44
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In
de tabel vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine
storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor,
circulatie). Dan is er geen sprake van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat met
onderbrekingen werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen
dat het apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit
het stopcontact trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt.
Probleem
Het is te warm in de
koelruimte.
Het is te warm in de
vriesruimte.
Er loopt water langs de
achterwand van de
koelruimte.
Er loopt water in de
koelruimte.
Er loopt water op de vloer.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te
laag ingesteld.
De levensmiddelen zijn niet
koud genoeg of staan op een
verkeerde plek.
De deur gaat niet goed dicht
of is niet goed gesloten.
De temperatuurregelaar is te
laag ingesteld.
De deur gaat niet goed dicht
of is niet goed gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen
tegelijk invriezen.
De in te vriezen
levensmiddelen staan te
dicht op elkaar.
Dat is normaal. Tijdens het
automatische ontdooien smelt
het ijs op de achterwand.
De afvoer van de koelruimte
kan verstopt zijn.
Levensmiddelen kunnen de
lekbak blokkeren zodat er
geen water in kan stromen.
Het afvoergootje loopt niet in
de condensbak boven de
compressor.
Oplossing
Op een hogere stand
instellen.
De levensmiddelen op de
juiste plek zetten.
Controleren of de deur goed
dicht kan en of het
deurrubber onbeschadigd
en schoon is.
Op een hogere stand
instellen.
Controleren of de deur goed
dicht kan en of het
deurrubber onbeschadigd
en schoon is.
Een paar uur wachten en de
temperatuur nog eens
controleren.
De levensmiddelen zodanig
neerzetten dat de koude
lucht goed kan circuleren.
Maak de afvoer schoon.
Zet de levensmiddelen
zodanig neer dat ze de
achterwand niet direct raken.
Plaats het de afvoergootje in
de condensbak.