11
De stabiele laden kunnen niet kiepen en zijn voorzien van een eind-
stop. Daardoor kunt u diepvriesproducten makkelijk en veilig rang-
schikken en uitnemen. Voor het uitnemen van de lade deze tot de
eindstop naar buiten trekken, optillen en naar voren uitnemen.
Voor ingebruikname
☞
Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
➀ ➁ ➂ ➃ ➄ ➅
FROSTMATIC
Bedienings- en controle-inrichting
1 Lichtnetcontrolelampje (groen)
2 Temperatuurregelaar en schakelaar AAN/UIT
3 Lampje voor ingeschakelde FROSTMATIC-functie (geel)
4 FROSTMATIC-toets, voor snel invriezen
5 Symbool voor akoestisch temperatuursignaal
6 Alarmlampje (rood)
De bedienings- en controle-inrichting omvat:
Temperatuurregelaar (2) die tevens dient om het apparaat in- en uit
te schakelen.
Het groene controlelampje (1) brandt als het apparaat aan netspan-
ning aangesloten en ingeschakeld is. In deze schakelstand is het koel-
aggregaat automatisch in bedrijf.
Met de
temperatuurregelaar (2) kan de energiezuinigste bewaartem-
peratuur traploos worden ingesteld.
De optimale bewaartemperatuur is -18°C.
FROSTMATIC-toets (4) met geel controlelampje (3).
Het gele lampje brandt als de schakelaar (4) is ingeschakeld. Het koel-
aggregaat werkt dan continu.