A
llereerst het strijkijzer: droog of met
stoom?
Hoewel droge strijkijzers over het algemeen
betere eindresultaten geven, zijn
stoomstrijkijzers ongetwijfeld gemakkelijker te
gebruiken aangezien het textiel niet hoeft te
worden natgemaakt, hetgeen tijd bespaart.
Strijken is heel wat gemakkelijker op een
goede strijkplank compleet met
mouwenplankje. Een stevige, goed gevoerde
strijkplank, die zo geplaatst is dat u aan alle
kanten eromheen de ruimte heeft, heeft veruit
de voorkeur boven de keukentafel. Tenslotte
heeft u een watersproeier nodig, twee doeken
van verschillende dikte, stijfelspray en
hangertjes.
Om goed te strijken perst u het wasgoed eerst
met het strijkijzer (zonder er hard op te duwen)
om vorm te geven, en strijkt u vervolgens met
bewegingen vooruit en achteruit. Als regel dient u
vanaf de zomen te starten, vervolgens de vouwen
of plooien te doen, daarna de mouwen en kraag,
en de vlakke gebieden voor het laatst te bewaren.
Lees het etiket altijd en neem de volgende regels
in acht als er geen etiket is:
Katoen en linnen: strijken wanneer het vochtig
is, met een heet strijkijzer
Wol: gebruik stoom, of leg een vochtige doek
tussen het wasgoed en een droog ijzer;
Zijde: vochtig strijken aan de verkeerde kant met
een niet te heet ijzer, of anders een stuk
zijdepapier tussen het textiel en het strijkijzer
leggen.
Synthetisch: mits het gestreken moete worden,
droog strijken aan de verkeerde kant met een lage
temperatuurinstelling.
Fluweel: altijd aan de verkeerde kant strijken.
Overhemden: begin met de kraag, vervolgens de
mouwen, de manchetten en het schouderstuk
(plaats de schouder rond het uiteinde van de
plank). Let op dat het strijkijzer niet met de punt
vast komt te zitten in knoopsgaten. Knoop het
overhemd dicht en strijk de voorkant nogmaals,
vouw het op en pers het tot slot.
Volg dezelfde procedure voor blouses, maar hang
hen op een hangertje in plaats van hen op te
vouwen.
Plooirokken: leg de plooien vlak en strijk hen
aan de verkeerde kant, waarbij u de rok omkeert
over het uiteinde van de strijkplank.
Lange broeken: breng vouwen of plooien samen;
strijk telkens een been tegelijkertijd, met behulp
van een doek. Leg het ene been boven op het
andere, strijk de buitenkanten en druk hierbij
stevig aan.
Jasjes: begin met de mouwen, vervolgens de
achterkant, de voorkant en tenslotte de kraag.
Gebruik een vochtige doek.
Lakens en gordijnen: deze zijn gemakkelijker te
strijken als ze eerst zorgvuldig worden
opgevouwen, minstens een keer, om de breedte te
verkleinen.
strijken
perfect strijken
OOK VOOR HET STRIJKEN GEVEN DE
WASETIKETTEN DUIDELIJKE
AANWIJZINGEN.
HET STRIJKEN VAN DE MEEST
VOORKOMENDE STUKKEN