15
Bedienings- en kontroleinrichting
Vrieskast
G. indicatie voor ingeschakelde FROSTMATIC-functie (geel)
H. toets FROSTMATIC
I. toets voor temperatuurinstelling (voor warmere temperaturen)
J. temperatuurindicatie van de diepvriezer
K. toets voor temperatuurinstelling (voor koudere temperaturen)
L Toets om het alarm uit te schakelen
M. Alarmcontrolelampje
Toetsen voor temperatuurinstelling
De temperatuur wordt ingesteld via de toetsen „I“ en „K“. De toetsen staan
in verbinding met de temperatuurindicatie.
• Door te drukken op één van de twee toetsen „I“ of „K“ wordt de tempera-
tuurindicatie van de WERKELIJKE temperatuur (temperatuurindicatie
brandt) op de GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie knippert)
omgeschakeld.
• Met elke verdere druk op één van beide toetsen wordt de GEWENSTE tem-
peratuur 1 °C verder gesteld. De GEWENSTE temperatur dient binnen 24 uur
te worden bereikt..