9
Placez le thermostat sur une position intermédiaire (2 ou 3) en tenant
compte des remarques ci-dessous. Ensuite, seule votre expérience vous per-
mettra de déterminer la position convenant le mieux.
A la 1ère utilisation du compartiment congélateur :
Placez directement les produits surgelés ou congelés dans le compartiment
congélateur.
Remarque 1 :
La température à l’intérieur de l’appareil est fonction de plusieurs facteurs,
tels que la température ambiante, la quantité de denrées stockées, la fré-
quence d’ouverture des portes, etc...Prenez ces facteurs en considération lors
du réglage du thermostat.
Remarque 2 :
Si l’évaporateur (paroi du fond du réfrigérateur) se couvre anormalement de
givre (appareil trop chargé, température ambiante élevée, ouvertures fré-
quentes de la porte), ramenez progressivement la manette du thermostat
sur une position inférieure jusqu'à obtenir de nouveau des périodes d’arrêt
du compresseur. En effet, le dégivrage automatique du compartiment
réfrigérateur ne s’effectue que si le compresseur s’arrête par intermittence.
Equipement intérieur
Les clayettes
Les glissières se trouvant sur les
parois de la cuve permettent de posi-
tionner les clayettes à différentes
hauteurs selon vos besoins. Seule la
clayette située sur le(s) bac(s) à légu-
mes doit rester à cet emplacement.
Pour retirer les clayettes, tirez-les vers
vous et soulevez-les.
Si votre appareil est équipé de demi-clayettes, vous pouvez retirer la demi
clayette avant afin de placer des aliments de grande hauteur sur la clayet-
te situeé en dessous.
Les balconnets
Il est posiible de modifier la position en hauteur des balconnets sur la con-
tre porte selon vos besoins. Pour les retirer, soulevez-les vers le haut.
32
Invriezen en diepgevroren bewaren
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levens-
middelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vries-
ruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vriesver-
mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge-
vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar
ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan-
gegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen
snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesproducten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (berei-
den tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan-
stekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit-
zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de
vriesruimte gelegd worden.
• Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen
kunnen daaraan vast vriezen.
Om veiligheidsredenen moet u de laden niet verwijderen.
1. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen levensmid-
delen in de bovenste lade van het apparaat plaatsen. Niet-bevroren artike-
len mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat
anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.