19
Ontdooien van het apparaat
Het ontdooien van de koelruimte
Als de compressor loopt vormt zich op de achterwand van de koelruim-
te een rijplaag. Deze laag wordt automatisch verwijderd, wanneer de
compressor stilstaat. Het dooiwater wordt in een gootje in de ach-
terwand van de koelruimte opgevangen en via een afvoeropening naar
een verzamelbak boven de compressor gevoerd, alwaar het verdampt.
Het ontdooien van de vriesruimte
In het vriesvak slaat het vocht dat ontstaat tijdens de werking van het appa-
raat en tijdens het openen van de deur neer. Daardoor vormt zich in de vries-
ruimte een rijplaag. Deze dient regelmatig verwijderd te worden met behulp
van de speciale kunststof schraper. Een dikke rijplaag in de vriesruimte
betekent een hoger energie verbruik. Ontdooi daarom minstens éénmaal
per jaar, resp. als zich een rijplaag van ca. 4 mm gevormd heeft, devries-
ruimte. Dit kunt u het beste doen, wanneer de vriesruimte leeg of slechts
voor een klein deel gevuld is.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de diepvriesproducten en
bewaar ze op een koele plaats.
2. Schakel het apparaat uit en haal de
stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de huisinstal-
latie uit.
3. Laat de deur van de vriesruimte
openstaan.
4. Steek de kunststof schraper in de ope-
ning onder de vriesruimte en plaats
daar een schaaltje of teiltje onder.
5. Draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de stekker weer in
het stopcontact. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesproducten weer
terugplaatsen.
Belangrijk
Gebruik geen metalen voorwerpen om de rijplaag te verwijderen.
Gebruik geen elektrische verwarmingsapparaten o.i.d. om het ontdooi-
proces te versnellen. Houd u aan de aanwijzingen in dit boekje.
Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan hun houdbaarheidsduur
verkorten.
30
Aufstellen
Aufstellort
Das Gerät soll in einem gut belüfteten und trockenen Raum stehen.
Die Umgebungstemperatur wirkt sich auf den Stromverbrauch und die
einwandfreie Funktion des Gerätes aus. Daher sollte das Gerät
– nicht direkter Sonneneinstrahlung ausgesetzt sein;
– nicht an Heizkörpern, neben einem Herd oder sonstigen Wärmequellen
stehen;
– nur an einem Ort stehen, dessen Umgebungstemperatur der Klimaklasse
entspricht, für die das Gerät ausgelegt ist.
Die Klimaklasse finden Sie auf dem Typschild, das sich links im Innenraum
des Kühlraumes befindet.
Nachstehende Tabelle zeigt, welche Umgebungstemperatur welcher Kli-
maklasse zugeordnet ist:
Klimaklasse für Umgebungstemperatur von
SN +10 bis +32 °C
N +16 bis +32 °C
ST +18 bis +38 °C
T +18 bis +43 °C
Ist die Aufstellung neben einer Wärmequelle unvermeidbar, sind folgende
seitliche Mindestabstände einzuhalten:
– zu Elektroherden 3 cm;
– zu Öl- und Kohleherden 30 cm.
Können diese Abstände nicht eingehalten werden, ist eine Wärmeschutz-
platte zwischen Herd und Kältegerät erforderlich.