15
2. Legen Sie die verpackten Lebensmittel zum Einfrieren in die oberste
Schublade. Nicht gefrorene Ware darf bereits gefrorene Ware nicht
berühren, die gefrorene Ware kann sonst antauen.
3. Tür so wenig wie möglich öffnen und nicht offen lassen.
Kälteakku
Das Gerät ist mit zwei Kälteakkus ausgestattet.
Bei Stromausfall oder einer Störung am Gerät verlängert der Kälte-
akku die Zeit bis zur unzulässigen Erwärmung des Gefrierguts um
mehrere Stunden. Diese Aufgabe erfüllt der Kälteakku nur dann opti-
mal, wenn er in der obersten Schublade vorne oben auf dem Gefrier-
gut eingelegt wird. Den Kälteakku können Sie auch als Kühlelement
für Kühltaschen verwenden.
Lagergutsymbole/Gefrierkalender
• Die Symbole auf den Schubladen zeigen unterschiedliche Arten von
Tiefkühlgut.
• Die Zahlen geben für die jeweilige Art von Tiefkühlgut die Lagerzeit
in Monaten an. Ob der obere oder der untere Wert der angegebe-
nen Lagerzeiten gültig ist, hängt von der Qualität der Lebensmittel
und deren Vorbehandlung vor dem Einfrieren ab. Für Lebensmittel
mit hohem Fettanteil gilt immer der untere Wert.
• Durch Aufstecken der beiliegenden Reiter auf die Schubladen kön-
nen Sie markieren, welche Lebensmittel in dem jeweiligen Fach
gelagert sind.
Eiswürfel bereiten
1. Eiswürfelschale zu 3/4 mit kaltem Wasser füllen, in den Gefrierraum
stellen und gefrieren lassen.
2. Zum Herauslösen der fertigen Eiswürfel die Eiswürfelschale verwin-
den oder kurz unter fließendes Wasser halten.
Achtung! Eine eventuell angefrorene Eiswürfelschale keinesfalls mit
spitzen oder scharfkantigen Gegenständen ablösen, sonst besteht
die Gefahr, daß der Kältekreislauf beschädigt wird. Verwenden Sie
den beiliegenden Kunststoffschaber.
30
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken
voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïn-
stalleerde beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geinstalleerd, dat de steker
altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-
kelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zor-
gen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv.
zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met
een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controle-
ren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waar-
te op het middenscharnier.
13. Hermonteer het onderscharnier
(E) aan de andere kant door
middel van de twee schroeven
die u eerder verwijderd hebt.
14. Verwijder het stopstuk (F) uit het
ventilatierooster (D) door het naar
de pijlrichting te duwen en breng
het aan de andere kant weer aan.
15. Hermonteer het ventilatierooster
(D), voer het door palwerk in.
16. De handgreep losschroeven. Aan de andere kant van de deur bevesti-
gen nadat u de dopjes met een priem doorgeprikt heeft. De vrijgeko-
men gaatjes afsluiten met de bijgeleverde dopjes; deze vindt u in het
zakje van de documentatie.
Belangrijk
Na het omkeren van de deurdraairichting moet u controleren of het
deurrubber rondom goed op de sponning sluit. In een koud vertrek (in
de winter) kan het gebeuren dat dat niet het geval is. Na enkele dagen
zal het rubber zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedigen,
dan kunt u het rubber warm maken met een föhn.