671731
11
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/98
Pagina verder
0309 420
Innovation has a name.
Condenserende
hoogrendement boiler
BFC - 28/30/50/60/80/100/120
BFC Cyclone
Installatie-, Gebruikers- en
Servicehandleiding
uw installateur
A.O. Smith Hoofdkantoor Europa, De Run 5305, 5503 LW Veldhoven
www.aosmith.nl, 0800-AOSMITH (2676484)
A.O. Smith Hoofdkantoor Europa, De Run 5305, 5503 LW Veldhoven, Nederland
www.aosmith.be, 008008-AOSMITH (2676484)
Errata
Onderstaande wijzigingen zijn van toepassing op het instellen en bepalen van het service interval van deze
toestellen. Hiermee komt de bestaande tekst van het instellen en bepalen van het service interval te
vervallen.
Het service interval instellen
Als hulpmiddel is de besturing uitgevoerd met een
service interval waarmee de onderhoudsfrequentie
("Service-interval bepalen") door de service- en
onderhoudsmonteur kan worden ingesteld
Het service interval wordt bepaald door het aantal
maanden dat het toestel in bedrijf is. Dit is
instelbaar op 6, 9 en 12 maanden. Standaard staat
het service interval op 12 maanden. Indien het
ingestelde aantal maanden bereikt is, volgt hiervan
een melding (zie paragraaf "Service-toestand" in
handleiding). U kunt het service interval instellen
via:
:
SERVICE INTERVAL
SERVICE INTERVAL
6
9 MAANDEN
12
Service-interval bepalen
Als hulpmiddel is de besturing uitgevoerd met een
service-interval waarmee de onderhoudsfrequentie
door de service- en onderhoudsmonteur kan
worden ingesteld aan de hand van het aantal
maanden dat het toestel in bedrijf is.
Het service-interval kan ingesteld worden op: 6, 9
of 12 maanden. Standaard staat de instelling op
12 maanden
Op het display zal na het verstrijken van het
ingestelde aantal maanden de melding
SERVICE
BENODIGD
verschijnen.
Na het verschijnen van de melding dient contact
opgenomen te worden met de service- en
onderhoudsmonteur.
!!!WAARSCHUWING!!!
MAXIMUM BRANDUREN:
SERVICE BENODIGD
Resetten van de melding
De melding die op het display verschijnt kan op
twee manieren gereset worden.
1. Tijdelijke reset:
Door een maal op
RESET te drukken wordt de
melding uitgesteld. De melding verschijnt na
7 dagen weer op het display.
2. Volledige reset:
Door
RESET en ENTER, gedurende 5 sec.,
gelijktijdig ingedrukt te houden wordt de melding
volledig gereset.
Wanneer het volledig resetten van de melding
voltooid is verschijnt onderstande melding op het
display. Bij het tijdelijk resetten van melding
verschijnt deze melding NIET op het display.
RESET
SERVICE INTERVAL
SUCCESVOL
Instructiehandleiding BFC 3
gis
Lees deze handleiding
zorgvuldig
Waarschuwing
Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u het toestel in gebruik neemt.
Het niet lezen van deze handleiding en het niet opvolgen van de instructies in
deze handleiding kan leiden tot ongevallen en schade aan personen en het
toestel.
Copyright © 2009 A.O. Smith Water Products Company
Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd, verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van A.O. Smith Water Products
Company.
A.O. Smith Water Products Company behoudt zich het recht voor de
specificaties zoals vermeld in deze handleiding te wijzigen.
Handelsmerken
Alle in deze handleiding genoemde merknamen zijn geregistreerde
handelsmerken van de desbetreffende leveranciers.
Aansprakelijkheid
A.O. Smith Water Products Company is niet aansprakelijk voor claims van
derden veroorzaakt door ondeskundig gebruik anders dan vermeld in deze
handleiding en overeenkomstig de Algemene Voorwaarden gedeponeerd bij de
Kamer van Koophandel.
Zie verder de Algemene Voorwaarden. Deze kunt u kostenloos bij ons
opvragen.
Hoewel grote zorg is besteed aan het waarborgen van correcte en waar nodig,
volledige beschrijving van de relevante onderdelen, kan het voorkomen dat de
handleiding fouten en onduidelijkheden bevat.
Mocht u toch fouten of onduidelijkheden in de handleiding ontdekken, dan
vernemen wij dat graag van u. Het helpt ons de documentatie verder te
verbeteren.
Meer informatie
Indien u opmerkingen of vragen heeft aangaande specifieke onderwerpen die
betrekking hebben op het toestel, aarzelt u dan niet contact op te nemen met:
A.O. Smith Water Products Company
Postbus 70
5500 AB Veldhoven
Nederland
Telefoon: 008008 - AOSMITH
008008 - 267 64 84
Algemeen: +31 40 294 25 00
Fax: +31 40 294 25 39
E-mail: info@aosmith.nl
Website: www.aosmith.be
Voor problemen met de aansluitingen op gas,- elektra- en watervoorzieningen
kunt u terecht bij de leverancier/installateur van uw installatie.
4 Instructiehandleiding BFC
gis
Instructiehandleiding BFC 5
Inhoudsopgave
1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 9
1.1 Over het toestel - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 9
1.2 Wat te doen bij gaslucht - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 9
1.3 Voorschriften - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 9
1.4 Doelgroepen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 10
1.5 Onderhoud - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 10
1.6 Notatiewijzen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 11
1.7 Overzicht van dit document - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 11
2 Werking van het toestel - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 13
2.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 13
2.2 Algemene werking van het toestel - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 13
2.3 Opwarmcyclus van het toestel - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 16
2.4 Beveiliging van het toestel - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 16
2.5 Veiligheid van de installatie- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 17
3 Installatie - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 19
3.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 19
3.2 Verpakking - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 19
3.3 Omgevingscondities - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 19
3.4 Technische specificaties - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 21
3.5 Aansluitschema - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 26
3.6 Wateraansluitingen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 26
3.7 Gasaansluiting - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 28
3.8 Luchttoevoer en rookgasafvoer- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 28
3.9 Elektrische aansluiting - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 33
3.10 Voordruk, CO
2
-getal en schakeldruk controleren - - - - - - - - - - - - - 36
4 Vullen- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 43
5 Aftappen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 45
6 Het bedieningspaneel - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 47
6.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 47
6.2 Bediening - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 47
6.3 Betekenis van de icoontjes - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 47
6.4 AAN/UIT-schakelaar op besturing - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 47
6.5 Navigatieknoppen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 47
6.6 PC-aansluiting - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 48
7 Status van het toestel - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 49
7.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 49
7.2 Bedrijfstoestanden - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 49
7.3 Storingstoestanden - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 50
7.4 Servicetoestand - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 50
7.5 Anode waarschuwing - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 50
8 In bedrijf nemen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 51
8.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 51
8.2 In bedrijf nemen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 51
8.3 Opwarmcyclus van het toestel - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 51
gis
Inhoudsopgave
6 Instructiehandleiding BFC
9 Uit bedrijf nemen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 53
9.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 53
9.2 Toestel een korte periode buiten bedrijf stellen- - - - - - - - - - - - - - - 53
9.3 Toestel spanningsloos maken - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 53
9.4 Toestel voor een lange periode buiten bedrijf stellen - - - - - - - - - - - - 53
10 Hoofdmenu - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 55
10.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 55
10.2 Notatiewijze voor bediening van het menu - - - - - - - - - - - - - - - - - 55
10.3 De "ON-mode" inschakelen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 55
10.4 Watertemperatuur instellen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 55
10.5 Weekprogramma - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 56
10.6 Het weekprogramma in en uit bedrijf nemen - - - - - - - - - - - - - - - - 56
10.7 Het standaard aanwezige weekprogramma wijzigen - - - - - - - - - - - - 56
10.8 Tijdstippen aan een weekprogramma toevoegen- - - - - - - - - - - - - - 58
10.9 Tijdstippen van een weekprogramma verwijderen - - - - - - - - - - - - - 59
10.10 Extra periode - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 60
10.11 Instellingen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 61
11 Serviceprogramma - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 63
11.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 63
11.2 De hysterese instellen- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 63
11.3 De storingshistorie uitlezen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 63
11.4 De toestelhistorie uitlezen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 63
11.5 De toestelselectie uitlezen- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 64
11.6 De pomp aan- of uitzetten - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 64
11.7 Het service interval instellen- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 64
11.8 Servicebedrijf - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 64
11.9 De legionellapreventie instellen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 65
12 Storingen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 67
12.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 67
12.2 Storingstabel voor algemene storingen - - - - - - - - - - - - - - - - - - 68
12.3 Storingstabel voor storingen op het display - - - - - - - - - - - - - - - - 70
12.4 Waarschuwingen op het display - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 78
13 Onderhoudsfrequentie - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 79
13.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 79
13.2 Service-interval bepalen- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 79
14 Onderhoud uitvoeren - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 81
14.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 81
14.2 Onderhoud voorbereiden - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 81
14.3 Waterzijdig onderhoud - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 82
14.4 Gaszijdig onderhoud - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 83
14.5 Onderhoud afronden - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 84
15 Garantie (certificaat) - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 85
15.1 Garantie algemeen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 85
15.2 Garantie tank - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 85
15.3 Voorwaarden installatie en gebruik - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 85
15.4 Uitsluitingen- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 86
15.5 Omvang garantie - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 86
15.6 Claims - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 86
15.7 Verplichtingen voor A.O. Smith - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 86
Instructiehandleiding BFC 7
16 Bijlagen- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 87
16.1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 87
16.2 Menustructuur - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 88
16.3 Elektrisch schema - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 90
16.4 Weekprogrammakaart - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 93
Inhoudsopgave
8 Instructiehandleiding BFC
Instructiehandleiding BFC 9
gis
1 Inleiding
1.1 Over het toestel
Deze handleiding beschrijft de installatie, service en het gebruik van een BFC-
toestel. Het BFC-toestel is een condenserende boiler met een ventilator in de
luchttoevoer. De BFC kan zowel als een gesloten als een open toestel
geïnstalleerd worden. Het toestel heeft standaard een concentrische
schoorsteenaansluiting. Het toestel kan ook als parallelsysteem worden
aangesloten.
De mogelijke toesteltypes zijn B23, C13, C33, C43, C53 en C63.
De informatie in deze handleiding geldt voor de types: BFC 28, BFC 30,
BFC 50, BFC 60, BFC 80, BFC 100 en BFC 120.
De bouwwijze en de uitrusting van het toestel zijn volgens de Europese norm
voor gas gestookte warmwatervoorraadtoestellen voor sanitair gebruik (EN 89).
De toestellen voldoen daarmee aan de Europese Richtlijn voor Gastoestellen
en hebben daarom het recht de CE-markering te dragen.
Waarschuwing
Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u de boiler in gebruik neemt. Het
niet lezen van de handleiding en het niet opvolgen van de beschreven
instructies kan leiden tot persoonlijke ongevallen en schade aan het toestel.
1.2 Wat te doen bij
gaslucht
Waarschuwing
Bij gaslucht:
Geen open vuur! Niet roken!
Vonkvorming vermijden! Geen elektrische schakelaars gebruiken, ook geen
telefoon, stekker of bel!
Ramen en deuren openen!
Hoofdgasafsluitinrichting sluiten!
Bewoners waarschuwen en gebouw verlaten!
Waarschuw na verlaten van het gebouw de gasdistributiemaatschappij of
installateur.
1.3 Voorschriften
Als (eind)gebruiker, installateur of service- en onderhoudsmonteur dient u
ervoor te zorgen dat de gehele installatie tenminste voldoet aan de ter plekke
geldende:
voorschriften m.b.t. bouwbesluiten;
richtlijnen voor bestaande gasinstallaties opgesteld door uw
energieleverancier;
richtlijnen voor aardgasinstallaties en de bijbehorende praktijkrichtlijnen;
veiligheidseisen voor laagspanningsinstallaties;
voorschriften m.b.t. drinkwatervoorziening;
voorschriften m.b.t. ventilatie in gebouwen;
voorschriften m.b.t. toevoer van verbrandingslucht;
voorschriften m.b.t. afvoer van rookgassen;
eisen voor gasverbruikinstallaties;
voorschriften m.b.t. binnenriolering in gebouwen;
0063
Inleiding
10 Instructiehandleiding BFC
1
gis
voorschriften van brandweer, energiebedrijven en gemeente.
Verder dient de installatie te voldoen aan de voorschriften van de fabrikant.
Opmerking
Voor alle voorschriften, eisen en richtlijnen geldt dat aanvullingen of latere
wijzigingen en/of toevoegingen op het moment van installeren van toepassing
zijn.
1.4 Doelgroepen
De drie doelgroepen voor deze handleiding zijn:
(eind)gebruikers;
installateurs;
service- en onderhoudsmonteurs.
Op iedere pagina wordt met symbolen aangegeven voor welke doelgroep de
informatie bedoeld is. Zie de tabel.
Symbolen per doelgroep
Let op
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, of die gebrek aan ervaring of
kennis hebben, tenzij iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid
toezicht op hen houdt of hen heeft uitgelegd hoe het apparaat dient te worden
gebruikt.
Let op
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen. Houd toezicht op
kinderen om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
1.5 Onderhoud
Een onderhoudsbeurt dient minimaal één maal per jaar zowel waterzijdig als
gaszijdig te worden uitgevoerd. De frequentie van het onderhoud is afhankelijk
van ondermeer de waterkwaliteit, het gemiddeld aantal branduren per dag en
de ingestelde watertemperatuur.
Opmerking
Om de juiste onderhoudsfrequentie te bepalen, wordt aanbevolen de
service- en onderhoudsmonteur het toestel drie maanden na installatie water-
en gaszijdig te laten controleren. Aan de hand van deze controle kan de
onderhoudsfrequentie worden vastgesteld.
Opmerking
Regelmatig onderhoud verlengt de levensduur van het toestel.
Symbool Doelgroep
(Eind)gebruiker
Installateur
Service- en onderhoudsmonteur
Instructiehandleiding BFC 11
gis
Zowel de eindgebruiker als de service- en onderhoudsmonteur zijn
verantwoordelijk voor regelmatig onderhoud. Zij dienen hier duidelijke
afspraken over te maken.
Opmerking
Indien het toestel niet regelmatig onderhouden wordt, vervalt het recht op
garantie.
1.6 Notatiewijzen
In deze handleiding wordt gebruik gemaakt van de volgende notatiewijzen:
Opmerking
Opgelet belangrijke mededeling.
Let op
Het negeren van deze tekst kan leiden tot beschadiging van het toestel.
Waarschuwing
Het negeren van deze tekst kan leiden tot ernstige beschadiging van het
toestel en tot gevaarlijke persoonlijke situaties.
1.7 Overzicht van dit
document
De tabel geeft een overzicht van de inhoud van dit document.
Inhoud van dit document
Hoofdstuk Doelgroepen Omschrijving
Werking van het toestel Dit hoofdstuk beschrijft de werking van het toestel.
Installatie Dit hoofdstuk beschrijft de uit te voeren
installatiehandelingen alvorens u het toestel definitief in
bedrijf kunt stellen.
Vullen Dit hoofdstuk beschrijft het vullen van het toestel.
Aftappen Dit hoofdstuk beschrijft het aftappen van het toestel.
Het bedieningspaneel Dit hoofdstuk beschrijft de algemene bediening van het
toestel met het display.
Status van het toestel Dit hoofdstuk beschrijft in welke status (toestand) u het
toestel kunt aantreffen, en wat de eventuele
daaropvolgende actie is.
In bedrijf nemen Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het toestel in bedrijf neemt.
Verder wordt hier de algemene opwarmcyclus van het
toestel beschreven.
Uit bedrijf nemen Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het toestel voor kortere of
langere tijd uit bedrijf neemt.
Inleiding
12 Instructiehandleiding BFC
1
gis
Hoofdmenu Dit hoofdstuk beschrijft het hoofdmenu van het display. Dit
is het feitelijke menu voor de gebruiker, maar ook de
installateur en service- en onderhoudsmonteur zullen er
gebruik van maken.
Serviceprogramma Dit hoofdstuk beschrijft het servicemenu. Het is in
hoofdzaak bedoeld voor de installateur en service- en
onderhoudsmonteur. Echter ook een eindgebruiker kan
hier aanvullende informatie vinden m.b.t. het toestel.
Storingen Dit hoofdstuk is hoofdzakelijk bedoeld voor de installateur
en service- en onderhoudsmonteur. Het beschrijft de
storingen van het toestel. Deze storingen worden op het
display getoond. In een tabel wordt de mogelijke oorzaak
en oplossing gegeven. Echter ook een eindgebruiker kan
hier aanvullende informatie vinden m.b.t. het toestel.
Onderhoudsfrequentie Dit hoofdstuk beschrijft hoe u kunt vaststellen met welke
frequentie het onderhoud dient te worden uitgevoerd.
Zowel de eindgebruiker als de service- en
onderhoudsmonteur zijn verantwoordelijk voor regelmatig
onderhoud. Zij dienen hierover duidelijke afspraken te
maken.
Opmerking
Indien het toestel niet regelmatig onderhouden wordt,
vervalt het recht op garantie.
Onderhoud uitvoeren Dit hoofdstuk beschrijft het te plegen onderhoud.
Garantie (certificaat) Dit hoofdstuk geeft de garantievoorwaarden.
Instructiehandleiding BFC 13
gis
2 Werking van het
toestel
2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde:
Algemene werking van het toestel;
Opwarmcyclus van het toestel;
Beveiliging van het toestel;
Veiligheid van de installatie.
2.2 Algemene werking
van het toestel
14 Instructiehandleiding BFC
Dwarsdoorsnede van het toestel
BFC 28, 30, 50, 60 BFC 80, 100, 120
Legenda
Niet vermelde nummers zijn niet
van toepassing.
1. kap
2. warmwateruitlaat
3. elektrisch aansluitblok
4. besturing
5. drukschakelaar
6. bedieningspaneel
7. temperatuursensor T
1
8. branderkamer
9. anode
10. tank
11. warmtewisselaar
12. inspectie- en
reinigingsopening
13. temperatuursensor T
2
14. koudwaterinlaat
15. aftapkraan
16. gasblok
17. brander
18. ventilator
19. luchttoevoerslang
20. gloeiontsteker
21. ionisatiepen
22. rookgasafvoerpijp
23. sifon
24. isolatielaag
28. potentiostaat
29. pallet
30. venturi
58. rookgasmeetnippel
IMD-0720 R1
19
16
10
11
22
23
9
58
28
2
4
7
6
3
8
18
20
21
17
12
13
14
15
24
29
30
12
13
14
15
11
10
9
8
7
28
6
5
4
3
58
2
1
16
30
17
18
19
20
21
22
23
24
IMD-0755 R1
Instructiehandleiding BFC 15
gis
Het toestel is uitgerust met een modulerend premix brandersysteem met 1:1
gas-luchtverhoudingsregeling. De lucht die nodig is voor de verbranding wordt
aangezogen door de ventilator (18). Het gas wordt via het gasblok (16) en de
venturi (30) toegevoerd aan de zuigzijde van de ventilator. Door de 1:1 gas-
luchtkopeling wordt altijd een optimale verhouding van het gas-luchtmengsel
gewaarborgd.
Bij dit toestel wordt het koude water, onderaan de tank, ingevoerd bij de
koudwaterinlaat (14). Het, door de branderkamer (8) en warmtewisselaar (11),
opgewarmde tapwater verlaat de tank bij de warmwateruitlaat (2). Als het
toestel volledig met water gevuld is, staat het voortdurend onder
waterleidingdruk. Bij het tappen van warm water uit het toestel wordt er direct
weer koud water toegevoegd.
Door de speciale constructie van de warmtewisselaar (11) worden de
rookgassen via de branderkamer eerst naar beneden en vervolgens via de
warmtewisselaar naar boven, en weer naar beneden langs het water geleid.
Hierbij koelen de rookgassen geleidelijk af. Omdat de afgekoelde rookgassen
op het laatst ook nog langs het koude water onderin de tank geleid worden,
gaan de rookgassen condenseren. Bij condenseren komt energie (warmte) vrij
die ook aan het water overgedragen wordt, hierdoor verbetert het rendement.
Het condenswater dat bij deze verwarming ontstaat wordt afgevoerd via het
sifon (23).
De isolatielaag (24) voorkomt warmteverlies. Voor corrosiebescherming is de
binnenzijde van de tank geëmailleerd. De anodes (9) zorgen voor extra
bescherming tegen corrosie.
Voor onderhoud is een inspectie- en reinigingsopening (12) aangebracht.
Werking van het toestel
16 Instructiehandleiding BFC
2
gis
2.3 Opwarmcyclus van
het toestel
De temperatuursensor T
1
(7) meet de watertemperatuur boven in het toestel
(T
top
). Deze temperatuur wordt doorgegeven aan de besturing. Zodra T
1
lager
is dan de ingestelde watertemperatuur (T
set
) constateert de besturing een
"warmtevraag". De ventilator (18) begint met draaien en het gasblok (16) wordt
geopend. De ventilator draait op vollast en het gas mengt zich met de lucht in
de venturi (30). Dit mengsel wordt ontstoken met de gloeiontsteker (20) en het
water wordt verwarmd. Zodra de watertemperatuur in de buurt van T
set
komt,zakt het ventilatortoerental naar zijn laaglast toerental (ook wel moduleren
genoemd) Zodra T
1
boven T
set
komt eindigt de warmtevraag en stopt de
besturing de opwarmcyclus. Zowel bij het constateren als bij het beëindigen van
de warmtevraag neemt de besturing een bepaalde marge in acht. De marge
noemen we de hysterese (11.2 "De hysterese instellen").
2.4 Beveiliging van het
toestel
2.4.1 Inleiding
De besturing bewaakt de watertemperatuur en zorgt voor een veilige
verbranding. Dit gebeurt door:
•de Beveiliging van het toestel;
•het Gasblok;
•de Ventilator;
•de Drukschakelaar;
•de Ionisatiepen.
2.4.2 Beveiliging watertemperatuur
De besturing bewaakt met temperatuursensor T
1
(7) en temperatuursensor T
2
(13), drie temperaturen die betrekking hebben op de veiligheid. De tabel
verklaart de werking van de temperatuursensoren.
Temperatuurbeveiliging
2.4.3 Gasblok
De besturing opent het gasblok zodat de gastoevoer naar de brander mogelijk
is. Het gasblok heeft als veiligheidsvoorziening twee kleppen. Beide kleppen
sluiten de gastoevoer af.
2.4.4 Ventilator
De ventilator (18) zorgt voor een optimale luchttoevoer tijdens warmtevraag.
Met betrekking tot de veiligheid zorgt de ventilator ervoor dat voor en na de
verbranding de eventueel aanwezige gassen uit de branderkamer worden
verwijderd. Dit noemen we voorspoelen en naspoelen.
Beveiliging Omschrijving
Tegen vorst
(T
1
< 5°C of T
2
< 5°C)
De vorstbeveiliging grijpt in. Het water wordt verwarmd tot 20°C.
Op maximale watertemperatuur
(T
1
> 88°C of T
2
> 88°C)
De maximaalbeveiliging dient om oververhitting en/of overmatige kalkvorming
in het toestel te voorkomen. Indien de maximaalbeveiliging ingrijpt, stopt de
verwarming. Hierdoor koelt het water in de tank af. Als het water voldoende is
afgekoeld (T
1
< 81°C), reset de besturing het toestel.
Voor extra veiligheid
(T
1
> 93°C of T
2
> 93°C)
Er treedt een vergrendelende storing van de boilerregeling op. De regeling
moet handmatig gereset worden alvorens het toestel weer in bedrijf genomen
kan worden (7.3 "Storingstoestanden"). De reset kan pas worden uitgevoerd
als T
1
< 81°C.
Instructiehandleiding BFC 17
gis
Het toerental van de ventilator wordt continu gecontroleerd door de besturing
(4). De besturing grijpt in als het toerental te veel afwijkt van de ingestelde
waarde.
2.4.5 Drukschakelaar
De drukschakelaar waarborgt alleen de luchttoevoer tijdens het voorspoelen
van het toestel. Bij voldoende drukverschil tijdens het voorspoelen, sluit de
drukschakelaar. De tabel (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens") geeft
schakelpunten per toestel.
Opmerking
Het schakelpunt van de drukschakelaar kan niet worden bijgesteld.
2.4.6 Ionisatiepen
Om ervoor te zorgen dat er geen gas stroomt als er geen verbranding is, is een
ionisatiepen (21) aangebracht. De besturing gebruikt deze pen voor
vlamdetectie d.m.v. ionisatiemeting. De besturing sluit de gasklep zodra deze
vaststelt dat er geen vlam is terwijl er wel gas vloeit.
2.5 Veiligheid van de
installatie
Naast de standaard beveiliging van het toestel (2.4 "Beveiliging van het
toestel") moet de installatie verder beveiligd worden met een inlaatcombinatie
en reduceerventiel. Optioneel kan een T&P-ventiel worden toegepast.
2.5.1 Inlaatcombinatie en reduceerventiel
Een te hoge druk in de tank kan de geëmailleerde laag (in het toestel) of de tank
beschadigen. Een inlaatcombinatie en drukreduceerventiel voorkomen dit. De
inlaatcombinatie functioneert als afsluiter, terugslagklep en overstortventiel.
Indien de waterleidingdruk te hoog (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens")
is moet een drukreduceerventiel worden toegepast. Beide onderdelen dienen in
de koudwaterleiding (3.6.1 "Koudwaterzijdig") gemonteerd te worden.
2.5.2 T&P-ventiel
Een T&P-ventiel (Temperature and Pressure Relief Valve = Temperatuur- en
drukreduceerventiel) bewaakt de druk in de tank en watertemperatuur bovenin
de tank. Indien de druk in de tank te hoog of de watertemperatuur te
hoog (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens") wordt, zal het ventiel openen.
Het hete water kan nu uit de tank stromen. Omdat het toestel onder
waterleidingdruk staat, zal automatisch koud water de tank in stromen. Het
ventiel blijft open totdat de onveilige situatie is opgeheven. Het toestel heeft
standaard een aansluitpunt voor een T&P-ventiel (3.6.2 "Warmwaterzijdig").
Werking van het toestel
18 Instructiehandleiding BFC
2
gis
Instructiehandleiding BFC 19
is
3 Installatie
Waarschuwing
De installatie dient te geschieden overeenkomstig de algemeen en
plaatselijk geldende voorschriften van gas-, waterleidings-,
elektriciteitsbedrijven en brandweer, door een erkend installateur.
Het toestel mag alleen in een ruimte geïnstalleerd worden indien die ruimte
voldoet aan de vereiste landelijke en plaatselijke
ventilatievoorschriften (1.3 "Voorschriften").
3.1 Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de uit te voeren installatiehandelingen alvorens u het
toestel definitief in bedrijf kunt stellen (8 "In bedrijf nemen"), te weten:
Verpakking;
Omgevingscondities;
Technische specificaties;
Wateraansluitingen;
Gasaansluiting;
Luchttoevoer en rookgasafvoer;
Elektrische aansluiting;
Voordruk, CO2-getal en schakeldruk controleren.
3.2 Verpakking
Verwijder de verpakking voorzichtig, zo voorkomt u beschadiging van het
toestel.
U kunt het toestel het best uitpakken als het op of nabij zijn definitieve plaats
staat.
Let op
Het toestel mag alleen rechtop verplaatst worden. Pas op dat het toestel na
het uitpakken niet beschadigd raakt.
3.3 Omgevingscondities
Het toestel is geschikt voor zowel een gesloten verbranding als een open
verbranding. Indien geïnstalleerd als een gesloten toestel is het voor de
benodigde luchttoevoer onafhankelijk van de opstellingsruimte. Er gelden
daardoor geen aanvullende ventilatievoorschriften.
Wanneer het toestel geïnstalleerd wordt als een open toestel dient er voldaan
te worden aan de plaatselijk geldende richtlijnen en ventilatievoorschriften
voor open toestellen.
De mogelijke categorieën zijn B23, C13, C33, C43 en C53.
Let op
Een open toestel mag in verband met explosiegevaar en corrosie van het
toestel niet gebruikt worden in ruimten waar chemische stoffen opgeslagen
liggen of gebruikt worden. Sommige drijfgassen, bleekmiddelen,
ontvettingsmiddelen e.d. verspreiden explosieve dampen en/of dampen die
versnelde corrosie veroorzaken. Indien het toestel gebruikt wordt in een ruimte
waar zulke stoffen aanwezig zijn, dan vervalt het recht op garantie.
3.3.1 Luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur
De opstellingsruimte moet vorstvrij zijn, of tegen vorst beveiligd zijn. De tabel
geeft de omgevingscondities aan die moeten worden nageleefd om het
functioneren van de toegepaste elektronica te kunnen garanderen.
Installatie
20 Instructiehandleiding BFC
3
is
Specificaties luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur
3.3.2 Maximale vloerbelasting toestel
Houd in verband met het gewicht van het toestel rekening met de maximale
vloerbelasting, zie de tabel (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens").
3.3.3 Watersamenstelling
Het toestel is bedoeld om drinkwater op te warmen. Het drinkwater moet
voldoen aan de regelgeving voor drinkwater voor menselijke consumptie. In de
tabel ziet u een overzicht van de specificaties.
Specificaties water
Opmerking
Als van de in de tabel opgegeven specificaties wordt afgeweken, dan kan de
bescherming van de tank niet worden gegarandeerd (15 "Garantie
(certificaat)").
3.3.4 Werkruimte
In verband met de bereikbaarheid van het toestel wordt aanbevolen de
volgende afstanden in acht te nemen (zie de figuur):
AA: bij de bedieningszuil en de reinigingsopening van het toestel: 100 cm.
BB: rondom het toestel: 50 cm.
Bovenzijde van het toestel: 100 cm
Luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur
Luchtvochtigheid max. 93% RV bij +25°C
Omgevingstemperatuur Functioneel: 0 <
T < 60°C
Watersamenstelling
Hardheid
(aardalkali-ionen)
> 1,00 mmol/l:
Duitse hardheid > 5,6 °dH
Franse hardheid > 10,0 °fH
Britse hardheid > 7,0 °eH
Geleidbaarheid > 125 µS/cm
Zuurgraad (pH-waarde) 7,0 < pH-waarde < 9,5
Instructiehandleiding BFC 21
is
Werkruimte
Opmerking
Let er bij het installeren op of het toestel, bij eventuele lekkage van de tank
en/of aansluitingen, schade kan toebrengen aan de directe omgeving of lager
gelegen verdiepingen. Indien dit het geval is dient het toestel bij een vloerafvoer
of in een passende metalen lekbak geïnstalleerd te worden.
Een lekbak moet een deugdelijke afvoer hebben en minstens 5 cm diep zijn met
een lengte en breedte van minimaal 5 cm groter dan de diameter van het
toestel.
3.4 Technische
specificaties
Het toestel is geleverd zonder accessoires. Controleer de
maten (3.4 "Technische specificaties"), de
gasgegevens (3.4.3 "Gasgegevens") en andere specificaties (3.4.2 "Algemene
en elektrische gegevens") van de te gebruiken accessoires.
BFC 28 t/m 60 BFC 80 t/m 120
IMD-0765 R0
A
A
AA
B
B
BB
A
A
A
A
22 Instructiehandleiding BFC
3.4.1 Afmetingen van het toestel
Boven- en vooraanzicht van de toestellen
Afmetingen (alle maten in mm, tenzij anders aangegeven)
Legenda
Zie de tabel.
BFC 28, 30, 50, 60 BFC 80, 100, 120
3
5
5
P
M
6
1
4
R
S
K
N
A
4
D
G
2
2
3
6
H
W
Hx
Hy
Ny
45º
18º
45º
44º
7
IMD-0768 R0 IMD-0770 R0
45º
18º
45º
3
5
4
F
E
2
6
6.5º
Hy
Hx
C
Ny
D
2
5
P
M
6
1
4
R
S
N
A
G
7
K
W
H
3
Maat Omschrijving Eenheid BFC 28 BFC 30 BFC 50 BFC 60 BFC 80 BFC 100 BFC 120
A Totale hoogte mm 1390 1910 1910 1910 2060 2060 2060
C Positie op pallet mm - - - - 530 530 530
D Diameter toestel mm 705 705 705 705 850 850 850
E Diepte mm - - - - 1000 1000 1000
F Breedte mm - - - - 900 900 900
G Diameter rookgasafvoer mm 100/150 100/150 100/150 100/150 130/200 130/200 130/200
Instructiehandleiding BFC 23
3.4.2 Algemene en elektrische gegevens
Algemene en elektrische gegevens
H Hoogte rookgasafvoer/luchttoevoer mm 1365 1905 1905 1905 1995 1995 1995
Hx x-positie rookgasafvoer mm 265 265 265 265 310 310 310
Hy y-positie rookgasafvoer mm 375 375 375 375 440 440 440
K Hoogte gasaansluiting mm 1270 1800 1800 1800 1855 1855 1855
M Hoogte koudwatertoevoer mm 170 160 160 160 225 225 225
N Hoogte warmwateruitlaat mm 1390 1910 1910 1910 2060 2060 2060
Ny y-positie warmwateruitlaat mm 205 205 205 205 205 205 205
P Hoogte reinigingsopening mm 170 175 175 175 290 290 290
R Hoogte aftapkraan aansluiting mm 85 75 75 75 225 225 225
S Hoogte T&P ventiel aansluiting mm 900 1410 1410 1410 1425 1425 1425
W Hoogte condensafvoer mm 125 145 145 145 240 240 240
1 Aansluiting koudwatertoevoer (uitw.) - R 1
1
/
2
R 1
1
/
2
R 1
1
/
2
R 1
1
/
2
R 1
1
/
2
R 1
1
/
2
R 1
1
/
2
2 Aansluiting warmwateruitlaat (uitw.) - R 1
1
/
2
RR 1
1
/
2
R 1
1
/
2
R 1
1
/
2
R 1
1
/
2
R 1
1
/
2
R 1
1
/
2
3 Aansluiting gasblok (inw.) - R
3
/
4
"R
3
/
4
"R
3
/
4
"R
3
/
4
"R
3
/
4
"R
3
/
4
" R
3
/
4
"
4 Aansluiting aftapkraan (inw.) -
3
/
4
"
3
/
4
"
3
/
4
"
3
/
4
"
3
/
4
"
3
/
4
"
3
/
4
"
5 Aansluiting T&P ventiel (inw.) - 1" - 11.5 NPT 1" - 11.5 NPT 1" - 11.5 NPT 1" - 11.5 NPT 1" - 11.5 NPT 1" - 11.5 NPT 1" - 11.5 NPT
6 Opening reinigen/inspectie mm 95 x 70 95 x 70 95 x 70 95 x 70 95 x 70 95 x 70 95 x 70
7 Aansluiting condensafvoer (inw.) - Rp 1 Rp 1 Rp 1 Rp 1 Rp 1 Rp 1 Rp 1
Maat Omschrijving Eenheid BFC 28 BFC 30 BFC 50 BFC 60 BFC 80 BFC 100 BFC 120
OMSCHRIJVING Eenheid BFC 28 BFC 30 BFC 50 BFC 60 BFC 80 BFC 100 BFC 120
Inhoud ltr 217 368 368 368 480 480 480
Ledig gewicht kg 177 214 214 214 480 480 480
Maximale vloerbelasting kg 394 582 582 582 960 960 960
Maximale werkdruk kPa (bar) 800 (8) 800 (8) 800 (8) 800 (8) 800 (8) 800 (8) 800 (8)
Regelbereik regelthermostaat
o
C 40…80 40…80 40…80 40…80 40…80 40…80 40…80
24 Instructiehandleiding BFC
3.4.3 Gasgegevens
Defaultwaarde regelthermostaat
o
C65656565656565
Regelbereik hysterese omhoog
o
C05050505050505
Defaultwaarde hysterese omhoog
o
C5555555
Regelbereik hysterese omlaag
o
C 0…10 0…10 0…10 0…10 0…10 0…10 0…10
Defaultwaarde hysterese omlaag
o
C5555555
Aantal (elektrische) anodes -1222222
Gemeten drukverschil over de drukschakelaar Pa 145 145 145 145 240 240 240
Drukverschil openen drukschakelaar Pa < 115 < 115 < 115 < 115 < 210 < 210 < 210
Opwarmtijd ΔT = 45ºC min. 22 35 23 19 18 15 12
OMSCHRIJVING Eenheid BFC 28 BFC 30 BFC 50 BFC 60 BFC 80 BFC 100 BFC 120
OMSCHRIJVING Eenheid BFC 28 BFC 30 BFC 50 BFC 60 BFC 80 BFC 100 BFC 120
Opgenomen elektrisch vermogen W 45 45 75 115 95 145 240
Voedingsspanning (-15% +10% VAC) Volt 230 230 230 230 230 230 230
Netfrequentie (± 1Hz) Hz 50 50 50 50 50 50 50
IP-klasse - IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP 20
OMSCHRIJVING Eenheid Waarde
Max. leidingdruk koudwatertoevoer kPa (bar) 800 (8)
Maximale leidingdruk inlaatcombinatie kPa (bar) 500 (5)
Overstortdruk T&P kPa (bar) 1.000 (10)
Overstort temperatuur T&P °C 97
Instructiehandleiding BFC 25
3.4.3 Gasgegevens
Omschrijving I
2E(S)B
en I
3P
Eenheid BFC 28 BFC 30 BFC 50 BFC 60 BFC 80 BFC 100 BFC 120
Gascategorie 2E(S)B : G20 - 20 mbar
Diameter venturi restrictor mm 7,60 7,60 7,60 7,60 8,60 8,60 8,60
Nominale belasting (onderwaarde) kW 29,0 30,0 47,0 57,0 78,0 95,0 116,0
Nominaal vermogen kW 31,0 32,7 50,3 60,4 84,2 100,7 121,8
Voordruk mbar 20 20 20 20 20 20 20
CO
2
Vol% 9,0 + 1,0 9,0 + 1,0 9,0 + 1,0 9,0 + 1,0 8,9 + 1,0 8,9 + 1,0 8,9 + 1,0
Gasverbruik
(*)
m
3
/h 3,1 3,2 5,0 6,0 8,3 10,1 12,3
Gascategorie 2E(S)B : G25 - 25 mbar
Diameter venturi restrictor mm 7,60 7,60 7,60 7,60 8,60 8,60 8,60
Nominale belasting (onderwaarde) kW 24,0 25,0 39,0 47,0 64,0 78,0 96,0
Nominaal vermogen kW 25,7 27,3 41,7 49,8 69,1 82,7 100,8
Voordruk mbar 25 25 25 25 25 25 25
CO
2
Vol% 7,5 +1,0 7,5 +1,0 7,5 +1,0 7,5 +1,0 7,4 +1,0 7,4 +1,0 7,4 +1,0
Gasverbruik
(*)
m
3
/h 3,0 3,1 4,8 5,8 7,9 9,6 11,8
Gascategorie 3P : G31 - 37 / 50 mbar
Diameter venturi restrictor mm 5,45 5,45 5,45 5,45 6,60 6,60 6,60
Nominale belasting (onderwaarde) kW 29,0 30,0 47,0 57,0 78,0 95,0 116,0
Nominaal vermogen kW 31,0 32,7 50,3 60,4 84,2 100,7 121,8
Voordruk mbar 37 / 50 37 / 50 37 / 50 37 / 50 37 / 50 37 / 50 37 / 50
CO
2
Vol% 10,0 + 1,0 10,0 + 1,0 10,0 + 1,0 10,0 + 1,0 9,6 + 1,0 9,6 + 1,0 9,6 + 1,0
Gasverbruik
(*)
kg/h 2,3 2,3 3,7 4,4 6,1 7,4 9,0
(*) Gebaseerd op 1013,25 mbar en 15 °C..
Installatie
26 Instructiehandleiding BFC
3
is
3.5 Aansluitschema
De figuur geeft het aansluitschema weer. Dit schema wordt gebruikt in de
paragrafen waarin het eigenlijke aansluiten wordt beschreven.
Aansluitschema
3.6 Wateraansluitingen
Waarschuwing
De installatie dient te geschieden door een erkend installateur en
overeenkomstig de algemeen en plaatselijke geldende
voorschriften (1.3 "Voorschriften").
3.6.1 Koudwaterzijdig
Zie (A) in het aansluitschema (3.5 "Aansluitschema").
1. Indien de waterleidingdruk meer dan de voorgeschreven (3.4.2 "Algemene
en elektrische gegevens") druk is, plaats dan een goedgekeurd
reduceerventiel (1).
2. Plaats koudwaterzijdig een goedgekeurde inlaatcombinatie (2)
overeenkomstig de geldende voorschriften (1.3 "Voorschriften").
Legenda
Niet vermelde nummers zijn niet
van toepassing.
1. drukreduceerventiel
(verplicht indien de
waterleidingdruk te hoog is)
2. inlaatcombinatie (verplicht)
3. T&P-Ventiel (optioneel)
4. afsluiter (aanbevolen)
5. terugslagklep (verplicht)
6. circulatiepomp (optioneel)
9. aftapkraan
10. gaskraan (verplicht)
11. service afsluiter (aanbevolen)
12. temperatuurmeter
(aanbevolen)
13. condensafvoer (verplicht)
14. tappunten
A. koudwatertoevoer
B. warmwaterafvoer
C. circulatieleiding
D. gastoevoer
IMD-0777 R0
A
1
2
13
4
6
5
4
C
B
D
9
14 14 14
12
3
10
11
T
Instructiehandleiding BFC 27
is
3. Sluit de overstortzijde van de inlaatcombinatie (2) aan op een open
waterafvoerleiding.
Let op
Een inlaatcombinatie is verplicht. Monteer deze zo dicht mogelijk bij het
toestel.
Waarschuwing
Tussen inlaatcombinatie en het toestel mag nooit een afsluiter of
terugslagklep geplaatst worden.
3.6.2 Warmwaterzijdig
Zie (B) in het aansluitschema (3.5 "Aansluitschema").
Opmerking
Isolatie van lange warmwaterleidingen voorkomt onnodig energieverlies.
1. Optioneel: monteer een temperatuurmeter (12) ter controle van de
temperatuur van het tapwater.
2. Optioneel: monteer het T&P-ventiel (3).
3. Monteer een afsluiter (11) in de warmwateruitgangleiding ten behoeve van
servicedoeleinden.
4. Is een circulatieleiding nodig, ga dan verder met het monteren van de
circulatieleiding (3.6.3 "Circulatieleiding"). Zo niet, monteer dan de bij de
aftapkraan geleverde afdichtmoer met pakking.
3.6.3 Circulatieleiding
Zie (C) in het aansluitschema (3.5 "Aansluitschema").
Indien men direct warm water ter beschikking wil hebben bij tappunten kan
een circulatiepomp geïnstalleerd worden. Dit verhoogt het comfort en
voorkomt waterverspilling.
1. Monteer een circulatiepomp (6) met een capaciteit overeenkomend met de
grootte en weerstand van het circulatiesysteem.
2. Monteer een terugslagklep (5) na de circulatiepomp om de circulatierichting
te garanderen.
3. Monteer voor servicedoeleinden twee afsluiters (4).
4. Sluit de circulatieleiding aan volgens het
aansluitschema (3.5 "Aansluitschema").
3.6.4 Condensafvoer
1. Monteer onder afschot een afvoerpijpje aan het sifon (13) voor
condensafvoer en sluit deze met een open verbinding aan op de
waterafvoerleiding.
Let op
Wanneer condensafvoer niet middels een open verbinding wordt
aangesloten op de waterafvoerleiding kan dit leiden tot storingen.
Installatie
28 Instructiehandleiding BFC
3
is
3.7 Gasaansluiting
Waarschuwing
De installatie dient te geschieden door een erkend installateur en
overeenkomstig de algemeen en plaatselijke geldende
voorschriften (1.3 "Voorschriften").
Let op
Zorg ervoor dat de diameter en de lengte van de gastoevoerleiding zo
gedimensioneerd zijn dat er voldoende capaciteit geleverd kan worden voor het
toestel.
Zie (D) in het aansluitschema (3.5 "Aansluitschema").
1. Monteer een gaskraan (10) in de gastoevoerleiding.
2. Blaas voor gebruik de gasleiding schoon.
3. Sluit de gaskraan.
4. Monteer de gastoevoerleiding op het gasblok.
Waarschuwing
Controleer na montage op lekkages.
3.8 Luchttoevoer en
rookgasafvoer
3.8.1 Inleiding
In deze paragraaf worden de volgende onderwerpen beschreven:
Eisen voor rookgasafvoermateriaal
Concentrische aansluitingen
Parallelle aansluitingen
3.8.2 Eisen voor rookgasafvoermateriaal
Waarschuwing
De installatie dient te geschieden door een erkend installateur en
overeenkomstig de algemeen en plaatselijke geldende
voorschriften (1.3 "Voorschriften").
Afhankelijk van de gekeurde toesteltypes zijn verschillende aansluitingen van
de luchttoevoer en rookgasafvoer mogelijk.
De toestellen zijn gekeurd voor de toesteltypes B23, C13, C33, C43, C53 en
C63.
In deze manual worden de toesteltypes C13 en C33 uitvoerig behandeld. Indien
het toestel moet functioneren volgens B23, C43, C53 of C63 kunt u voor nadere
informatie contact opnemen met A.O. Smith.
De figuur en tabel geven informatie over deze toesteltypes. Indien uitleg
gewenst is over de mogelijkheden, kunt u contact opnemen met de fabrikant.
Instructiehandleiding BFC 29
is
Toe steltypes
IMD-
0
7
89
R
0
C43
C13 C53
B23 C33
Installatie
30 Instructiehandleiding BFC
3
is
Verklaring toesteltype
Opmerking
Zorg ervoor dat de rookgasafvoer in een uitmondingsgebied geplaatst wordt
waarin dit toegestaan is voor het desbetreffende toesteltype.
3.8.3 Concentrische aansluitingen
De tabel geeft de eisen weer waaraan de concentrische systemen moeten
voldoen.
Waarschuwing
Monteer rookgasafvoermateriaal onder een afschot van 5 mm per meter
naar het toestel toe.
Eisen rookgasafvoer voor concentrische systemen (C13, C33)
Let op
Aan beide voorwaarden in de tabel moet worden voldaan.
Als u minder dan het maximale aantal bochten gebruikt, mag u toch niet meer
dan de maximale pijplengte gebruiken.
Als u minder dan de maximale pijplengte gebruikt, mag u toch niet meer dan
het maximale aantal bochten gebruiken.
Een en ander wordt verduidelijkt aan de hand van een voorbeeld.
Praktijkvoorbeeld concentrische rookgasafvoer
Voorbeeld
De figuur geeft een BFC 30 weer. Het toestel moet worden voorzien van 25 m
concentrische pijp (C13/C33) en vier bochten van 90 graden. Er moet worden
getoetst of deze configuratie voldoet aan de in de tabel gestelde eisen.
Toesteltype Omschrijving
B23 Verbrandingslucht wordt uit installatieruimte onttrokken.
C13 Concentrische en / of parallelle muurdoorvoer
C33 Concentrische en / of parallelle dakdoorvoer
C43 Toestellen op gezamenlijke aan- en afvoer (concentrisch en / of parallel) in
geval van etagebouw.
C53 Toe- en afvoer in verschillend drukvlak.
C63 Toestellen geleverd zonder rookgasafvoermaterialen en / of terminal. Deze
toestellen dienen te worden geïnstalleerd volgens de plaatselijk geldende
richtlijnen.
Toestel Diameter Maximale
lengte
Maximaal
aantal bochten
90º
BFC 28, 30, 50, 60 100/150 mm 40 m 7
BFC 80, 100, 120 130/200 mm 15 m 4
Instructiehandleiding BFC 31
is
Toestel met concentrisch rookgasafvoermateriaal
Volgens de tabel is de maximale lengte 40 meter en het toegestane aantal 90
graden bochten 7. Aan beide eisen is voldaan.
Specificaties
Let op
Voor de C13 en C33 toesteltypes schrijft A.O. Smith het gebruik voor van
een voor het toestel goedgekeurde dak- of muurdoorvoer. Gebruik van een
verkeerde dak- of muurdoorvoer kan leiden tot een storing.
Specificatie concentrische muurdoorvoer C13
IMD-0791 R0
Onderwerp Omschrijving
Muurdoorvoerset:
1x Muurdoorvoer
(incl. muurplaat & klemband)
1x Pijp 500 mm
1x Bocht 90°
Art. Nr. BFC 28, 30, 50, 60 0302 504
1
BFC 80, 100, 120 0302 326
1
Fabrikant Muelink & Grol
Type M2000 MDV SEC
Pijpmateriaal Constructie Concentrisch
Rookgasafvoer Dikwanding aluminium met lippenring afdichting.
Luchttoevoer Dunwandig verzinkt plaatstaal.
Pijpdiameters Rookgasafvoer BFC 28, 30, 50, 60 Ø 100 mm
BFC 80, 100, 120 Ø 130 mm
Luchttoevoer BFC 28, 30, 50, 60 Ø 150 mm
BFC 80, 100, 120 Ø 200 mm
(1)
U mag geen andere muurdoorvoer gebruiken. U kunt de muurdoorvoerset, onder vermelding van het
artikelnummer bestellen bij leverancier, fabrikant of groothandel.
Installatie
32 Instructiehandleiding BFC
3
is
Specificatie concentrische dakdoorvoer C33
3.8.4 Parallelle aansluitingen
De tabel geeft de maximale pijplengte voor parallelle systemen weer. De
maximale pijplengte is afhankelijk van de gekozen diameter.
Waarschuwing
Monteer rookgasafvoermateriaal onder een afschot van 5 mm per meter
naar het toestel toe.
Eisen rookgasafvoer voor parallelle systemen
Voor het berekenen van de pijplengte moet u de langste pijp gebruiken. Is
bijvoorbeeld de rookgasafvoerpijp 10 meter en de luchttoevoerpijp 8 meter dan
gebruikt u 10 meter als rekenlengte. Vervolgens telt u voor iedere 90°-bocht en
45°-bocht, in zowel de luchttoevoer en rookgasafvoer het L
equivalent
op bij deze
10 meter. Een en ander wordt toegelicht aan een praktijkvoorbeeld.
Praktijkvoorbeeld parallelle rookgasafvoer
Voorbeeld
De figuur geeft een BFC 30 weer. Deze moet worden voorzien van 10 m
parallelle pijp, 100 mm doorsnede, en acht bochten van 90 graden. Er moet
worden getoetst of de configuratie voldoet aan de in de tabel gestelde eisen.
Onderwerp Omschrijving
Dakdoorvoerset:
1x Dakdoorvoer (incl. klemband)
1x Pijp 1000 mm
1x Plakplaat
Art. Nr. BFC 28, 30, 50, 60 0304 423
1
BFC 80, 100, 120 0306 855
1
Fabrikant Muelink & Grol
Type M2000 DDV HR-C
Pijpmateriaal Constructie Concentrisch
Rookgasafvoer Dikwanding aluminium met lippenring afdichting.
Luchttoevoer Dunwandig verzinkt plaatstaal.
Pijpdiameters Rookgasafvoer BFC 28, 30, 50, 60 Ø 100 mm
BFC 80, 100, 120 Ø 130 mm
Luchttoevoer BFC 28, 30, 50, 60 Ø 150 mm
BFC 80, 100, 120 Ø 200 mm
(1) U mag geen andere dakdoorvoer gebruiken. U kunt de dakdoorvoerset, onder vermelding van het
artikelnummer bestellen bij leverancier, fabrikant of groothandel.
Toestel Diameter
1
Maximale
strekkende
lengte
L
equivalent
bocht 90º
L
equivalent
bocht 45º
BFC 28, 30, 50, 60 100 mm 55 m 4,6 m 1,2 m
BFC 80, 100, 120 130 mm 65 m 2,4 m 1,4 m
BFC 28, 30, 50, 60 130 mm 100 m 2,4 m 1,4 m
BFC 80, 100, 120 150 mm 100 m 2,6 m 1,6 m
(1) Parallelle systemen met diameter 100, 130 mm of 150 mm. Wanneer de
maximale strekkende lengte voor diameter 100 niet toereikend is, moet
diameter 130 worden toegepast. Wanneer de maximale strekkende lengte voor
diameter 130 niet toereikend is, moet diameter 150 worden toegepast.
Wanneer diametervergroting wordt toegepast dient dit voor zowel de
luchttoevoer als voor de rookgasafvoer te worden doorgevoerd.
Instructiehandleiding BFC 33
is
Toestel met parallel rookgasafvoermateriaal
Voor de toetsing aan de maximale lengte moet de langste pijp worden gebruikt.
In dit geval is dat de rookgasafvoerpijp. Deze is 10 meter. Deze 10 meter is
opgebouwd uit het pijpmateriaal deel 1, 2, 3, 4 en 5. De lengte van het broekstuk
hoeft u niet mee te tellen. Het totaal aantal gebruikte bochten, in de
rookgasafvoer en luchttoevoer, is 8. De bocht in het broekstuk hoeft u niet mee
te tellen. Volgens de tabel moet per bocht moet 4,6 meter worden gerekend. De
totale pijplengte wordt hiermee:
(4,6 x 8) + 10 = 36,8 + 10 = 46,8 m.
Dit is kleiner dan de in de tabel weergegeven lengte van 55 meter. De installatie
voldoet dus aan de eisen.
3.9 Elektrische
aansluiting
Waarschuwing
De installatie dient te geschieden door een erkend installateur en
overeenkomstig de algemeen en plaatselijke geldende
voorschriften (1.3 "Voorschriften").
3.9.1 Inleiding
In deze paragraaf komen achtereenvolgens aan de orde:
Voorbereiding;
Netspanning aansluiten;
Optioneel kunnen een scheidingstransformator, een continupomp, een regeling
gestuurde pomp, een extra ON-mode schakelaar en een extra storingsmelder
op het toestel worden aangesloten. Zie hiervoor:
Scheidingstransformator;
Regeling gestuurde pomp aansluiten;
Extra On-mode schakelaar aansluiten;
Opmerking
De optionele componenten zijn niet meegenomen in het opgegeven
opgenomen elektrisch vermogen zoals aangegeven in de
tabel (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens").
Installatie
34 Instructiehandleiding BFC
3
is
3.9.2 Voorbereiding
Let op
Het toestel is fasegevoelig. Het is absoluut noodzakelijk de fase (L) van
het net aan de fase van het toestel en de nul (N) van het net aan te sluiten aan
de nul van het toestel.
Let op
Er mag géén spanningsverschil tussen nul (N) en aarde ( ) aanwezig
zijn. Is dit wel het geval dan dient een scheidingstransformator toegepast te
worden (3.9.4 "Scheidingstransformator").
Voor meer informatie of voor het bestellen van deze scheidingstransformator
gelieve contact op te nemen met A.O. Smith Water Products Company.
De figuur geeft een aanzicht van het elektrisch aansluitblok weer, de tabel de
bijbehorende aansluitingen.
Aansluitblok
Ter voorbereiding dient u eerst de twee kappen en de beschermkap van het
elektriciteitsgedeelte te verwijderen.
1. Draai de schroeven van de kappen los.
2. Verwijder voorzichtig de kappen van het toestel.
Het elektriciteitsgedeelte is nu zichtbaar.
3. Draai de 2 schroeven (A) van het elektriciteitsgedeelte los en verwijder de
beschermkap (B) van het elektriciteitsgedeelte.
Het aansluitblok (C) wordt nu zichtbaar.
Opmerking
Raadpleeg de tabel voor de aansluitingen en raadpleeg het elektrisch
schema voor het aansluiten van elektrische componenten.
Legenda
A. schroeven
B. beschermkap
C. aansluitblok
IMD-0795 R0
24
1
B
C
A
A
Instructiehandleiding BFC 35
is
Elektrisch aansluitblok
3.9.3 Netspanning aansluiten
Het toestel wordt geleverd zonder voedingskabel en hoofdschakelaar.
Opmerking
Om het toestel van spanning te voorzien dient het toestel m.b.v. een
permanente elektrische verbinding op netspanning aangesloten te worden.
Tussen deze vaste verbinding en het toestel moet een dubbelpolige
hoofdschakelaar met een contactopening van tenminste 3 mm geplaatst
worden. De voedingskabel moet aders van minimaal 3 x 1,0 mm
2
bevatten.
Waarschuwing
Laat het toestel spanningsloos totdat u aan het in bedrijf stellen toe bent.
1. Sluit nul (N), fase (L) en aarde ( ) van de voedingskabel aan op
punten 1 t/m 3 in het aansluitblok volgens de tabel (3.9.2 "Voorbereiding").
2. Monteer de voedingskabel in de trekontlaster.
3. Sluit de voedingskabel aan op de hoofdschakelaar.
4. Indien u niet meer behoeft aan te sluiten:
- Monteer de kap van het elektrisch aansluitblok.
- Monteer de kappen van het toestel.
3.9.4 Scheidingstransformator
Een scheidingstransformator wordt toegepast indien er sprake is van een
'zwevende nul'.
1. Raadpleeg het bij de scheidingstransformator geleverde
montagevoorschrift. (Informeer bij de leverancier voor de juiste
scheidingstransformator.)
2. Sluit nul (N), fase (L) en aarde ( ) van de voedingskabels aan op
punten 4 t/m 9 in het aansluitblok volgens de tabel (3.9.2 "Voorbereiding").
3. Monteer de kabels in de trekontlaster.
4. Indien u niet meer behoeft aan te sluiten:
- Monteer de kap van het elektrisch aansluitblok.
- Monteer de kappen van het toestel.
5. Sluit de voedingskabel aan op de hoofdschakelaar.
3.9.5 Regeling gestuurde pomp aansluiten
1. Sluit nul (N), fase (L) en aarde ( ) aan op punten 13, 14 en 15 volgens de
tabel (3.9.2 "Voorbereiding").
2. Monteer de kabel in de trekontlaster.
3. Indien u niet meer behoeft aan te sluiten:
- Monteer de kap van het elektrisch aansluitblok.
- Monteer de kappen van het toestel.
Netspanning
Scheidingstransformator
Alarm Uit
Pomp
regeling
gestuurd
Externe
AAN/UIT
BUS-link
primair secundair
NL NL
1
NL
2
X
1
X
2
NL
3
X
3
X
4
X
5
X
6
12 3 45678910111213141516 t/m 20 21222324
Installatie
36 Instructiehandleiding BFC
3
is
3.9.6 Extra On-mode schakelaar aansluiten
Externe AAN/UIT is een mogelijkheid om een externe AAN/UIT-schakelaar
aan te sluiten. In de UIT stand is de ingestelde bedrijfstoestand actief. In de
AAN stand wordt de ingestelde bedrijfstoestand overruled en is de "ON-
mode" actief.
1. Sluit de kabels (X
3
en X
4
) aan op punten 21 en 22 volgens de
tabel (3.9.2 "Voorbereiding").
2. Monteer de kabel in de trekontlaster.
3. Indien u niet meer behoeft aan te sluiten:
- Monteer de kap van het elektrisch aansluitblok.
- Monteer de kappen van het toestel.
3.9.7 Extra storingsmelder aansluiten
Het toestel is voorzien van een contact dat in geval van een stroing
geschakeld wordt. Hierop kan bijvoorbeeld een lamp worden
aangesloten om de storing te signaleren. Een 230 V aansluiting kan
rechtstreeks aangestuurd worden. Voor andere voltages is een door de
fabrikant voorgeschreven relais nodig.
1. Sluit de fase kabels (X
1
en X
2
) aan op punten 10 en 11 volgens de
tabel (3.9.2 "Voorbereiding"). Sluit indien nodig de aarde ( ) aan op
punt 12.
2. Monteer de kabel in de trekontlaster.
3. Indien u niet meer behoeft aan te sluiten:
- Monteer de kap van het elektrisch aansluitblok.
- Monteer de kappen van het toestel.
3.10 Voordruk, CO
2
-getal
en schakeldruk
controleren
Opmerking
Alvorens u het toestel in bedrijf neemt en/of de voordruk en/of het CO
2
-getal
en/of de schakeldruk controleert dient u het toestel te vullen (4 "Vullen").
Let op
Bij de eerste keer in bedrijf nemen en na het ombouwen, is het verplicht om
de voordruk, het CO
2
-getal en de schakeldruk te controleren.
Opmerking
Voor het controleren van de voordruk, het CO
2
-getal en de schakeldruk dient
u te beschikken over een CO
2
-meter en een manometer.
3.10.1 Controleprocedure voordruk
Om de voordruk te controleren handelt u als volgt:
1. Maak het toestel spanningsloos (9.3 "Toestel spanningsloos maken").
2. Neem de kappen voorzichtig van het toestel.
3. Het elektriciteitsgedeelte is nu zichtbaar.
4. Op het gasblok bevindt zich een meetnippel om te voordruk te bepalen.
In deze meetnippel bevindt zich een afdichtschroefje. Draai het
afdichtschroefje enkele slagen los. Draai het niet helemaal los; het is lastig
om het dan weer vast te schroeven.
5. Open de gastoevoer en ontlucht het gasleidingnet via de meetnippel
voordruk.
6. Sluit een manometer aan op de meetnippel voordruk zodra er gas uit deze
nippel komt.
7. Schakel spanning op het toestel met de hoofdschakelaar van het toestel.
Instructiehandleiding BFC 37
is
8. Zet de besturing AAN door de 0/I-schakelaar op stand I te zetten.
Het display toont nu circa 10 seconden
INTERNE CONTROLE
en komt
daarna in het hoofdmenu.
9. Activeer de "ON-mode" door de volgende stappen te doorlopen:
- Druk eenmaal op de blauwe pijl ( ) om de aanwijzer voor
ON
te zetten
en druk op . Het scherm zoals weergegeven is, verschijnt.
- Bevestig met de stand
IN BEDRIJF NEMEN
.
Het toestel staat nu in de "ON-mode" en zal ontsteken.
10. Nadat het display de tekst
IN BEDRIJF
weergeeft moet u circa 1 minuut
wachten voordat u de dynamische drukken afleest (deze tijd heeft de
ventilator nodig om op vol toerental te gaan draaien).
11. Lees met de manometer de voordruk af van meetnippel en controleer met
de waarde uit de gastabel (3.4.3 "Gasgegevens").
Opmerking
Raadpleeg de beheerder van het gasnet indien de voordruk niet juist is. U
kunt het toestel nu niet in bedrijf nemen. U moet het toestel nu uit bedrijf
nemen (9.3 "Toestel spanningsloos maken").
12. Sluit de gastoevoer.
13. Ontkoppel de manometer en draai het afdichtschroefje in de meetnippel
dicht.
14. Indien u niets meer behoeft te controleren of af te stellen kunt u de kappen
van het toestel terugplaatsen.
3.10.2 CO
2
-afstellen
Om het CO
2
-getal tijdens hooglast en laaglast te controleren en eventueel af te
stellen, handelt u als volgt:
1. Maak het toestel spanningsloos (9.3 "Toestel spanningsloos maken").
2. Neem de kappen voorzichtig van het toestel.
3. Het elektriciteitsgedeelte is nu zichtbaar.
4. Plaats de meetsonde van de CO
2
-meter in de meetnippel (58) van de
rookgasafvoerbuis.
5. Open de gastoevoer en ontlucht het gasleidingnet.
6. Schakel netspanning op het toestel met de hoofdschakelaar.
7. Neem het toestel in bedrijf (8 "In bedrijf nemen").
8. Ga naar het menu :
SERVICEBEDRIJF
.
INTERNE CONTROLE
HOOFDMENU
»OFF
^ ON
È WEEKPROGRAMMA
»IN BEDRIJF NEMEN
^ SETPOINT INSTELLEN
È Tset=65ÉC
Installatie
38 Instructiehandleiding BFC
3
is
9. Genereer warmtevraag door het toestel koud te tappen of door in het
onderstaande
SERVICE
-menu de waarde voor
Tset
te verhogen. Gebruik
hiervoor .
Hooglastmeting
10. Selecteer uit het servicemenu :
-
SERVICEBEDRIJF
|
HOOGLAST
- Bevestig met .
11. U komt nu in het
HOOGLAST
-servicemenu.
12. Het toestel draait nu op
HOOGLAST
. Lees de waarde van de CO
2
-meter af
en wacht tot deze meetwaarde enige tijd stabiel blijft. Dit kan enkele minuten
duren.
13. Vergelijk dan de meetwaarde met de CO
2
-waarde uit de
tabel (3.4.3 "Gasgegevens").
BFC 28 t/m 60
14. Indien nodig regel het CO
2
-getal bij met stelschroef (2) totdat de waarde
binnen de marges ligt van de CO
2
-tabelwaarde.
Gebruik hiervoor het meegeleverde inbussleuteltje (3). Het sleuteltje bevindt
zich in de plastic zak die aan het toestel bevestigd is.
CO
2
-afstelling
SERVICE Ê Ê
HOOGLAST 47ÉC
Tset 70ÉC
IN BEDRIJF
Legenda
1. meetpunt
2. stelschroef
3. inbus voor stelschroef
IMD-0764 R0
1
2
3
Instructiehandleiding BFC 39
is
Opmerking
Linksom draaien (tegen de klok in) betekent meer gas (hogere CO
2
) en
rechtsom draaien (met de klok mee) betekend minder gas (lagere CO
2
).
15. Indien u
Tset
heeft verhoogd, stel deze dan weer in op de oorspronkelijke
waarde met .
16. Ga verder met de CO
2
laaglastmeting.
BFC 80 t/m 120
17. Indien de meetwaarde wel binnen de marges ligt van de CO
2
-tabelwaarde:
- Indien u
Tset
heeft verhoogd, stel deze dan weer in op de
oorspronkelijke waarde met .
- Ga verder met de CO
2
laaglastmeting.
18. Indien de meetwaarde niet binnen de marges ligt van de CO
2
-tabelwaarde,
dan kunt u het toestel niet in bedrijf nemen:
- Schakel het toestel uit.
- Sluit de gastoevoer naar het toestel.
- Plaats de kappen terug op het toestel.
19. Neem contact op de de leverancier van het toestel.
Deellastmeting
20. Ga nu verder met de deellastmeting:
- Druk op .
- Selecteer
DEELLAST
.
- Druk op .
21. Het toestel draait nu op
DEELLAST
. Lees de waarde van de CO
2
-meter af
en wacht tot deze meetwaarde enige tijd stabiel blijft. Dit kan enkele minuten
duren.
22. Vergelijk dan de meetwaarde met de CO
2
-waarde uit de
tabel (3.4.3 "Gasgegevens").
23. Indien nodig regel het CO
2
-getal bij met stelschroef totdat de waarde binnen
de marges ligt van de CO
2
-tabelwaarde.
Installatie
40 Instructiehandleiding BFC
3
is
CO
2
-bijstellen
Legenda
1. meetpunt
2. stelschroef
IMD-0762 R0
2
1
Legenda
1. meetpunt
2. stelschroef
IMD-0763 R0
1
2
Instructiehandleiding BFC 41
is
Opmerking
Linksom draaien (tegen de klok in) betekent minder gas (lagere CO
2
) en
rechtsom draaien (met de klok mee) betekend meer gas (hogere CO
2
).
24. Haal de CO
2
-meetsonde uit de meetnippel van de rookgasafvoerbuis.
25. Monteer het dopje weer op de meetnippel van de rookgasafvoerbuis.
26. Sluit de gastoevoer.
27. Plaats de kappen terug.
3.10.3 Schakeldruk meting
Om de schakeldruk meting uit te voeren handelt u als volgt:
1. Maak het toestel spanningsloos (9.3 "Toestel spanningsloos maken").
2. Neem de kappen voorzichtig van het toestel.
3. Het elektriciteitsgedeelte is nu zichtbaar.
4. Neem de zwarte dopjes van het meetpunt van de drukschakelaar
5. Sluit de + van de manometer aan op de H van het meetpunt van de
drukschakelaar.
6. Sluit de - van de manometer aan op de L van het meetpunt van de
drukschakelaar
7. Stel de manometer in op 0.
8. Neem het toestel in bedrijf (8 "In bedrijf nemen").
9. Het toestel doorloopt nu de opwarmcyclus (2.3 "Opwarmcyclus van het
toestel").
10. Lees de druk van de meter af op het moment dat het toestel schakelt van
VOORSPOELEN
naar
DRUKSCHAKELAAR
. Het display van het toestel
toont op dit moment:
11. Controleer of deze gemeten waarde overeenkomt met de waarde uit de
tabel (3.4.3 "Gasgegevens").
Opmerking
Indien de melding
DRUKSCHAKELAAR
niet verschijnt is er een storing.
Deze moet eerst door een bevoegde servicemonteur verholpen worden.
12. Sluit de gastoevoer.
13. Ontkoppel de manometer.
14. Plaats de twee zwarte dopjes terug op de drukschakelaar.
15. Plaats de kappen terug.
ON Ê Ê Ê
13:45 Donderdag 63ÉC
Tset 65ÉC
DRUKSCHAKELAAR
Installatie
42 Instructiehandleiding BFC
3
is
Instructiehandleiding BFC 43
gis
4 Vullen
Aansluitschema
Om het toestel te vullen gaat u als volgt te werk:
1. Open de afsluiter (11) in de warmwaterleiding, en indien aanwezig de
afsluiters (4) van de circulatiepomp (6).
2. Sluit aftapkraan (9).
3. Open het dichtstbijzijnde tappunt (14).
4. Open de toevoerkraan van de inlaatcombinatie (2) zodat koud water het
toestel instroomt.
5. Vul het toestel volledig. Als uit het dichtstbijzijnde tappunt een volle straal
water komt, is het toestel vol.
6. Ontlucht de gehele installatie, bijvoorbeeld door alle tappunten te openen.
Legenda
Niet vermelde nummers zijn niet
van toepassing.
1. drukreduceerventiel
(verplicht indien de
waterleidingdruk te hoog is)
2. inlaatcombinatie (verplicht)
3. T&P-Ventiel (optioneel)
4. afsluiter (aanbevolen)
5. terugslagklep (verplicht)
6. circulatiepomp (optioneel)
9. aftapkraan
10. gaskraan (verplicht)
11. service afsluiter (aanbevolen)
12. temperatuurmeter
(aanbevolen)
13. condensafvoer (verplicht)
14. tappunten
A. koudwatertoevoer
B. warmwaterafvoer
C. circulatieleiding
D. gastoevoer
IMD-0777 R0
A
1
2
13
4
6
5
4
C
B
D
9
14 14 14
12
3
10
11
T
Vullen
44 Instructiehandleiding BFC
4
gis
7. Het toestel staat nu onder waterleidingdruk. Er mag nu geen water uit het
overstortventiel van de inlaatcombinatie en indien toegepast uit het T&P-
ventiel (3) komen. Is dit toch het geval dan kan het zijn dat:
- De waterleiding druk groter is dan de voorgeschreven
waarde (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens").
Plaats alsnog een drukreduceerventiel (1).
- Het overstortventiel van de inlaatcombinatie defect is, of onjuist is
gemonteerd.
Instructiehandleiding BFC 45
gis
5Aftappen
Aansluitschema
Voor sommige handelingen is het nodig het toestel af te tappen. De procedure
is als volgt:
1. Activeer het
HOOFDMENU
met .
2. Plaats de aanwijzer voor
OFF
.
3. Bevestig
OFF
met .
Legenda
Niet vermelde nummers zijn niet
van toepassing.
1. drukreduceerventiel
(verplicht indien de
waterleidingdruk te hoog is)
2. inlaatcombinatie (verplicht)
3. T&P-Ventiel (optioneel)
4. afsluiter (aanbevolen)
5. terugslagklep (verplicht)
6. circulatiepomp (optioneel)
9. aftapkraan
10. gaskraan (verplicht)
11. service afsluiter (aanbevolen)
12. temperatuurmeter
(aanbevolen)
13. condensafvoer (verplicht)
14. tappunten
A. koudwatertoevoer
B. warmwaterafvoer
C. circulatieleiding
D. gastoevoer
IMD-0777 R0
A
1
2
13
4
6
5
4
C
B
D
9
14 14 14
12
3
10
11
T
HOOFDMENU
»OFF
^ ON
È WEEKPROGRAMMA
Aftappen
46 Instructiehandleiding BFC
5
gis
4. Wacht tot de ventilator gestopt is. Het icoontje is dan ingetrokken.
Let op
Het toestel kan defect raken als u niet wacht tot het spoelen van de
ventilator gestopt is.
5. Zet het toestel UIT (stand 0) met de AAN/UIT-schakelaar van het
bedieningspaneel.
6. Maak het toestel spanningsloos door de hoofdschakelaar tussen het toestel
en het elektriciteitsnet op stand 0 te zetten.
7. Sluit de gastoevoer (10).
8. Sluit de afsluiter (11) in de warmwaterleiding.
9. Sluit de toevoerkraan van de inlaatcombinatie (2).
10. Open de aftapkraan (9).
11. Belucht het toestel (of installatie) zodat het helemaal kan leeglopen.
Instructiehandleiding BFC 47
gis
6 Het bedieningspaneel
6.1 Inleiding
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde:
Bediening;
Betekenis van de icoontjes;
AAN/UIT-schakelaar op besturing;
Navigatieknoppen;
PC-aansluiting.
6.2 Bediening
De bediening is volledig menugestuurd en bestaat uit:
een 4-regelig display met 20 karakters per regel;
6 drukknoppen voor de bediening (onder het
display);
6 grafische symbolen (boven het display);
een aansluiting voor een service-PC;
een AAN/UIT-schakelaar.
De drukknoppen zijn onderverdeeld in drie groepen:
Navigatieknoppen:
- Knoppen omhoog , en omlaag ;
-Enter: ;
- Reset knop:
het hoofdmenu (10 "Hoofdmenu"): ;
het serviceprogramma (11 "Serviceprogramma"):
.
Dit hoofdstuk is specifiek bedoeld voor de service-
en onderhoudsmonteur en installateur.
In deze handleiding wordt het display van de besturing
afgebeeld zoals in de figuur, al dan niet met icoontjes.
6.3 Betekenis van de icoontjes
De tabel geeft de betekenis van de icoontjes weer.
Icoontjes en hun betekenis
6.4 AAN/UIT-schakelaar op besturing
Met de AAN/UIT-schakelaar van de besturing schakelt
u het toestel AAN en UIT. In de UIT stand blijft het
toestel echter wel onder spanning staan, waardoor de
continupomp blijft draaien.
Na het aanzetten verschijnt circa 10 seconden de
tekst
INTERNE CONTROLE
op het display. Daarna
verschijnt het hoofdmenu (10 "Hoofdmenu"). Indien
vanuit het hoofdmenu geen keuze wordt gemaakt,
schakelt het toestel automatisch naar de toestand
OFF (7.2 "Bedrijfstoestanden").
Opmerking
Om het toestel spanningsloos te maken dient u de
hoofdschakelaar tussen het toestel en het
elektriciteitsnet te gebruiken.
6.5 Navigatieknoppen
Het gebruik van deze knoppen wordt toegelicht aan de
hand van de figuur die het hoofdmenu
weergeeft (10 "Hoofdmenu").
De navigatieknoppen zijn:
Knoppen omhoog , en omlaag ;
Enter: ;
Reset knop: .
De pijltjes
^
en
È
geven aan dat u omhoog en/of
omlaag kunt scrollen. Voor het scrollen gebruikt u de
knoppen en .
»IN BEDRIJF NEMEN
^ SETPOINT INSTELLEN
È Tset=70ÉC
Naam Betekenis
Warmtevraag Constatering warmtevraag
Spoelen Voor- en naspoelen m.b.v.
ventilator
Drukschakelaar Drukschakelaar is gesloten
Gloeien (Voor)gloeien
Gasblok Openen
gasblok/ontsteking
Vlamdetectie Toestel in bedrijf
INTERNE CONTROLE
HOOFDMENU
OFF
^»ON
È WEEKPROGRAMMA
EXTRA PERIODE
INSTELLINGEN
Naam Betekenis
Het bedieningspaneel
48 Instructiehandleiding BFC
6
gis
De aanwijzer
»
wijst de te activeren keuze aan. In het
display zoals is afgebeeld in de figuur kunt u scrollen
door het hoofdmenu.
Het hoofdmenu bestaat uit:
OFF
,
ON
,
WEEKPROGRAMMA
,
EXTRA PERIODE
en
INSTELLINGEN
. De teksten
EXTRA PERIODE
en
INSTELLINGEN
zijn pas zichtbaar bij ver genoeg
omlaag scrollen.
Met bevestigt u de geselecteerde keuze.
Met de knop bladert u één pagina terug in
een menu en vervallen alle tot dan toe gemaakte
instellingen in dat menu.
Opmerking
Knop wordt ook gebruikt om het toestel te
resetten na een storing.
6.6 PC-aansluiting
De PC-aansluiting is uitsluitend bedoeld voor technici
van A.O. Smith om de status en de historie van het
toestel uit te kunnen lezen. Deze gegevens kunnen
van belang zijn bij storingen en/of klachten.
Instructiehandleiding BFC 49
gis
7 Status van het toestel
7.1 Inleiding
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde:
Bedrijfstoestanden;
Storingstoestanden;
Servicetoestand;
Anode waarschuwing.
7.2 Bedrijfstoestanden
In werking heeft het toestel vier basis
bedrijfstoestanden, te weten:
OFF
ON
EXTRA
PROG
7.2.1
OFF
In deze toestand is de vorstbeveiliging actief. De
figuur toon het display, met op:
regel één: de tekst
OFF
;
regel twee: de tijd, de dag en
T
1
. (2.3 "Opwarmcyclus van het toestel")
regel drie en vier: de tekst
VORSTBEVEILIGING ACTIEF
.
7.2.2
ON
In deze toestand beantwoordt het toestel continu de
warmwatervraag. De figuur toont het display, met op:
regel één: de tekst
ON
;
regel twee: de tijd, de dag en
T
1
. (2.3 "Opwarmcyclus van het toestel")
regel drie: de geprogrammeerde
watertemperatuur T
set
;
regel vier: is leeg in rust, of toont een tekst die
afhankelijk is van de
opwarmcyclus (2.3 "Opwarmcyclus van het
toestel"), zoals
WARMTEVRAAG
.
7.2.3
EXTRA
In deze toestand is één extra periode
geprogrammeerd en geactiveerd. In deze toestand
wordt de
OFF
- of
PROG
-stand tijdelijk overruled om
aan één periode van warmtevraag te voldoen. Als de
periode voorbij is, gaat het toestel automatisch terug
naar de voorgaande bedrijfstoestand. De figuur toont
het display, met op:
regel één: de tekst
EXTRA
;
regel twee: de tijd, de dag en
T
1
; (2.3 "Opwarmcyclus van het toestel")
regel drie: het inschakelmoment en de
bijbehorende geprogrammeerde
watertemperatuur;
regel vier: de tekst
PERIODE ACTIEF
.
7.2.4
PROG
In deze toestand is een geprogrammeerd
weekprogramma actief en het toestel reageert continu
op warmtevraag binnen de ingestelde tijdsperiodes
van het weekprogramma. In deze toestand zijn twee
situaties te onderscheiden:
1. De huidige tijd valt binnen een ingestelde
tijdsperiode van het weekprogramma.
De figuur toont het bijbehorende display, met op:
- regel één: de tekst
PROG
;
- regel twee: de tijd, de dag en
T
1
; (2.3 "Opwarmcyclus van het toestel")
- regel drie: het eerstkomende
uitschakelmoment en de watertemperatuur
T
set
van de actieve periode;
- regel vier: is leeg of toont een tekst die
afhankelijk is van de
opwarmcyclus (2.3 "Opwarmcyclus van het
toestel"), bijvoorbeeld
WARMTEVRAAG
.
OFF
13:45 Donderdag 6ÉC
VORSTBEVEILIGING
ACTIEF
ON
13:45 Donderdag 67ÉC
Tset 75ÉC
EXTRA
12:30 Donderdag 76ÉC
DO 12:45 Tset 75ÉC
PERIODE ACTIEF
PROG
10:00 Maandag 76ÉC
MA 11:15 Tset 75ÉC
PROG
12:00 Maandag 76ÉC
MA 11:15
PERIODE ACTIEF
Status van het toestel
50 Instructiehandleiding BFC
7
gis
2. De huidige tijd valt buiten een ingestelde
tijdsperiode van het weekprogramma.
De figuur toont het bijbehorende display, met op:
- regel één: de tekst
PROG
;
- regel twee: de tijd, de dag en
T
1
; (2.3 "Opwarmcyclus van het toestel")
- regel drie: het eerstkomende
inschakelmoment;
- regel vier: toont de tekst
PERIODE ACTIEF
.
Voor alle toestanden geldt dat op enig moment de
watertemperatuur beneden de gewenste temperatuur
kan komen. Het toestel komt dan in een
verwarmingscyclus terecht. Deze opwarmcyclus is
voor alle basis bedrijfstoestanden
gelijk (2.3 "Opwarmcyclus van het toestel").
Opmerking
Het instellen en eventueel programmeren van de
basis bedrijfstoestanden zijn beschreven in het
hoofdstuk hoofdmenu (10 "Hoofdmenu").
7.3 Storingstoestanden
De figuur toont een voorbeeld van een
storingstoestand. Indien het toestel in deze stand
staat, toont het display op:
regel één: storingscode met een letter, twee cijfers
en een storingsomschrijving;
regel twee t/m vier: afwisselend een beknopte
toelichting van de storing en een beknopte actie
ten behoeve van de oplossing.
Let op
De op het display weergegeven actie om de
storing te verhelpen mag enkel worden uitgevoerd
door een service- en onderhoudsmonteur.
Er zijn verschillende soorten storingen:
LOCK OUT ERRORS
Wanneer de oorzaak niet meer aanwezig is,
moeten deze storingen met de knop
gereset worden om het toestel weer in bedrijf te
nemen.
BLOCKING ERRORS
Deze storingen verdwijnen automatisch indien de
oorzaak van de storing niet meer aanwezig is,
vervolgens komt het toestel vanzelf weer in bedrijf.
Op het display is niet te zien wat voor soort storing het
betreft. Een uitgebreid storingsoverzicht vindt u elders
in de handleiding. (12 "Storingen")
Als u als eindgebruiker het toestel aantreft in een
storingstoestand kunt u het toestel proberen in bedrijf
te nemen door de knop eenmaal in te
drukken.
Als de storing echter terugkomt of in korte tijd
meerdere malen voorkomt, dient u contact op te
nemen met uw service- en onderhoudsmonteur.
7.4 Servicetoestand
De figuur toont de melding
SERVICE BENODIGD
.
Indien de melding verschijnt is het toestel toe aan een
service- en onderhoudsbeurt. Neem dan contact op
met uw service- en onderhoudsmonteur.
Opmerking
De melding
SERVICE BENODIGD
is gebaseerd
op het aantal verstreken (brand)uren en het ingestelde
service-interval. Indien het service-interval onjuist is
gekozen, dan kan deze in overleg met de service- en
onderhoudsmonteur aangepast worden. Informatie
over de onderhoudsfrequentie vindt u elders in de
handleiding (13 "Onderhoudsfrequentie").
7.5 Anode waarschuwing
Deze melding verschijnt indien de anode bescherming
niet meer actief is. Indien de melding verschijnt dient u
contact op te nemen met uw service- en
onderhoudsmonteur.
Opmerking
Bij het verschijnen van deze melding blijft het
toestel gewoon functioneren.
S04: SENSOR FOUT
CONTROLEER
SENSOR OF DUMMY
!!!WAARSCHUWING!!!
MAXIMUM BRANDUREN:
SERVICE BENODIGD
!!!WAARSCHUWING!!!
ANODE BESCHERMING
FUNCTIONEERT NIET
Instructiehandleiding BFC 51
gis
8 In bedrijf nemen
8.1 Inleiding
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde:
In bedrijf nemen.
Opwarmcyclus van het toestel.
8.2 In bedrijf nemen
U neemt het toestel in bedrijf via:
1. Vul het toestel (4 "Vullen").
2. Zet de gaskraan open (3.5 "Aansluitschema").
3. Schakel spanning op het toestel met de
hoofdschakelaar tussen het toestel en het
elektriciteitsnet.
4. Zet de besturing AAN door de AAN/UIT-
schakelaar op stand I te zetten.
Het display toont nu circa 10 seconden
INTERNE CONTROLE
en komt daarna in het
hoofdmenu.
5. Druk eenmaal op de blauwe pijl ( ) om de
aanwijzer voor
ON
te zetten en druk op .
Het scherm zoals weergegeven is in de figuur
verschijnt.
6. Bevestig met de stand
IN BEDRIJF NEMEN
.
Het toestel staat nu in de "ON-mode". Indien er
warmtevraag is zal de
opwarmcyclus (2.3 "Opwarmcyclus van het
toestel") doorlopen worden.
Als de opwarmcyclus niet wordt doorlopen, dan is
er geen warmtevraag; indien dit het geval is, moet
Tset waarschijnlijk worden
ingesteld (10.4 "Watertemperatuur instellen").
8.3 Opwarmcyclus van het toestel
De opwarmcyclus van het toestel wordt actief op het
moment dat de gemeten watertemperatuur (T
1
)
beneden de drempelwaarde (T
set
) komt. Deze
drempelwaarde is afhankelijk van de gekozen
toestand van het toestel. Staat het toestel bijvoorbeeld
in de "OFF-mode" (vorstbeveiliging) dan is deze
waarde 5
o
C. Staat het toestel bijvoorbeeld in de "ON-
mode" dan is de drempelwaarde instelbaar,
bijvoorbeeld op 65
o
C.
De opwarmcyclus doorloopt achtereenvolgens de
toestanden:
1. WARMTEVRAAG;
2. VOORSPOELEN;
3. DRUKSCHAKELAAR;
4. VOORGLOEIEN;
5. ONTSTEKEN;
6. IN BEDRIJF;
7. NASPOELEN.
In het volgende voorbeeld wordt de gehele cyclus
uitgelegd aan de hand van de bedrijfstoestand
ON
.
Opmerking
De doorlopen cyclus geldt ook voor de overige
bedrijfstoestanden.
Als het toestel in bedrijf komt, worden de volgende
stappen doorlopen:
1. De watertemperatuur komt beneden de ingestelde
temperatuur (bijvoorbeeld)
65
°C. De besturing
constateert warmtevraag en start de
opwarmcyclus.
- Het icoontje wordt geactiveerd.
- De melding
WARMTEVRAAG
verschijnt.
INTERNE CONTROLE
HOOFDMENU
»OFF
^ ON
È WEEKPROGRAMMA
»IN BEDRIJF NEMEN
^ SETPOINT INSTELLEN
È Tset=65ÉC
ON Ê
13:45 Donderdag 63ÉC
Tset 65ÉC
WARMTEVRAAG
In bedrijf nemen
52 Instructiehandleiding BFC
8
gis
2. Na de warmtevraag wordt de ventilator
ingeschakeld om eventeel aanwezige gassen te
verwijderen. Deze fase heet voorspoelen en duurt
circa 15 seconde.
- Het icoontje wordt geactiveerd.
- De melding
VOORSPOELEN
verschijnt.
3. Tijdens het voorspoelen sluit de drukschakelaar.
- Het icoontje wordt geactiveerd.
- De melding
DRUKSCHAKELAAR
verschijnt.
4. Vervolgens begint het (voor)gloeien van de
gloeiontsteker.
- De icoontjes en worden ingetrokken
- Het icoontje wordt geactiveerd.
5. Na een aantal seconden (voor)gloeien wordt het
gasblok geopend en vindt de ontsteking plaats.
- Het icoontje wordt geactiveerd.
- De melding
ONTSTEKEN
verschijnt.
6. Na de ontsteking wordt de vlam gedetecteerd en is
het toestel in bedrijf. Dit betekent dat het
daadwerkelijke opwarmen is begonnen:
- Het icoontje wordt ingetrokken.
- Het icoontje wordt geactiveerd.
- De melding
IN BEDRIJF
verschijnt.
7. Als het water op temperatuur is, valt de
warmtevraag weg en begint het naspoelen. Dit
duurt circa 25 seconden.
- De icoontjes , en worden ingetrokken.
- Het icoontje wordt geactiveerd.
- De melding
NASPOELEN
verschijnt.
8. Na het naspoelen stopt de ventilator en opent de
drukschakelaar:
- De icoontjes en worden ingetrokken.
- De melding
NASPOELEN
wordt ingetrokken.
Bij de eerstvolgende warmtevraag begint de
opwarmcyclus weer bij stap 1.
ON Ê Ê
13:45 Donderdag 63ÉC
Tset 65ÉC
VOORSPOELEN
ON Ê Ê Ê
13:45 Donderdag 63ÉC
Tset 65ÉC
DRUKSCHAKELAAR
ON Ê Ê
13:45 Donderdag 63ÉC
Tset 65ÉC
VOORGLOEIEN
ON Ê Ê Ê
13:45 Donderdag 63ÉC
Tset 65ÉC
ONTSTEKEN
ON Ê Ê Ê
13:45 Donderdag 63ÉC
Tset 65ÉC
IN BEDRIJF
ON Ê Ê
13:45 Donderdag 65ÉC
Tset 65ÉC
NASPOELEN
ON
14:05 Donderdag 65ÉC
Instructiehandleiding BFC 53
gis
9 Uit bedrijf nemen
9.1 Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft:
Toestel een korte periode buiten bedrijf stellen;
Toestel spanningsloos maken;
Toestel voor een lange periode buiten bedrijf
stellen.
9.2 Toestel een korte periode buiten bedrijf
stellen
Om het toestel een korte periode buiten bedrijf te
stellen moet u de vorstbeveiliging inschakelen.
Met de vorstbeveiliging voorkomt u bevriezing van het
water in het toestel.
U activeert de vorstbeveiliging via:
1. Druk op de knop om het hoofdmenu te
selecteren.
2. Plaats met en de aanwijzer voor
OFF
.
Bevestig met .
De vorstbeveiliging grijpt in als de watertemperatuur
lager dan 5°C is. Op regel één van het display
verschijnt dan
VORST
. Het toestel verwarmt het water
tot 20°C (T
set
) en valt uiteindelijk terug in de stand
OFF
.
Opmerking
Deze waardes 5°C en 20°C zijn niet instelbaar.
Let op
Door de OFF-mode te selecteren blijft de
anodebescherming actief.
Opmerking
Wanneer het toestel langer dan 2 maanden buiten
gebruik is, zonder water af te tappen, ontstaan
mogelijk luchtbellen in het toestel. Dat kan leiden tot
lucht in het leidingensysteem.
9.3 Toestel spanningsloos maken
U mag het toestel niet zondermeer spanningsloos
maken. De juiste procedure is als volgt:
1. Activeer het
HOOFDMENU
met .
2. Plaats de aanwijzer voor
OFF
.
3. Bevestig
OFF
met .
Let op
Het toestel kan defect raken als u niet wacht
tot het spoelen van de ventilator gestopt is.
4. Wacht tot de ventilator gestopt is. Het icoontje is
dan ingetrokken.
5. Zet het toestel UIT (stand 0) met de AAN/UIT-
schakelaar van het bedieningspaneel.
6. Maak het toestel spanningsloos door de
hoofdschakelaar tussen het toestel en het
elektriciteitsnet op stand 0 te zetten.
Opmerking
Door de hoofdschakelaar tussen het toestel en het
electriciteitsnet op stand 0 te zetten, wordt de
voedingsspanning van de potentiostaat
uitgeschakeld, hierdoor is er geen anodebescherming
meer.
9.4 Toestel voor een lange periode buiten
bedrijf stellen
Tap het toestel af als u het voor langere tijd buiten
bedrijf stelt. Handel als volgt:
1. Maak het toestel spanningsloos (9.3 "Toestel
spanningsloos maken").
2. Sluit de gastoevoer.
3. Sluit de afsluiter in de warmwaterleiding.
4. Sluit de toevoerkraan van de inlaatcombinatie.
5. Open de aftapkraan
6. Belucht het toestel (of installatie) zodat het
helemaal leeg kan lopen.
OFF
13:45 Donderdag 6ÉC
VORSTBEVEILIGING
ACTIEF
HOOFDMENU
»OFF
^ ON
È WEEKPROGRAMMA
Uit bedrijf nemen
54 Instructiehandleiding BFC
9
gis
Instructiehandleiding BFC 55
gis
10 Hoofdmenu
10.1 Inleiding
Het
HOOFDMENU
bereikt u door op de knop van de
besturing te drukken.
Het hoofdmenu bestaat uit:
OFF
Deze keuze gebruikt u als het toestel tijdelijk wilt
uitzetten (9 "Uit bedrijf nemen"), maar niet wilt
aftappen. In deze stand is de vorstbeveiliging
actief. Hiermee voorkomt u bevriezing van het
water in het toestel.
ON
In deze toestand beantwoord het toestel continu
de warmwatervraag. (10.3 "De "ON-mode"
inschakelen")
WEEKPROGRAMMA
Deze keuze gebruikt u om het toestel alleen
binnen geprogrammeerde
periodes (10.5 "Weekprogramma") te laten
reageren op warmtevraag. Buiten de periodes is
alleen een vorstbeveiliging actief.
EXTRA PERIODE
Deze keuze gebruikt u om de
OFF
-stand of de
PROG
-stand (=Weekprogramma) te overrulen om
aan één tijdelijke periode (10.10 "Extra periode")
van warmwatervraag te voldoen.
INSTELLINGEN
Deze keuze gebruikt u om de taal en de tijd in te
stellen (10.11 "Instellingen"). Tevens kunt bij deze
keuze het regelbereik (temperatuur) en het
ontsteek- en werktoerental van de ventilator
uitlezen.
Opmerking
Indien u in het hoofdmenu gedurende 30 seconden
geen keuze maakt, dan valt het toestel automatisch
terug in de stand waarin het stond.
10.2 Notatiewijze voor bediening van het
menu
Het
HOOFDMENU
( ) van de besturing is
onderverdeeld in submenu’s. Zo is bijvoorbeeld
INSTELLINGEN
een onderdeel van het hoofdmenu.
Het menu
INSTELLINGEN
is ook weer
onderverdeeld in submenu’s. Bijvoorbeeld
TAAL
is
een submenu van
INSTELLINGEN
. Om nu,
bijvoorbeeld, het menu
TAAL
te selecteren wordt in
deze handleiding de volgende notatiewijze gebruikt:
• :
INSTELLINGEN
|
TAAL
Bevestig met .
Dit betekent:
1. : Activeer het hoofdmenu met .
2.
INSTELLINGEN
: Ga met knop en/of naar
INSTELLINGEN
en bevestig met .
3.
TAAL
: Ga met knop en/of naar
TAAL
4. Bevestig met . Na het ingeven van
heeft u het submenu
TAAL
geactiveerd.
10.3 De "ON-mode" inschakelen
U kunt het toestel vanuit iedere willekeurige
bedrijfstoestand in de
ON
stand schakelen, hiervoor
gebruikt u:
1. :
ON
|
IN BEDRIJF NEMEN
Bevestig met .
Opmerking
Raadpleeg ook het hoofdstuk over in bedrijf
nemen (8 "In bedrijf nemen").
10.4 Watertemperatuur instellen
10.4.1 Watertemperatuur instellen via
SETPOINT menu
De watertemparatuur is instelbaar tussen 40°C en
80°C.
De watertemperatuur stelt u in via:
1. :
ON
|
SETPOINT INSTELLEN
Bevestig met .
2. Gebruik:
om de waarde te verhogen;
om de waarde te verlagen.
HOOFDMENU
»OFF
^ ON
È WEEKPROGRAMMA
EXTRA PERIODE
INSTELLINGEN
IN BEDRIJF NEMEN
^»SETPOINT INSTELLEN
È Tset=65ÉC
Hoofdmenu
56 Instructiehandleiding BFC
10
gis
Bevestig met .Na bevestigen komt het
toestel in de "ONmode".
Opmerking
Als de ingestelde temperatuur hoger is dan de
werkelijke waarde van het water dan kan het zijn dat
het toestel niet direct begint met verwarmen. Om het
in- en uitschakelen te beperken is namelijk een marge
ingebouwd. Standaard staat deze marge op 4°C. Het
toestel begint te verwarmen als de watertemperatuur
4°C kouder is dan het SETPOINT.
De marge noemen we de hysterese. De service- en
onderhoudsmonteur kan deze instellen (11.2 "De
hysterese instellen").
10.4.2 Watertemperatuur instellen tijdens
ON-mode
De watertemperatuur kan ook direct worden
bijgeregeld als het toestel in de "ONmode" staat. U
gebruikt dan:
om de waarde te verhogen;
om de waarde te verlagen.
Bevestig met .
10.5 Weekprogramma
Met het weekprogramma kunt u de watertemperatuur
op door u gewenste dagen en tijden instellen.
Als het toestel draait volgens een weekprogramma
dan is dit op het display aangegeven met de tekst
PROG
op de eerste regel (zie de figuur). Op de tweede
regel staat de tijd van de dag, de dag en de
temperatuur. Op de derde regel staat het
eerstkomende schakelpunt van het weekprogramma
en de bijbehorende temperatuur. Op de vierde regel
staat de tekst
PROGRAMMA ACTIEF
.
Het standaard aanwezige weekprogramma schakelt
het toestel iedere dag in om middernacht 00:00 uur en
uit op 23:59 uur. De watertemperatuur staat standaard
ingesteld op 65°C.
Indien gewenst kunt u alle instellingen van het
standaard aanwezige weekprogramma wijzigen.
Als gedurende het weekprogramma de
watertemperatuur te laag wordt, dan zal het toestel de
opwarmcyclus (2.3 "Opwarmcyclus van het toestel")
doorlopen en daarna weer terugvallen in het
weekprogramma.
Achtereenvolgens komen aan de orde:
Het weekprogramma in en uit bedrijf nemen
Het standaard aanwezige weekprogramma
wijzigen
Tijdstippen aan een weekprogramma toevoegen
Tijdstippen van een weekprogramma verwijderen
10.6 Het weekprogramma in en uit bedrijf
nemen
U kunt het weekprogramma vanuit iedere willekeurige
bedrijfstoestand in bedrijf nemen, gebruik hiervoor:
1. :
WEEKPROGRAMMA
|
IN BEDRIJF NEMEN
Bevestig met .
U kunt een weekprogramma uit bedrijf nemen door
een andere bedrijfstoestand te activeren, bijvoorbeeld
de "ON-mode".
10.7 Het standaard aanwezige
weekprogramma wijzigen
Opmerking
Vul eerst het gewenste weekprogramma in op de
meegeleverde weekprogrammakaart.
Een weekprogramma is opgebouwd uit een aantal
instelbare periodes waarop u het toestel kunt laten in-
en uitschakelen. Een periode bestaat uit een:
inschakeltijdstip: dag van de week, uren en
minuten:
uitschakeltijdstip: uren en minuten;
de instelbare watertemperatuur;
de regeling gestuurde pomp in- of uitschakelen.
Opmerking
Een in- en uitschakeltijdstip kan alleen op dezelfde
dag beginnen en eindigen. Per dag kunt u maximaal
drie periodes programmeren. U kunt maximaal 21
periodes programmeren.
Het menu voor het weekprogramma bereikt u via:
•:
WEEKPROGRAMMA
|
INGEVEN
.
Bevestig met .
SETPOINT
» 65ÉC
ON
13:45 Donderdag 65ÉC
Tset»65ÉC
PROG
07:55 Maandag 64ÉC
MA 08:00 Tset 75ÉC
PROGRAMMA ACTIEF
WEEKPROGRAMMA
IN BEDRIJF NEMEN
^»INGEVEN
È
Instructiehandleiding BFC 57
gis
Het display toont het menu voor het weekprogramma,
zie de figuur hieronder. Standaard schakelt het
programma iedere dag aan en uit op respectievelijk
00:00 en 23:59 uur, staat de watertemperatuur op
65ºC en staat de pomp aan (
P
).
Voorbeeld
Als voorbeeld wordt het inschakeltijdstip van zondag
ingesteld op 08:15 uur, en het bijbehorende
uitschakeltijdstip op 12:45 uur. De watertemperatuur
wordt ingesteld op 75 ºC en de pomp blijft aan.
Via het menu worden hiertoe achtereenvolgens: het
inschakelttijdstip, het uitschakeltijdstip, de gewenste
watertemperatuur en de stand van de regeling
gestuurde pomp ingevoerd.
10.7.1 Weekprogramma: inschakeltijdstip
instellen
1. Laat de aanwijzer staan op
ZO
Bevestig met .
De dag die wordt aangewezen door
»
knippert.
2. Gebruik en om de gewenste dag in te stellen.
In het voorbeeld is dit
ZO
(zondag).
Bevestig met .
De aanwijzer verplaatst naar de uren, deze
knipperen.
3. Gebruik en om de uren in te stellen. In het
voorbeeld is dit
08.
Bevestig met .
De aanwijzer gaat naar de minuten, deze
knipperen.
Opmerking
Omdat de uitschakeltijd nooit voor de inschakeltijd
kan liggen, loopt de ingestelde uitschakeltijd
automatisch mee met de inschakeltijd.
4. Gebruik en om de minuten in te stellen. In het
voorbeeld is dit
15
.
Bevestig met .
De aanwijzer gaat naar de uren van de
uitschakeltijd, deze knipperen.
10.7.2 Weekprogramma: uitschakeltijdstip
instellen
1. Gebruik en om de uren in te stellen. In het
voorbeeld is dit
12
.
Bevestig met .
De aanwijzer gaat naar de minuten, deze
knipperen.
2. Gebruik en om de minuten in te stellen. In het
voorbeeld is dit
45
.
Bevestig met .
De aanwijzer verplaatst naar de gewenste
watertemperatuur.
10.7.3 Weekprogramma:
watertemperatuur instellen
1. Gebruik en om de watertemperatuur in te
stellen. In het voorbeeld is dit 75°C.
Bevestig met .
DAG TIJD Tset
AAN»ZO 00:00 65ÉC P
UIT ZO 23:59
AAN MA 00:00 65ÉC P
UIT MA 23:59
AAN DI 00:00 65ÉC P
UIT DI 23:59
AAN WO 00:00 65ÉC P
UIT WO 23:59
AAN DO 00:00 65ÉC P
UIT DO 23:59
AAN VR 00:00 65ÉC P
UIT VR 23:59
AAN ZA 00:00 65ÉC P
UIT ZA 23:59
TOEVOEGEN
VERWIJDEREN
IN BEDRIJF NEMEN
AAN »ZO 00:00
UIT ZO 23:59
Tset 65ÉC
POMP AAN OPSLAAN
AAN ZO»00:00
UIT ZO 00:59
Tset 65ÉC
POMP AAN OPSLAAN
AAN ZO 08»00
UIT ZO 08:00
Tset 65ÉC
POMP AAN OPSLAAN
AAN ZO 08:15
UIT ZO»08:15
Tset 65ÉC
POMP AAN OPSLAAN
AAN ZO 08:15
UIT ZO 12»15
Tset 65ÉC
POMP AAN OPSLAAN
AAN ZO 08:15
UIT ZO 12:45
Tset»65ÉC
POMP AAN OPSLAAN
Hoofdmenu
58 Instructiehandleiding BFC
10
gis
De aanwijzer verplaatst naar
POMP AAN
10.7.4 Weekprogramma: regeling
gestuurde pomp instellen
1. Indien gewenst kan een pomp aangestuurd
worden tijdens de periode. Gebruik dan en
om
POMP AAN
in te stellen. De pomp zorgt dan
voor een regelmatige circulatie van warm water in
de warmwaterleidingen. U kunt deze stap
overslaan indien u geen pomp in uw circuit heeft.
Bevestig met .
De aanwijzer verplaatst naar
OPSLAAN
.
2. Bevestig met .
Het scherm zoals is weergegeven in de figuur
verschijnt.
3. Indien gewenst kunt u met naar een volgende
dag scrollen en meer
inschakeltijdstippen (10.7.1 "Weekprogramma:
inschakeltijdstip instellen") en
uitschakeltijdstippen (10.7.2 "Weekprogramma:
uitschakeltijdstip instellen") wijzigen.
4. Na het wijzigen van de gewenste in -en
uitschakeltijdstippen neemt u het weekprogramma
in bedrijf:
Scroll met naar
IN BEDRIJF NEMEN
.
Bevestig met .
10.8 Tijdstippen aan een weekprogramma
toevoegen
Het menu voor het
TOEVOEGEN
van in- en
uitschakeltijdstippen voor het weekprogramma bereikt
u via:
1. :
WEEKPROGRAMMA
|
INGEVEN
.
Bevestig met .
Het display toont het menu voor het
weekprogramma. De aanwijzer staat bij de actieve
periode.
2. Scroll naar
TOEVOEGEN
.
Bevestig met .
Het scherm voor het toevoegen van een periode
verschijnt.
Voorbeeld
Als voorbeeld wordt een extra periode
geprogrammeerd waarvan het inschakeltijdstip
ingesteld wordt op 18:00 uur, en het bijbehorende
uitschakeltijdstip op 22:00 uur. De watertemperatuur
wordt ingesteld op 75 ºC en de pomp blijft aan.
AAN ZO 08:15
UIT ZO 12:45
Tset 75ÉC
POMP»AAN OPSLAAN
AAN ZO 08:15
UIT ZO 12:45
Tset 75ÉC
POMP AAN »OPSLAAN
DAG TIJD Tset
AAN»ZO 08:15 75ÉC P
UIT ZO 12:45
AAN MA 00:00 65ÉC P
UIT MA 23:59
AAN DI 00:00 65ÉC P
UIT DI 23:59
WEEKPROGRAMMA
IN BEDRIJF NEMEN
^»INGEVEN
È
DAG TIJD Tset
AAN»ZO 08:15 75ÉC P
UIT ZO 12:45
AAN MA 00:00 65ÉC P
....................
....................
UIT ZA 23:59
TOEVOEGEN
VERWIJDEREN
IN BEDRIJF NEMEN
AAN »ZO 08:15
UITZO12:45
Tset 75ÉC
POMP AAN OPSLAAN
DAG TIJD Tset
AAN»ZO 18:00 75ÉC P
UIT ZO 22:00
AAN MA 00:00 65ÉC P
UIT MA 23:59
....................
....................
UIT ZA 23:59
TOEVOEGEN
VERWIJDEREN
IN BEDRIJF NEMEN
Instructiehandleiding BFC 59
gis
3. Voer uit:
a. Stel het inschakeltijdstip
in (10.7.1 "Weekprogramma: inschakeltijdstip
instellen").
b. Stel het uitschakeltijdstip
in (10.7.2 "Weekprogramma: uitschakeltijdstip
instellen").
c. Stel de watertemperatuur
in (10.7.3 "Weekprogramma:
watertemperatuur instellen").
d. Stel de regelinggestuurde pomp
in (10.7.4 "Weekprogramma: regeling
gestuurde pomp instellen").
5. Om de toegevoegde periode door te voeren moet
u met naar
IN BEDRIJF NEMEN
scrollen en
bevestigen met .
10.9 Tijdstippen van een weekprogramma
verwijderen
Alle in- en uitschakeltijdstippen zijn in het display
"achter elkaar" geplaatst. Stel dat de in- en
uitschakeltijdstippen van het toestel zijn
geprogrammeerd volgens de figuur.
Om te verwijderen gaat u als volgt te werk:
1. :
WEEKPROGRAMMA
|
INGEVEN
.
Bevestig met .
2. Scroll met naar
INGEVEN
.
Bevestig met .
Het display toont het menu voor het
weekprogramma.
3. Scroll met naar
VERWIJDEREN
.
Bevestig met .
Om aan te geven dat u in het verwijder menu aan
het werk bent, is de aanwijzer vervangen door een
uitroepteken (!) en knipperen de bij deze periode
behorende gegevens.
4. Scroll met naar de te verwijderen dag.
Bijvoorbeeld
ZO
(zondag) de tweede periode. Zie
de figuur.
Bevestig met .
5. De regels met de schakeltijden worden vervangen
door de tekst
BLOK ECHT VERWIJDEREN?
.
Zie de figuur.
Bevestig met
(of gebruik om te annuleren)
De schakeltijd is verwijderd. U komt weer terug in het
menu voor het weekprogramma. De aanwijzer wijst
naar de eerste geprogrammeerde periode.
DAG TIJD Tset
AAN»ZO 08:15 75ÉC P
UIT ZO 12:45
AAN ZO 18:00 75ÉC P
UIT ZO 22:00
....................
....................
UIT ZA 23:59
TOEVOEGEN
VERWIJDEREN
IN BEDRIJF NEMEN
HOOFDMENU
UIT
^»ON
È WEEKPROGRAMMA
WEEKPROGRAMMA
IN BEDRIJF NEMEN
^»INGEVEN
È
DAG TIJD Tset
AAN!ZO 08:15 75ÉC P
UIT ZO 12:45
AAN ZO 18:00 75ÉC P
UIT ZO 22:00
....................
....................
UIT ZA 23:59
TOEVOEGEN
VERWIJDEREN
IN BEDRIJF NEMEN
DAG TIJD Tset
AAN!ZO 18:00 75ÉC P
UIT ZO 22:00
AAN MA 00:00 65ÉC P
UIT MA 23:59
....................
....................
UIT ZA 23:59
TOEVOEGEN
VERWIJDEREN
IN BEDRIJF NEMEN
DAG TIJD Tset
AAN! BLOK ECHT
UIT VERWIJDEREN?
AAN MA 00:00 65ÉC P
DAG TIJD Tset
AAN»ZO 08:15 75ÉC P
UIT ZO 12:45
AAN MA 00:00 65ÉC P
UIT MA 23:59
....................
....................
UIT ZA 23:59
TOEVOEGEN
VERWIJDEREN
IN BEDRIJF NEMEN
Hoofdmenu
60 Instructiehandleiding BFC
10
gis
6. Scroll met naar
IN BEDRIJF NEMEN
.
Bevestig met .
Het weekprogramma is actief.
10.10 Extra periode
Een extra periode gebruikt u om het toestel gedurende
een bepaalde periode in te schakelen zonder dat u
hiervoor de weekprogrammering aan wilt passen of
het toestel uit de OFF-mode (vorstbeveiligingsstand)
wilt halen.
Als het toestel draait volgens een "extra periode" dan
is dit op het display aangegeven met de tekst
EXTRA
.
Als gedurende de extra periode (10.10.1 "Een extra
periode instellen") de watertemperatuur te laag wordt,
zal het toestel de opwarmcyclus (2.3 "Opwarmcyclus
van het toestel") doorlopen en daarna weer
terugvallen in de extra periode.
Voor een extra periode gelden dezelfde instelbare
gegevens als een periode van een
weekprogramma (10.7 "Het standaard aanwezige
weekprogramma wijzigen").
10.10.1 Een extra periode instellen
1. Het menu voor het invoeren van de extra periode
bereikt u via:
2. :
EXTRA PERIODE
Bevestig met .
Het display toont de instellingen voor de extra
periode.
Inschakeltijdstip instellen
1. Gebruik en om de dag in te stellen. In het
voorbeeld is dit
ZO
.
Bevestig met .
De aanwijzer verplaatst naar de uren, deze
knipperen.
2. Gebruik en om de inschakeluren op de
gewenste waarde in te stellen. In het voorbeeld is
dit
08.
Bevestig met .
De aanwijzer verplaatst naar de minuten, deze
knipperen.
Opmerking
Omdat de uitschakeltijd nooit voor de inschakeltijd
kan liggen loopt de ingestelde uitschakeltijd
automatisch mee met de inschakeltijd.
3. Gebruik en om de minuten in te stellen. In het
voorbeeld is dit
15
.
Bevestig met .
De aanwijzer verplaatst naar de uren van het
uitschakeltijdstip.
Uitschakeltijdstip instellen
1. Gebruik en om de uren in te stellen. In het
voorbeeld is dit
012
.
Bevestig met .
De aanwijzer verplaatst naar de minuten, deze
knipperen.
2. Gebruik en om de minuten in te stellen. In het
voorbeeld is dit
45
.
Bevestig met .
De aanwijzer verplaatst naar de watertemperatuur.
Zie de figuur
Watertemperatuur instellen
1. Gebruik en om de watertemperatuur in te
stellen. In het voorbeeld is dit 75°C.
Bevestig met .
De aanwijzer verplaatst naar
POMP AAN
.
EXTRA
10:00 Maandag 76ÉC
MA 11:15 Tset 75ÉC
PERIODE ACTIEF
HOOFDMENU
ON
^ WEEKPROGRAMMA
ȻEXTRA PERIODE
AAN ZO»00:00
UIT ZO 00:59
Tset 65ÉC
POMP AAN START
AAN ZO 08»00
UIT ZO 08:00
Tset 65ÉC
POMP AAN START
AAN ZO 08:15
UIT ZO»08:15
Tset 65ÉC
POMP AAN START
AAN ZO 08:15
UIT ZO 12»15
Tset 65ÉC
POMP AAN START
AAN ZO 08:15
UIT ZO 12:45
Tset»65ÉC
POMP AAN START
AAN ZO 08:15
UIT ZO 12:45
Tset 75ÉC
POMP»AAN START
Instructiehandleiding BFC 61
gis
Regeling gestuurde pomp instellen
1. Indien gewenst kan een pomp aangestuurd
worden tijdens de periode. Gebruik dan en
om
POMP AAN
in te stellen. De pomp zorgt dan
voor een regelmatige circulatie van warm water in
de warmwaterleidingen. U kunt deze stap
overslaan indien u geen pomp in uw circuit heeft.
Bevestig met .
De aanwijzer verplaatst naar
START
.
2. Bevestig met .
De extra periode is ingesteld.
Opmerking
Als de extra periode afgelopen is gaat de regeling
weer terug naar de toestand ON, OFF of
WEEKPROGRAMMA
. Een week later wordt de extra
periode NIET automatisch weer ingeschakeld.
10.11 Instellingen
Met de keuze
INSTELLINGEN
kunt u een bepaalde
gegevens instellen en bepaalde toestelgegevens
uitlezen:
Instelbare gegevens
- Taal van het menu.
- Huidige dag en tijd.
Uitleesbare toestelgegevens, deze categorie is
enkel van belang voor de installateur en/of service-
en onderhoudsmonteur
- Regelbereik (watertemperatuur).
- Onsteektoerental ventilator.
- Werktoerental ventilator.
10.11.1 Taal van het menu instellen
Om het taalmenu in te stellen:
1. Het menu voor het invoeren van de taal bereikt u
via:
2. :
INSTELLINGEN
.
Bevestig met .
Het display toont het menu voor instellingen.
3. De aanwijzer staat voor
TAAL
Bevestig met .
Het display toont het menu voor de taal.
4. Scroll met naar de gewenste taal.
Bevestig met .
De taal is ingesteld.
10.11.2 Dag en tijd instellen
Om de tijd en dag in te voeren:
1. Het menu voor het invoeren van de dag en tijd
bereikt u via:
2. :
INSTELLINGEN
.
Bevestig met .
Het display toont het menu voor instellingen.
3. Scroll met en naar
DAG
/
TIJD
Bevestig met .
Het display toont het menu voor het aanpassen
van de dag.
4. De aanwijzer staat voor
Zondag
.
Scroll met en naar de gewenste dag.
Bevestig met .
AAN ZO 08:15
UIT ZO 12:45
Tset 75ÉC
POMP AAN »START
HOOFDMENU
WEEKPROGRAMMA
^ EXTRA PERIODE
ȻINSTELLINGEN
INSTELLINGEN
»TAAL
^ DAG/TIJD
È TOESTELGEGEVENS
TAAL
ENGLISH
^ NEDERLANDS
ȻDEUTSCH
FRANCAIS
ITALIANO
CZECH
ESPANOL
HOOFDMENU
WEEKPROGRAMMA
^ EXTRA PERIODE
ȻINSTELLINGEN
INSTELLINGEN
TAAL
^»DAG/TIJD
È TOESTELGEGEVENS
DAG
»Zondag
^ Maandag
È Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Hoofdmenu
62 Instructiehandleiding BFC
10
gis
De dag is ingesteld. Het display toont het menu
voor het aanpassen van de tijd.
5. De aanwijzer staat voor de uren, deze knipperen.
Scroll met en naar het huidige uur,
bijvoorbeeld 15.
Bevestig met .
6. De aanwijzer staat voor de minuten, deze
knipperen
Scroll met en naar de te komen minuut,
bijvoorbeeld 45.
Bevestig op de ingestelde minuut met
De tijd is ingesteld.
Opmerking
Het toestel houdt geen rekening met de zomertijd.
10.11.3 Toestelgegevens uitlezen
Opmerking
Deze categorie gegevens is enkel van belang voor
de installateur en/of service- en onderhoudsmonteur.
De juiste gegevens staan in de tabel met algemene en
elektrische gegevens (3.4.2 "Algemene en elektrische
gegevens").
Het menu voor het uitlezen van de toestelgegevens
bereikt u via:
1. :
INSTELLINGEN
.
Bevestig met .
2. Scroll met naar
TOESTELGEGEVENS
Bevestig met .
Het display toont het menu voor het uitlezen van
de toestelgegevens.
3. Scroll met naar het uit te lezen onderdeel,
bijvoorbeeld
REGELBEREIK
.
Het bijbehorende display verschijnt.
TIJD
»00:00
TIJD
15»00
TIJD
15»45
HOOFDMENU
WEEKPROGRAMMA
^ EXTRA PERIODE
ȻINSTELLINGEN
INSTELLINGEN
TAAL
^ DAG/TIJD
ȻTOESTELGEGEVENS
TOESTELGEGEVENS
»REGELBEREIK
^ ONTSTEEKTOERENTAL
È WERKTOERENTAL
REGELBEREIK
40
_
80ÉC
Instructiehandleiding BFC 63
is
11 Serviceprogramma
11.1 Inleiding
Met het serviceprogramma kan de installateur of
service- en onderhoudsmonteur.
De toestelhistorie uitlezen;
De storingshistorie uitlezen;
De toestelhistorie uitlezen;
De toestelselectie uitlezen;
De pomp aan- of uitzetten;
Het service interval instellen;
Servicebedrijf;
De legionellapreventie instellen.
De onderliggende paragrafen beschrijven in het kort
deze menu’s. Indien u niet op de hoogte bent van de
algehele bediening, lees dan eerst het betreffende
hoofdstuk hierover (6 "Het bedieningspaneel").
Opmerking
De notatiewijze voor de bediening van het service
menu is gelijk aan die van het
hoofdmenu (10.2 "Notatiewijze voor bediening van
het menu"). Echter, u gebruikt om het
serviceprogramma te bereiken, in plaats van voor
het hoofdmenu.
11.2 De hysterese instellen
Als de ingestelde temperatuur (SETPOINT) hoger is
dan de werkelijke watertemperatuur, dan kan het zijn
dat het toestel niet direct begint met de
opwarmcyclus (2.3 "Opwarmcyclus van het toestel").
Om het in- en uitschakelen te beperken is namelijk
een marge ingebouwd. Deze marge noemen we de
hysterese. Standaard staat deze marge op 5°C. De
opwarmcyclus start als de watertemperatuur 5°C lager
ligt dan het SETPOINT en eindigt als het water 5°C
hoger ligt dan het SETPOINT.
U kunt de hysterese instellen via:
•:
HYSTERESE OMHOOG
De figuur geeft een voorbeeld
U kunt de hysterese instellen via
•:
HYSTERESE OMLAAG
11.3 De storingshistorie uitlezen
U kunt de storingshistorie uitlezen via:
•:
STORINGSHISTORIE
U krijgt een overzicht van "Blocking errors" en "Lock
out errors". In beide gevallen geldt dat de besturing 15
regels reserveert voor de laatste 15
storingsmeldingen. Zijn er minder dan 15
storingsmeldingen, dan worden drie puntjes
weergegeven. Het display toont eerst de "Blocking
errors". Na volgen de "Lock out Errors".
De figuur geeft een voorbeeld van de "Blocking
errors". De tekst
STORINGSHISTORIE
wordt nu
gevolgd door
(B)
.
De figuur geeft een voorbeeld van de "Lock out
errors". De tekst
STORINGSHISTORIE
wordt nu
gevolgd door
(L)
.
Opmerking
Voor een overzicht van alle storingen en
bijbehorende oorzaak wordt verwezen naar het
betreffende hoofdstuk (12 "Storingen").
11.4 De toestelhistorie uitlezen
Met de toestelhistorie kunt u de bedrijfsuren, het
aantal ontstekingen, het aantal vlamfouten en het
aantal ontsteekfouten uitlezen.
U bereikt het menu voor het uitlezen van de
toestelhistorie via:
•:
TOESTELHISTORIE
De figuur geeft een voorbeeld.
SERVICE PROGRAMMA
»HYSTERESE
^ STORINGSHISTORIE
È TOESTELHISTORIE
TOESTELSELECTIE
POMPSCHAKELING
SERVICE INTERVAL
SERVICEBEDRIJF
ANTI LEGIONELLA
HYSTERESE OMHOOG»3ÉC
STORINGSHISTORIE(B)
S04 SENSOR FOUT
F06 IONISATIE
È CO250HZFOUT
STORINGSHISTORIE(L)
F02 VENTILATOR
F07 VLAMFOUT
È ...
Serviceprogramma
64 Instructiehandleiding BFC
11
is
11.5 De toestelselectie uitlezen
U bereikt het menu voor het uitlezen van het toestel
via:
•:
TOESTELSELECTIE
Het toestelnummer vindt u op het typeplaatje.
De toestelselectie is in de fabriek juist ingesteld.
11.6 De pomp aan- of uitzetten
Indien een regeling gestuurde pomp
geïnstalleerd (3.9.5 "Regeling gestuurde pomp
aansluiten") is kan deze AAN of UIT gezet worden via:
•:
POMPSCHAKELING
Standaard staat de pomp UIT.
Indien de toestand
WEEKPROGRAMMA
of
EXTRA PERIODE
actief is, dan is de de AAN/UIT-
selectie van de pompschakeling in het servicemenu
ondergeschikt aan de toestand
WEEKPROGRAMMA
of
EXTRA PERIODE
.
Voorbeeld
Een periode van het weekprogramma is actief. Binnen
deze periode staat de pompschakeling UIT. Als in het
servicemenu de pompschakeling AAN wordt gezet,
blijft de pomp UIT. De pomp gaat pas AAN als de
periode van het weekprogramma afgelopen is.
11.7 Het service interval instellen
Zie Errata.
service interval waarmee de
onderhoudsfrequentie (13.2 "Service-interval
bepalen") door de service- en onderhoudsmonteur
kan worden ingesteld aan de hand van het aantal
branduren.
Het service interval wordt bepaald door het aantal
branduren. Dit is instelbaar op 500, 1000 en 1500
uren. Standaard staat het aantal uur op 500. Indien het
ingestelde aantal uren bereikt is, volgt hiervan een
melding (7.4 "Servicetoestand"). U kunt het service
interval instellen via:
•:
SERVICE INTERVAL
11.8 Servicebedrijf
Het menu
SERVICEBEDRIJF
gebruikt deinstallateur
om het toestel op CO
2
in te regelen tijdens het
HOOGLAST
-bedrijf en
DEELLAST
-bedrijf van het
toestel.
Gebruik :
SERVICEBEDRIJF
om in het menu
SERVICEBEDRIJF
te komen.
Met en kan tussen
DEELLAST
en
HOOGLAST
gewisseld worden.
Het toestel doorloopt, in het geval van warmtevraag,
een opstartcyclus en blijft op
HOOGLAST
danwel
DEELLAST
draaien.
Als er geen warmtevraag is dient de installateur deze
te creëren. Dit kan door het toestel koud te tappen of
door het setpoint tijdelijk te verhogen met . Na
inregelen moet het setpoint teruggezet worden op de
oorspronkelijke waarde met .
Als u het menu
SERVICEBEDRIJF
verlaat of als er
gedurende 15 minuten geen knoppen bediend
worden, valt het toestel terug in de originele
bedrijfstoestand.
Setpoint tijdelijk verhogen tijdens
HOOGLAST
of
DEELLAST
1. :
SERVICEBEDRIJF
.
2. Kies
HOOGLAST
of
DEELLAST
.
In onderstaand voorbeeld wordt de situatie voor
HOOGLAST
beschreven,
DEELLAST
gaat op
dezelfde manier.
TOESTELHISTORIE
BEDRIJFSUREN 000410
^ONTSTEKINGEN 001000
ÈVLAMFOUTEN 000021
ONTSTEEKFOUT 000013
TOESTELSELECTIE
»5934
^ 8576
È 3379
6527
....
POMPSCHAKELING
»AAN
UIT
SERVICE INTERVAL
» 500
^ 1000 BRANDUREN
È 1500
SERVICEBEDRIJF
»HOOGLAST
DEELLAST
SERVICEBEDRIJF
»HOOGLAST
DEELLAST
Instructiehandleiding BFC 65
is
3. Bevestig met .
4. Om warmtevraag te genereren kunt u met het
setpoint tijdelijk verhogen, naar bijvoorbeeld 70
o
C.
5. Bevestig met .
6. Na het inregelen op CO
2
-getal (3.10.2 "CO
2
-
afstellen") moet u met het setpoint weer op de
oorspronkelijke waarde instellen.
7. Druk 2x op om via het menu
SERVICEBEDRIJF
naar het menu
HOOFDMENU
terug te keren.
11.9 De legionellapreventie instellen
Om besmetting met legionella te voorkomen verwarmt
het toestel het water 1 maal per week, gedurende 1
uur, tot 65 °C. Deze periode is instelbaar. Standaard is
deze periode ingesteld op maandag van 02:00 tot
03:00 uur.
11.9.1 Legionellapreventie in- en
uitschakelen
Om de legionellepreventie in- of uit te schakelen kiest
u:
•:
ANTI LEGIONELLA
Selecteer
NEE
om de legionellapreventie uit te
schakelen.
Selecteer
JA
om de legionellapreventie in te
schakelen. Het volgende scherm verschijnt:
Selecteer
START
om de op het scherm
weergegeven periode te activeren.
Het volgende scherm verschijnt. Dit scherm geeft
aan dat de legionellapreventie is ingeschakeld.
11.9.2 Legionellapreventie tijdstip wijzigen
Als u het tijstip wilt wijzigen kiest u:
:
ANTI LEGIONELLA
|
JA
|
WIJZIGEN
Het volgende scherm verschijnt.
Stel nu de dag en tijd in zoals beschreven bij het
instellen van een extra periode voor het
weekmenu (10.10.1 "Een extra periode instellen").
De pomp wordt nu echter automatisch
ingeschakeld.
•Kies
START
om te starten.
SERVICE Ê Ê Ê
HOOGLAST 47ÉC
Tset 65ÉC
IN BEDRIJF
SERVICE Ê Ê Ê
HOOGLAST 47ÉC
Tset 70ÉC
IN BEDRIJF
HOOFDMENU
»OFF
^ ON
È WEEKPROGRAMMA
EXTRA PERIODE
INSTELLINGEN
ANTI LEGIONELLA
»JA
NEE
AAN MA 02:00 LEG
UIT MA 03:00
Tset 65ÉC
»START WIJZIGEN
a
a
LEG Ê Ê Ê
02:45 Maandag 60ÉC
MA 03:00 Tset 65ÉC
IN BEDRIJF
ON »MA 02:00 LEG
OFF MA 03:00
Tset 65ÉC
START
a
Serviceprogramma
66 Instructiehandleiding BFC
11
is
Instructiehandleiding BFC 67
gis
12 Storingen
12.1 Inleiding
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
Algemene storingen
Algemene storingen geven geen melding op het display. Algemene
storingen zijn:
- Gaslucht
- Display licht niet op
- Onvoldoende of geen warm water.
- Waterlekkage
- Explosieve ontsteking.
In de handleiding is een tabel met algemene storingen
opgenomen (12.2 "Storingstabel voor algemene storingen").
Storingen op het display
Storingen worden op het display weergegeven met op regel:
- Één: een code gevolgd door een omschrijving. De code bestaat uit
een letter en twee cijfers.
- Twee, drie en vier: een beschrijving die om de twee seconden wordt
afgewisseld door een actie. Zie de figuren. De eerste toont een
mogelijke storing, de tweede de bijbehorende controle actie.
Er zijn verschillende soorten storingen die worden onderverdeeld in twee
groepen:
- LOCK OUT ERRORS
Wanneer de oorzaak niet meer aanwezig is, moeten deze storingen
met de knop gereset worden om het toestel weer in bedrijf te
nemen.
- BLOCKING ERRORS
Deze storingen verdwijnen automatisch indien de oorzaak van de
storing niet meer aanwezig is, vervolgens komt het toestel vanzelf
weer in bedrijf.
In de handleiding is een tabel met storingsmeldingen, die op het display
worden getoond, opgenomen (12.3 "Storingstabel voor storingen op het
display").
Waarschuwingen op het display
De waarschuwingen (12.4 "Waarschuwingen op het display") hebben
betrekking op het toestel.
S02: SENSORFOUT
TOP TANK
SENSOR 1
ONDERBROKEN
S02: SENSORFOUT
CONTROLEER SENSOR
BOVENIN
is
Instructiehandleiding BFC 68
12.2 Storingstabel voor algemene storingen
Waarschuwing
Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door een service- en onderhoudsmonteur.
Algemene storingen
Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking
Gaslucht Gaslekkage
Waarschuwing
Sluit direct de hoofdgaskraan.
Waarschuwing
Geen schakelaars bedienen.
Waarschuwing
Geen open vuur.
Waarschuwing
Ventileer de ruimte waar het toestel in staat.
Waarschuwing
Neem direct contact op met uw installateur of plaatselijk
gasbedrijf.
Display is uit Toestel staat uit Neem het toestel in bedrijf (8 "In bedrijf nemen").
Geen
voedingsspanning
aanwezig
1. Controleer of hoofdschakelaar AAN staat
2. Controleer of er spanning staat op de hoofdschakelaar.
3. Controleer of AAN/UIT-schakelaar van de besturing AAN staat
(stand I).
4. Controleer of er spanning staat op het elektrisch aansluitblok.
5. De te meten spanning moet 230 V
AC (-15%, +10%) zijn
Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen").
Indien de storing niet verholpen is raadpleeg uw installateur.
Zekering(en) defect Vervang zekering(en) Voor het vervangen van de zekeringen dient u contact op te nemen
met uw installateur.
is
Instructiehandleiding BFC 69
Waterlekkage Lekkage op een
wateraansluiting
(schroefdraad)
Draai de schroefdraadaansluiting vaster aan Indien lekkage niet verholpen is raadpleeg uw installateur
Lekkage van
condenswater
Controleer of afvoer van het condenswater plaatsvindt. Herstel dit
indien nodig
Lekkage uit ander
watertoestel of leiding
in de buurt
Spoor lekkage op
Lekkage van de tank
van het toestel
Raadpleeg de leverancier en/of fabrikant
Explosieve
ontsteking
Verkeerde voordruk
en/of CO
2
Stel de juiste voordruk en/of CO
2
in (3.10 "Voordruk, CO
2
-getal en
schakeldruk controleren")
Indien ontsteking niet is verbeterd raadpleeg uw installateur.
Vervuilde brander Reinig de brander (14.4.2 "Reinigen brander(s)")
Onvoldoende of geen
warm water
Toestel staat uit Neem het toestel in bedrijf (8 "In bedrijf nemen").
Geen
voedingsspanning
aanwezig
1. Controleer of hoofdschakelaar AAN staat
2. Controleer of er spanning staat op de hoofdschakelaar.
3. Controleer of AAN/UIT-schakelaar van de besturing AAN staat
(stand I).
4. Controleer of er spanning staat op het elektrisch aansluitblok.
5. De te meten spanning moet 230 V
AC (-15%, +10%) zijn
Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen").
Indien de storing niet verholpen is raadpleeg uw installateur.
Warmwatervoorraad is
op
Reduceer warmwaterverbruik en geef het toestel de tijd om op te
warmen.
Indien er onvoldoende of geen warm water blijft raadpleeg uw
installateur.
De besturing staat in de
OFF-stand.
Zet de besturing in de ON-stand (10.3 "De "ON-mode"
inschakelen").
Temperatuur (T
set
) is te
laag ingesteld.
Temperatuur (T
set
) op een hogere waarde
instellen (10.4 "Watertemperatuur instellen").
Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking
is
Instructiehandleiding BFC 70
12.3 Storingstabel voor storingen op het display
Storingen op het display
Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking
S01 (blocking error)
Open circuit van
temperatuur sensor T
2
onderin de tank
Sensor is niet (goed)
aangesloten
Sluit de connector van de sensor aan op JP3 Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen").
Kabelbreuk en/of
defecte sensor
Vervang de kabel en/of sensor Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
S02 (blocking error)
Open circuit van sensor
1 van temperatuur
sensor T
1
bovenin de
tank
(1)
.
Sensor is niet (goed)
aangesloten
Sluit de connector van de sensor aan op JP5 Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen").
Kabelbreuk en/of
defecte sensor
Kabelbreuk en/of defecte sensor Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
S03 (blocking error)
Open circuit van sensor
2 van temperatuur
sensor T
1
bovenin de
tank
(1)
.
Sensor is niet (goed)
aangesloten
Sluit de connector van de sensor aan op JP5 Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen").
Kabelbreuk en/of
defecte sensor
Vervang de kabel en/of sensor Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
S04 (blocking error)
Open circuit van
dummy 1
Dummy is niet (goed)
aangesloten
Sluit de connector van dummy-sensor (dummy-sensor 1 en 2) aan
op JP4
Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen").
Defecte dummy Vervang de dummy-sensor Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
S05 (blocking error)
Open circuit van
dummy 2
Dummy is niet (goed)
aangesloten
Sluit de connector van dummy-sensor (dummy-sensor 1 en 2) aan
op JP4
Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen").
Defecte dummy Vervang de dummy-sensor Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
S11 (blocking error)
Kortgesloten circuit van
de temperatuur sensor
T
2
onderin de tank
Kortsluiting in
sensorcircuit
Vervang de kabel en/of sensor Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
is
Instructiehandleiding BFC 71
S12 (blocking error)
Kortgesloten circuit van
sensor 1 van
temperatuur sensor T
1
bovenin de tank
(1)
Kortsluiting in
sensorcircuit
Vervang de kabel en/of sensor Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
S13 (blocking error)
Kortgesloten circuit van
sensor 2 van
temperatuur sensor T
1
bovenin de tank
(1)
Kortsluiting in
sensorcircuit
Vervang de kabel en/of sensor Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
S14 (blocking error)
Kortgesloten circuit van
dummy 1
Kortsluiting in
sensorcircuit
Vervang de dummy-sensor
(2)
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
S15 (blocking error)
Kortgesloten circuit van
dummy 2
Kortsluiting in
sensorcircuit
Vervang de dummy-sensor
(2)
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
F01 (blocking error)
Fout in voedingscircuit
Fase en Nul verkeerd
om aangesloten
Sluit de fase en de nul goed aan (3.9 "Elektrische aansluiting"), het
toestel is fase gevoelig
Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen").
Condens op de
ionisatiepen
1. Kabel loshalen bij de ionisatiepen
2. Laat toestel 3 keer ontsteken met onderbroken ionisatiecircuit
3. Ionisatiekabel weer terugplaatsen op de ionisatiepen
4. Toestel weer laten ontsteken
5. Door de ontsteekpogingen is de condens verdampt
Bij repeterende storingen dient u contact op te nemen met uw
installateur
Zwevende Nul Plaats een
scheidingstransformator (3.9.4 "Scheidingstransformator")
Voor het plaatsen van een scheidingstransformator dient u contact
op te nemen met uw installateur
Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking
is
Instructiehandleiding BFC 72
F02 (lock out error)
Ventilator draait niet op
het juiste toerental.
Motor en/of rotor defect 1. Controleer de motor en rotor
2. In geval van defecte motor/rotor dient ventilator vervangen te
worden
3. Reset besturing
Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen").
Voor het vervangen van de bekabeling en het plaatsen van een
nieuwe ventilator dient u contact op te nemen met uw installateur
Kabelbreuk 1. Controleer bekabeling tussen ventilator en regeling.
2. In geval van breuk dient kabelboom vervangen te worden
3. Reset besturing
Vervuilde of
geblokkeerde ventilator
1. Controleer of ventilator vervuild is en herstel indien nodig
2. Controleer of rotor vrij kan draaien
3. Reset besturing
Indien de storing niet verholpen kan worden of bij terugkerende
storing dient u contact op te nemen met uw installateur
Door spanningsdip in
de voedingsspanning
draait de ventilator niet
op het juiste toerental.
1. Controleer voedingsspanning, deze moet 230 V
AC (-15%,
+10%) zijn
2. Reset besturing
Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking
is
Instructiehandleiding BFC 73
F03 (lock out error)
De drukschakelaar
werkt niet correct
Kabelbreuk / Open
circuit
1. Controleer bekabeling tussen de drukschakelaar en de
besturing
2. Vervang de bekabeling indien nodig
Indien de storing niet verholpen kan worden of bij terugkerende
storing dient u contact op te nemen met uw installateur
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
Drukschakelaar sluit
niet
1. Controleer toerental van de ventilator (11.5 "De toestelselectie
uitlezen")
2. Controleer of slangen op de drukschakelaar en de
luchttoevoerslang tussen ventilator en brander juist
gemonteerd zijn. Monteer deze opnieuw indien nodig
3. Controleer slangen op de drukschakelaar en de
luchttoevoerslang tussen ventilator en brander op scheurtjes.
Vervang de slangen indien nodig.
4. Controleer of rookgasafvoer voldoet (3.8 "Luchttoevoer en
rookgasafvoer").
5. Controleer op blokkering van de rookgasafvoer. Verwijder een
eventuele blokkering
6. Controleer op blokkering van de condenswaterafvoer. Verwijder
een eventuele blokkering.
7. Meet het drukverschil over de drukschakelaar. Zie de
tabel (11.5 "De toestelselectie uitlezen"). Reinig, bij
onvoldoende drukverschil, de warmtewisselaar. Controleer, bij
voldoende drukverschil, met een multimeter of de
drukschakelaar sluit.
Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking
is
Instructiehandleiding BFC 74
F04 (lock out error)
Drie ontsteekpogingen
zonder succes.
Geen gas 1. Open de hoofdgaskraan en/of gaskraan voor het gasblok
2. Controleer voordruk op het gasblok
3. Herstel indien nodig de gastoevoer
Neem voor het herstellen van de gastoevoer contact op met uw
installateur
Lucht in de gasleiding Ontlucht de gasleiding (3.10 "Voordruk, CO
2
-getal en schakeldruk
controleren")
Zie Voordruk, CO
2
-getal en schakeldruk controleren voor het
ontluchten van de gasleiding en het meten van de voordruk en
branderdruk.
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
Fout in het
gloeiontstekercircuit
1. Controleer of gloeiontsteker op de juiste manier is aangesloten
(JP2).
2. Controleer bekabeling van de gloeiontsteker
3. Meet de weerstand over de gloeiontsteker. Deze moet tussen
de 2 en 10 Ohm liggen (bij kamertemperatuur).
4. Kijk of de gloeiontsteker oplicht tijdens ontsteken.
5. Indien nodig gloeiontsteker vervangen.
Bij terugkerende storing neem contact op met uw installateur.
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
Fout in het
ionisatiecircuit
1. Controleer of ionisatiepen op de juiste manier is aangesloten
(JP2)
2. Controleer bekabeling van de ionisatiepen
3. Meet de ionisatiestroom. Deze moet minimaal 1,5 microA zijn.
4. Vervang indien nodig de bekabeling
Te lage
voedingsspanning
Controleer voedingsspanning, deze moet 230 V
AC (-15%, +10%)
zijn
F05 (lock out error)
Er zijn te veel
vlamfouten
gesignaleerd.
Verkeerde dak- of
muurdoorvoer.
Recirculatie van
rookgassen.
1. Controleer of de juiste dak- of muurdoorvoer geplaatst
is (3.8 "Luchttoevoer en rookgasafvoer").
2. Indien nodig plaats juiste dak- of muurdoorvoer.
3. Controleer of dak- of muurdoorvoer in een toegestaan gebied
uitmond.
Indien de storing niet verholpen kan worden of bij terugkerende
storing dient u contact op te nemen met uw installateur
Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking
is
Instructiehandleiding BFC 75
F06 (blocking error)
Kortsluiting tussen
ionisatiepen en aarde
Contact met metalen
oppervlakte door
kabelbreuk of
vervormde
ionisatiepen.
Controleer bekabeling en ionisatiepen. Vervang indien nodig de
bekabeling en/of ionisatiepen.
Bij terugkerende storing neem contact op met uw installateur.
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
Keramisch deel van de
ionisatiepen is
gebroken/gescheurd.
1. Controleer of het keramische deel van de ionisatiepen nog heel
is ter plaatse van de luchtverdeelplaat van de brander.
2. Indien dit niet het geval is, moet de ionisatiepen vervangen
worden.
F07 (lock out error)
Er is een vlam
geconstateerd na het
sluiten van de gasklep.
Defecte gaskleppen 1. Controleer of er nog branderdruk aanwezig is, wanneer de
gaskleppen gesloten zijn.
2. Controleer of er nog een vlam aanwezig is wanneer de
gaskleppen gesloten zijn.
3. Indien dit het geval is moet het gasblok vervangen worden.
Indien de storing niet verholpen kan worden of bij terugkerende
storing dient u contact op te nemen met uw installateur
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
F08 (lock out error)
Foutmelding
veiligheidsrelais
Vlamdetectie voordat
gasklep geopend
wordt.
1. Reset besturing.
2. Indien storing opnieuw verschijnt, besturing vervangen.
Indien de storing niet verholpen kan worden of bij terugkerende
storing dient u contact op te nemen met uw installateur
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
F09 (lock out error)
Watertemperatuurbeve
iliging.
Temperatuur, bovenin
de tank, is hoger dan
93
o
C.
1. Controleer werking van een eventuele circulatiepomp
2. Controleer positie van de temperatuur sensor T
1
3. Reset besturing
Indien de storing niet verholpen kan worden of bij terugkerende
storing dient u contact op te nemen met uw installateur
F11 (blocking error)
Vlamdetectie met
gesloten gasklep.
Defecte gaskleppen Zie F07.
F19 (blocking error)
Voedingspanning is te
laag.
Te lage
voedingspanning
aanwezig.
1. Controleer of er spanning staat op de besturing
2. De te meten spanning moet 230 V
AC (-15%, +10%) zijn
Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen").
Indien de storing niet verholpen is raadpleeg uw installateur
Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking
is
Instructiehandleiding BFC 76
C02 (lock out error)
Foutmelding van de
besturing.
Verkeerde
referentiespanning van
de AD-convertor.
1. Reset besturing.
2. Controleer of de frequentie van de voedingsspanning
voldoet (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens"). Indien dit
niet het geval is neem dan contact op met uw installateur
3. Indien frequentie goed is maar de storing niet verholpen,
vervang de besturing.
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
Interne foutmelding van
de besturing.
EEPROM leesfout
50 Hz error
Interne
communicatiefout
Interne foutmelding van
de besturing.
Gaskleprelais error
Veiligheidsrelais
error
Ontstekingsrelais
error
RAM error
EEPROM error
Inhoud EEPROM
conspondeert niet
met software versie
Processor software
error
C03 (blocking error)
Resetfout
Teveel resets in een te
korte periode
Wacht tot de fout verdwijnt (maximaal 1 uur). Indien de storing niet
verdwijnt dient de toestelregeling vervangen te worden.
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
C04 (blocking error)
Toestelselectiefout
Verkeerde
toestelselectie /
Verkeerde
selectieweerstand
1. Controleer of het juiste toestel geselecteerd is (11.5 "De
toestelselectie uitlezen").
2. Indien het juiste toestel geselecteerd is, plaats de juiste
selectieweerstand.
3. Selecteer, bij onjuiste toestelselectie, het juiste toestel.
Indien de storing niet verholpen kan worden of bij terugkerende
storing dient u contact op te nemen met uw installateur
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking
is
Instructiehandleiding BFC 77
E01 (blocking error)
Beveiligingstemperatu
ur bovenin de tank is
geactiveerd.
De temperatuur van het
water bovenin de tank
is > 88
o
C.
Geen. Dit is een tijdelijke melding die vanzelf verdwijnt en ook
meerdere keren kan verschijnen.
E03 (lock-out error)
Fout in temperatuur
sensor T
1
bovenin de
tank.
De twee
temperatuursensoren
in de tank meten
gedurende minimaal
60 seconden een
verschil >
10
o
C.
1. Controleer sensorpositie en -bekabeling.
2. Reset de besturing indien nodig. Vervang de sensor indien de
storing niet is verholpen.
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
E04 (lock-out error)
Fout in de dummy-
sensor
(2)
.
De twee
dummysensoren
meten gedurende
minimaal 60 seconden
een verschil >
10
o
C.
1. Controleer bekabeling van dummy 1 en dummy 2.
2. Reset besturing indien nodig. Vervang de dummy-sensor indien
de storing niet is verholpen.
Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact
op te nemen met uw installateur
(1) Temperatuursensor T
1
is een '2 in 1' sensor, T
1
bevat 2 NTC's voor de maximaalthermostaat- en veiligheidsthermostaat beveiliging.
(2) De dummy-sensorrookgassensor bestaat uit dummy-sensorrookgassensor 1 en dummy-sensorrookgassensor 2.
Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking
is
Instructiehandleiding BFC 78
12.4 Waarschuwingen op het display
Waarschuwingen op het display
Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking
Maximum branduren:
Service benodigd.
De werkelijke
branduren zijn hoger
dan de ingestelde
branduren.
Toestel functioneert, maar geeft waarschuwing op display Voor het onderhoud van uw toestel dient u contact op te nemen met
uw installateur.
Anode bescherming
functioneert niet.
Kabel(s) tussen
potentiostaat en
anodes zitten los of
zijn verkeerd
aangesloten.
Aarding van anodes
zitten los.
Toestel is niet
gevuld met water.
Toestel functioneert, maar geeft waarschuwing op display.
Opmerking
Het toestel functioneert, maar er is geen anode bescherming
van de tank.
1. Sluit de kabels aan op de juiste manier aan en waarschuwing
verdwijnt.
2. Indien correct bedraad, maar de waarschuwing blijft actief,
controleer of aarde goed is en of de tank gevuld is met water.
Instructiehandleiding BFC 79
is
13 Onderhoudsfrequentie
13.1 Inleiding
Een onderhoudsbeurt dient minimaal één maal per jaar zowel waterzijdig als
gaszijdig te worden uitgevoerd. De frequentie van het onderhoud is afhankelijk
van ondermeer de waterkwaliteit, het gemiddeld aantal branduren per dag en
de ingestelde watertemperatuur.
Opmerking
Regelmatig onderhoud verlengt de levensduur van het toestel.
Om de juiste onderhoudsfrequentie te bepalen, wordt aanbevolen de service-
en onderhoudsmonteur het toestel drie maanden na installatie water- en
gaszijdig te laten controleren. Aan de hand van deze controle kan de
onderhoudsfrequentie worden vastgesteld.
13.2 Service-interval
bepalen
Zie Errata.
onderhoudsfrequentie door de service- en onderhoudsmonteur kan worden
ingesteld aan de hand van het aantal branduren.
Het service-interval kan ingesteld worden op: 500, 1000 of 1500 branduren.
Standaard staat de instelling op 500 branduren.
Voorbeeld
In de eerste drie maanden heeft het toestel 300 uur gebrand. Bij het onderhoud
blijkt dat service 1 maal per jaar voldoende is. Na 1 jaar zijn er dus ongeveer
1200 branduren verstreken. De eerste in te stellen waarde onder de 1200 uur
is 1000 branduren.
In dit geval stelt een service- en onderhoudsmonteur het interval in op 1000.
In de eerste drie maanden heeft het toestel 300 uur gebrand. Bij het onderhoud
blijkt dat, bijvoorbeeld door de waterkwaliteit, minimaal iedere 6 maanden
service nodig is.
Na 6 maanden zijn er dus ongeveer 600 branduren verstreken. De eerste in te
stellen waarde onder de 600 uur is 500 branduren.
In dit geval stelt een service- en onderhoudsmonteur het interval in op 500.
Op het display zal na het verstrijken van het ingestelde aantal branduren de
melding
SERVICE BENODIGD
verschijnen. Na het verschijnen van de
melding dient contact opgenomen te worden met de service- en
onderhoudsmonteur.
!!!WAARSCHUWING!!!
MAXIMUM BRANDUREN:
SERVICE BENODIGD
Onderhoudsfrequentie
80 Instructiehandleiding BFC
13
is
Instructiehandleiding BFC 81
s
14 Onderhoud uitvoeren
14.1 Inleiding
Let op
Onderhoud mag alleen door een erkend service- en onderhoudsmonteur
worden uitgevoerd.
Bij elke onderhoudsbeurt dient het toestel zowel waterzijdig als gaszijdig
onderhouden te worden. Het onderhoud dient in de volgende volgorde te
worden uitgevoerd.
1. Onderhoud voorbereiden
2. Waterzijdig onderhoud
3. Gaszijdig onderhoud
4. Onderhoud afronden
Opmerking
Voor het bestellen van reserve-onderdelen is het van belang het toesteltype,
toestelmodel en het volledige serienummer van het toestel te noteren. Deze
gegevens vindt u op het typeplaatje. Aan de hand van deze informatie kunnen
gegevens van reserveonderdelen vastgesteld worden.
14.2 Onderhoud
voorbereiden
Om te testen of alle componenten nog goed functioneren dient u de volgende
stappen uit te voeren:
1. Activeer het
HOOFDMENU
met .
2. Gebruik en om de aanwijzer voor
OFF
te plaatsen.
3. Bevestig
OFF
met .
4. Wacht tot de ventilator gestopt is. Het icoontje is dan ingetrokken.
Let op
Het toestel kan defect raken als u niet wacht tot het spoelen van de
ventilator gestopt is.
5. Zet het toestel UIT (stand 0) met de AAN/UIT-schakelaar van het
bedieningspaneel.
6. Zet de besturing AAN door de Aan/Uit-schakelaar op stand I te zetten.
Het display toont nu circa 10 seconden
INTERNE CONTROLE
en komt
daarna in het hoofdmenu.
HOOFDMENU
»OFF
^ ON
È WEEKPROGRAMMA
INTERNE CONTROLE
HOOFDMENU
»OFF
^ ON
È WEEKPROGRAMMA
Onderhoud uitvoeren
82 Instructiehandleiding BFC
14
s
7. Activeer de ’ON-mode’ door de volgende stappen te doorlopen:
- Druk eenmaal op de blauwe pijl ( ) om de aanwijzer voor
ON
te zetten
en druk op .
- Bevestig met de stand
IN BEDRIJF NEMEN
.
8. Indien er geen warmtevraag is verhoog T
set
dan (10.4 "Watertemperatuur
instellen"). Onthoud de oorspronkelijke instelling. Tap vervolgens water om
warmtevraag te creëren.
9. Controleer of de opwarmcyclus correct verloopt (2.3 "Opwarmcyclus van
het toestel").
10. Indien u T
set
heeft gewijzigd, zet deze dan weer terug op de gewenste
stand (10.4 "Watertemperatuur instellen").
11. Verwijder de kap aan de bovenzijde van het toestel.
12. Controleer de voor- en branderdruk (3.10 "Voordruk, CO
2
-getal en
schakeldruk controleren") en pas deze indien nodig aan.
13. Controleer bij het rookgasafvoersysteem of alle onderdelen goed bevestigd
zijn.
14. Controleer het drukverschil over de drukschakelaar (3.10.3 "Schakeldruk
meting") en .Indien het drukverschil te laag is, dient de warmtewisselaar
gereinigd te worden (14.4.3 "Reinigen warmtewisselaar").
15. Test de werking van het overstort ventiel van de inlaatcombinatie. Het water
dient met een volle straal uit te stromen.
16. Controleer de afvoerleidingen van de overstortventielen en verwijder
aanwezige kalkresten.
17. Tap het toestel af (zie aftappen (5 "Aftappen")).
14.3 Waterzijdig
onderhoud
14.3.1 Inleiding
Waterzijdig dienen te volgende stappen te worden uitgevoerd:
1. Ontkalken en reinigen tank.
2. Reiniging condenswaterafvoer.
14.3.2 Ontkalken en reinigen tank
Ketelsteen- en kalkaanslag verhinderen een goede geleiding van de warmte
naar het water. Periodiek reinigen en ontkalken voorkomt vorming van deze
aanslag. Hierdoor wordt de levensduur van het toestel verlengd en bovendien
het verwarmingsproces bevorderd.
Bij bepaling van de onderhoudsfrequentie dient rekening gehouden te worden
met de snelheid van de kalkvorming. Kalkvorming is afhankelijk van de
plaatselijke watergesteldheid, het waterverbruik en de ingestelde
watertemperatuur. Om overmatige kalkaanslag te voorkomen wordt een
temperatuurinstelling van maximaal 60°C aanbevolen.
Om een goede en waterdichte afsluiting van een reinigingsopening te
waarborgen moeten de pakking, sluitringen, bouten en eventueel de deksel na
opening vernieuwd worden (zie de figuur). Bij de leverancier/fabrikant is hier
een speciale set voor te verkrijgen.
Voor het eenvoudig ontkalken en reinigen van de tank is het toestel uitgerust
met een reinigingsopening.
Instructiehandleiding BFC 83
s
1. Verwijder de afdekplaat (1) op de buitenmantel (zie de figuur).
2. Draai de bouten los.
3. Verwijder de deksel en de pakking.
4. Inspecteer de tank en verwijder de losse kalkaanslag en verontreinigingen.
5. Indien de kalkaanslag niet handmatig verwijderd kan worden, dient ontkalkt
te worden met een ontkalkingsmiddel. Neem contact op met de
leverancier/fabrikant voor een advies over het te gebruiken
ontkalkingsmiddel.
6. Sluit de reinigingsopening. Om beschadiging van de tank te voorkomen
dienen de bouten aangedraaid te worden met een moment van maximaal
50 Nm. Gebruik hiervoor geschikt gereedschap.
14.3.3 Reiniging condenswaterafvoer
Het is noodzakelijk om de condenswaterafvoer en de sifon regelmatig te
reinigen om verstoppingen te voorkomen.
14.4 Gaszijdig onderhoud
14.4.1 Inleiding
Gaszijdig dienen de volgende stappen te worden uitgevoerd:
1. Reinigen brander.
2. Reinigen warmtewisselaar.
3. Onderhoud afronden.
14.4.2 Reinigen brander
1. Demonteer de brander.
2. Verwijder de op de brander aanwezige verontreinigingen.
3. Monteer de brander.
14.4.3 Reinigen warmtewisselaar
1. Demonteer de brander.
2. Reinig de branderkamer van de warmtewisselaar met een stofzuiger en een
zachte borstel.
3. Demonteer de rookgasafvoer.
4. Reinig het uiteinde van de warmtewisselaar met leidingwater.
5. Monteer de brander.
6. Monteer de rookgasafvoer.
Opmerking
Controleer na reinigen nogmaals het drukverschil. Indien het drukverschil
na reinigen te laag blijft neem dan contact op met de leverancier van het toestel.
1
IMD-0080 R1
Onderhoud uitvoeren
84 Instructiehandleiding BFC
14
s
14.5 Onderhoud afronden
Om het onderhoud af te ronden voert u de volgende stappen uit:
1. Vul het toestel (4 "Vullen").
2. Neem het toestel in bedrijf (8 "In bedrijf nemen").
3. Controleer het CO
2
getal (3.10.2 "CO
2
-afstellen").
4. Controleer de schakeldrukvan de drukschakelaar. (3.10.3 "Schakeldruk
meting")
5. Neem de melding
SERVICE BENODIGD
weg. Dit doet u door éénmaal
in te drukken gevolgd door éénmaal .
Instructiehandleiding BFC 85
gis
15 Garantie (certificaat)
Voor registratie van uw garantie dient u de bijgevoegde garantiekaart ingevuld
te retourneren waarna u een garantiecertificaat wordt toegestuurd. Dit
certificaat geeft de eigenaar van een door A.O. Smith Water Products Company
B.V. te Veldhoven, Nederland (hierna "A.O. Smith") geleverd toestel recht op de
hierna omschreven garantie, waartoe A.O. Smith zich jegens de eigenaar
verbindt.
15.1 Garantie algemeen
Indien binnen één jaar na de oorspronkelijke installatiedatum van een door
A.O. Smith geleverde boiler, na onderzoek en ter uitsluitende beoordeling van
A.O. Smith, blijkt dat een deel of onderdeel, met uitzondering van de tank, niet
of niet juist functioneert ten gevolge van fabricage- en/of materiaalfouten, zal
A.O. Smith dit deel of onderdeel vervangen of repareren.
15.2 Garantie tank
Indien binnen 3 jaar na de oorspronkelijke installatiedatum van een door
A.O. Smith geleverde boiler, na onderzoek en ter uitsluitende beoordeling van
A.O. Smith, blijkt dat de stalen glasslined tank lekt ten gevolge van roest of
corrosie vanuit de waterzijdige kant, zal A.O. Smith een volledig nieuwe boiler
van gelijkwaardige grootte en kwaliteit ter beschikking stellen. Op de ter
vervanging beschikbaar gestelde boiler zal een garantie gegeven worden voor
de duur van de resterende garantieperiode van de oorspronkelijk geleverde
boiler. In afwijking van het in artikel 2 bepaalde geldt, dat de garantieduur wordt
teruggebracht tot één jaar na de oorspronkelijke installatiedatum indien
ongefiltreerd of onthard water door de boiler stroomt of daarin achterblijft.
15.3 Voorwaarden
installatie en gebruik
De in artikel 1 en 2 bedoelde garantie geldt uitsluitend indien aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
a. De boiler is geïnstalleerd met inachtneming van zowel de
installatievoorschriften van A.O. Smith geldend voor het specifieke
model, als de plaatselijk geldende installatie- en bouwverordeningen,
voorschriften en regelingen van overheidswege.
b. De boiler blijft geïnstalleerd op de oorspronkelijke installatieplaats.
c. Er wordt uitsluitend drinkwater gebruikt, dat te allen tijde vrij kan
circuleren (voor verwarming van zout of corrosief water is een
afzonderlijk geïnstalleerde warmtewisselaar verplicht).
d. De tank is door middel van periodiek onderhoud gevrijwaard van
schadelijke ketelsteen- en kalkaanslag.
e. De boilerwatertemperaturen zijn niet hoger dan de maximale instelling
van de thermostaten, die onderdeel van de boiler vormen.
f. De waterdruk en/of warmtebelasting niet groter is dan de maxima
aangegeven op de typeplaat van de boiler.
g. De boiler is geplaatst in een niet-corrosieve atmosfeer of omgeving.
h. De boiler is voorzien van een door de daartoe bevoegde instantie
goedgekeurde inlaatcombinatie van voldoende capaciteit, niet groter
dan de werkdruk als aangegeven op de boiler en eventueel ook van een
door de daartoe bevoegde instantie goedgekeurde temperatuur- en
drukontlastklep, die gemonteerd is overeenkomstig de
installatievoorschriften van A.O. Smith die van toepassing zijn op het
specifieke model boiler en voorts met inachtneming van de plaatselijke
voorschriften, verordeningen en regelingen van overheidswege.
Garantie (certificaat)
86 Instructiehandleiding BFC
15
gis
i. Het toestel moet te allen tijden voorzien zijn van kathodische
bescherming. Indien hiervoor opofferingsanodes zijn toegepast moeten
deze worden vervangen en vernieuwd indien en zodra ze voor 60% of
meer verbruikt zijn. Bij toepassing van elektrische anodes moet men
ervoor zorgen dat deze continu functioneel zijn.
15.4 Uitsluitingen
De in artikel 1 en 2 bedoelde garantie geldt niet:
a. indien de boiler door een van buiten komende oorzaak is beschadigd;
b. in geval van misbruik, verwaarlozing (met inbegrip van bevriezing),
verandering, onjuist en/of afwijkend gebruik van de boiler en wanneer
gepoogd is lekken te repareren;
c. indien verontreinigingen of andere deeltjes de tank in hebben kunnen
stromen;
d. indien de geleidbaarheid van het water minder is dan 125 µS/cm en/of
de hardheid (aardalkali-ionen) van het water minder is
dan 1,00 mmol/lit (3.3.3 "Watersamenstelling");
e. indien ongefilterd, gerecirculeerd water door de boiler stroomt of in de
boiler opgeslagen wordt;
f. indien gepoogd is zelf een defecte boiler te repareren.
15.5 Omvang garantie
De verplichtingen van A.O. Smith krachtens de gegeven garantie gaat niet
verder dan kosteloze levering af magazijn van de te vervangen delen of
onderdelen respectievelijk boiler. vervoers-, arbeids-, installatie- en andere met
de vervanging verband houdende kosten komen niet voor rekening van
A.O. Smith.
15.6 Claims
Een claim gebaseerd op de gegeven garantie moet worden gedeponeerd bij de
handelaar bij wie de boiler is gekocht of bij een andere handelaar die de
producten van A.O. Smith Water Products Company verkoopt. Het onderzoek
van de boiler bedoeld in de artikelen 1 en 2 zal plaatsvinden in een laboratorium
van A.O. Smith.
15.7 Verplichtingen voor
A.O. Smith
Met betrekking tot haar boilers respectievelijk de ter vervanging geleverde
(delen of onderdelen van de) boilers, wordt door A.O. Smith geen andere
garantie of waarborg gegeven dan de garantie zoals uitdrukkelijk in dit
certificaat verwoord.
A.O. Smith is krachtens de gegeven garantie of anderszins niet aansprakelijk
voor schade aan personen of zaken, veroorzaakt door (delen of onderdelen,
respectievelijk de stalen glasslined tank van) een door haar (ter vervanging)
geleverde boiler.
Instructiehandleiding BFC 87
is
16 Bijlagen
16.1 Inleiding
Deze bijlage bevat:
Menustructuur (16.2 "Menustructuur")
Electrisch schema (16.3 "Elektrisch schema")
Weekprogrammakaart (16.4 "Weekprogrammakaart")
Bijlagen
88 Instructiehandleiding BFC
16
is
16.2 Menustructuur
BESTURING
SERVICE PROGRAMMA
HOOFDMENU
HYSTERESE
OFF
HYSTERESE OMLAAG
ON
STORINGSHISTORIE
IN BEDRIJF NEMEN
SETPOINT INSTELLEN
TOESTELHISTORIE
WEEK-
PROGRAMMA
TOESTELSELECTIE
IN BEDRIJF NEMEN
POMPSCHAKELING
INGEVEN
SERVICE INTERVAL
EXTRA PERIODE
ANTI LEGIONELLA
INSTELLINGEN
SERVICEBEDRIJF
HOOGLAST
DEEL LAST
TAAL
DAG/TIJD
TOESTELGEGEVENS
WERKTOERENTAL
REGELBEREIK
ONTSTEEK-
TOERENTAL
HYSTERESE OMHOOG
Instructiehandleiding BFC 89
is
Bijlagen
90 Instructiehandleiding BFC
16
is
16.3 Elektrisch schema
Elektrisch schema
1 = bruin, 2 = blauw, 3 = geel/groen, 4 = zwart, 5 = wit, 6 = grijs / beige, 7 = groen
E
1 23456 10789
D
C
B
443
XX
4
4
XX
JP8
J29
XX X
JP12
JP6
X X
6
X
X
6
X
X
6
JP2
J19
J21
X
3
X X
XX
X
21
3
X
X
X
4
4
X
XX
2
J20
1
4
JP5
JP4
X
6
6
X
6
6
X
X
6
6
X
X
6
JP3
JP11
X
6
6
X
F3
X
3
X
2
F1
1
X J2
Q
P
O
S
6
6
12
11
16151413 191817 20 2421 22 23
J33
A
R
J38
J37
XX
J34
J35
J39
J36
4 4
M
XX
4
X
2
1
3
21
1
2
3
1
2
3
4
2
1
1
5
6
2
3
7
8
4
5
1
51
16
2
1
4
1
2
5
6
3
61
2
4
3
1
71
1
2
9
7
5
3
1
11
13
15
10
4
2
8
6
16
12
14
7
1
624
513
51
31
24
55
7 44
2
0
I
2
1
1
L
N
3 21
X
X
X
X
2 4
3
1
N
F
230VAC 50Hz
NL
Primair
NL LN
Secundair
LN
LN
J
K
GH
3
12
4
12
3
4
31
4
2
4
2
511
3 5
2
3
3
12
T
U
J40
2
1
3
5
X X
4
7
0309 361 R0
Instructiehandleiding BFC 91
is
AANSLUITINGEN KLEMMENSTROOK:
Aarde
NNul
L
1
Fase-ingang van besturing
L
1
Fase-ingang van scheidingstrafo (primaire kant)
L
2
Fase-uitgang van scheidingstrafo (secundaire kant)
L
3
Fase-ingang van regeling gestuurde pomp
L
4
Fase-ingang van continupomp
COMPONENTEN:
ABesturing
B Ionisatiepen
C Gloeiontsteker
D Gasblok
E Aarde-aansluiting van de brander
F Extra ON-mode schakelaar
G Regeling gestuurde pomp
H Extra storingsmelder
J Scheidingstrafo
K Dubbelpolige hoofdschakelaar
L 0/I-schakelaar besturing
MDisplay
N Ventilator
O Temperatuursensor (T
2
- onder in de tank)
PDummy
Q Temperatuursensor (T
1
- boven in de tank)
R Selectieweerstand
S Drukschakelaar
T Elektrische anodes
U Signalering elektrische anodes
V Potentiostaat
AANSLUITINGEN OP BESTURING:
J2 Aansluiting van de voeding van de besturing
J19 Aansluiting van extra storingsmelder
J20 Aansluiting van het gasblok
J21 Aansluiting van regeling gestuurde pomp
J40 Aansluiting van de ventilator
J36 Aansluiting van display op de besturing
JP2 Aansluiting van ionisatiepen en gloeiontsteker
JP3 Aansluiting van temperatuursensor T
2
JP4 Aansluiting van dummy
JP5 Aansluiting van temperatuursensor T
1
JP6 Aansluiting van selectieweerstand en drukschakelaar
JP8 Aansluiting van extra ON-mode schakelaar
F1 Zekering (T 3,15A - 250 V)
F3 Zekering (T 3,15A - 250 V)
Bijlagen
92 Instructiehandleiding BFC
16
is
Instructiehandleiding BFC 93
16.4 Weekprogrammakaart
De weekprogrammakaart kunt u uitknippen en bij het toestel hangen.
Voorbeeld
Periode DAG TIJD Tset Pomp
1.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
2.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
3.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
4.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
5.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
6.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
7.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
8.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
9.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
10.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
11.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
Periode DAG TIJD Tset Pomp
1.
AAN MA
14:30
70 °C
AAN
/
UIT
UIT MA
16:15
Periode DAG TIJD Tset Pomp
12.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
13.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
14.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
15.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
16.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
17.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
18.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
19.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
20.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
21.
AAN
....°C
AAN
/
UIT
UIT
Bijlagen
94 Instructiehandleiding BFC
16
is
Instructiehandleiding BFC 95
Index
A
aan/uitschakelaar 47
aansluiten
circulatieleiding 27
elektrisch 33
gas 28
koudwaterzijdig 26
luchttoevoer 28
rookgasafvoer 28
warmwaterzijdig 27
aansprakelijkheid 3
aftappen 45
algemene gegevens 3
B
bediening 55
beveiliging 16
buitenbedrijfstellen
korte periode 53
langere periode 53
spanningsloos maken 53
C
circulatieleiding aansluiten 27
claims 86
D
datum instellen 61
doelgroepen 10
E
elektrisch aansluitblok 34
elektrische aansluiting 33
extra periode
instellen 60
G
garantie 85
algemeen 85
installatie en gebruiksvoorwaarden 85
omvang 86
uitsluitingen 86
gasaansluiting 28
gebruiker 10
H
handelsmerken 3
hysterese instellen 63
I
icoontjes
(voor)gloeien 47
betekenis 47
gasblok 47
vlamdetectie 47
warmtevraag 47
installateur 10
installatieschema 26
ionisatiepen 17
K
kalkaanslag 82
ketelsteen 82
koudwaterzijdig aansluiten 26
L
luchttoevoer aansluiten 28
luchtvochtigheid 19
M
merknamen 3
N
navigatieknoppen 47
notatiewijzen 11
O
omgevingscondities 19
omgevingstemperatuur 19
onderhoud
condenswaterafvoer 83
gaszijdig 83
ketelsteen 82
ontkalken 82
uitvoeren 81
voorbereiden 81
warmtewisselaar 83
onderhoudsbeurt 10, 79
ON-mode 55
ontkalken 82
opwarmcyclus 16
P
PC-aansluiting 48
pomp 64
R
rookgasafvoer aansluiten 28
S
scrollen 47
service benodigd 50
service interval instellen 64
servicemonteur 10
specificaties 21
storing 50
storingshistorie uitlezen 63
symbool
gebruiker 10
installateur 10
servicemonteur 10
T
taal instellen 61
ThermoControl
aan/uitschakelaar 47
gis
0309 420 1.3 BENL
Index
Instructiehandleiding BFC
toestand
SERVICE BENODIGD 50
STORING 50
toestel
beveiliging 16
gegevens uitlezen 62
historie uitlezen 63
selectie uitlezen 64
typen 9, 19
V
veiligheid 17
ventilator 16
verpakking 19
vullen 43
W
warmwaterzijdig aansluiten 27
water
samenstelling 20
temperatuur instellen 55
11

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

A.O.-Smith-BFC-Cyclone-BFC80-Belgie
  • Beste, kan ik een layout tekening krijgen van de onderdelen van een ao smith bfc 80nb?ik zou graag een aantal onderdelen bestellen voor reparatie .groetjes Jahin Debeuf ,gas technieker bij BELCOTEC.jahindebeuf@hotmail.co.uk Gesteld op 27-1-2021 om 16:50

    Reageer op deze vraag Misbruik melden

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw A.O. Smith BFC Cyclone BFC80 Belgie bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van A.O. Smith BFC Cyclone BFC80 Belgie in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,02 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info