19
2. enveloppez les denrées dans plusieurs feuilles
de papier journal et conservez-les dans un
endroit frais;
3. maintenez la porte ouverte.
4. une fois que le dégivrage est terminé, épongez
bien le congélateur et remettez le bouchon à sa
place;
5. ramenez le bouton du thermostat sur la position
désirée ou rebranchez l’appareil.
6. Après 2-3 heures de fonctionnement l’appareil
est à nouveau prêt à la conservation des produits
surgelés.
Anomalie de fonctionnement
Si l'appareil marche mal, il faut contrôler
• si la fiche est bien branchée à la prise de courant
et si l'interrupteur est éteint;
• s'il n'y a pas de panne de courant;
• si les commandes sont bien dans la bonne
position;
• s'il y a des traces d'eau au fond du compartiment
et si l'orifice d'écoulement de l'eau de dégivrage
est bouché (voir chapitre “Dégivrage”).
Une fois que tous ces contrôles ont été effectués, si
l'anomalie de fonctionnement continue, adressez-
vous au Service Après-Vente le plus proche.
Pour que l'intervention soit plus rapide, au
moment de l'appel, il vaut mieux indiquer le code
du modèle et le numéro d'immatriculation, qui se
trouvent sur le certificat de garantie ou sur la
plaque d'immatriculation placée à l'intérieur de
l'appareil, à gauche et en bas.
Important:
Pour cette opération n’utilisez jamais d’objet
métallique qui risquerait de détériorer l’appareil.
N’utilisez jamais de dispositifs mécaniques ou
autres moyens artificiels pour accélérer le
dégivrage, à part ceux préconisés.
L’élévation de température des denrées
congelées peut diminuer leur durée de
conservation.
26
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de
binnenkant met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur
van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog
vervolgens de wanden goed af.
Gebruik geen schurende schoonmaak-
middelen, waarmee u de afwerkingen van het
apparaat zou kunnen beschadigen.
Ingebruikname
Steek de steker in de wandkontaktdoos en draai de
thermostaatknop rechtsom uit de O-stand
De werking van de vriezer kan geheel gestopt
worden door de temperatuurregelaar in de stand
«O» te draaien.
Het gebruik
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een lager cijfer te draaien of verlaagd worden
(kouder) door de knop naar een hoger cijfer te
draaien. Bij het instellen van de juiste stand dient u
er rekening mee te houden dat de temperatuur in
het apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur;
• de frequentie waarmee de deuren geopend
worden;
• de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
• de plaats van het apparaat.
Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de
midden-stand te draaien.
Attentie
Het kan voorkomen dat, indien de thermostaat-
knop in de koudste stand gedraaid is, bijvoor-
beeld ten gevolge van zeer warme omgevings-
temperatuur of het snel willen koelen van grote
hoeveelheden dranken, de compressor continu
loopt, waardoor automatische ontdooiing van de
koelverdamper niet plaatsvindt en zich daarop ijs
afzet. Draai, in dat geval, de thermostaatknop
naar een wat minder koude stand, zodat automa-
tische ontdooing kan plaatsvinden; hierdoor
spaart u tevens energie.
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in
acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte;
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
• plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan circuleren.
Inhoud
Waarschuwingen en Belangrijke adviezen 24
Wegwerpen van verpakkingsmateriaal 25
Het gebruik 26
Reiniging van de binnenkant 26
Ingebruikname 26
Temperatuurinstelling 26
Koelen van levensmiddelen 26
Bewaren van diepvriesproducten 27
Ijslaatjes 27
Het invriezen van verse levesmiddelen 27
Het ontdooien van ingevroren produkten 27
Roosterblokkering 27
Verplaatsbare platen 27
Het verplaatsen van deurvakken 27
Tips 28
Tips het koelen 28
Tips het invriezen 28
Tips het diepvriesproducten 28
Diepvrieskalender 28
Onderhoud 29
Geprolongeerde stilstand 29
Periodieke reiniging 29
Vervangen van de lamp 29
Het ontdooien 29
Storingen 30
Installatie 30
Plaats van opstelling 30
Muur-afstandshouders 30
Elektrische aansluiting 30
Het omdraaien van de deur 31
Waarborgvoorwaareden 32