7
INSTALLATIE
STOOKRUIMTE
Aanbevelingen
• Dek nooit de ventilatieopeningen af.
• Sla geen ontvlambare producten op in de stookruimte.
• Sla in de buurt van de ketel geen bijtende stoffen op zoals verf,
oplosmiddelen, chloor, zout, zeep en andere schoonmaak-
producten.
• Als u een gasgeur waarneemt, mag u geen licht of vlammen
maken. Onderbreek de gastoevoer aan de meter en verwittig
onmiddellijk de bevoegde diensten.
Toegankelijkheid
De stookruimte moet groot genoeg zijn om de ketel gemakkelijk te
bereiken. Het is raadzaam de volgende minimumafstanden (mm)
rond de ketel te voorzien:
- voorzijde 500 mm
- zijkanten 100 mm
- achterzijde 150 mm
- bovenzijde 350 mm
Ventilation
De stookruimte moet overeenkomstig de geldende plaatselijke
normen en voorschriften beschikken over een boven- en
benedenventilatie.
De waarden in de onderstaande tabel voldoen aan de Belgische normen.
De andere landen moeten hun eigen wettelijke voorschriften
raadplegen.
Sokkel
De sokkel waarop de ketel wordt geplaatst, moet gemaakt zijn van
onbrandbaar materiaal.
SCHOUWAANSLUITINGEN
BELANGRIJK
De installatie dient te worden uitgevoerd door een
erkende technicus in overeenstemming met de
geldende lokale normen en voorschriften.
De diameter van het kanaal mag niet kleiner zijn dan de
diameter van het afvoerkanaal van de ketel.
Aansluiting ketel type: B23
De aansluiting op de schouw gebeurt met een metalen buis, die
schuin oplopend tussen de ketel en de schouw wordt geplaatst.
Een schouwverbindingsstuk is noodzakelijk.
Het moet vlot demonteerbaar zijn om bij het onderhoud van de ketel
de verbandingskanalen te kunnen bereiken.
Ventilatie 200 N 200 F
Frisse lucht min. m
3
/h 277 353
Bovenverluchting dm
2
2,45 2,45
Onderverluchting dm
2
4,62 5,88
Schouw / minimale Ø kanaal 200 N 200 F
E = 5 m Ø F min. mm 284 320
E = 10 m Ø F min. mm 250 269
E = 15 m Ø F min. mm 250 250
Opmerking:
Daar de voorschriften van land tot land variëren, geldt
de bovenstaande tabel slechts als leidraad.
De efficiëntie van onze ketels resulteert in een
rookafvoer op lage temperatuur. Dat kan in sommige
schouwkanalen leiden tot condensatie. Om dat risico te
vermijden is het raadzaam uw schouw van een buis te
voorzien.
In de buurt van de ketel moet een afvoer naar de
riolering worden voorzien om te voorkomen dat het
condensaat van de schouw in de ketel terechtkomt.
Om te voorkomen dat het condenswater niet via de
dakdoorvoer wegvloeit moeten alle doorvoeren van
horizontale kanalen naar de ketel toe aflopen.