6
Aanwijzingen voor het bewaren
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. gebak, kant-en-klare producten, levensmiddelen in
schaaltjes, vers vlees, vleeswaren, dranken
2. melk, zuivelproducten, levensmiddelen in schaaltjes
3. fruit, groenten
4. kaas, boter
5. eieren
6. yoghurt, zure room
7. kleine flessen
8. grote flessen
Bewaartijden en temperaturen
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat
hij afhankelijk is van de versheid en de behandeling van de
levensmiddelen. De bewaartijden zijn daarom slechts
richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt
consumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan
ontdooien) in dit type koelkast bewaard worden. Als de
diepvriesproducten al ontdooid zijn, kunt u ze niet
opnieuw invriezen, maar dienen ze zo snel mogelijk
geconsumeerd te worden.
Gebruik van de koelruimte
Voor optimaal koelen is luchtcirculatie in het
apparaat nodig. Daarom vragen we u om de lucht-
circulators achter de rekken niet af te dekken
(bijvoorbeeld met een blad, etc.).
Zet geen hete levensmiddelen in de koelkast.
Laat ze eerst tot kamertemperatuur afkoelen. Op
deze manier voorkomt u onnodige rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes van elkaar
overnemen. Bewaar levensmiddelen daarom in
gesloten schaaltjes, aluminiumfolie, vetvrij papier of
vershoudfolie. Op deze manier behouden de
levensmiddelen hun vochtigheid en bijv. groenten
drogen niet uit.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte
aan uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook
verplaatsen als de deur 90° open staat.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo
energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook
informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor
voldoende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-
openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in
vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer
open staan dan nodig is.
Doe levensmiddelen altijd in een afgesloten schaaltje.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot
kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Houd de condensor aan de achterkant van het
apparaat schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het
isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen
aantasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of
gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt
van milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op
deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de
gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg
ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor
recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens het
gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect. Het
koelvermogen wordt minder, de temperatuur stijgt en er is
meer energie nodig.
Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de
koelruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets hoeft
te doen.
De thermostaat onderbreekt regelmatig de werking van de
compressor. Het koelen wordt dan onderbroken, de
NL