kunt oplossen:
Bel uw installateur.
Vul de ontbrekende gegevens aan!
Toesteltype: Domina F24E
Serienummer:
(vermeldt op de witte sticker achter de klep)
Dit nummer altijd doorgeven. Belangrijk voor garantie!
Installatie datum:
Stempel installateur:
Agpo b.v.
Postbus 3364, 4800 DJ Breda
Konijnenberg 24, 4825 BD Breda
Internet: www.agpo.nl
E-mail: info@agpo.nl
Consumenten-informatie
telefoonnummer: 076 - 5 725 740
(storingen melden bij uw installateur)
0063/1999
1. Algemeen .................................................................................................... 5
Voor uw veiligheid: Let op! ................................................................................ 5
2. Bediening, storingen en instellingen ................................................................... 6
3. Het in en uit bedrijf nemen van het toestel .......................................................... 7
4. Gebruikersadviezen ........................................................................................... 8
5. Het bijvullen en ontluchten van de cv-installatie ................................................... 9
6. Inspectie en reiniging ........................................................................................ 10
Inhoud montagehandleiding bladzijde 11 - 28
Inhoud gebruikershandleiding bladzijde 5 - 10
Gebruikershandleiding
Montagehandleiding
Technische specificaties
Verwarmingstoestel
AGPO F24E
Made by
4
Aandachtspunten vóór montage
7. Voorschriften .................................................................................................... 12
8. Aandachtspunten vóór montage ......................................................................... 12
8.1 Leveringsomvang ............................................................................... 12
8.2 Toestel accessoires ........................................................................... 12
8.3 Montagemogelijkheden ...................................................................... 13
8.4 Benodigde vrije ruimte ........................................................................ 13
8.5 Rookgasafvoer en luchttoevoer: opstellingsmogelijkheden en
weerstandsberekening ....................................................................... 13
8.6 Extra aandachtspunten voor de complete installatie ............................ 16
Montage-instructie
9. Montage-instructie ............................................................................................ 17
9.1 Veiligheid ........................................................................................... 17
9.2 Ophangen van het toestel................................................................... 17
9.3 Afmetingen en aansluitingen............................................................... 18
9.4 Aansluiten van de cv- en tapwaterleidingen .......................................... 19
9.5 Aansluiten gaszijdig ........................................................................... 20
9.6 Aansluiten rookgasafvoer en luchttoevoer ............................................ 20
9.7 Aansluiten van de kamerthermostaat. ................................................. 21
10. Eerste ingebruikstelling van het toestel .............................................................. 22
10.1 Voorbereidingen ................................................................................. 22
10.2 In bedrijf nemen ................................................................................. 23
10.3 Het toestel afstemmen op de installatie. ............................................. 23
Inspectie, storingen en service
11. Inspectie en afstellen ........................................................................................ 24
11.1 Inspectie ........................................................................................... 24
11.2 Afstellen van het gasblok .................................................................... 25
11.3 Controleren van de branderdrukken ..................................................... 26
11.4 Begrenzen van het maximaal cv-zijdig vermogen ................................. 26
11.5 Afstellen luchtdruk schakelaar ............................................................ 27
11.6 Afstelling ontsteek en ionisatie elektrode ............................................ 28
12. Storingen en service-onderdelen ........................................................................ 29
12.1 Storingslijst met mogelijke oorzaken en oplossingen ........................... 29
12.2 Overzicht van het toestel en service-onderdelen ................................... 30
Werking en technische gegevens
13. Werking en technische gegevens ...................................................................... 31
13.1 Werking van het toestel ..................................................................... 31
13.2 Extern beschikbare opvoerhoogte ....................................................... 33
13.3 Tapwaterzijdig drukverlies ................................................................... 33
13.4 Technische gegevens ......................................................................... 34
13.5 Elektrisch aansluitschema en aansluitingen ........................................ 35
14. Certificaties van de AGPO Domina .................................................................... 36
14.1 CE-markering ......................................................................................... 36
Garantiebewijs .................................................................................................. 37
MONTAGEHANDLEIDING
5
1. functie-indicatie lampjes
2. instelknop warmwater
3. instelknop temperatuur cv-water
4. aan/uit/reset knop
5-6. vlamindicatoren
7. drukmeter cv
8. klep met korte bedieningsinstructie
(opengeklapt weergegeven)
9. cv-aanvoer
10. warmwaterleiding
11. gasleiding
12. koudwaterleiding
13. cv-retour
14. rookgasafvoerpijp
15. luchttoevoerpijp (ook linkse aansluiting mogelijk)
Introductie
De AGPO Domina is een moderne verbeterdrendement
combitoestel, dat zowel warm tapwater kan leveren als
warmte voor de cv-installatie.
Het toestel is voorzien van de meest moderne technieken,
die ervoor zorgen dat zowel het gasverbruik als het
elektriciteitsverbruik onder alle omstandigheden zo laag
mogelijk blijven. Tevens zorgen de nieuwe technieken
ervoor dat er een minimum aan onderhoud behoeft te
worden uitgevoerd en dat de levensduur van het toestel
wordt verlengd. Door de computergestuurde regeling
wordt de meest optimale energietoevoer bepaald, reke-
ning houdend met het type woning en soort installatie.
Bij een warmtevraag zal het toestel automatisch ontsteken
en, afhankelijk van de benodigde hoeveelheid warmte, zal
het toestel zijn vermogen opvoeren of juist verlagen. Bij
een gelijktijdige warmtevraag van de cv-installatie en het
tapwater heeft de levering van warm tapwater voorrang.
1. ALGEMEEN
Voor uw veiligheid: Let op!
De AGPO Domina is een toestel dat voldoet aan de
strenge Europese veiligheidsnormen. Het CE-keur-
merk (Conform de Europese normen) geeft dit aan.
Omdat er in dit toestel gebruik wordt gemaakt van
aardgas en 230V voedingsspanning, willen wij u op
een aantal zaken attenderen:
230 V elektrische spanning
Dit toestel bevat componenten die onder
een spanning van 230V staan.
Let op bij gaslucht!
Als u een gaslucht ruikt: De gaskraan
dichtdraaien en de installateur bellen.
Roken en vuur verboden!
Warmwater
De warmwater-temperatuur is minimaal
60
o
C en kan soms hoger zijn.
Warme leidingen
De cv-leidingen en radiatoren kunnen tot
90°C warm worden.
Verbrandingsgassen
De rookgasfvoerpijp kan tijdens
bedrijf ca. 150ºC worden.
Zorg dat de verbindingen van de pijp altijd
goed gemonteerd blijven.
Figuur 1.1 De AGPO Domina F24E
6
2. BEDIENING, STORINGEN EN INSTELLINGEN
Figuur 2.1. De drukmeter en het display.
Uitleg van het bedieningspaneel
Achter de neerklapbare klep bevindt zich het bedienings-
paneel van het toestel. Naast het tonen van de bedrijfs-
status kunnen de cv-temperatuur en de tapwater tempera-
tuur ingesteld worden.
230 V voedingsspanning
tapwater-gebruik
cv-gebruik
wachttijd voor cv-gebruik
waarschuwing lage waterdruk cv
1
instelling tapwater-temperatuur
instelling cv-temperatuur
uit-aan-reset knop
vlamstoringsignalering
vlamsignalering
drukmeter cv
2
3
4
5
6
7
Uitleg van de signalering
Voedingsspanning 230V
Brandt als de stekker in het stopcontact zit en de
bedieningsschakelaar op ON staat. Het toestel is
nu bedrijfsklaar.
Tapwatergebruik
Brandt als er water wordt getapt. (meer dan 2,5 l/
min) Het toestel verwarmt het tapwater.
Centrale verwarming
Brandt als de kamerthermostaat warmte vraagt.
Zie ook wachttijd.
Wachttijd
Brandt als het toestel in wachttijd staat. Na iedere
warmte vraag gaat een wachttijd van ca.3 minuten
in. Als er tijdens de wachttijd een tapwatervraag
komt schakelt het toestel direct in.
Te lage cv-waterdruk
Brandt als de waterdruk in de cv-installatie te laag
is. Het toestel komt nu niet in bedrijf, ook niet voor
tapwater. Zie in hoofdstuk 5 hoe de druk op peil
wordt gebracht.
Vlamstoringsignalering
Brandt bij een storing in het gaszijdig deel van het
toestel. Het toestel zal nu niet in bedrijf komen.
Zie hoofdstuk 11 voor een mogelijke oplossing.
Vlamsignalering
Brandt als het toestel in bedrijf is.
Drukmeter cv
Geeft de druk in de cv-installatie weer.
Bedieningsschakelaar:
ON
Het toestel is nu voorzien van voedingsspanning.
OFF
Toestel is uit: geen verwarming of warmwater meer
mogelijk.
RESET
Als de “vlamstoringsignalering” brandt dient u deze
RESET stand te gebruiken. U heft hiermee de
vlamstoring op. Houdt de knop even (ca 1 seconde)
op de stand RESET. Wacht na iedere reset 10
seconden.
Buiten temperatuur
> 0°C
lichte vorst
strenge vorst
Instelling
70 - 75 °C
80 °C
maximaal
Bij lage temperatuur verwarming moet deze
knop volgens het voorschrift van de lage-
temperatuur verwarming worden ingesteld.
Draaiknop tapwatertemperatuur
(tapwater setpoint):
Het toestel is ingesteld om maximaal 6 liter water
van 60°C te leveren. Met deze knop kunt u het
toestel water van een lagere temperatuur laten
leveren. Het toestel zal niet meer water gaan
leveren.
Let op!
Het toestel komt pas in bedrijf bij een tapwatervraag
van ca. 2,5 l.min. of meer. Bij minder afname vindt er
geen levering van warmwater plaats.
Draaiknop cv-temperatuur (cv-setpoint):
De AGPO Domina F24E is een modulerend toestel.
Hierdoor wordt het benodigde vermogen voor de
verwarming automatisch afgestemd op de vraag.
Met deze draaiknop kunt u een maximale
cv-temperatuur in stellen.
Geadviseerd worden de volgende instellingen:
Instelling van de cv- en tapwatertemperatuur
7
Storingen die u zelf niet kunt oplossen.
Als de storing zich blijft herhalen of als er geen oplichtende
“storings”LED’s zijn en er is geen warmtelevering, dan
wijst dat op een storing die uitsluitend door de installateur
is te verhelpen.
Bel uw installateur.
Op pagina 2 van de handleiding is ruimte opgenomen om
de toestelgegevens en het telefoonnummer van uw
installateur in te vullen.
Uit bedrijf nemen
3. HET IN EN UIT BEDRIJF
NEMEN VAN HET TOESTEL
In bedrijf nemen
1. Zet de bedieningsschakelaar op “OFF”, en neem de
stekker uit het stopcontact;
2. Sluit de gaskraan.
Als u het toestel uit bedrijf wilt nemen als u op vakantie
gaat, lees dan het advies op de volgende bladzijde.
2. Steek de stekker in het stopcontact en zet de
bedieningsschakelaar op de stand “ON”.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
OPENDICHT
Figuur 3.1 Meest voorkomende situatie. Type gaskraan en
afstand ten opzichte van toestel kan verschillen.
Kwart slag draaien!
Storingen die u mogelijk zelf kunt oplossen
1. Open de gaskraan;
Er is iets mis: Kijk op het display
Brandt niet
Controleer of de stekker in het stopcontact zit.
Staat er spanning op het stopcontact?
Brandt als de cv-druk te laag is.
Vul de installatie bij. Zie hoofdstuk 5
Gaat branden als er een vlamstoring optreedt.
Controleer of de gaskraan open staat;
Draai de bedieningsschakelaar mininaal
1 seconde op “RESET”.
Brandt niet
Controleer of de stekker in het stopcontact zit.
Staat er spanning op het stopcontact?
Brandt als de cv-druk te laag is.
Vul de installatie bij. Zie hoofdstuk 5
Branden als er een vlamstoring optreed.
Controleer of de gaskraan open staat;
Ontlucht de gasleiding;
Draai de bedieningsschakelaar mininaal
1 seconde op “RESET”
Alles gaat goed: Het display geeft aan:
Gaat branden.
Het toestel is aangesloten op 230V
voedingsspanning, en gereed is voor gebruik.
Gaat branden als de kamerthermostaat vragend
staat.
Gaat branden als er warmwater wordt getapt.
8
Spaardouches
Op de Domina kunt u alle betere spaardouchekoppen
toepassen. Raadpleeg uw installateur voor een goede
spaardouchekop. Als u een spaardouchekop gebruikt,
zorg dan dat deze regelmatig wordt ontkalkt om voldoende
doorstroming te houden.
Omgaan met warm water
Om te voorkomen dat onderdelen van uw cv-installatie of
waterleidingen bevriezen, dient u de kamerthermostaat
bij voorkeur niet lager dan ongeveer 12ºC in te stellen.
Sluit de gastoevoer niet af;
Trek de stekker niet uit het stopcontact!
Draai alle radiatorkranen open.
Vooral van ruimtes met bevriezingsgevaar. Zet
eventueel tussendeuren open;
In het toestel zit een automatische vorstbeveiliging.
Deze beveiliging voorkomt alleen dat het toestel
bevriest!
Als de installatie wordt afgetapt, dient ook het toestel
volledig te worden afgetapt.
Bevriezingsgevaar
Geadviseerd wordt om de kamerthermostaat voor het
slapen ca. 4ºC lager in te stellen dan de dagtemperatuur.
De kamerthermostaat is een regelaar, die de temperatuur
op de ingestelde waarde houdt. Verhoog of verlaag bij het
te warm of te koud aanvoelen van de temperatuur, de
instelling met maximaal 1ºC. (behalve s’ochtends of als
de verwarming langere tijd uit is geweest) Hiermee
voorkomt u dat de temperatuur te veel schommelt en de
thermostaat i.p.v. een automatische regelaar als een aan/
uit-knop wordt gebruikt.
Nachtverlaging
Radiatoren in de ruimte met de
kamerthermostaat altijd open houden
Bij het gebruik van een kamerthermostaat is het
noodzakelijk dat alle radiatoren in de ruimte waar deze
hangt volledig open staan. Door in dit vertrek één of
meer radiatoren te sluiten, zal de temperatuur in de
andere vertrekken toenemen, terwijl de temperatuur in
de ruimte met de kamerthermostaat niet hoger wordt.
Gebruik van de
kamerthermostaat
Zomerstand
Stel de kamerthermostaat in de zomer in op ca. 12ºC. Dit
is voldoende om het toestel niet te laten inkomen. Bijstel-
ling van het cv-setpoint op het toestel is niet nodig.
In dit hoofdstuk worden een aantal handreikingen gedaan
om zoveel en zo lang mogelijk plezier te hebben van uw
toestel en de installatie.
Op vakantie?
Trek de stekker niet uit het
stopcontact
Het toestel is zo ontworpen dat er in de “stand-by” stand
geen gas en zeer weinig elektriciteit wordt gebruikt.
Schakel het toestel tijdens langdurige afwezigheid daarom
niet uit. (bijv. in de vakantie).
In de winter zal de woning vorstvrij dienen te blijven om
bevriezing van leidingen te voorkomen.
Stel tevens bij langere afwezigheid in de winter de kamer-
thermostaat niet lager dan ca. 12ºC in. Bij vorstgevoelige
cv-installaties dient dit zelfs iets hoger zijn. Open alle
radiatorkranen.
4. GEBRUIKERSADVIEZEN
9
5. HET BIJVULLEN EN ONTLUCHTEN VAN DE CV-INSTALLATIE
Ontlucht de installatie. Dit is
vooral in de eerste twee weken
na de installatie nodig.
Gebruik het ontluchtsleuteltje.
Begin bij de laagstgelegen
radiatoren. Eindig op de boven-
verdieping. Ontlucht tot er geen
lucht meer uit komt.
Sluit de vulslang aan op de
waterkraan.
Verwijder het dopje van de
cv-vulkraan.
Draai de kraan langzaam open
en vul de slang met water.
Sluit de kraan als de slang vol is.
Sluit de volle slang aan op de cv-
vulkraan.
Open de cv-vulkraan.
Sluit de cv-vulkraan.
Vul tot de druk 1,6 bar
aangeeft
(bij koude cv-installatie)
Koppel de slang los van de
kranen.
Bevestig het dopje weer op de
cv-vulkraan.
Steek de stekker weer in
het stopcontact
Neem de stekker
uit het stopcontact
Het ontluchten van de cv-installatie
Het vullen van de cv-installatie
Let op!
Gebruik uitsluitend schoon leidingwater.
Geen gedemineraliseerd water.
Het is niet toegestaan chemische
middelen aan het water toe te voegen.
Bij het toevoegen hiervan vervalt de
garantie op het toestel.
Draai alle radiatorkranen open.
Bij thermostatische kranen:
Zet deze in de maximale stand.
Algemeen
Er kan een vulprocedure bij de
vulkraan hangen: volg deze instructie.
Als er geen instructie aanwezig is,
volg dan de instructie hiernaast.
Draai de waterkraan langzaam
open.
Sluit de waterkraan als de druk
voldoende is.
Figuur 5.1. Vul- en ontlucht-instructie
Wanneer dient er bijgevuld te
worden?
Als de druk tot 1 bar is gezakt.
10
6. INSPECTIE EN REINIGING
Inspectie en service
Voor een goede werking van het toestel adviseert AGPO
een periodieke inspectie uit te laten voeren. Informeer bij
uw installateur naar de mogelijkheden voor service en
inspectie. Deze service en inspectie dient door erkende
vakmensen te gebeuren.
Schoonmaken douchekop en perlatoren
Door verkalking kan de doorstroming van het water bij
douchekoppen en perlatoren, de zeefjes in de tapkranen,
worden beperkt. Als het nodig is, kunt u ze schoonmaken,
of ontkalken met een daarvoor bestemd product.
Figuur 6.1 Plaats van de perlator
11
Aandachtspunten vóór montage
7. Voorschriften .................................................................................................... 12
8. Aandachtspunten vóór montage ......................................................................... 12
8.1 Leveringsomvang ............................................................................... 12
8.2 Toestel accessoires ........................................................................... 12
8.3 Montagemogelijkheden ...................................................................... 13
8.4 Benodigde vrije ruimte ........................................................................ 13
8.5 Rookgasafvoer en luchttoevoer: opstellingsmogelijkheden en
weerstandsberekening ....................................................................... 13
8.6 Extra aandachtspunten voor de complete installatie ............................ 16
Montage-instructie
9. Montage-instructie ............................................................................................ 17
9.1 Veiligheid ........................................................................................... 17
9.2 Ophangen van het toestel................................................................... 17
9.3 Afmetingen en aansluitingen............................................................... 18
9.4 Aansluiten van de cv- en tapwaterleidingen .......................................... 19
9.5 Aansluiten gaszijdig ........................................................................... 20
9.6 Aansluiten rookgasafvoer en luchttoevoer ............................................ 20
9.7 Aansluiten van de kamerthermostaat. ................................................. 21
10. Eerste ingebruikstelling van het toestel .............................................................. 22
10.1 Voorbereidingen ................................................................................. 22
10.2 In bedrijf nemen ................................................................................. 23
10.3 Het toestel afstemmen op de installatie. ............................................. 23
Inspectie, storingen en service
11. Inspectie en afstellen ........................................................................................ 24
11.1 Inspectie ........................................................................................... 24
11.2 Afstellen van het gasblok .................................................................... 25
11.3 Controleren van de branderdrukken ..................................................... 26
11.4 Begrenzen van het maximaal cv-zijdig vermogen ................................. 26
11.5 Afstellen luchtdruk schakelaar ............................................................ 27
11.6 Afstelling ontsteek en ionisatie elektrode ............................................ 28
12. Storingen en service-onderdelen ........................................................................ 29
12.1 Storingslijst met mogelijke oorzaken en oplossingen ........................... 29
12.2 Overzicht van het toestel en service-onderdelen ................................... 30
Werking en technische gegevens
13. Werking en technische gegevens ...................................................................... 31
13.1 Werking van het toestel ..................................................................... 31
13.2 Extern beschikbare opvoerhoogte ....................................................... 33
13.3 Tapwaterzijdig drukverlies ................................................................... 33
13.4 Technische gegevens ......................................................................... 34
13.5 Elektrisch aansluitschema en aansluitingen ........................................ 35
14. Certificaties van de AGPO Domina .................................................................... 36
14.1 CE-markering ......................................................................................... 36
Garantiebewijs .................................................................................................. 37
MONTAGEHANDLEIDING
12
Voor installatie van de AGPO Domina dient rekening te
worden gehouden met de volgende voorschriften:
a. Het bouwbesluit 680 waarin naar de volgende normen
wordt verwezen:
b. NEN 1078 voorschriften voor aardgasinstallaties
GAVO met bijbehorende praktijkrichtlijn (NPR3378)
c. Richtlijnen bestaande gasinstallaties,
opgesteld door EnergieNed;
d. NEN 3028 veiligheidseisen voor centrale
verwarmingsinstallaties;
e. NEN 1010 veiligheidsbepalingen voor
laagspanningsinstallaties;
f. NEN 1006: Algemene voorschriften voor drinkwater-
installaties AVWI met bijbehorende werkbladen;
g. NEN 1087 de norm voor ventilatie in woongebouwen
met bijbehorende toelichting (NPR 1088);
h. NEN 2757 de norm voor toevoer van verbrandings-
lucht en afvoer van rookgassen;
i. NEN 3215 de norm voor binnenriolering in woningen
en woongebouwen;
j. Brandweervoorschriften.
Voor alle voorschriften geldt dat aanvullingen op
normen of voorschriften of latere voorschriften op het
moment van installeren van toepassing zijn.
Het gaswandtoestel is uitsluitend te gebruiken voor
gesloten verwarmings-systemen tot een maximale
temperatuur van 90 ºC.
De installatie van het toestel mag alleen geschieden
door daartoe erkende personen. Erkenningen worden
afgegeven door de energiebedrijven, elektriciteit en
waterdistributie-organisaties.
Uitdrukkelijk wordt gesteld dat deze technische
montagehandleiding als aanvulling op de bovenge-
noemde voorschriften moet worden gezien en dat
deze voorschriften prevaleren boven de informatie in
deze handleiding.
7. VOORSCHRIFTEN 8. AANDACHTSPUNTEN
VÓÓR MONTAGE
8.1 Leveringsomvang
Standaard aanwezig in of bij het toestel:
Overstort voor de cv-installatie (3 bar);
Drukmeter voor de cv-installatie;
Laagwaterdrukbeveiliging;
Automatische ontluchter;
Handleiding;
A3 of A4 met aandachtspunten voor montage;
Snoer: ca 1,5 meter lang, incl. stekker met randaarde;
Aansluitkabeltje voor een kamerthermostaat,
gemonteerd op een aansluitconnector.
Toestel ophangstrip (artnr. 1801505).
Setje koperen aansluitleidingen (art.nr. 1801500).
8.2 Toestel accessoires
Artikel: Artikelnr:
Aansluitset
inhoud: 2x Verlengpijp 3/4” aan 22 mm
3x Verlengpijp 1/2” aan 15 mm
Ophangstrip
Keukenkastpaneel met aansluitset
Inlaatkruisstuk
Concentrische geveldoorvoer
VR Drukbalans
Benodigde onderdelen voor de installatie:
Vul-/aftapmogelijkheid t.b.v. de cv-installatie/toestel;
Drukvat; (grootte afhankelijk van de installatie);
Gasafsluiter;
Inlaatcombinatie (8bar);
Stopcontact 230V met randaarde (goed bereikbaar);
Kamerthermostaat.
1801500
1801505
1801510
1824031
1801080
1825038
13
8.3 Montage mogelijkheden
8.4 Benodigde vrije ruimte
In verband met het ophangen, aansluiten en inspectie of
service-werkzaamheden dient er rondom het toestel een
minimale ruimte vrij te blijven.
Advies: Minimaal:
Zijkant 150 mm 40 mm
Onderkant 500 mm 200 mm
Bovenkant afhanklijk van 270 mm
rookgasafvoer
Voorkant >500 mm 500 mm
(15 mm bij gesloten deur)
Let op!
Bij afwijking van de geadviseerde vrije ruimte wordt de
bereikbaarheid van het toestel voor service-doeleinden
beperkt.
Het toestel is ontworpen als een hangend toestel en kan
tegen praktisch elke wand worden bevestigd. De muur
dient vlak te zijn en stevig genoeg voor het gewicht van het
toestel. Er zijn twee mogelijkheden:
1. Montage aan de muur
Voor eenvoudige montage wordt een ophangestrip
meegeleverd. Het toestel kan hiermee direct tegen de
muur worden bevestigd.
2. Prefab “keukenkast”-paneel
Bij het toepassen van dit paneel komt het toestel 5 cm van
de muur te hangen. Hierdoor kunnen zowel de cv-leidin-
gen als de tapwaterleidingen achter het toestel langs
omhoog worden gebracht.
Door deze mogelijkheid is het toestel eenvoudig in een
(keuken-)kast te monteren. Het paneel heeft de volgende
voordelen:
Een vrije ruimte van 5 cm achter het toestel. Hierbij
kunnen de cv-leidingen en de tapwaterleidingen elkaar
kruisen
De leidingen kunnen helemaal geprefabriceerd
worden.
Het ophangen vindt plaats met een speciale
ophangstrip, waardoor het toestel eenvoudig op zijn
plaats geklikt kan worden.
Deze aansluitset is voorzien van aftapkranen voor de cv-
en tapwaterleidingen en koppelingen voor alle toestel-
aansluitingen.
Condens op buitenzijde luchttoevoerpijp
Als de luchttoevoerpijp door warme, vochtige ruimtes
loopt, kan er aan de buitenkant van deze pijp condens-
vorming optreden. Om dit te voorkomen dient in dit
geval deze pijp dampdicht geïsoleerd te worden.
Regelgeving rookgasafvoersysteem
Houdt rekening met de plaatselijke eisen van bijv.
brandweer, hinderwet en gasbedrijf.
Mogelijke ijspegelvorming
Indien er ijspegelvorming kan optreden bij de
afvoeren, de uitmonding niet situeren op plaatsen
waaronder zich personen kunnen begeven of waarbij
schade kan ontstaan door loslatende pegels.
Twee aansluitmogelijkheden
Er kan gebruik worden gemaakt van één van de twee
luchttoevoeraansluitingen (1 of 3). Hinderlijk kruisen
van pijpen wordt hiermee voorkomen. De middelste
aansluiting (2) is voor de verbrandingsgasafvoer.
Tevens is een concentrische aansluiting mogelijk.
Geluidsproductie bij een werkend toestel.
Het toestel heeft een bepaald minimaal geluidsniveau.
Houdt met de keuze van de opstelling rekening met
een geringe geluidsproductie. Het is bijv. af te raden
om het toestel in een vrije opstelling op een slaap-
kamer te plaatsen.
8.5 Rookgasafvoer en luchttoevoer:
opstellingsmogelijkheden en
weerstandsberekening
Voor alle opstellingssituaties geldt het volgende:
Weerstand
De toegestane weerstand van het luchttoevoer- en
rookgasafvoersysteem is aan een maximum
gebonden. Controleer dit aan de hand van een
weerstandsberekening, zie verder in dit hoofdstuk.
Condens in de rookgasafvoerpijp
De AGPO Domina F24E is een verbeterd rendement
toestel. Dit houdt in dat er tijdens de verbranding geen
condensatie van de rookgassen optreed. Wanneer het
rookgasafvoer systeem lang is kunnen de rook-
gassen in de afvoerleiding condenseren. Plaats een
condensopvang nabij het toestel om dit te voorko-
mende het condens in het toestel loopt.
Figuur 8.1 Twee aansluitmogelijkheden voor de luchttoevoer
De AGPO Domina F24E is een gesloten toestel waarbij de
lucht toevoer van buiten en de rookgasafvoer naar buiten
plaatsvindt. Het id daarbij belangrijk een aantal mogelijk-
heden met bijbehorende aspecten, vooraf te bekijken.
14
Figuur 8.2. Opstellingsmogelijkheden
Opstellingssituatie 1. (C32)
Door het dak met een Agpo VR drukbalans
(individueel)
Voor de verticale dakdoorvoeren adviseert Agpo gebruik
te maken van een Agpo VR drukbalansdakdoorvoer. Met
deze drukbalansdakdoorvoer wordt een essentieel
voordeel behaald: Een sterke beperking van de
stilstandsverliezen van het toestel met daardoor een
besparing op het jaarlijkse gasverbruik. Afhankelijk van
de opstelling van het toestel, tot 30 m3 per jaar. Bij
deze opstellingssituatie worden de luchttoevoer en rook-
gasafvoer individueel naar de dakdoorvoer gebracht,
waarbij deze beide concentrisch door het dak gaan.
Andere dakdoorvoeren alleen toepassen in overleg met
Agpo.
Opstellingssituatie 2. (C52)
Luchttoevoer uit de gevel en rookgasafvoer door
het dak (individueel of collectief)
Pas op de luchttoevoerpijp uitsluitend het Agpo gevel-
inlaatkruisstuk toe. Hiermee wordt de invloed van wind
sterk gereduceerd. Als uitmonding kan oa. een GIVEG-
kap worden gebruikt.
Opstellingssituatie 3. (C12)
Geveldoorvoer (individueel)
Bij deze opstelling worden de rookgassen met de geveld-
oorvoerset recht naar achteren door de muur gevoerd.
Voor deze opstellingsituatie is een geveldoorvoerset be-
schikbaar.
Inbouwvoorschriften:
· max. muurdikte: cm
· min. inbouwhoogte boven het toestel: cm
Let bij het toepassen van deze set wel op de voorschrif-
ten van de GAVO. Zie voor meer informatie de uitge-
breidere informatie.
Opstellingssituatie 4. (C32)
Luchttoevoer en rookgasafvoer door het dak met
behulp van een VR-prefabschoorsteen (individueel
of collectief)
Zowel de luchttoevoer als de rookgasafvoer worden met
deze VR prefabschoorsteen door het dak gevoerd.
Opstellingssituatie 5. (C82)
Half CLV-systeem: Luchttoevoer uit de gevel en
rookgasafvoer door het dak (collectief)
Bij deze situatie geschiedt de luchttoevoer door de gevel
en gaan de rookgassen collectief door het dak. Raad-
pleeg Agpo voor de mogelijkheden met dit systeem.
Pas op de luchttoevoerpijp uitsluitend het Agpo / gevel-
inlaatkruisstuk toe. Hiermee wordt de invloed van wind
sterk gereduceerd.
Opstellingssituatie 6. (C32)
Concentrische luchttoevoer en rookgasafvoer door
het dak (individueel)
Bij deze situatie worden de luchttoevoer en rookgas-
afvoer concentrisch naar het dak gebracht.
Zie voor nadere uitleg van de Agpo VR drukbalans bij
opstellingsituatie 1.
Opstellingssituatie 7. (C42)
CLV-systeem (collectief)
Bij deze opstellingssituatie worden zowel de luchttoevoer
als de rookgasafvoer gezamenlijk naar het dak gebracht.
De weerstand van het rookgasafvoer en luchttoevoer-
systeem dient hierbij berekend te worden tot aan het
CLV-systeem. Raadpleeg Agpo voor de mogelijkheden
met dit systeem.
Aanduiding C62
Het toestel wordt verkocht zonder de uitmondings-
constructie of de luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoer-
pijpen.
15
De eenheid meterspijplengte ø80 mm
Omdat de weerstand een drukverlies is, wordt deze
standaard uitgedrukt in Pascal. De weerstand van 1
meter rechte pijp heeft dan bijvoorbeeld een x-
aantal Pascal weerstand. Evenals bochten en
andere componenten in het RGA/LTV-systeem.
Om de berekening wat te vergemakkelijken wordt
de omrekening gemaakt van Pascals naar meters
pijplengte. Dit zit als volgt in elkaar.
De weerstand van 1 meter rechte pijp ø80 in de
luchttoevoer heeft een bepaalde waarde. Bij de
Domina F24E mogen 75 van deze stukken pijp
aangesloten worden om de maximale weerstand te
bereiken. Als we dit getal, 75 meter, willen gebrui-
ken om de maximale weerstand uit te drukken,
moeten alle andere componenten uitgedrukt
worden in een factor maal de weerstand van deze
meter pijp ø80mm in de luchttoevoer.
Een bocht 45º ø80mm in de luchttoevoer heeft
bijvoorbeeld 1,5 maal de weerstand van 1 meter
pijp ø80mm in de luchttoevoer. Voor alle componen-
ten is deze factor vastgesteld, zodat de totale
weerstand in meters pijplengte kan worden bere-
kend.
Berekening van de weerstand van een
RGA/LTV-systeem voor een Econpact
1. Zet de componenten onder elkaar;
2. Vermenigvuldig per component het aantal met
de weerstand;
3. Tel het totaal op.
4. De berekende weerstand moet tussen de 33 en
48 meter uitkomen.
5. Is de weerstand lager dan 33 meter, plaats dan
een rookgasdiafragma.
Tabel 9.1. Weerstanden in het RGA/LTV-systeem
De noodzaak van een weerstandsberekening
De weerstand van het RGA/LTV-systeem wordt groter naarmate
de totale lengte van de pijpen en het aantal bochten toeneemt.
Omdat de ventilator maar een bepaalde weerstand kan over-
bruggen, is deze weerstand echter aan een maximum gebon-
den. Voor het toestel is daarom een maximum weerstand
berekend die niet overschreden mag worden.
Voorbeeld berekening
Luchttoevoerdeel aantal weerstand
rechte pijp ø80mm 3 m 3 * 1 ............ = 3 m
45º bocht (R=1/2D) 2 2 * 1,5 ......... = 3 m
Rookgasafvoerdeel
rechte pijp ø80mm 3 m 3 * 1 ............ = 3 m
45º bocht (R=1/2D) 2 2 * 2,5 ......... = 5 m
dakdoorvoer VR 80 1 1 * 12 .......... = 12 m
(inc. aansluitstuk)
Berekende weerstand totaal: .................... 26 m
De weerstand moet tussen is 33 en 48 meter zijn.
Plaats een rookgasdiafragma!
Rookgasdiafragma ø 50 mm ............ = 10 m
Totaal .......................... 36 m
Een berekende leidinglengte tussen de 33 en 48
meter is acceptabel
Weerstandsberekening rookgasafvoer / luchttoevoer (RGA/LTV)
Weerstand: in meters pijplengte
Luchttoevoer Ø 80 Ø 90 Ø 100
pijp 1 m glad 1 0,6 0,4
1 m flexibel 2 1,2 0,8
bocht 90° R=D 1,5 1,1 0,8
90° R=D flexibel 3 2,1 1,6
90° R=½D 3,5 2,1 1,5
45° R=½D 1,5 1 0,8
verloop 80 naar 90 of 100 mm 0 0 0
90 naar 80 mm 1 - -
100 naar 80 mm 1,5 - -
inlaat open pijp 2 1,3 1
prefabschoorsteen 2 1,3 1
Agpo-inlaatkruisstuk 6 - -
Rookgasafvoer Ø 80 Ø 90 Ø 100
pijp 1 m glad vertikaal 1 0,6 0,4
1 m flexibel vertikaal 1,8 1,1 0,7
1 m glad horizontaal 2 1,2 0,8
1 m flexibel horizontaal 4 2,4 1,5
bocht 90° R=D 2,5 1,6 1,2
90° R=D flexibel 6 3,6 2,3
90° R=½D 6 3,6 2
45° R=½D 2,5 1,6 1,2
verloop 80 naar 90 of 100 mm 0 0 0
90 naar 80 mm 2 - -
100 naar 80 mm 3 - -
extra condensopvang 10 6 -
uitmonding open pijp 7 4,2 -
prefabschoorsteen 7 4,2 -
GIVEG-kap 8 4,8 2,9
in- en uitlaat Agpo drukbalans VR 12 - -
Rookgas diafragma ø 45 mm 35 meter
ø 47 mm 25 meter
ø 50 mm 10 meter
geen 0 meter
Toelaatbare weerstand minimaal maximaal
Domina F24E 33 meter 48 meter
+
+
Weerstand bij concentrische muurdoorvoer
(toestel direct aan de buitenmuur)
Concentrische muurdoorvoer 60/100 mm
tot 1 meter (met bocht) : 50 mm diafragma
1 meter tot max. 3 meter (met bocht): geen diafragma
16
CV-installatie.
Vloerverwarming
Pas een 100% hydraulisch neutrale vloerverwarmingsset
toe.
Pas uitsluitend diffusiedichte buizen toe om corrosie in het
toestel te voorkomen.
Pas bij een bestaande vloerverwarming, waarvan niet
duidelijk is of de buizen diffusiedicht zijn, een warmte-
wisselaar toe om de circuits te scheiden.
Afsluiters voor service-doeleinden
Als het toestel niet op het hoogste punt van de installatie
wordt geplaatst, wordt geadviseerd om afsluiters in de cv-
aanvoer en cv-retour te plaatsen.
Thermostatische radiatorkranen
Als alle radiatoren van de installatie voorzien zijn van
thermostatische radiatorkranen, plaats dan een bypass.
De minimale flow over de wisselaar dient ca. 200 l/h. te
blijven. Plaats een bypass die hiervoor zorgt.
(ook als de cv-pomp op laagstand staat)
Gasaansluiting
Capaciteit gasmeter
Controleer, voor u met de montage aanvangt, of de
gasmeter voldoende capaciteit heeft. Denk hierbij ook aan
de het verbruik van andere huishoudelijke apparaten.
Neem, indien een te kleine gasmeter is gemonteerd,
contact op met het energiebedrijf.
Het gasverbruik voor aardgas (G25) bij vollast:
AGPO Domina F24E: 52,8 l/min (3,17 m
3
/h)
Indien het toestel is ombebouwd voor propaan (G31) dan
is het gasverbruikbij vollast:
AGPO Domina F24E: 2,0 kg/h
Oud gasleidingnet
Advies: Plaats een filter in de gasleiding
Diameter gastoevoerleiding
De aansluiting van het toestel is niet bepalend voor de
diameter van de binnenleiding.
Plaatsingsadvies
Situeer het toestel zo dicht mogelijk bij het tappunt.
Plaats eventueel een 12 mm leiding naar het keukentap-
punt, om de wachttijd te bekorten.
Spaardouchekoppen
De Domina is geschikt om met alle betere spaardouche-
koppen gebruikt te worden. De warm water flow over het
toestel moet minimaal 2,5 liter per minuut bedragen.
Uitschakelen tapwater of cv-voorzieningen
Middels een aantal ingrepen is het mogelijk om het toestel
uitsluitend voor de tapwater of cv-installatie te laten
werken.
Raadpleeg AGPO voor meer informatie.
Te lage voordruk van het tapwater
Als de beschikbare voordruk niet voldoende is om de
gewenste volumestroom te krijgen kan de doorstroom-
regelaar verwijderd worden.
Raadpleeg hiervoor de aanvullende technische gegevens
van paragraaf 13.4 in dit installatievoorschrift.
Aansluiting kamerthermostaat
Voor een goede temperatuurregeling dient een thermo-
staat aangesloten te worden die beschikt over een van de
twee hieronder vermelde eigenschappen:
1. Tweedraads AAN/UIT-(klok)thermostaat met
anticipatie-instelmogelijkheid voor 0,12 Amp.
(24V, potentiaalvrij contact).
2. Tweedraads elektronische AAN/UIT-(klok)thermostaat
met cyclusinstelling (24V, potentiaalvij contact).
8.6. Extra aandachtspunten voor de complete installatie
IP-beschermingsklasse
Het toestel heeft standaard de beschermingsklasse IP 42.
Om IP 44 te verkrijgen dient de 230V voeding als vaste
aansluiting gerealiseerd te worden. Gebruik in dit geval
een dubbel polige hoofdschakelaar met een contact
opening van minimaal 3 mm.
17
9. MONTAGE-INSTRUCTIE
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitleg gegeven over
het ophangen en aansluiten van de AGPO Domina.
Eventueel wordt voor uitgebreidere informatie verwezen
naar de volgende hoofdstukken.
9.2 Ophangen van het toestel
Het toestel ophangen
1. Direct tegen de muur bevestigen;
De wand dient voldoende stevig en vlak te zijn.
2. Met de ophangstrip tegen de muur bevestigen;
3. Met het keukenkast paneel, voor inbouw in een
keukenkast. Met dit paneel komt het toestel 5 cm van
de wand, waardoor er ruimte ontstaat om de leidingen
achter het toestel naar boven te voeren
Voor uw veiligheid: Let op!
De AGPO Domina is een toestel dat voldoet aan de
strenge Europese veiligheidsnormen. Het CE-keur-
merk (Conform de Europese normen) geeft dit aan.
Omdat er voor de verwarming gebruik wordt gemaakt
van aardgas en 230V voedingsspanning willen wij u
op een aantal zaken attenderen:
230 V Elektrische spanning
Dit toestel bevat componenten die onder
een spanning van 230V staan. Dit zijn
onder andere de printen, de pomp, het
gasblok, de transformator en de
thermostaat.
Let op bij gaslucht
Als u een gaslucht ruikt: spoor het lek op of
sluit de gebruikte meetnippels.
Roken en vuur verboden!
Warme leidingen en pijpen
De leidingen en radiatoren kunnen 90ºC
worden. De verbrandingsgasafvoerpijp kan
tijdens bedrijf ca. 150ºC worden. Zorg
dat de verbindingen van de pijp altijd goed
gemonteerd worden, om lekkage te voorko-
men.
9.1 Veiligheid
Beschadigingen aan het toestel
Eventuele beschadigingen aan het toestel direct aan de
leverancier melden.
Aandachtspunten voor montage
Lees eerst het voorgaande hoofdstuk: Aandachtspunten
voor montage. Hierin wordt informatie gegeven over zaken
die voorafgaand aan de montage van nut kunnen zijn.
Eerste ingebruikname van het toestel
In het volgende hoofdstuk wordt uitleg gegeven over de
eerste in gebruik name. Let op! Lees dit hoofdstuk goed
door, voor u de installatie vult en in bedrijf stelt.
18
Aansluitingen:
A cv-aanvoer 3/4” bu
B ontlastklep cv 1/2” bi
C warm-water 1/2” bu
D gasaansluiting 1/2” bu
E koud-water 1/2” bu
F cv-retour 3/4” bu
G rookgasafvoer 80 mm
H luchttoevoer 80 mm
J ophangstrip
K aansluitleiding met vlakke koppe-
ling en wartel, lang 30 cm
cv (A, F) ø 22 mm
• water en gas (C, D, E) ø 15 mm
9.3 Afmetingen en aansluitingen
Figuur 9.1. Afmetingen en aansluitingen van de AGPO Domina F24E
Benodigde vrije ruimte rondom het toestel
Advies: Minimaal:
• zijkant 150 mm 40 mm
• onderkant 500 mm 200 mm
(aansluitset bepaald)
• voorkant >500 mm 500 mm (15 mm bij geslotendeur)
• bovenkant 500 mm 500 mm (rookgasafvoer bepaald)
maten in mm
Let op!
Bij afwijking van de geadviseerde vrije ruimte
wordt de bereikbaarheid van het toestel voor
installatie en servicedoeleinden beperkt.
>
Met een parker wordt het toestel
aan de ophangstrip geborgd.
19
9.4 Aansluiten van de cv- en tapwaterleidingen
Vloerverwarming
Pas uitsluitend diffusiedichte buizen voor
vloerverwarming toe. Gebruik een hydraulisch neutraal
systeem en scheidt bij bestaande vloerverwarmingen
(met mogelijk niet-diffusiedichte buizen) het oude en
nieuwe circuit met een warmtewisselaar.
Schone leidingen
Voorkom dat er bij het maken van de installatie vuil of
metaal deeltjes in de leidingen komen. Klop voor montage
vuil uit de leidingen, of spoel ze door.
Inlaatcombinatie (KIWA gekeurd)
vul- en aftapkraan
expansievat
in de retourleiding plaatsen.
bij toepassing van afsluiters: plaats
het expansievat tussen het toestel
en de afsluiters.
cv-aanvoerleiding
cv-retourleiding
warm waterleiding
koud waterleiding
Filter: Bij bestaande installaties waarin vuil
aanwezig is (geadviseerd)
afsluiters (indien gewenst)
Verwijder de kunststof doppen van de leidingen
onder het toestel: Let op, er kan wat vuil water uitlopen.
Monteer:
Thermostatische radiatorventielen
Als u op alle radiatoren thermostatische ventielen
gebruikt, zorg dan minimaal 200 l/h kan plaatsvinden.
Maak hiervoor gebruik van een bypass.
CV-Aanvoer
(3/4” bu)
CV-Zijdig overstortventiel
(3/4” bi)
Warmwateraanvoer
(1/2” bu)
Gas toevoer
(1/2” bu)
Koudwatertoevoer
(1/2” bu)
Stromingssensor
CV-Retour
(3/4” bu)
Kamerthermostaat aansluiting
(aan/uit type, 24V, 0,12A)
230V Voedingsspanning
Leidingen pas
na 500 mm
beugelen, en
spanningsvrij
aansluiten
Figuur 9.2.: Overzicht onderzijde toestel
Figuur 9.2.: Aansluitschema
20
1. Verwijder de kunststof dop van de leiding onder het
toestel;
2 Monteer een gas-afsluitkraan in de gasleiding, hetzij
met een meegeleverde aansluitleiding (zie fig 9.4), of
direct op het toestel;
3 Indien het toestel gemonteerd wordt op een oud stalen
gasleidingnet, wordt geadviseerd om een filter in de
gasleiding te plaatsen.
Schone leiding
Zorg dat er geen vuil in de gasleiding zit. Blaas hem voor
montage door of klop het vuil eruit. Hierdoor worden
defecten aan het gasregelblok voorkomen.
Spanningsvrije aansluiting
Monteer de aansluiting zodanig dat de leidingen in het
toestel spanningsvrij zijn.
Aansluiting
Sluit de gasleiding aan volgens de bekende en geldende
gasinstallatievoorschriften. Houdt rekening met de
aanvullende eisen van het plaatselijke energiebedrijf. De
aansluiting van het toestel is niet bepalend voor de
diameter van de binnenleiding. Deze dient afhankelijk
van de lengte van de leiding te worden vastgesteld.
Controle gaslekkage
Bij controle op gaslekkage van de binnenleiding moet
erop worden gelet dat het toestel niet samen met de
binnenleiding wordt afgeperst.
Indien ook het gasblok op dichtheid moet
worden gecontroleerd, mag de afpersdruk niet
hoger zijn dan 150mbar (1500 mmwk) Bij een
hogere druk kan er door beschadiging van het
membraan lekkage ontstaan.
9.5 Aansluiten gaszijdig 9.6 Aansluiten rookgasafvoer
en luchttoevoer
gasleiding
gaskraan
Figuur 9.5 Luchttoevoer links
Figuur 9.4 Montage van gaskraan de aansluitleiding
Figuur 9.6 Luchttoevoer rechts
1. Sluit de luchttoevoerpijp (1) aan (ø80 mm);
Als de luchttoevoerpijp door warme, vochtige ruimtes
loopt, kan er aan de buitenkant van deze pijp condens-
vorming optreden. Om dit te voorkomen dient in dit
geval deze pijp dampdicht geïsoleerd te worden.
2. Sluit de rookgasafvoerpijp (2) aan (ø80 mm);
3. Plaats de afdichtdop (3) in het niet gebruikte
luchttoevoergat; Links of rechts;
Verwijder de ring rond de rookgasafvoer,
inclusief het
rubber. Dicht de beide luchttoevoeropeningen met doppen
Parallelle aansluiting (ø80 mm)
Concentrische aansluiting (ø60/100 mm)
Figuur 9.7 Concentrische aansluiting
Zie voor het berekenen van de weerstand
van het RGA en LTV systeem
paragraaf 8.5, pg 15.
aansluitleiding
(ø15 mm bij
300 mm lang)
21
9.7 Aansluiten van de kamerthermostaat
Deze aansluitkabel is voorbedraad in het toestel.
De thermostaat dient een potentiaalvrij
contact te hebben;
Bij de Honeywell T87F dient de anticipatie-
instelling op 0,12 A afgesteld te worden.
Figuur 9.8 Aansluiting van een AAN/UIT-kamerthermostaat
Aansluiten van een AAN/UIT kamerthermostaat
Knip de tyrap door waarmee de kabels vastgemaakt zijn.
AAN/UIT-kamerthermostaat
22
9. Ontlucht de installatie
Instrueer de gebruiker dat deze dit enkele malen
herhaalt. Door het ontluchten kan de druk in de
installatie gedaald zijn. Breng de druk weer op
voldoende niveau.
10.Ontlucht de gasleiding
11.Plaats de mantel weer op het toestel
Breng de parkers weer aan.
10. EERSTE INGEBRUIKSTELLING VAN HET TOESTEL
10.1 Voorbereidingen
1 Kantel de elektrakast voorzichtig naar voren;
Draai hiervoor de parkers van de beugels los.
2 Draai de afdichtdop voorop de pomp geheel los
en geef met een schroevendraaier een
draai aan de as.
Let op!
Gebruik uitsluitend schoon
leidingwater. Gebruik geen
gedemineraliseerd water.
Het is niet toegestaan chemi-
sche middelen aan het water
toe te voegen. Bij het toevoegen
hiervan vervalt de garantie op
het toestel.
4. Vul de installatie
parkers
ophangpunten
1. Schroef de parkers aan de onderzijde
van het toestel los;
2. Open de bedieningsklep;
3. Kantel de mantel aan de onderzijde naar voren
en til deze uit zijn ophangpunten.
3. Controleer of het dopje van de automatische
ontluchter open staat.
Figuur 10.3 Pomp met automatische ontluchter
Een paar slagen
losdraaien!
5. Vul het tapwatergedeelte
Let op!
Er kan water uit-
stromen. Zorg dat de
elektrakast droog blijft!
Figuur 10.1
2. Los de pomp
Figuur 10.2
Draai de pomp-as
een paar slagen rond
7. Ontlucht het pomphuis
Draai de messing afdichtdop van de pomp een
slag los en ontlucht de pomp. Stel eventueel de pomp-
stand in. Zie uitleg in paragraaf 13.3.
Figuur 10.5
1,5 - 1,8 bar
(in koude toestand)
Zorg dat de stekker uit het
stopcontact is
1. Verwijder de mantel
Nu de montage is voltooid, kan het toestel ingebruik
worden gesteld. Doe dit in de onderstaande volgorde.
Figuur 10.4
6. Controleer de aansluitingen op lekkage
23
In de ruimte waar de kamerthermostaat hangt,
dienen alle radiatoren altijd open te staan.
De eerste en de tweede week na de installatie van
het toestel dienen de radiatoren nogmaals goed
ontlucht te worden. Uitleg wordt gegeven in het
gebruikersgedeelte van deze handleiding.
Leg eventueel uit hoe met de aanwezige vulkraan de
cv-installatie gevuld dient te worden.
10.2 In bedrijf nemen.
Controleer de werking voor tapwater
Draai een warm waterkraan open en controleer of het
toestel goed werkt. Meet de temperatuur aan het tappunt.
Bij de nominale volumestroom van 6 ltr/min. moet deze
ongeveer 60
o
C zijn.
Controleer de werking voor cv-gebruik
Zet de kamerthermostaat hoog en controleer of het toestel
goed werkt.
Instrueer de gebruiker
Alles gaat goed: Het display geeft aan:
Gaat branden.
Het toestel is aangesloten op 230V
voedingsspanning, en gereed is voor gebruik.
Gaat branden als de kamerthermostaat vragend
staat.
Gaat branden als er warmwater wordt getapt.
In bedrijf nemen
2. Steek de stekker in het stopcontact en zet de
bedienningsschakelaar op de stand “ON”.
Het toestel is nu klaar voor gebruik.
1. Open de gaskraan;
Er is iets mis: Kijk op het display
Brandt niet
Controleer of de stekker in het stopcontact zit.
Staat er spanning op het stopcontact?
Brandt als de cv-druk te laag is.
Vul de installatie bij. Zie hoofdstuk 5
Gaat branden als er een vlamstoring optreedt.
Controleer of de gaskraan open staat;
Draai de bedieningschakelaar mininaal
1 seconde op “RESET”.
Buiten temperatuur
> 0°C
lichte vorst
strenge vorst
Instelling
70 - 75 °C
80 °C
maximaal
Draaiknop tapwatertemperatuur
(tapwater setpoint):
Het toestel is ingesteld om maximaal 6 ltr/min.
water van ca. 60°C te leveren. Met deze knop kunt
u het toestel water van een lagere temperatuur
laten leveren. Het toestel zal niet meer water gaan
leveren.
Let op!
Het toestel komt pas in bedrijf bij een
tapwatervraag van ca. 2,5 ltr/min. of meer. Bij deze
minimale tapwater vraag kan de tapwater
temperatuur ongeveer 10°C hoger oplopen. Bij
minder dan 2,5 ltr/min. afname vindt er geen
levering van warmwater plaats.
Instelling van de cv- en tapwatertemperatuur
10.3 Het toestel afstemmen op de
installatie
Bij laagtemperatuur verwarming kan het nodig zijn
het cv-setpoint te verlagen.
Inregelen cv-installatie
Om een goed comfort van de gehele cv-installatie te
verkrijgen, dient de installatie ingeregeld te worden.
Een AAN/UIT thermostaat (T87F of easystat)
Als de kamerthermostaat een anticipatie-instelling
heeft, stel deze dan op 0,12 A in.
Als het toestel niet in bedrijf komt omdat een andere dan
de hierboven gegeven storingen optreed, raadpleeg dan
hoofdstuk 12.
Draaiknop cv-temperatuur (cv-
setpoint):
De AGPO Domina F24E is een modulerend
toestel. Hierdoor wordt het benodigde vermogen
voor de verwarming automatisch afgestemd op de
vraag.
Met deze draaiknop kunt u een maximale
cv-temperatuur instellen.
Geadviseerd worden de volgende instellingen:
LET OP!
Inverband met gezondheidsaspecten
adviseren wij om het tapwater setpoint
niet lager dan 60°C in te stellen
CV-Zijdig vermogen
Bij een kleine aangesloten cv-installatie, kan het cv-zijdig
vermogen beperkt worden. Normaliter is dit niet nodig
omdat het toestel zichzelf aanpast aan de aangesloten
cv-installatie.
Zie voor het afstemmen H 11.4 van deze handleiding
24
De onderdelen achter de elektra-kast zijn bereikbaar door
deze naar voren te kantelen.
11. INSPECTIE EN AFSTELLEN
Waarschuwing!
In het toestel zijn componenten aanwezig die
aangesloten zijn op een spanning van 230V. Dit
zijn onder andere de pomp, de print, de
thermostaten, de transformator en het
gasblok
Als het toestel nog korte tijd geleden heeft
gefunctioneerd, kunnen diverse componenten
zoals de wisselaar, het branderbed, water-
transporterende pijpen en de rookgasafvoer
een hoge temperatuur hebben.
De AGPO Domina is een onderhoudsarm toestel. Onder
normale omstandigheden heeft het toestel periodiek een
minimum aan onderhoud nodig. Aan de brander of
warmtewisselaar is geen jaarlijks preventief onderhoud
nodig. Wanneer er sprake is van een sterke vervuiling van
de toegevoerde verbrandingslucht kan het onderhoud
worden uitgebreid.
Controles
Controleer de verbrandingsruimte op vervuiling, en reinig
deze eventueel met een zacht borstel en een stofzuiger.
1. Neem de stekker (230V) uit het stopcontact;
2. Demonteer de mantel.
Uit bedrijf nemen
Controleer de werking op cv.
Zet de kamerthermostaat vragend en controleer de
werking voor cv.
Controleer de werking op tapwater
Open een warmwaterkraan en meet de volumestroom en
temperatuur (zie technische specificaties)
Controleer of de luchttoevoer en het
rookgasafvoersysteem in een goede staat
verkeren.
Figuur 11.2. Naar voren kantelen van de elektrakast
parkers
ophangpunten
Schroef de parkers aan de onderzijde van het
toestel los;
Open de bedieningsklep;
Kantel de mantel aan de onderzijde naar voren
en til deze uit zijn ophangpunten.
Raadpleeg de gebruiker of deze nog opmerkingen heeft
over de werking van het toestel.
Figuur 11.1. Het verwijderen van de mantel
11.1 Inspectie
25
Let op!
Het toestel is afgesteld voor aardgas (G25) maar het kan
ook op propaan (G31) worden afgesteld. De gasinspuiter
en de gasdrukken, zoals gas voordruk, startdruk,
minimumdruk e.d. zijn verschillend.
Neem voor ombouw naar propaan contact op met AGPO
Controle voordruk (bij toestel niet in bedrijf)
1. Verwijder de mantel;
2. Open het meetpunt 3 op het gasblok;
3. Sluit een gasdrukmeter aan op meetpunt 3;
4. Meet de gasvoordruk; Zie tabel voor de juiste waarde;
5. Sluit meetpunt 3.
Elektronische instelling ontsteekbranderdruk:
Instelling via potmeter P4 (rechts onder op ontsteekprint)
1. Zet de beide regelthermostaten op het front op maxi-
mum;
2. Open de elektrakast;
3. Open het meetpunt 2 op het gasblok;
4. Sluit een gasdrukmeter aan op meetpunt 2;
5. Verwijder de kap van de luchtdichte ruimte;
6. Controleer of potmeter P5 ( op de ontsteekprint) op
minimum staat (rechtsom gedraaid)
7. Maak de kabel aan de ionisatiepen los; Als de regeling
ionisatie meet, stopt de aansturing van ontsteekdruk.
8. Ontsteek het toestel; (evt. via testaansluiting X5 op de
hoofdprint, houdt deze tijdens meten doorverbonden)
9. Meet de branderdruk tijdens de ontsteking: Zie de tabel
voor de juiste waarde;
10. Het toestel brandt maximaal 10 seconden en valt in
vlamstoring;
11. Stel eventueel de druk af en monteer de kabel weer
aan de ionisatiepen;
12. Reset het toestel.
Mechanische instelling voor de minimum druk:
Instelling via de kleine schroef. (4)
1. Haal de stekker X10 los: De aansturing naar de
tweede operator van het gasblok is uitgeschakeld. Er
is alleen gasstroom via de bypass mogelijk.
2. Ontsteek het toestel. Het toestel brand nu op minimum
vermogen.
3. Standaard afstelling van regelschroef 4: geheel open
(linksom gedraaid);
4. Stel de minimum druk af met regelschroef 4; De
minimum druk is voordruk afhankelijk:
5. Bij voordruk van 22 mbar (aan het toestel) is de min.
druk ca. 3 - 3,5 mbar!
6. Monteer de stekker X10 weer.
Mechanische instelling voor maximum:
Instelling via de grote schroef.
1. Verwijder de afdekschroef (5). Hierachter zit de instel-
schroef;
2. Overbrug de testaansluiting X5 op de hoofdprint.
Het toestel zal direct op maximaal vermogen in
bedrijfkomen;
3. Meet na 10 seconden de maximale gasdruk;
4. Stel de druk e.v.t. in m.b.v. de regelschroef (5) op het
gasblok: linksom is lager;
5. Schakel het toestel uit met de beideningsschakelaar,
Verwijder de doorverbinding van X5 en breng de
afdekplaat op het gasblok weer aan.
Figuur 11.4 Het gasblok
11.2 Afstellen van het gasblok
1. Aansluiting luchtdrukcompensatie;
2. Meetpunt geregelde gasdruk;
3. Meetpunt gas voordruk;
4. Mechanische instelschroef minimum gasdruk;
5. Mechanische instelschroef maximum gasdruk (onder
afdekschroef);
6. Tweede operator + modulerende gasklep;
7. Aansluitconnector;
8. Eerste operator (hoofdgasklep)
Werking van het gasblok
Minimum gasdoorlaat
Het gasblok heeft twee operators. De eerste heeft de
functie van hoofdgasklep. De tweede heeft de functie van
regelklep. Als beide kleppen open worden gestuurd, zal de
tweede op een minimum open stand gaan staan (als er
geen modulatiesignaal is). Via de bypass kan er nu een
minimale hoeveelheid gas door het gasblok stromen. In
deze bypass is de instelschroef voor minimum gasdruk
opgenomen.
Modulerende werking
Als het gasblok ook elektrisch modulerend wordt aange-
stuurd, zal de tweede klep verder open gaan dan zijn
minimum open stand. Nu zal ook, naast het aparte
kanaaltje, de hoofddoorlaat open gaan, waardoor er meer
gas naar de brander wordt gevoerd.
Maximaal vermogen
Als de tweede operator een volmodulerend signaal krijgt,
wordt de maximum gasdruk beperkt door de instelling van
schroef 5. Deze mechanische instelling geldt voor zowel
tapwater als cv-werking.
26
Elektronische instelling via potmeters op de
ontsteekprint
P4 (rechts): Ontsteekbranderdruk
(fabrieksinstelling: )
Deze druk wordt gecreëerd door extra modulatie via de
2
e
operator en duurt zolang de regeling geen vlam ziet.
P5 (links) : Minimum gasdruk
(fabrieksinstelling: )
Deze druk wordt afzonderlijk van de mechanisch
ingestelde branderdruk via de moduleerspoel gege-
ven.
11.3 Controle van de branderdrukken
1. Meet de gas voordruk (stand-by):
Zet de bedieningsschakelaar op OFF;
Meet de gasvoordruk op punt 3 van het gasblok;
2. Meet de voordruk tijdens bedrijf.
Zet de bedienningsschakelaar op ON;
Ontsteek het toestel middels tapwater vraag;
Meet de gasvoordruk op punt 3 van het gasblok.
De druk is lager dan de stand-by situatie.
3. Meet de ontsteekbranderdruk;
Maak de kabel van de ionisatiepen los;
Start het toestel, e.v.t via X5 (fig 13.4 op hoofdprint 101);
Meet de ontsteekbranderdruk op punt 2 van het
gasblok;
Maak de kabel weer vast;
Reset.
4. Meet de minimum druk;
Maak de connector X10 los;
Start het toestel;
Meet de minimum druk op punt 2 van het gasblok;
Monteer connector X10.
5. Meet de maximum druk;
Overbrug de testaansluiting X5 op de hoofdprint;
Zet de schakelaar op ON.;
Meet na 10 seconden direct de maximale gasdruk op
punt 2 van het gasblok.
Controleer of de meetpunten weer dicht zijn geschroefd!
Figuur 11.4: Verhouding tussen branderdruk en het geleverde vermogen
(Aardgas: G25)
Ga als volgt te werk:
1. Bepaal het benodigde cv-zijdig vermogen;
2. Bepaal m.b.v. de grafiek de benodigde druk;
3. Start het toestel door middel van de testaansluiting X5
op de hoofdprint. Verbindt deze door. Het toestel gaat
nu naar het max. ingestelde cv-zijdige vermogen.
4. Meet de branderdruk op het gasblok (meetpunt 2);
5. Stel m.b.v. potmeter P3 op de hoofdprint de gewenste
branderdruk voor de cv-installatie in.
6. Verwijder de doorverbinding op testaansluiting X5.
7. Noteer de huidige instelling in de klep van het toestel.
Met behulp van potmeter P3 (zie figuur 13.4) is het moge-
lijk om het maximale vermogen voor de cv-installatie te
begrenzen. Dit is een elektronische begrenzing die alleen
voor de cv-installatie geldt. Op tapwater wordt het volledige
vermogen gegeven. Figuren 11.4 en 11.5 geeft de verhou-
ding tussen branderdruk en cv-zijdig vermogen weer.
Druk in mbar
Brander: minimum
Brander: maximum
Brander: ontsteek
Max. gasverbruik
m
3
/h; l/min
Toelaatbare voordruk
11.4 Begrenzen van het maximale cv-zijdige
vermogen
De onderstaande tabel geeft de voorgeschreven drukken.
Aardgas (G25)
3,6
17,4
± 6,0
3,17 / 52,8
20 - 30
Propaan (G31)
8,3
36,5
± 13,0
2,0 kg/h
37 - 50
Figuur 11.5: Verhouding tussen branderdruk en het geleverde vermogen
(Propaan: G31)
Aardgas
G25
Sluit de meetnippel
Propaan
G31
27
11.5. Afstellen luchtdrukschakelaar
Het toestel is beveiligd tegen een te gering luchttransport
van de toevoerlucht. Als er te weinig luchttransport is zal er
te weinig drukverschil worden gemeten, waardoor het
toestel niet in kan komen. Als er warmtevraag is, zal de
regeling eerst een ruststandcontrole op luchtdruk-
schakelaar uitvoeren. Als er al contact is voordat de
ventilator op maximum toeren is, valt het toestel in storing.
Figuur 17. Montage van de T-stukjes.
Figuur 18. Plaatsen kap en aansluiten drukverschilmeter
LET OP!
Aansluitingen van de luchtdrukschakelaar zijn 230V!
Wanneer meten
Als er warmte wordt gevraagd, via tapwater of cv, dient de
ventilator aan te gaan (altijd hoogtoeren). Als de brander
nu niet in bedrijf komt kan er een luchtzijdig probleem zijn.
Als het drukverschil te klein blijft schakelt de drukverschil-
schakelaar niet in en blijft de ventilator aan totdat deze wel
schakelt (of de warmtevraag stopt).
+ Overdruk (rood)
- Onderdruk (wit)
1. Connector (COM);
2. Connector (NC) (niet aangesloten);
3. Connector (NO);
Meetcondities:
1. Verwijder de mantel;
2. Verwijder de kap van de gesloten ruimte;
3. Monteer de T-stukjes: zie figuur;
4. Sluit slangetjes aan (lang genoeg);
5. Verwijder het rechtse dopje in de kap van de gesloten
ruimte;
6. Voer de beide slangetjes door het ontstane gat naar
buiten: KNIK ZE NIET;
7. Monteer de kap;
8. Sluit slangetjes aan op een drukverschil meter;
Schakelwaarden normaal bedrijf:
· Bij start: Dp = 200 Pa
· In bedrijf Dp = 170 Pa
· Inschakeling: 175 Pa. (stijgende druk)
· Uitschakeling: 135 Pa. (dalende druk))
De meting:
Waarde (in Pascal)
Zet het toestel aan:
(de ventilator heeft één vast toerental)
>175. Het toestel komt in bedrijf:
• Geen luchtzijdig probleem;
>175 Toestel niet in bedrijf:
• Controleer slangetjes op lekkage;
• Mogelijk luchtdrukschakelaar defect;
<175 Toestel niet in bedrijf:
• Controleer slangetjes op lekkage;
• Mogelijke verstopping van meetpijpjes;
• Verkeerde stand van de meetpijpjes;
• Mogelijke verstopping in de luchttoevoer;
• Ventilator opbrengst onvoldoende:
• Controleer spanning: 230V. Mogelijk print defect.
Toestel weer aanpassen in oorspronkelijke staat!
Vergeet het dopje niet terug te stoppen.
28
Voor een storingsvrije werking van het toestel dienen de
beide elektroden juist afgesteld te zijn. Zie figuren 11.6 en
11.7 voor deze afstelling
Figuur 11.6 Afstelling van de ontsteek elektrode
Figuur 11.7 Afstelling van de ionisatie elektrode
11.6 Afstelling van ontsteek en ionisatie elektrode
29
°C Ohm °C Ohm °C Ohm
0 32.150 35 6.530 70 1.750
5 26.310 40 5.330 75 1.480
10 19.860 45 4.370 80 1.260
15 15.890 50 3.600 90 920
20 12.490 55 2.990 95 790
25 10.000 60 2.490 100 680
30 8.060 65 2.090
Elektrische weerstand van de NTC sensoren
JP01
JP04
Jumpers JP01 - JP02 - JP04
Relais niet bekrachtigd
pomprelais
branderrelais
WARMWATER (ZIE LED'S) TAPKRAAN OPEN > 2,5L/MIN?
A
LED
Relais bekrachtigd
RELAIS
RY01
RY02
bekrachtigd niet-bekrachtigd
pomp uit
brander in
pomp aan
brander uit
JP02
NORMAAL MOGELIJKE OORZAAKSTORING
x
x
x
VERWARMING C.V. (ZIE LED'S) CV-WARMTEVRAAG AANWEZIG?
B
LED NORMAAL MOGELIJKE OORZAAKSTORING
ALGEMEEN WARMWATER / C.V. CONTROLEER EERST PUNT A EN PUNT B
C
RY02
NORMAAL MOGELIJKE OORZAAKSTORING
Electrisch niet ingeschakeld of zekering defect
Stromingssensor (136) functioneert niet, mogelijk vuil
Aan/uit niet belangrijk voor warmwater functie
Print defect (vervang print)
Waterdruk cv te laag, waterdruk schakelaar (114) niet goed ingesteld of defect
Electrisch niet ingeschakeld of zekering defect
Warmwaterkraan nog open, stromingssensor (136) functioneert
Kamerthermostaat (72) uitgeschakeld of te laag ingesteld
Wachttijd loopt nog (max. 3 minuten)
Waterdruk cv te laag, waterdrukschakelaar (114) niet goed ingesteld of defect
aan
aan
(190)
Niet
bekrachtigd
uit
uit
(190)
Brander
Vlam-
indicatie
RY02 = aan-uit branderautomaat relais
Geen warmtevraag: Controleer de regelprint
Onvoldoende lucht transport: Controleer rookgasafvoer en luchttoevoer mogelijk-
heden
AUTOMATISCHE ONTSTEKING Bij vlamstoringsignalering: (189) brandt
D
1. Controleer eerst de punten A, B en C
2. Controleer vonk en positie ontsteek-elektrode (81)
3. Controleer positie ionisatie-elektrode (82)
4. Controleer branderdruk ontsteking (P4)
5. Controleer min. branderdruk ontsteking (P5)
Voor afstellingen zie H11
RELAIS
Jumper positie voor
aardgas
Jumper positie voor
propaan
Selectie Aardgas / Propaan
12. STORINGEN EN SERVICE ONDERDELEN
Neem voor het ombouwen naar propaan contact
op met AGPO
bekrachtigd
12.1 Storingslijst met mogelijke oorzaken en oplossingen
Jumper gemonteerd
Geen wachttijd
Warmwater max. 62°C*
* fabrieksinstelling
Jumper niet gemonteerd
Wachttijd ingeschakeld*
Warmwater max. 52°C
* fabrieksinstelling
* De cv-pomp (32) werkt als de beschermingsthermostaat (50) onderbroken is.
* Het toestel schakelt in bij een ketelwatertemperatuur van 5°C of lager, via sensor (34).
* Zekering op print 2 Amp (traag).
* De cv-pomp (32) functioneert niet als de cv-waterdruk te laag is.
STORINGZOEKEN?;
CONTROLEER EERST PUNT A, DAN B, DAN C, DAN D.
= LED uit = LED aan = LED onbelangrijk
30
Nr. Omschrijving
14 cv-zijdig overstortventiel (3 bar)
16 ventilator
20 houder gasinspuiters
21 gasinspuiters hoofdbrander (aardgas)
21 gasinspuiters hoofdbrander (propaan)
22 branderbed (compleet aardgas)
27 koperen warmtewisselaar
28 rookgasverzamelkast
29 rookgasafvoeropening
32 c.v.-pomp (UPS 15/50)
34 temperatuursensor (cv-aanvoer,
NTC inschroef 10kOhm bij 25°C)
36 automatische ontluchter
42 temperatuursensor (tapwater,
NTC inschroef 10kOhm bij 25°C)
43 luchtdrukschakelaar
44 gasblok (Honywell VK41.5G)
49 maximaalthermostaat (100°C)
Bestel nr
3250012
3288020
3288081
3288492
3288015
3288010
3288300
3250019
3288300
3288250
3288200
3286132
Figuur 12.1 Service onderdelen Domina F24E
12.2 Overzicht van het toestel en de serviceonderdelen.
Nr. Omschrijving
50 beschermingsthermostaat (88°C)
63 knop voor ketelregelthermostaat
81 ontsteking-elektrode
82 ionisatie-elektrode
90 meetopening verbrandingsgassen
100 ontsteek en beveiligingsprint
(Honywell S4562DM1006)
101 hoofdprint (Honywell MF02)
114 watergebrekschakelaar
132 rookgasverdeelplaat
136 stromingssensor tapwater (Caleffi)
145 manometer C.V.
157 knop voor regelthermostaat warmtapwater
187 rookgasdiafragma ø45 mm
187 rookgasdiafragma ø47 mm
187 rookgasdiafragma ø50 mm
198 knop voor aan/uit/reset schakelaar
Bestel nr
3288025
3288170
3288306
3288304
3288310
3288260
3286404
3288140
3287011
3288035
3288170
3288312
3288315
3288084
3288302
LET OP!
Neem voor het vervangen
van onderdelen de stekker
uit het stopcontact!
31
7. Gastoevoer
8. Uitlaat warmtapwater
9. Toevoer koudtapwater
10. Aanvoer-cv
11. Retour-cv
14. Overstortventiel cv-zijdig
16 Ventilator
19. Verbrandingsruimte
20. Branderbed
21. Gasinspuiter
22. Brander-reep
28. Rookgasverzamelkast
27. Warmtewissellaar
29. Toesteluitgang verbrandingsgassen
32. Toestel cv-pomp
34. Temperatuursensor (cv-aanvoer)
36. Automatische vlotterontluchter
42. Temperatuursensor voor warm tapwater
43 Luchtdrukschakelaar
44. Gasblok
49. Maximaalthermostaat
50. Beschermingsthermostaat
63. Regelthermostaat cv
81. Ontsteek-elektrode
82. Ionisatie-elektrode
98. Schakelaar
100 Hulpprint (ontsteek en beveiligingsprint)
101. Hoofdprint
114. Watergebrekschakelaar
136. Stromingssensor voor warm water
145. Manometer
157. Regelthermostaat warmwater
186. Temperatuursensor (cv-retour)
187. Rookgasdiafragma
194. Warmtewisselaar tapwater
198. Vlamstoringsindicatie-LED
190. Vlam-indicatie-LED
Werking voor de cv-installatie
Aansturing
Het toestel ontsteekt als de kamer thermostaat warmte
vraagt. De cv-LED ( ) oplichten.
Waterstroom
Als de cv-pomp (32) in werking is, stroomt het opge-
warmde cv-water uit de wisselaar (27) via de cv-aanvoer
(10) naar de cv-installatie. Vanuit de cv-installatie komt het
water via cv-retour (11) en de cv-pomp (32) in het toestel.
Werking voor tapwater verwarming
Aansturing
Het toestel ontsteekt als de stromingssensor (136) wordt
geactiveerd. Op het display brandt het
tapwater-LED ( ).
Bij het verlaten van het toestel stroomt het water langs de
tapwater sensor (42). Afhankelijk van de gemeten tempe-
ratuur wordt het toestel vermogen gestuurd, om de
ingestelde tapwater temperatuur (157) te bereiken.
13.1 Werking van het toestel
Figuur 13.1 Het principeschema van de Domina F24E
Waterstroom
Bij de tapwater toevoer (9) stroomt vers tapwater het
toestel in. Door stroming langs de stromingssensor (136)
wordt het toestel opgestart voor tapwater gebruik. Het
water stroomt nu door de tapwaterspiraal opgenomen in
de cv-warmtewisselaar (27). Het opgewarmde tapwater
stroomt na het verlaten van de wisselaar langs de
tapwatersensor (42). Het opgewarmde tapwater zal het
toestel via de warmwater uitlaat (8) verlaten.
13. WERKING EN TECHNISCHE GEGEVENS
Combi-werking
Het toestel is geschikt om warmte te leveren aan de cv-
installatie of aan de tapwater installatie. Het leveren van
warm tapwater heeft altijd voorrang.
Na iedere warmte vraag gaat een wachttijd van 3 minuten
in. Op het display brandt de wachttijd-LED ( ).Tijdens
deze wachttijd kan het toestel niet voor cv-bedrijf inschake-
len.
Als er tapwatervraag is zal het toestel direct inschakelen
voor tapwater bedrijf. Als het toestel voor cv-bedrijf werd
gebruikt wordt nu de cv-pomp (32) uitgeschakeld, en de
wachttijd van 3 min. genegeerd.
Als het toestel in wachttijd stond, wordt de cv-pomp (32)
uitgeschakeld en de wachttijd genegeerd.
Het uitschakelen van de wachttijd (via jumper 2) wordt niet
geadviseerd. De wachttijd voorkomt dat uw toestel
onnodig veel schakelingen maakt en verlengt zo de
levensduur van uw toestel
32
Opstartcyclus
1. De stekker wordt in het stopcontact gestoken, en de
bedienningsknop op “ON” gezet.
2. gaat branden. Het toestel is nu klaar voor gebruik
Vervolgens kan een van de volgende LED’s oplichten
Toestel komt in bedrijf voor cv-gebruik
Toestel komt in gebruik voor tapwater-gebruik
Toestel komt niet in bedrijf, de cv-druk te laag is.
Er is een vlamstoring opgetreden.
Ontsteking
Ontstekingsprocedure:
1. Warmtevraag aanwezig:
centrale verwarming;
tapwater verwarming.
2. bij cv-vraag gaat de cv-pomp draaien (32),
bij tapwatervraag wordt de stromingsschakelaar
(136) geactiveerd.
3. Bekrachtiging van de ventilator (16). Deze draait bij
warmte vraag op een constant toerental.
4. Controle of er voldoende luchttransport is, door de
luchtdrukverschilschakelaar (43).
5. Bij voldoende luchttransport zal er tussen vonk-
elektrode (81) en het branderbed (22) een vonk
overspringen. (ca. 2 sec na de warmtevraag)
6. Het gasblok (44) opent de gastoevoer.
(ca. 4 sec. na de warmtevraag)
7. Het gas wordt door de inspuiters (21) van de gasver-
deler in de branders (22) gespoten. Na het verlaten
van de inspuiter mengt het gas zich met de
omgevingslucht.
8. Bij de brander wordt het mengsel door de vonken van
de vonk-elektrode (81) tot ontsteking gebracht, waarna
de warme verbrandingsgassen via de wisselaar (27)
hun warmte aan het langsstromende water
overdragen.
9. De vonkontsteker schakelt uit als er ionisatie-signaal
is. Dit signaal wordt met de ionisatie-elektrode (82)
gemeten. De brander moet in maximaal 10 seconden
na het openen van de gasklep ontsteken. Indien dit
niet gebeurt, gaat het toestel op vlamstoring (189)
Als het ionisatie-signaal wordt gemeten, zal de
vlamindicatie LED oplichten (190)
10. Hierna volgt vrijgave van de regeling.
Vlamcontrole
Gedurende het branden zal de ionisatie-elektrode (82)
controleren of de vlam aanwezig blijft. De vlamindicator
(190) geeft aan of dit signaal aanwezig is.
Als de vlam tijdens het functioneren van het toestel
wegvalt, zal ook het ionisatie-signaal wegvallen en zal de
gastoevoer gesloten worden. Na een wachttijd van 10
seconden vindt een herstart plaats. Als er nu weer geen
ionosatie wordt gemeten gaat het toestel in vlamstoring.
Vlamstoring
Deze vlamstoring wordt gesignaleerd door de
vlamstoringsindicator (189). De vlamstoring is met behulp
van de bedieningsschakelaar (98) op te heffen. (Even op
de stand RESET houden en loslaten)
De ionisatiemeting is fase-ongevoelig.
Herstart
Als er na de ontsteekfase geen ionisatiesignaal wordt
waargenomen valt het toestel in vlamstoring (189). Er zal
nu geen herstart plaatsvinden.
Als er tijdens de veiligheidstijd een ionisatie signaal werd
waargenomen zal het toestel wel opnieuw starten.
Einde warmtevraag
1. Gasblok (44) stopt de gastoevoer;
2. Na cv-verwarming draait de cv-pomp 7 minuten na.
Directe beveiligingen
Ionisatie-elektrode (82)
Gedurende het ontsteken en branden zal de ionisatie-
elektrode (82) controleren of de vlam aanwezig blijft. De
vlamsignaal LED (190) zal branden. Als het signaal er niet
is of wegvalt, zal het toestel in vlamsignaalstoring (189)
gaan. Deze storing is middels de RESET-knop (98) op te
heffen.
Beschermingsthermostaat (50)
Om de warmtewisselaar (27) te beveiligen tegen koken is
een beschermingsthermostaat (50) aangebracht. Wan-
neer deze thermostaat een temperatuur van 88°C meet
wordt het toestel uitgeschakeld. Het toestel wordt weer
vrijgegeven voor de regeling als de temperatuur
overschrijding is opgeheven.
Maximaalthermostaat (49)
Als deze thermostaat een cv-aanvoertemperatuur van
meer dan 100
o
C meet, wordt het toestel uitgeschakeld. Als
de temperatuur overschrijding is opgeheven komt het
toestel weer in bedrijf.
Laagwaterdrukbeveiliging (114)
Als de waterdruk onder de ca. 0,8 bar komt, zal het toestel
uitschakelen, en zal de laagwaterdruk LED ( ) gaan
branden.
Als de druk weer voldoende is, zal deze storing automa-
tisch opgeheven worden.
Overstortventiel cv-zijdig (14)
Dit overstortventiel zal bij een cv-druk die hoger is dan
3 bar inwerking treden.
Vorstbeveiliging (34)
Het toestel wordt d.m.v. een vorstbeveiligingsfunctie via de
cv-aanvoersensor (34) beveiligd tegen bevriezing. Als de
temperatuur bij deze sensor onder de 5
o
C komt, zal het
toestel op laagstand gaan branden en na een
temperatuursverhoging tot 18
o
C weer uitschakelen.
Voorkomen van het vastzitten van de cv-pomp (32)
Om te voorkomen dat de cv-pomp (32) vast gaat zitten
wordt de pomp na iedere tapwatervraag even bekrachtigd.
Voldoende luchttransport (43)
Om te voorkomen dat er geen luchttransport is door het
vastzitten van de ventilator of een verstopt rookgasafvoer of
luchttoevoerkanaal wordt voor het ontsteken van het
gaslucht mengsel het luchttransport gecontroleerd m.b.v.
de luchtdrukverschilschakelaar(43). De regeling wordt niet
vrij gegeven als er geen luchtdrukverschil is.
33
13.2 Extern beschikbare opvoerhoogte
Afhankelijk van het cv-pompvermogen en de weerstand
van de installatie zal zich een pomp werkpunt instellen. Bij
dit werkpunt dient de doorstroming van het toestel en de
installatie voldoende te blijven om het opgewekte cv-
vermogen naar de radiatoren af te voeren.
Werkpunt, opvoerhoogte en weerstand
Bij werkpunt van een installatie is de totale weerstand van
het toestel en de installatie, in evenwicht met de opbrengst
van de pomp.
Het werkpunt wordt gekenmerkt door een volumestroom
en een druk. Het werkpunt ligt op de lijn in de pomp-
karakteristiek.
De druk is het drukverlies van het totale systeem.
De volumestroom is het aantal liters per uur wat door de
installatie stroomt.
Met betrekking tot de volumestroom dient u met de
volgende zaken rekening te houden:
1. De weerstand van de cv-installatie mag niet te groot
zijn.
Als de weerstand van de cv-installatie klein is, kan de
pomp 1 of 2 standen terug worden gezet.
2. De volumestroom dient minimaal 200 l/h te zijn.
Bij een cv-installatie met alleen thermostatische
radiatorkranen dient daarom een bypass geïnstalleerd
te worden die hiervoor zorgt.
Uitleg van de grafiek
In de grafiek wordt de extern beschikbare pomp opvoer-
hoogte weergegeven. Deze wordt ook wel genoemd:
- pomp-opvoerhoogte min de weerstand toestel
(cv-zijdig).
- maximaal toelaatbare weerstand van het aangesloten
cv-systeem.
- restopvoerhoogte.
13.3 Tapwaterzijdig drukverlies
Het tapwaterzijdig drukverlies
Als de hoeveelheid doorstromend tapwater in het toestel
toeneemt, zal ook het drukverlies (weerstand) over het
toestel toenemen. Dit drukverlies wordt grotendeels
bepaald door de hoeveelheidsregelaar. Als de kraan
helemaal open wordt gedraaid, zal de volgende situatie
zich voordoen.
De waterdruk voor het toestel zal in evenwicht komen met
het totale drukverlies over het toestel (de hoeveelheids-
regelaar), inclusief het leidingsysteem met de kraan. Bij dit
evenwicht, het werkpunt, hoort een volumestroom. De
weerstand van de hoeveelheidsregelaar is zo gekozen dat
de nominale volumestroom bij de meest voorkomende
voordruk ligt.
Wat te doen bij een te lage voordruk
Als de voordruk bij het toestel te laag is, bijvoorbeeld bij
hoogbouw, zal het evenwicht te ver verschuiven, waardoor
de volumestroom minder wordt.
Om de volumestroom weer te vergroten moet de
hoeveelheidsregelaar uit het toestel worden verwijderd.
Het gevolg hiervan is dat het evenwicht weer te ver naar de
andere kant verschuift, waardoor de volumestroom weer
veel te groot wordt. Plaats een hoeveelheidsregelaar om
de volumestroom nu goed in te kunnen stellen.
1. Het drukverlies mèt hoeveelheidsregelaar
2. Het drukverlies zonder hoeveelheidsregelaar.
Figuur 13.2 Extern beschikbare opvoerhoogte
Figuur 13.3 Tapwaterzijdig drukverlies Domina F24E
34
13.4 Technische gegevens
Specifikaties eenheid Domina F24E
Capaciteit G 25 G 31
nominale belasting (b.w.) kW 28,6 - 12,8 28,0 - 12,5
(o.w.) kW 25,8 - 11,5 25,8 - 11,5
modulatiebereik % 45 - 100 45 - 100
Centrale verwarming
nominaal vermogen 80/60°C kW 23,3 - 9,7
regeling modulerend
nadraaitijd cv-pomp min. 7
waterinhoud cv-zijdig l. 1,5
toelaatbare waterdruk bar 3,0
cv-aanvoertemperatuur (instelbereik) °C 90 (30 - 90)
Tapwater
vermogen kW 23,3-9,7
nom. tapdebiet (±62°C) l/min. 6,0
aangepast tapdebiet (bij 40°C) l/min. ± 11 (zonder doorstroomregelaar)
tapdrempel l/min. ± 2,5
watertemperatuur (fabrieks-instelling) °C ± 60
warmwatersetpoint (instelbereik) 40 - 60
wachttijd voor cv-gebruik minuut 3
waterinhoud tapwater-zijdig l. 0,8
toelaatbare max. tapwaterdruk bar 6
Brandertechniek G 25 G 31
ontsteking vonk vonk
inspuiters mm (aantal) 1,30 (12) 0,77 (12)
branderdruk (min - max) mbar 3,6 - 17,4 8,3 - 36,5
gasvoordruk (tolerantie) mbar 25 (20 - 30) 36,5 (36 - 50)
gasverbruik (max.) m3/h (l/min) 3,17 (52,8) 2 kg/h
toestel-klasse C12, C22, C32, C42, C52, C62, C72, C82
toestel category II
2l3b/p
Electrisch
voeding V / Hz 230 / 50
anticipatie instelling aan/uit kamerthermostaat Amp. 0,12
kamerthermostaatspanning V (~) 24
opgenomen vermogen (rust / max.) W 5 / 150
IP-klasse 42 (bij vaste 230V aansluiting IP 44)
zekering Amp. 2 (traag)
vlamsignaal (fase-ongevoelige automaat) micro Amp. 0,8 (laagstand)
Constructieve informatie
gewicht kg 33,7
afmetingen (h*b*d) m m 720*460*284
cv-aansluitingen 3/4” bu (3 cm lang)
tapwateraansluitingen 1/2” bu (3 cm lang)
gasaansluiting 1/2” bu (3 cm lang)
luchttoevoer m m 80
rookgasafvoeraansluiting m m 80
materiaal warmtewisselaar koper
materiaal brander rvs
35
16 ventilator
32 toestel cv-pomp
34 cv-aanvoersensor
42 tapwatersensor
43 luchtdrukschakelaar
44 gasblok
49 maximaalthermostaat
50 beschermingsthermostaat
72 kamerthermostaat
(aansluiting)
13.5 Elektrisch aansluitschema en aansluitingen op de toestelconnector
Figuur 13.4 Overzicht van de print-layout
81 ontsteek-elektrode
82 ionisatie-elektrode
100 hulpprint
101 hoofdprint
104 zekering 2AT
114 watergebrekschakelaar
136 stromingssensor
203 230V voeding
Onderdelen
Figuur 13.3 Toesteloverzicht
Relais niet bekrachtigd
pomprelais
aan-uit relais
Relais bekrachtigd
RELAIS
RY01
RY02
bekrachtigd niet-bekrachtigd
pomp uit
brander in
pomp aan
brander uit
RELAIS
P1=Aanvoertemperatuur C.V.
P2=Warmwatertemperatuur
P3=Max vermogen voor C.V.
P4=Branderdruk tijdens ontsteking
P5=Min Branderdruk (electronisch)
JP01
JP04
JP02
Jumper positie voor
aardgas
Jumper positie voor
propaan
Selectie Aardgas / Propaan
Neem voor het ombouwen naar propaan contact
op met AGPO
Jumper gemonteerd
Geen wachttijd
Warmwater max. 62°C*
* fabrieksinstelling
Jumper niet gemonteerd
Wachttijd ingeschakeld*
Warmwater max. 52°C
* fabrieksinstelling
Jumpers JP01 - JP02 - JP04
36
Fabrikant Ferroli S.p.A
Adres:via Ritonda 78/A 37047
San Bonifacio (VR) Italië
verklaart hiermede dat de AGPO F24E
voldoen aan de bepalingen van de Richtlijn Gastoestellen (90/396/EEG).
14.1 CE-markering
14. CERTIFICATIES VAN DE AGPO DOMINA F24E
Garantiebewijs A.u.b. op sturen naar AGPO b.v.
Naam:
Adres:
Uitknippen en in gefrankeerde enveloppe zenden aan:
AGPO b.v.
Postbus 3364
4800 DJ Breda
Stempel en handtekening installateur
Datum van ingebruikstelling:
Toestelgegevens (Vermeldt op de witte sticker achter de klep)
Domina F24E
Serienummer:
GARANTIEVOORWAARDEN
Dit AGPO produkt wordt door AGPO b.v. aan de installateur gegarandeerd onder de onderstaande voorwaarden. De installateur
garandeert dit produkt onder dezelfde volgende voorwaarden aan de gebruiker:
1 De garantietermijn is geldig vanaf de installatiedatum en na ontvangst binnen 8 dagen van het volledige ingevulde en
ondertekende garantiebewijs.
2 De garantietermijn voor cv-ketels en apparatuur bedraagt 2 jaar.
3 Het toestel dient te zijn geïnstalleerd door een erkend installateur volgens de geldende algemene en plaatselijke voorschriften en
met inachtneming van de door AGPO verstrekte installatie- en inbedrijfsstellings voorschriften.
4 Het toestel moet geïnstalleerd blijven op de oorspronkelijke plaats.
5 De garantie vervalt indien:
- gebreken aan het toestel niet zo spoedig mogelijk nadat ze ontdekt werden of ontdekt hadden kunnen worden, schriftelijk
aan de installateur worden gemeld;
- gebreken zijn veroorzaakt door fouten, onoordeelkundig gebruik of verzuim van de consument die de opdracht heeft
gegeven of rechtsopvolger, danwel door van buiten komende oorzaken;
- gedurende de garantietermijn zonder schriftelijke toestemming van de installateur van het toestel aan een derde opdracht is
verstrekt van welke aard dan ook om aan het toestel voorzieningen te treffen, danwel wanneer door de consument zelf
zodanig voorzieningen zijn getroffen.
- gedurende de garantieperiode niet periodiek deskundig onderhoud wordt verricht aan apparatuur die onderhoud behoeft;
6 De consument dient een beroep op de in dit artikel omschreven garantieverplichtingen in de eerste aanleg schriftelijk te doen bij
de installateur en wel binnen vijf werkdagen nadat de fout of het gebrek is geconstateerd of redelijkerwijs geconstateerd had
kunnen worden.
7 Voorts gelden de bepalingen, opgenomen in artikel 14 van onze Algemene verkoop- en Betalingsvoorwaarden, zoals gedepo-
neerd bij de Kamer van Koophandel te Breda, onder nummer 219 d.d. 9-10-1992.
Voor de vervolgschade aan het AGPO toestel, anders dan ter zake van een gebrek dat onder de boven omschreven garantie valt
wordt door AGPO b.v. niet ingestaan. AGPO b.v. is jegens de gebruiker voorts niet aansprakelijk voor door de gebruiker geleden
zuivere vermogensschade en/of bedrijfsschade van welke aard dan ook.
Garantiebewijs Deze kopie kunt u in
de handleiding laten ziten
Stempel en handtekening installateur
Datum van ingebruikstelling:
Toestelgegevens
(Vermeldt op de witte sticker achter de klep)
Domina F24E
Serienummer:
AGPO b.v.
Postbus 3364
4800 DJ Breda
Naam:
Adres:
GARANTIEBEWIJS
5

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

AGPO-Domina-F24E
  • bar stond op 2,5.
    destijds hebben ze mij gezegd de twee kranen tegelijk open te zetten om de druk te regelen. Aks ik dit doet gaat hij verder naar 3 Gesteld op 14-1-2022 om 16:16

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Ik heb 2uur water gevuld in de ketel waterdruk blijft laag en knippert (34)
    Ik begrijp t niet et zit nu zoveel water in
    hoe kan dit Gesteld op 26-4-2020 om 00:01

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Goedendag,
    We hebben hier een agpo ferroli f24e.
    Die heeft de laatste tijd de neiging om spontaan aan en uit te gaan.
    Terwijl de thermostaat uit staat,.
    Je hoort de relais klikken en de ketel slaat heel even aan.
    iemand bekend met dit probleem? Gesteld op 8-7-2014 om 21:29

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Hallo wij hebben agpo domina f24e bij ons sloeg hij niet aan je hoorde wel de thermostaat klikken bij ons hebben ze de hoofdprintplaat vervangen Geantwoord op 13-3-2015 om 20:07

    Waardeer dit antwoord (2) Misbruik melden
  • Vandaag ook de printplaat vervangen maar nog steeds het probleem, dus morgen voor de 6e keer bellen, waardeloze ketel !!! Geantwoord op 1-4-2015 om 20:42

    Waardeer dit antwoord (4) Misbruik melden
  • we moeten onze ketel 5 keer ressetten of meer alles is orde zoals waterdruk en tempratuur Gesteld op 2-12-2013 om 22:38

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Hallo, ik heb ook een probleem met de cv ketel, hij heeft genoeg water maar blijft steeds op stand by. Ik heb hem gereset maar krijg nog steeds geen warmte. Warm water heb ik wel. Alvast bedankt voor de informatie. bakker.film@gmail.com Gesteld op 28-10-2012 om 11:59

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Kan ik antivries gebruiken in mijn cv ketel merk agpo domina ferroli f 24 e op propaan? Gesteld op 16-10-2012 om 11:39

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
6
  • Ik heb een probleem met het cv gedeelte van Domina F24E. Na een paar minuten branden schakelt de brander uit om dadelijk weer terug aan te gaan. Vanaf dan blijft zich dat sneller en continu herhalen: een kleine 10 seconden branden, uitvallen en ondmiddellijk weer branden voor een kleine 10 seconden, weer uitvallen, onmiddellijk weer aan voor een kleine 10 seconden ... Ketel wordt aangestuurd door een kamerthermostaat. Ik heb deze kamerthermostaat al eens overbrugd bij de aansluiting op de ketel, resultaat blijft hetzelfde. Warm tapwater geeft geen problemen. Gesteld op 7-3-2012 om 16:25

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Hallo allemaal,
    mijn agpo domina maakt af en toe bij het aanslaan lawaai.
    Het lijkt alsof het heel snel aan en uit gaat. het geeft een raar geluid, zoef zoef zoef en als ik het vrije deksel voor zuurstof inlaat openmaak dan gaat hij gewoon draaien.
    Zet ik de deksel weer op dan gaat het weer zoef zoef zoef en al ik de deksel vlak boven de toevoer houd dan gaat het een beetle op en neer. Net alsof er een klep open en dicht gaat. De hoofdprint en de ionisatiepen is al vervangen door een monteur van een bedrijf. Gesteld op 15-1-2012 om 10:41

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • De ionisatiepen zelf eraf gehaald en de plaats waar het zat schoongemaakt ( zat roest op )
      en een beetje contactspray gespoten. Ook de onderkant van de ionisatiepen schoongemaakt en een contactspray gespoten. En hij draait nu goed. Geen rare geluiden of wat dan ook. Geantwoord op 5-2-2012 om 17:42

      Waardeer dit antwoord Misbruik melden
  • Goede dag allemaal,
    al enkele dagen wordt het tapwater steeds kouder. vandaag wilde ik de kraan aanzetten maar ik zie dat er totaal geen vlam ontstaat.... iemand een idee wat het kan zijn. vorig jaar de printplaat en ventura al vervangen. Gesteld op 27-12-2011 om 13:36

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • Ik ben in het bezit van een agpo, had ook last van vlamstoring.
      De monteur heeft de ionisatiepen vervangen en het probleem was verholpen. Succes Geantwoord op 15-1-2012 om 10:48

      Waardeer dit antwoord Misbruik melden
  • hallo.ik heb ook een probleem met de cv ketel, hij heeft genoeg water maar blijft steeds op stand by ik heb hem gereset maar krij ik nog steeds geen warmte.warm water heb ik wel.alvast bedankt voor de informatie
    vrg j.bakker jenj40@hotmail.com Gesteld op 26-8-2010 om 19:26

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • hallo.ik heb ook een probleem met de cv ketel, hij heeft genoeg water maar blijft steeds op stand by ik heb hem gereset maar krij ik nog steeds geen warmte.warm water heb ik wel.alvast bedankt voor de informatie.feyzam@msn.com Gesteld op 20-2-2010 om 12:50

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • Helaas, ik heb precies hetzelfde probleem. Warmwater werkt goed, wanneer de cv wil aanslaan zie ik even de vlam branden (na een paar seconde weer uit) en gaat dan op "stand by" Geantwoord op 23-1-2011 om 13:48

      Waardeer dit antwoord (3) Misbruik melden
  • Hallo,

    Ik zit momenteel met hetzelfde probleem. Kachel slaat even aan en daarna gaat ie weer op stanby. Warm water uit de kraan werkt overigens wel?
    Kan iemand een oplossing sturen naar shoes195@hotmail.com?

    Alvast bedankt!

    Gr. Erik Geantwoord op 15-1-2012 om 10:33

    Waardeer dit antwoord (4) Misbruik melden
  • hallo ...
    ik zit met een groot probleem met de cv ketel.
    het gaat om de apgo domina f 24 e .
    ik heb geen handleiding meer
    hij geeft aan dat de druk te laag is moet op 1,5 bar staan .
    hoe moet ik dit oplossen?
    heb al 2 dagen geen warm water .
    met vriendelijke groeten natasja r .
    NAM_Remie@tele2.nl Gesteld op 29-9-2008 om 14:02

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
12

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw AGPO Domina F24E bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van AGPO Domina F24E in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,91 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van AGPO Domina F24E

AGPO Domina F24E Bijvullen ketel - Nederlands - 2 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info