503242
8
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/24
Pagina verder
WARMWATER VOORRAADTOESTELLEN
NEDERLAND
MODELLEN BT(T) 85 N
BT(T) 100 N
INSTALLATIE- EN
GEBRUIKERSINSTRUCTIE
2
Lees eerst de installatie-voorschriften alvorens het toestel te installeren. Lees de
gebruikers-instrukties alvorens het toestel te ontsteken. Het niet zorgvuldig opvolgen
van deze instrukties kan leiden tot explosiegevaar en/of brand en kan materiële schade
en/of lichamelijk letsel veroorzaken.
Het installeren én voor de eerste maal in bedrijf stellen dient te geschieden door een
erkend installateur. De gassoort en waarden waarop het toestel standaard (af fabriek)
is afgesteld, staan op de typeplaat vermeld. Het toestel mag alleen in een ruimte
geïnstalleerd worden indien die ruimte voldoet aan de vereiste ventilatievoorschriften.
De BTT-modellen zijn vrijwel identiek aan de BT-modellen.
De BTT-modellen zijn echter uitgevoerd met een elektrische gasklep in de
gastoevoerleiding naar de hoofdbrander. Door middel van een weekklokprogrammering
voor deze gasklep kan het toestel alleen dàn werken wanneer dat nodig is. Het
klokprogramma is instelbaar per periode van 2 uur.
De voedingsspanning voor de gasklep: 220/240 V (AC) bij 50 Hz.
A.O. Smith accepteert geen verantwoordelijkheid voor garantie, serviceverlening
en/of productaansprakelijkheid in geval van ongeautoriseerde wijzigingen,
productmodi caties of reparaties.
3
INDEX. PAGINA
1. Algemeen. .......................................................................................... 4
1.1 Toestelomschrijving .......................................................................................... 4
1.2 Technische beveiligingsapparatuur ................................................................... 5
1.2.1 Gasregelblok ..................................................................................................... 6
1.2.2 Rookgasafvoerbeveiliging ................................................................................. 6
1.3 Technische beschrijving .................................................................................... 8
1.4 Technische gegevens ..................................................................................... 10
2. Voor de installateur. .........................................................................11
2.1 Installatievoorschriften .....................................................................................11
2.1.1 Installatie ..........................................................................................................11
2.1.2 Wateraansluiting ..............................................................................................11
2.1.3 Gasaansluiting ................................................................................................ 12
2.1.4 Rookgasafvoer ................................................................................................ 12
2.1.5 Trekonderbreker ............................................................................................. 12
2.2 In bedrijf stellen ............................................................................................... 12
2.2.1 Vullen van het toestel...................................................................................... 12
2.2.2 In bedrijf stellen ............................................................................................... 12
2.2.3 Het instellen van de waakvlam ....................................................................... 13
2.2.4 Buiten werking stellen .....................................................................................13
2.3 Temperatuurregeling ....................................................................................... 13
2.4 Het instellen van de nominale belasting ......................................................... 14
2.5 Ombouw naar ander gas ................................................................................ 15
2.5.1 Branderdrukinstellingen ..................................................................................16
2.6 Onderhoud ...................................................................................................... 16
2.6.1 Opofferingsanode ........................................................................................... 16
2.6.2 Reiniging ......................................................................................................... 16
2.6.3 Waakvlam en nominale belasting ................................................................... 17
2.6.4 Inlaatcombinatie .............................................................................................. 17
2.6.5 Ontkalking ....................................................................................................... 17
2.7 Maatregelen bij storing ................................................................................... 17
2.7.1 Veiligheidsthermostaat .................................................................................... 17
2.7.2 Rookgasafvoerbeveiliging ............................................................................... 17
2.7.3 Warm water temperatuur niet goed ................................................................ 17
2.7.4 Warm water temperatuur te hoog ................................................................... 17
2.7.5 Gaslucht .......................................................................................................... 17
2.7.6 Vermoedelijke waterlekkage ...........................................................................18
2.7.7 Condensatie .................................................................................................... 18
3. Voor de gebruiker. ........................................................................... 19
3.1 Gebruiksaanwijzing ......................................................................................... 19
3.1.1 Vullen van het toestel...................................................................................... 19
3.1.2 In bedrijf stellen ............................................................................................... 19
3.1.3 Gebruik ........................................................................................................... 19
3.1.4 Buiten bedrijf stellen ....................................................................................... 19
3.1.5 Onderhoud ...................................................................................................... 19
3.1.6 Bestellen van reserve-onderdelen .................................................................. 20
3.2 Maatregelen bij storing ................................................................................... 21
4. Garantie. ........................................................................................... 22
4
1. ALGEMEEN
1.1 Toestelomschrijving
Bouwwijze en uitrusting van het
voorraadtoestel zijn volgens de
Europese norm voor gasgestookte
warmwatervoorraadtoestellen voor
sanitair gebruik (EN 89). Het toestel
voldoet daarmee aan de Europese
Richtlijn voor Gastoestellen en
heeft daarom het recht de CE-
markering te dragen. Het is een open
toestel zonder ventilator met een
rookgasafvoerbeveiliging (categorie
B11BS). Het voorraadtoestel is geschikt
voor een werkdruk tot 8 bar. De tank is
van plaatstaal en aan de binnenzijde
glasslined. Tevens is de tank voorzien
van een opofferingsanode als extra
bescherming tegen corrosie. Een
dikke PU-isolatielaag bekleed met een
stalen ommanteling voorkomt onnodig
warmteverlies. Als het voorraadtoestel
volledig met water gevuld is, dan staat
het voort durend onder waterleidingdruk.
Bij het aftappen van warm water uit het
toestel wordt er direkt weer koud water
toegevoegd. Voor een betere warmte-
overdracht zijn in de vlampijp een viertal
wervelstrips geplaatst. De rookgassen
geven hun warmte af aan het water door
straling en geleiding. De rookgassen
worden via de trekonderbreker in de
schoorsteen geleid. De afvoer van de
rookgassen gebeurt door een natuurlijke,
thermische trek (zie afbeelding 1).
Om extra comfort te creëren kan bij
lange leidingen een circulatieleiding
met een circulatiepomp aangesloten
worden. De circulatieleiding is op de
koudwaterleiding aan te sluiten.
5
Afbeelding 1 -
doorsnede toestel
1) Trekonderbreker
2) Warmwateruitlaat
3) Isolatiemateriaal
4) Vlampijp
5) Glasslined tank
6) Gasregelblok
7) Koudwaterinlaatpijp
8) T&P aansluiting
9) Staalmantel
10) Wervelstrip
11) Opofferingsanode
12) Aftapkraan
13) Atmosferische brander
AOS 0489
6
1.2 Technische
beveiligingsapparatuur
1.2.1 Gasregelblok
De boiler is voorzien van een
gasregelblok, dat bestaat uit een
thermo-elektrische waakvlambeveiliging,
waakvlamdrukregeling,
branderdrukregeling, een
regelthermostaat (instelbaar van 40°C
tot 81°C) en een veiligheidsthermostaat
(90°C). Dit gasregelblok met een
eenvoudige en bedrijfszekere bediening
schakelt de gastoevoer naar de
hoofdbrander in, respektievelijk uit.
Het gasregelblok is geschikt voor gassen
uit de eerste, tweede en derde gasfamilie.
De maximale ingangsdruk is 50 mbar.
1.2.2 Rookgasafvoerbeveiliging
Het toestel is voorzien van een
rookgasafvoerbeveiliging. De werking van
de beveiliging berust op het principe van
de Thermische Terugslag Beveiliging,
kortweg T.T.B. genoemd, zie afbeelding 2
Deze T.T.B. is te herkennen aan de
koperkleurige spiraal die aan de
onderrand van de trekonderbreker
bevestigd is. De spiraal is door middel
van een capilairleiding verbonden aan
een thermostaat. De bedrading van
de thermostaat is dient op het thermo-
koppelcircuit aangesloten te zijn.
Het doel van de T.T.B. is te voorkomen
dat de rookgassen van het toestel
in de ruimte komen waar het toestel
staat opgesteld, in plaats van via de
rookgasafvoer naar buiten (terugslag).
Bij het in werking treden van de
T.T.B. door opwarming van de voeler
door de hete rookgassen, wordt het
thermokoppelcircuit onderbroken en
wordt de gastoevoer afgesloten.
Na opsporing van de oorzaak van de
terugslag kan het toestel weer in bedrijf
gesteld worden. Bij de T.T.B. moet
hiervoor eerst de RESET-knop ingedrukt
worden.
Als deze storing zich herhaaldelijk
voordoet, betekent dit dat de afvoer
van de rookgassen niet probleemloos
verloopt. Wij adviseren om dan door de
installateur de oorzaak op te laten zoeken
en deze te laten verhelpen.
Belangrijk!
Indien de boiler buiten bedrijf gesteld is
door een storing, kan dit door de T.T.B.
veroorzaakt zijn. Bij aanwezigheid van
een RESET-knop op de thermostaat is
dit zichtbaar doordat deze knop naar
buiten gesprongen is. Het toestel kan
weer in bedrijf gesteld worden door de
RESET-knop in te drukken.
Belangrijk!
De T.T.B. mag nooit buiten werking
gesteld worden. Terugslag
van rookgassen kan leiden tot
vergiftiging.
Attentie! - Instructie toevoeging voor
de installateur.
Montage van de Thermische Terugslag
Beveiliging:
1. Verwijder de twee schroefjes uit de
deksel;
2. Plaats het steuntje (met de voor
gemonteerde T.T.B.) op de deksel;
3. Zet het steuntje met de beide
schroefjes vast;
4. Maak de verbinding tussen de male -
en female connectors op de deksel.
7
1) T.T.B. thermostaat
2) Voeler T.T.B. thermostaat
3) Thermokoppel met ingebouwde
onderbreker
4) Thermokoppel
5) Gasregelblok
6) Resetknop
7) Waakvlam
8) Temperatuurregelknop
Afbeelding 2 - Gasregelblok met T.T.B.
AOS 0479
8
1.3 Technische beschrijving
De toestellen zijn geschikt voor een
rookgasafvoerkanaal met een diameter
van 130 mm.
Maat
(zie afb.3)
BT(T) 85 BT(T) 100
A 1585 1780
B 1450 1640
D 645 675
E 735 765
G 130 130
K 375 375
M 1505 1685
N 1505 1685
R 285 285
S 1280 1460
1 Koudwaterinlaat
2 Warmwateruitlaat
3 Gasregelblok
4 Aftapkraan
5 Extra aansluiting
Alle maten zijn in mm. (afgerond op 5 mm).
9
Afbeelding 3 - Afmetingen
AOS 0554
10
1.4 Technische gegevens
Toestel categorie: II 2L3P
OMSCHRIJVING Een-
heid
BT85 BTT 85 BT 100 BTT 100
GEGEVENS AARDGAS G25 - 25 mbar
Nominale belasting (onderwaarde) kW 22,6 22,6 24,0 24,0
Nominaal vermogen (onderwaarde) kW 19,2 19,2 20,4 20,4
Voordruk mbar 25 25 25 25
Branderdruk mbar 9,3 9,6 12,9 13,7
Gasverbruik * m
3
/h 2,8 2,8 3,0 3,0
Diameter hoofdinspuiter mm 4,80 4,80 4,50 4,50
Diameter waakvlaminspuiter mm 2 x 0,27 2 x 0,27 2 x 0,27 2 x 0,27
Opwarmtijd ΔT = 45 K min. 43 43 55 55
GEGEVENS PROPAAN G31 - 30 mbar
Nominale belasting (onderwaarde) kW 22,6 22,6 24,0 24,0
Nominaal vermogen kW 19,2 19,2 20,4 20,4
Voordruk mbar 30 30 30 30
Branderdruk mbar 30 30 30 30
Gasverbruik * kg/h 1,8 1,8 1,9 1,9
Diameter hoofdinspuiter mm 2,45 2,45 2,55 2,55
Diameter waakvlaminspuiter mm 2x 0,16 2x 0,16 2x 0,16 2x 0,16
ALGEMEEN
Inhoud liter 265 265 355 355
Wateraansluitingen** - 1" - 11,5 NPT 1" - 11,5 NPT 1
1
/
4
" - 11,5 NPT 1
1
/
4
" - 11,5 NPT
Gasaansluiting - ISO
7
/
1
Rp
1
/
2
ISO
7
/
1
Rp
1
/
2
ISO
7
/
1
Rp
1
/
2
ISO
7
/
1
Rp
1
/
2
Aftapkraan -
3
/
4
" - 14 NPT
3
/
4
" - 14 NPT
3
/
4
" - 14 NPT
3
/
4
" - 14 NPT
Extra aansluiting **
(bv. voor circulatieleiding of T&P
plug)
3
/
4
" - 14 NPT
3
/
4
" - 14 NPT
3
/
4
" - 14 NPT
3
/
4
" - 14 NPT
Maximale werkdruk bar 8 8 8 8
Ledig gewicht kg 117 122 144 149
* Gasverbruik bij 1013,25 mbar en 15°C
** Voor een lekdichte verbinding kunnen op de NPT-aansluitnippels Europese
koppelstukken gebruikt worden met pijpschroefdraad ISO 228/1 - G 3/4 of ISO 7/1 -
Rp 3/4
11
2. VOOR DE
INSTALLATEUR
2.1 Installatievoorschriften
Het toestel mag alleen in een ruimte
geïnstalleerd worden indien die ruimte
voldoet aan de vereiste landelijke en
plaatselijke ventilatievoorschriften. De
opstellingsruimte moet vorstvrij zijn of
tegen vorst beveiligd zijn.
Ten opzichte van brandbare materialen
dienen de volgende afstanden in acht
genomen te worden:
Zijkant van het toestel : 15 cm
Achterkant van het toestel : 15 cm
Voorkant van het toestel : 60 cm
Trekonderbreker
en afvoerbuis : 15 cm
rondom
Bij hout- en kunststofvloeren dient het
toestel op een vuurvaste ondergrond
geplaatst te worden. Wanneer de boiler
in een gesloten ruimte zonder vensters
wordt geplaatst, dient voor toevoer
van voldoende verse lucht te worden
gezorgd. Onvoldoende luchttoevoer kan
leiden tot brand, explosie of verstikking.
Raadpleeg de landelijke en plaatselijke
voorschriften.
2.1.1 Installatie
De installatie dient te geschieden
overeenkomstig de algemeen en
plaatselijk geldende voorschriften
van gas- en waterleidingbedrijven en
brandweer, door een erkend installateur.
2.1.2 Wateraansluiting
De maximaal toegestane bedrijfsdruk
van het toestel bedraagt 8 bar.
Koudwaterzijdig moet het voorraadtoestel
van een afsluitkraan en een
goedgekeurde inlaatcombinatie voorzien
zijn. Tevens moet er een goedgekeurd
reduceertoestel geplaatst worden bij een
waterleidingdruk van meer dan 8 bar. De
overdrukzijde van de inlaatcombinatie
moet op een open waterafvoerleiding
aangesloten worden (zie afbeelding 4).
Isolatie van lange leidingen voorkomt
onnodige energieverspilling.
1) Gaskraan
2) Overstortventiel
3) T&P ventiel
4) Terugslagklep
5) Terugslagklep
6) Circulatiepomp
7) Aftapkraan
8) Drukreduceer
9) Overstortventiel
A) Gasleiding
B) Warmwaterafvoer
C) Koudwatertoevoer
D) Aftappunt
Afbeelding 4 - Aansluitschema
AOS 1002
12
Afbeelding 6 - Bediening gasregelblok
2.1.3 Gasaansluiting
De gaszijdige installatie mag alleen
geschieden door een erkend installateur
en overeenkomstig de algemeen
geldende voorschriften van gas-,
elektriciteit- en waterleidingbedrijven
(GAVO).
2.1.4 Rookgasafvoer
Er mogen aan de rookgasafvoer géén
veranderingen en/of omhullingen
aangebracht worden. De tegen corrosie
beschermde afvoerpijp moet minimaal
dezelfde diameter hebben als de
diameter van de trekonderbreker. Direkt
op de trekonderbreker moet verticaal
een afvoerpijp geplaatst worden. Deze
moet minimaal 50 cm lang zijn. Als
men daarna een gedeelte horizontale
afvoerpijp wil plaatsen moet deze met
een opschot van minimaal 6 cm per meter
naar de schoorsteen geleid worden.
Verder moet de afvoerverbindingsbuis
tussen trekonderbreker en het
schoorsteenkanaal zo kort mogelijk
gehouden worden.
2.1.5 Trekonderbreker
De trekonderbreker is voorzien van een
temperatuurvoeler voor signalering van
terugslag van rookgassen.
Belangrijk!
De T.T.B. mag nooit buiten werking
gesteld worden. Terugslag
van rookgassen kan leiden tot
vergiftiging.
2.2 In bedrijf stellen
2.2.1 Vullen van het toestel
1. Monteer de aftapkraan en controleer
of deze gesloten is;
2. Koudwaterkraan naar de boiler
openen en alle kranen op warm water
aftappunten ter ontluchting openen.
Het toestel is gevuld zodra op alle
aftappunten koud water stroomt;
3. Alle kranen op warm water
aftappunten weer sluiten.
2.2.2 In bedrijf stellen
1. Controleer of het toestel met water
gevuld is en of de gasleiding naar de
boiler open is;
2. Temperatuurregelknop volledig
rechtsom draaien en bedieningsknop
in de stand WAAKVLAM draaien (
);
3. Verwijder het buitendeurtje van de
verbrandingskamer;
4. Bedieningsknop ingedrukt houden
en de piëzo-ontsteker enkele keren
indrukken totdat de waakvlam brandt
(zie afbeelding 6);
5. Bedieningsknop (
) circa 20
seconden ingedrukt houden. Na
loslaten moet de waakvlam blijven
branden. Wanneer de waakvlam
uitgaat 5 minuten wachten
alvorens de ontstekingsprocedure
ter herhalen. De grootte van de
waakvlam kan bijgesteld worden
(zie ook “Het instellen van de
waakvlam”);
6. Monteer het buitendeurtje.
7. Bedieningsknop in de stand AAN
() draaien;
8. Controleer de branderdrukinstelling
(zie afb. 8) en stel indien nodig deze
bij volgens de technische gegevens
(zie pag. 10);
9. Temperatuurregelknop in de
gewenste stand draaien, bij voorkeur
op stand 3 (circa 60°C). Het toestel
werkt nu volautomatisch.
AOS 0484
13
2.2.3 Het instellen van
de waakvlam
Opnieuw instellen van de waakvlam
wordt gedaan met behulp van de
instelschroef onder het kunststof
afdekplaatje op het rechter zijvlak van
het gasregelblok. De waakvlam moet
zó worden ingesteld, dat de waakvlam
het thermokoppelelement juist omvat
en de waakvlambrander brandt. Na
het installeren van de waakvlam, het
afdekplaatje weer aanbrengen (zie
afbeelding 7). Met de klok meedraaien
verkleint de gastoevoer; tegen de klok in
draaien vergroot de gastoevoer.
2.2.4 Buiten bedrijf stellen
1. Voor korte perioden de
bedieningsknop naar ( )
terugdraaien; de waakvlam brandt
verder.
2. Voor langere perioden op ( )
draaien; de waakvlam dooft.
3. De gaskraan in de toevoerleiding
sluiten. Aanbevolen wordt bij langere
onderbrekingen en vorstgevaar, ook
de koudwatertoevoer te sluiten en
het afgekoelde toestel af te tappen
(de aftapkraan openen; hieraan
kan een afvoerslang bevestigd
worden en het dichtstbijzijnde
warmwateraftappunt ter beluchtiging
openen).
Om het toestel volledig te ledigen
dient men het los te koppelen en in
de richting van de aftapkraan over te
laten hellen.
2.3 Temperatuurregeling
Het toestel staat onder waterleidingdruk
(maximaal 8 bar). Er wordt evenveel
koud water toegevoerd, als er warm
water verbruikt wordt. Het gasregelblok
schakelt automatisch de gastoevoer.
Dat betekent dat de gastoevoer naar de
hoofdbrander geopend wordt, wanneer
de temperatuur van het water te laag
is en weer gesloten wordt, als de
ingestelde temperatuur bereikt is.
Stand 1 = ca. 40°C
Stand 2 = ca. 50°C
Stand 3 = ca. 60°C
Stand 4 = ca. 70°C
Stand 5 = ca. 80°C
Afbeelding 7 - Instellen van de waakvlam
AOS 485
14
Afbeelding 8 - Instellen van de nominale belasting
Bij hoge watertemperaturen ontstaat
er meer kalkafzetting in het toestel.
Daarom wordt aanbevolen om de
temperatuurregelknop in te stellen
op stand 3, omdat er dan minder
kalkafzetting optreedt. Daarnaast is er
een veiligheidsthermostaat ingebouwd,
die bij een watertemperatuur van 90°C
de gastoevoer volledig onderbreekt,
waardoor tevens de waakvlam dooft.
2.4 Het instellen van de
nominale belasting
Belangrijk!
De nominale belasting is af fabriek al op
de juiste waarde ingesteld. Door het niet
zorgvuldig opvolgen van deze instruktie
kan een gevaarlijke situatie ontstaan.
Het instellen van de nominale belasting
is nodig indien er sprake is van een
branderdrukregeling. Indien men
de branderdruk cq. belasting wil
controleren, moet de onderstaande
werkwijze opgevolgd worden:
1. Uitstekende afdekschroef op
het rechter zijvlak van het
gasregelblok verwijderen en een
U-buis manometer op de uitgang
aansluiten.
2. Toestel in bedrijf nemen en de
brander laten ontsteken.
3. Branderdruk controleren en
indien nodig opnieuw instellen
met behulp van de stelschroef
“pr adj” (pressure adjustment; zie
afbeelding 8). Verwijder hiervoor
de temperatuurregelknop door
deze recht naar voren te trekken;
hierdoor wordt de “pr adj” zichtbaar.
Linksom draaien vermindert de
druk, rechtsom draaien vergroot
de druk. Het verdient aanbeveling
de belasting met behulp van de
gasmeter te controleren.
4. Toestel buiten bedrijf stellen, de
manometerslang afnemen en de
afdekschroef opnieuw monteren.
5. De temperatuurregelknop weer
aanbrengen.
6. Het toestel in bedrijf nemen.
AOS 0486
15
2.5 Ombouw naar ander gas
Voor ombouw van het toestel van
aardgas naar een LP gas, of andersom,
is het noodzakelijk om de hoofdinspuiter
en de waakvlaminspuiter te wisselen.
De ombouw mag alleen uitgevoerd
worden door een erkend installateur.
1. Sluit de hoofdgaskraan in de
gastoevoer.
2. Demonteer de brander (zie
“Reiniging”).
3. Vervang de inspuiter van
de hoofdbrander en de
waakvlambrander door de juiste
inspuiters uit de ombouwset (zie
onderstaande tabel).
4a. Ombouw van aardgas naar LP gas
- Breng de drukregeling op
het gasregelblok buiten
bedrijf. Verwijder hiervoor de
temperatuurregelknop door deze
recht naar voren te trekken.
Verwijder vervolgens het rode
kunststof afdekkapje wat nu
zichtbaar wordt. Draai de “no pr”
(no pressure regulation) schroef
volledig in (zie afbeelding 9).
- Monteer de brander in
omgekeerde volgorde.
- Open de hoofdgaskraan.
4b. Ombouw van LP gas naar aardgas
- Breng de drukregeling op het
gasblok in bedrijf. Verwijder
hiervoor de temperatuurregelknop
door deze recht naar voren te
trekken. Verwijder vervolgens het
rode kunststof afdekkapje wat nu
zichtbaar wordt. Draai de “no pr”
(no pressure regulation) schroef
volledig uit (zie afbeelding 9).
- Monteer de brander in
omgekeerde volgorde.
- Open de hoofdgaskraan.
- Stel de juiste branderdruk in (zie
bovenstaande tabel).
5. Stel, indien noodzakelijk, de
waakvlam juist af (zie “Instellen van
de waakvlam”).
6. Plak de juiste sticker uit de
ombouwset op het toestel zodat
duidelijk wordt dat het toestel
omgebouwd is en op welk gas het
toestel funktioneert.
Afbeelding 9 - Ombouw naar ander gas
AOS 0487
16
2.6.2 Reiniging
1. Sluit de gastoevoer af en demonteer
de brander nadat deze afgekoeld is.
2. Brander, waakvlamleiding en
thermokoppel van het gasregelblok
losmaken (zie afbeelding 10).
3. Verwijder de complete branderset.
4. Brander met een zachte borstel
schoonmaken.
5. Waakvlambrander controleren en
eventueel schoonmaken.
6. Branderkamer, rookgaskanaal en
de wervelstrip controleren en indien
nodig reinigen.
7. In omgekeerde volgorde weer
monteren. Thermokoppelaansluiting
op het gasregelblok handvast
aandraaien en maximaal 1/4 slag
met een sleutel vastzetten, daar
deze alleen maar contact hoeft te
maken.
2.6 Onderhoud
Het voorraadtoestel moet minstens
éénmaal per jaar door een vakman
getest en gereinigd worden, zodat een
goede werking gegarandeerd is.
2.6.1 Opofferingsanode
De levensduur van de anode wordt
bepaald door de kwaliteit en de
hoeveelheid water die door het toestel
stroomt. Het wordt daarom aanbevolen
om ieder jaar de anode te laten
controleren.
1. Stopkraan in de
koudwatertoevoerleiding sluiten.
2. Dichtstbijzijnde warmwaterkraan
openen zodat de waterdruk uit de
boiler en leidingnet wegvalt.
3. Anode met passende sleutel
losdraaien.
4. Anode controleren en vernieuwen
indien deze voor 60% of meer is
aangetast.
5. Anode waterdicht inschroeven.
Indien het noodzakelijk is de anode te
vervangen moet deze altijd vervangen
worden door eenzelfde exemplaar.
Aan de hand van het toesteltype en het
volledige serienummer kan het type
anode vastgesteld worden.
2.5.1 Branderdrukinstellingen
Afbeelding 10 - Montage branderset
AOS 0488
Eenheid BT(T) 85 BT(T) 100
G25 G31 G25 G31
Voordruk mbar 25 30 25 30
Branderdruk mbar
(9,6)
9,3 30
(13,7)
12,9 30
Diameter
hoofdinspuiter mm 4,80 2,45 4,50 2,55
Diameter
waakvlaminspuiter
mm 2 x 0,27 2 x 0,16 2 x 0,27 2 x 0,16
17
2.6.3 Waakvlam en nominale
belasting
Na reiniging van waakvlam- en
hoofdbrander de werking ervan
controleren. Indien nodig de branderdruk
van de hoofdbrander opnieuw instellen.
2.6.4 Inlaatcombinatie
Door middel van ontlasten testen. Het
water dient met een volle straal uit te
stromen. Testen of de afvoerleiding open
is en eventueel kalkresten verwijderen.
2.6.5 Ontkalking
Kalkvorming is afhankelijk van de
watergesteldheid- en behoefte.
Daarnaast treedt bij hoge
watertemperaturen meer kalkafzetting op
in het toestel. Een temperatuurinstelling
van 60°C wordt aanbevolen, zodat de
kalkafzetting gering blijft. Ontkalking
moet met geschikte middelen uitgevoerd
worden. Voor uitgebreide informatie is
een ontkalkingsinstruktie beschikbaar.
2.7 Maatregelen bij storing
Bij storingen de volgende punten
controleren voordat een storingsdienst
wordt ingeschakeld.
2.7.1 Veiligheidsthermostaat
Alle toestellen zijn met een
veiligheidsthermostaat
uitgevoerd, die bij een te hoge
watertemperatuur de gastoevoer
afsluit. De veiligheidsthermostaat
blijft ingeschakeld, totdat de
watertemperatuur weer onder de
veiligheidstemperatuur komt. Aansluitend
moet het toestel opnieuw in bedrijf
gesteld worden, daar de hoofd- en
waakvlambrander veiligheidshalve
automatisch uitgaan. Vervolgens
de regelthermostaat op een lagere
watertemperatuur instellen. Herhaaldelijk
uitgaan van de waakvlam, bij hogere
temperaturen dan normaal, is het
bewijs dat de veiligheidsthermostaat
ingeschakeld is.
2.7.2 Rookgasafvoerbeveiliging
Indien de rookgasafvoerbeveiliging
het toestel heeft uitgeschakeld,
kan het toestel weer normaal in
bedrijf gesteld worden. Indien de
rookgasafvoerbeveiliging het toestel
herhaaldelijk buiten bedrijf stelt,
dan duidt dit op problemen met de
rookgasafvoer. De enige remedie is dan
het opsporen van de oorzaak van deze
problemen (bijvoorbeeld een verstopte
schoorsteen) en het oplossen ervan.
2.7.3 Warmwatertemperatuur
niet goed
1. Controleer de instelling van de
temperatuurregelknop.
2. Controleer of de waakvlam brandt.
Eventueel aansteken (zie “In bedrijf
stellen”).
3. Controleer of er lekken cq.
openstaande kranen zijn.
4. Door een vakman of energiebedrijf
laten controleren of er voldoende
gastoevoer en druk aanwezig is. Een
te lage belasting veroorzaakt te lage
watertemperaturen.
5. Misschien is het warmwaterverbruik
groter dan aanvankelijk berekend
werd.
6. Inspekteer of de koudwaterinlaatbuis
zich in de juiste positie bevindt.
7. Inspekteer de thermostaatvoeler op
kalkafzetting.
2.7.4 Warmwatertemperatuur te
hoog
Controleer of de regelthermostaat te
hoog ingesteld is.
2.7.5 Gaslucht
Waarschuwing!
Direkt de hoofdgaskraan sluiten. Géén
vuur of licht ontsteken, géén elektrische
schakelaars of bellen gebruiken.
Ramen openen. Inspekteer grondig alle
gasaansluitingen en schakel, indien de
gaslucht zicht handhaaft, het plaatselijk
gasbedrijf of uw installateur in.
18
2.7.6 Vermoedelijke
waterlekkage
1. Controleer of de aftapkraan
helemaal gesloten is.
2. Controleer of alle wateraansluitingen
waterdicht zijn.
3. Controleer of de vermoedelijke
waterlekkage eventueel condens kan
zijn.
2.7.7 Condensatie
Als het toestel met koud water gevuld
is of als het warm water verbruik
zeer hoog is, zal normaal gesproken
condensatie van de rookgassen
optreden aan de koude vlakken
van de verbrandingskamer en de
rookgasafvoerpijp. De waterdruppels
zullen op de brander vallen, wat
sissende geluiden tot gevolg kan
hebben. Dit is een normaal verschijnsel
dat zal verdwijnen zodra het toestel zijn
bedrijfstemperatuur weer heeft bereikt.
Belangrijke waarschuwing
Het toestel mag NOOIT met een
gesloten koudwatertoevoer in bedrijf
genomen worden.
19
3. VOOR DE GEBRUIKER
3.1 Gebruiksaanwijzing
Waarschuwing
Het installeren en voor de eerste maal in
bedrijf stellen dient te geschieden door
een erkend installateur.
3.1.1 Vullen van het toestel
Werkwijze:
1. Monteer de aftapkraan en controleer
of deze gesloten is;
2. Koudwaterkraan naar de boiler
openen en alle kranen op warm
water aftappunten ter ontluchting
openen. Het toestel is gevuld zodra
op alle aftappunten koud water
stroomt;
3. Alle kranen op warm water
aftappunten weer sluiten.
3.1.2 In bedrijf stellen
Werkwijze:
1. Controleer of het toestel met water
gevuld is en of de gasleiding naar de
boiler open is;
2. Temperatuurregelknop volledig
rechtsom draaien en bedieningsknop
in de stand “waakvlam” draaien ( );
3. Verwijder het buitendeurtje van de
verbrandingskamer;
4. Bedieningsknop ingedrukt houden
en de piëzo-ontsteker enkele keren
indrukken totdat de waakvlam brandt
(zie afbeelding 6);
5. Bedieningsknop ( ) circa 20
seconden ingedrukt houden. Na
loslaten moet de waakvlam blijven
branden. Wanneer de waakvlam
uitgaat, 5 minuten wachten alvorens
de ontstekingsprocedure te
herhalen;
6. Monteer het buitendeurtje;
7. Bedieningsknop in de stand AAN ( )
draaien;
8. Temperatuurregelknop in de
gewenste stand draaien, bij voorkeur
op stand 3 (circa 60°C). Het toestel
werkt nu volautomatisch;
3.1.3 Gebruik
Het toestel staat onder waterleidingdruk
(maximaal 8 bar). Er wordt zoveel
koud water toegevoerd, als er warm
water verbruikt wordt. Het gasregelblok
schakelt automatisch de gastoevoer.
Dit betekent dat de gastoevoer naar de
hoofdbrander geopend wordt, wanneer
de temperatuur van het water te laag
is en weer gesloten wordt, wanneer de
ingestelde temperatuur bereikt is.
- Stand 1 = circa 40°C
- Stand 2 = circa 50°C
- Stand 3 = circa 60°C
- Stand 4 = circa 70°C
- Stand 5 = circa 80°C
Aanbevolen wordt om de
temperatuurregelknop in te stellen
op stand 3 (circa 60°C) omdat er dan
minder kalkafzetting optreedt. Daarnaast
is er een veiligheidsthermostaat
ingebouwd, die bij een watertemperatuur
van 90°C de gastoevoer volledig
onderbreekt, waardoor tevens de
waakvlam dooft.
3.1.4 Buiten bedrijf stellen
Werkwijze:
1. Voor korte perioden de
bedieningsknop naar ( )
terugdraaien; de waakvlam brandt
verder;
2. Voor langere perioden op ( )
draaien; de waakvlam dooft;
3. De gaskraan in de toevoerleiding
sluiten. Aanbevolen wordt bij langere
onderbrekingen en bij vorstgevaar,
ook de koudwatertoevoer te sluiten
en het afgekoelde toestel af te
tappen (de aftapkraan openen;
hieraan kan een slang bevestigd
worden, en het dichtstbijzijnde
warmwateraftappunt ter beluchtiging
openen). Om het toestel volledig
te ledigen dient men het los te
koppelen en in de richting van de
aftapkraan over te laten hellen.
20
3.1.5 Onderhoud
Regelmatig dient de inlaatcombinatie
door ontlasten (door middel van de
ontlastknop) getest te worden.
Het water dient met een volle straal uit te
stromen. Controleer of de afvoerleiding
open is. Aanbevolen wordt een jaarlijks
onderhoudscontract af te sluiten.
3.1.6 Bestellen van
reserveonderdelen
Voor het bestellen van reserve-
onderdelen is het van belang het
toesteltype én het volledige serienummer
van het toestel te noteren.
Aan de hand van het toesteltype en het
volledige serienummer kunnen gegevens
van reserve-onderdelen vastgesteld
worden.
21
3.2 Maatregelen bij storing
Storing Oorzaak Maatregel
Gaslucht Ruikt u gas, direkt de hoofdgaskraan sluiten,
geen vuur of licht ontsteken, geen elektrische
schakelaars of bellen gebruiken. Ramen
openen. Neem direkt kontakt op met uw
installateur of het plaatselijk gasbedrijf.
Waakvlam gaat uit Vervuilde waakvlambrander Waakvlambrander reinigen
Schoorsteen verstopt Oorzaak opzoeken en die verhelpen
Veiligheidsthermostaat Temperatuurregelaar lager instellen
Thermokoppel defect Thermokoppel vervangen
Thermokoppel maakt geen contact Verbinding herstellen
Gastoevoer gesloten Gaskraan openen
Onvoldoende of
helemaal geen
warm water
Temperatuur te laag ingesteld Temperatuurregelaar op een hogere waarde
zetten
Bedieningsknop staat in stand (
)
(waakvlam brandt)
Tempateratuurregelaar volledig rechtsom
draaien; bedieningsknop in de stand ‘on’ draaien
(
); temperatuurregelaar in de gewenste stand
draaien, bij voorkeur op stand 4. Het toestel
werkt nu volautomatisch.
Bedieningsknop staat in stand (
)
Toestel in bedrijf stellen.
Afvoerbeveiliging heeft de gastoevoer
gesloten
Resetknop -indien aanwezig- op de
veiligheidsthermostaat indrukken en het toestel
in bedrijf stellen. Wanneer dit vaker voorkomt,
uw installateur waarschuwen.
Gastoevoer gesloten Gaskraan openen en toestel in bedrijf stellen.
Veiligheidsthermostaat heeft de
gastoevoer gesloten in verband met te
hoge watertemperatuur
Temperatuurregelaar lager instellen en
waakvlam opnieuw ontsteken.
Warmwatervoorraad op Reduceer warmwater gebruik. Geef toestel de
tijd om water op te warmen.
Oorzaak niet vast te stellen
Bedieningsknop in de stand ( ) draaien.
Gaskraan sluiten en uw installateur
waarschuwen.
Condensatie van (rook)gassen Zie ‘Condensatie’
Waterlekkage Onvoldoende afdichting van de
wateraansluitingen (schroefdraad)
Trek de schroefdraadaansluitingen aan
Lekkage uit andere watertoestellen of
leidingen in de buurt
Spoor de oorzaak op
22
4. GARANTIE
Indien correct en tijdig ingevuld, geeft
dit certi caat de eigenaar van een door
A.O.Smith Water Products Company
B.V. te Veldhoven, Nederland (hierna
“A.O.Smith”) geleverde boiler, recht op
de hierna omschreven garantie waartoe
A.O.Smith zich jegens de eigenaar
verbindt.
4.1 Garantie algemeen
Indien binnen één jaar na de
oorspronkelijke installatiedatum van
een door A.O.Smith geleverde boiler,
na onderzoek en ter uitsluitende
beoordeling van A.O.Smith, blijkt
dat een deel of onderdeel, met
uitzondering van de tank, niet of niet
juist funktioneert ten gevolge van
fabrikage- en/of materiaalfouten,
zal A.O.Smith dit deel of onderdeel
vervangen of repareren.
4.2 Garantie tank
Indien binnen 3 jaar na de
oorspronkelijke installatiedatum van
een door
A.O.Smith geleverde boiler, na
onderzoek en ter uitsluitende
beoordeling van A.O.Smith, blijkt
dat de stalen glasslined tank lekt
ten gevolge van roest of corrosie
vanuit de waterzijdige kant, zal
A.O.Smith een volledig nieuwe
boiler van gelijkwaardige grootte
en kwaliteit ter beschikking stellen.
Op de ter vervanging beschikbaar
gestelde boiler zal een garantie
worden gegeven voor de duur van
de resterende garantieperiode van
de oorspronkelijk geleverde boiler.
In afwijking van het in artikel 2
bepaalde geldt, dat de garantieduur
van3 jaar op de stalen glass -lined
tank wordt teruggebracht naar
één jaar na de oorspronkelijke
installatiedatum indien ge lterd,
onthard water door de boiler stroomt
of daarin achter blijft.
4.3 Installatie- en
gebruiksvoorwaarden
De in artikel 1 en 2 bedoelde
garantie geldt uitsluitend indien
aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
a) de boiler is geïnstalleerd met
inachtneming van zowel de
installatievoorschriften van
A.O. Smith geldend voor
het speci eke model als de
plaatselijk geldende installatie- en
bouwverordeningen, voorschriften
en regelingen van overheidswege;
b) de boiler blijft geïnstalleerd op de
oorspronkelijke installatieplaats;
c) er wordt uitsluitend drinkwater
gebruikt, dat te allen tijde vrij
kan circuleren, terwijl de tank vrij
is van schadelijke ketelsteen-
en kalkaanslag (gebruik van
een afzonderlijk geïnstalleerde
warmtewisselaar voor indirekte
verwarming van zout of corrosief
water verplicht);
d) de tank wordt door middel van
preventief onderhoud gevrijwaard
van kalkaanslag;
e) de boilerwatertemperaturen
zijn niet hoger dan de maxima
aangegeven op de typeplaat van
de boiler;
f) de waterdruk en/of
warmtebelasting is niet groter dan
de maxima aangegeven op de
typeplaat van de boiler;
g) de boiler is geplaatst in een niet-
corrosieve atmosfeer of omgeving;
h) de boiler is voorzien van een door
de daartoe bevoegde instantie
goedgekeurde druktontlastklep
van voldoende capaciteit, niet
groter dan de werkdruk als
aangegeven op de boiler en
eventueel ook van een door
de daartoe bevoegde instantie
goedgekeurde temperatuur-
en drukontlastklep, die
gemonteerd is overeenkomstig
de installatievoorschriften van
A.O.Smith die van toepassing zijn
op het speci eke model boiler
23
en voorts met inachtneming van
de plaatselijke voorschriften,
verordeningen en regelingen van
overheidswege;
i) de anodes worden vervangen en
vernieuwd indien en zodra deze
voor 60% of meer zijn opgelost.
4.4 Uitsluitingen
De in artikel 1 en 2 bedoelde
garantie geldt niet:
a) voor toestellen die zijn voorzien
van een gasregelblok met een
verhoogde temperatuur en voor
toestellen die niet huishoudelijk
gebruikt worden; hiervoor geldt
een garantietermijn op de tank
van één jaar na de oorspronkelijke
installatiedatum onder de onder
artikel 2 genoemde voorwaarden;
b) indien de boiler door een
van buiten komende oorzaak
beschadigd is;
c) in het geval van misbruik,
verwaarlozing (met inbegrip van
bevriezing), verandering, onjuist
en/of afwijkend gebruik van de
boiler en wanneer gepoogd is
lekken te repareren;
d) indien verontreinigingen of andere
deeltjes in de tank hebben kunnen
stromen;
e) het watergeleidingsvermogen
minder is dan 150 micro Siemens/
cm en/of de hardheid van het
water minder is dan 6°DH;
f) indien onge lterd, gerecirculeerd
water door de boiler stroomt of in
de boiler opgeslagen wordt;
g) indien gepoogd is zelf een defekte
boiler te repareren.
4.5 Omvang garantie
De verplichting van A.O.Smith
krachtens de gegeven garantie gaat
niet verder dan kosteloze levering
af magazijn Veldhoven van de te
vervangen delen of onderdelen
respektievelijk boiler. Vervoers-,
arbeids-, installatie- en andere met
de vervanging verband houdende
kosten komen niet voor rekening van
A.O.Smith.
4.6 Claims
Een claim gebaseerd op de gegeven
garantie moet worden gedeponeerd
bij de handelaar bij wie de boiler is
gekocht of bij een andere handelaar
die de produkten van A.O.Smith
verkoopt. Het onderzoek van de
boiler bedoeld in de artikelen 1 en 2
zal plaatsvinden in een laboratorium
van A.O.Smith.
4.7 Geen andere
verplichtingen voor
A.O.Smith dan in dit
certi caat bepaald
Met betrekking tot haar boilers
respektievelijk de ter vervanging
geleverde (delen of onderdelen van
de) boilers, wordt door A.O.Smith
geen andere garantie of waarborg
gegeven dan de garantie zoals
uitdrukkelijk in dit certi caat
verwoord. A.O.Smith is krachtens
de gegeven garantie of anderszins
niet aansprakelijk voor schade aan
personen of zaken, veroorzaakt door
(delen of onderdelen respektievelijk
de stalen glasslined tank van) een
door haar (ter vervanging) geleverde
boiler.
Deze garantie geldt voor de
volgende modellen:
BT(T) 85 N
BT(T) 100 N
0308 024 R2.1
8

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw A.O. Smith BTT100 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van A.O. Smith BTT100 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,15 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info