Voor elke beurt, heeft een speler 2 alternatieven:
1. Een (openliggende) kaart trekken van de aflegstapel. Deze kaart moet één van zijn 4 gedekte
kaarten vervangen. De kaart die vervangen wordt, gaat dan ongedekt op de aflegstapel of
2. Trek een kaart van de trekstapel. Een speler mag deze kaart gebruiken om:
a. één van zijn kaarten te vervangen, of
b. te spieken, wisselen of 2 te trekken als het een Kracht-kaart is (zie beneden), of
c. ongedekt af te leggen op de aflegstapel
De keuze van een speler is gebaseerd op het onthouden van zijn 4 gedekte kaarten. Hou goed bij wat
welke 4 kaarten er voor je liggen zodat je niet per ongeluk een lage kaart vervangt.
Als tijdens het spel de trekstapel op is, schud je de aflegstapel en vorm je een nieuwe trekstapel (met
1 afgelegde ongedekte kaart die geen Kracht-kaart is).
Kracht-kaarten:
Kracht-kaarten hebben speciale krachten die je helpen tijdens het spel. Ze hebben enkel krachten als
ze worden getrokken van de trekstapel. Als je een Kracht-kaart tijdens het delen in het begin van het
spel, kan je de kaart niet gebruiken. Omdat Kracht-kaarten geen punten hebben, worden zij aan het
einde van het spel – uiteraard als ze nog in je horizontale rij liggen – vervangen door een kaart
getrokken van de trekstapel. Dit kan risicovol zijn. Het is daarom beter om deze kaarten snel in de
ronde kwijt te raken. Als een Kracht-kaart wordt afgelegd op de aflegstapel, kan ze niet door een
andere speler worden gebruikt.
Er zijn 3 soorten Kracht-kaarten:
Spiek:
Als je een Spiek kaart trekt, laat je deze zien en mag je één keer spieken: één van je 4 gedekte
kaarten bekijken. Je kan deze kaart dus gebruiken om één van je 2 middelste kaarten te bekijken om
te weten te komen wat je daar in je rij hebt liggen. Je mag natuurlijk ook één van je 2 buitenste
kaarten bekijken als je geheugen je even in de steek heeft gelaten. Na éénmaal spieken is je beurt
voorbij en leg je de Spiek Kracht-kaart op de aflegstapel.
Wissel
Als je een Wissel kaart trekt, laat je deze zien en leg je deze op de aflegstapel. Je mag nu één van je
kaarten wisselen met één kaart van een andere speler (maar je moet dit niet doen). Je mag beide
kaarten niet bekijken. Na de wissel is je beurt voorbij.
Trek 2
Als je een Trek-2 kaart trekt, laat je deze zien en krijg je nog 2 beurten. Eerst trek je de volgende
kaart van de stapel. Je moet nu beslissen of je deze kaart gaat gebruiken en de 2
de
beurt opgeven of
je legt deze kaart op de aflegstapel en je trekt een tweede kaart. Deze tweede kaart mag je nu
gebruiken op afleggen op de aflegstapel. Je beurt is dan voorbij. Als één van de getrokken kaarten
een nieuwe Trek-2 kaart is, begint de Trek-2 volgorde opnieuw.