36
betreffende inbouw- en veiligheidsvoorschriften worden opgevolgd. Door het
grote aantal mogelijke inbouwsituaties kunnen we hier geen gedetailleerde
aanwijzingen geven.
Door voldoende afstand en aanbrengen van een geschikte warmte-isolerende
plaat moet worden voorkomen dat het koelapparaat wordt verwarmd.
Ventilatie van het koelapparaat volgens de voorschriften moet gewaarborgd
zijn.
Het apparaat heeft lucht nodig
De luchttoevoer vindt plaats
onder de deur via de
ventilatiesleuf tussen apparaat
en vloer, de luchtafvoer via het
bovenste ventilatierooster. Let
erop dat deze openingen niet
door sokkelpanelen e.d. worden
afgedekt.
Attentie! Als het apparaat bijv.
onder een bovenkast wordt
opgesteld, moet een afstand van
minimaal 10 cm tussen de
bovenkant van het apparaat en
het daarboven aangebrachte
meubel worden aangehouden (A).
Apparaat richten
1.Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Eventuele oneffenheden in de
vloer compenseren door in- of uitdraaien van de stelvoeten voor.
Inbouw van het toestel
Het koelapparaat kan ook onder een
werkplaat worden geïnstalleerd. In dit geval
moet de werkplaat van het apparaat worden
verwijderd (zie Werkplaat verwijderen).
De minimale hoogte onder de werkplaat moet
820 mm bedragen.
Voor een probleemloze ventilatie moet een
opening achteraan voor de uitstromende
lucht met een oppervlakte van ten minste 200
cm2 worden gezorgd.
De oppervlakte van de werkplaat moet met
geschikte middelen worden behandeld (bijv. lak), om het opzwellen bij optreden van
natte te voorkomen.