32
De warmtepomp is uitgevoerd met de volgende veiligheidsvoorzieningen:
4.1 Hogedrukschakelaar
Om te voorkomen dat de compressor zijn functiebereik overschrijdt, is er een
hogedrukschakelaar die zorgt voor uitschakeling wanneer de druk te hoog wordt.
Bij onderbrekingen (druk te hoog) zal het rode licht op het bedieningspaneel
knipperen en zal de hogedrukschakelaar de warmtepomp uitschakelen. Het rode
licht gaat branden. Start de installatie opnieuw op door handmatig de
hogedrukschakelaar te resetten.
Voor het handmatig resetten van de hogedrukschakelaar, kan de frontplaat worden
verwijderd door de schroeven los te draaien.
Voor RESET, verwijdert u de plastic stop aan de bovenzijde en drukt u op de rode
knop.
4.2 Veiligheidsschakelaar voor verwarmingselement
De veiligheidsschakelaar beschermt de installatie tegen oververhitting tijdens de
verwarming met het elektrische verwarmingselement.
De veiligheidsschakelaar is gemonteerd op het verwarmingselement. Als de
ingestelde waarde (90°) overschreden wordt, zal de verwarmingsspiraal
uitgeschakeld worden. Deze kan opnieuw ingeschakeld worden wanneer de
temperatuur lager is dan 90°. Daartoe moet de installatie van de stroom zijn
afgesloten. Nu kan de resetknop ingedrukt worden.
Attentie: Zorg ervoor dat u de kabels naar de regelunit niet beschadigt of lostrekt.
4.3 De warmtepomp loopt niet
Controleer of:
• de stroom is ingeschakeld;
• er stroom staat op het stopcontact;
• de watertemperatuur de ingestelde waarde heeft bereikt;
• de temperatuur van het leidingwater lager is dan 55°C;
• de kabel tussen de regelunit en de display aangesloten is.
Als u hiermee de fout niet kunt opsporen, wordt u verzocht contact op te nemen
met uw lokale installateur of onderhoudsmonteur.
4. Opsporen van
defecten