29
brengen. Wanneer u twee telefoongesprekken heeft, bijv. via wissel-
gesprek of ruggespraak, en u een gesprek met drie tot stand wilt
brengen, drukt u de toets R in. Het actuele gesprek wordt in de wacht
gezet en u hoort een speciale kiestoon. Kies nu het cijfer 3. Het
gesprek met drie is nu tot stand gebracht. Wanneer één van de drie
gesprekspartners de hoorn neerlegt, blijft de verbinding tussen beide
andere gesprekspartners bestaan. Door het opleggen van de hoorn
wordt het gesprek met drie verbroken. Wanneer uw telefoon
aangesloten is op een ISDN-installatie, dient u de aanwijzingen uit de
handleiding van de ISDN-installatie te volgen.
Netwerkfuncties intern
Aankloppen tijdens een intern gesprek
1. Wanneer er een externe oproep is, hoort u in beide handsets de
aankloptoon (dubbeltoon).
2. Druk tweemaal op de verbindingstoets (10), om het externe
gesprek aan te nemen.
3. Om het gesprek te beëindigen, drukt u op de verbindingstoets
(10) of plaatst u de handset in het basisstation of lader.
Ruggespraak en wisselgesprek
U kunt afwisselend met de externe beller en het interne
handsetnummer bellen (wisselgesprek).
1. U voert een extern gesprek.
2. Druk de intercomtoets in , de externe gesprekspartner wordt in
de wacht gezet.
3. Druk één van de cijfertoetsen 1 tot 5 in , om de gewenste
handset te kiezen.
4. Gebruik de intercomtoets om tussen de externe en de interne
gesprekspartner te wisselen.